Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 

RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: 816638 DX EXPL 06-2999
Vonnis van: 4 juli 2007
F.no.:583
 

Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
nader te noemen [X]
gemachtigde: mr. J.M. Both
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde partij
nader te noemen Dexia
gemachtigde: dw. P Swier
 

VERLOOP VAN DE PROCEDURE
 
De volgende processtukken zijn ingediend:
 
de dagvaarding van 12 januari 2005, met producties, inhoudende de vordering van [X];
 
Daarna heeft Dexia bij akte schorsing van de procedure aangezegd krachtens Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM). Bij rolmededeling van 7 december 2005 is vastgesteld dat de procedure is geschorst.
 
Na de zogenoemde WCAM-beschikking van 25 januari 2007 van het gerechtshof Amsterdam heeft [X- NNNNN] een afschrift overgelegd van de opt-out verklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 BW, waarin zij verklaart niet aan de verbindendverklaring gebonden te willen zijn. Naar aanleiding daarvan is beslist dat de onderhavige procedure wordt hervat.
 
Vervolgens is ingediend:
 
- de conclusie van antwoord van Dexia, met producties.
 
Bij tussenvonnis van 2 mei 2007 is een comparitie van partijen bepaald, welke is gehouden
op 7 juni 2007. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.
Voorafgaand aan de comparitie heeft [X] op 31 mei 2007 nog een akte eiswijziging
ingediend.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 

GRONDEN VAN DE BESLISSING
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorganger(s) daaronder mede begrepen.
 
1.2. Op 8 maart 2000 heeft de echtgenote van [X], mevrouw [X- NNNNN] (hierna te noemen [X- NNNNN]) een effectenlease-overeenkomst ondertekend waarop zij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere. Deze overeenkoms droeg de naam "WinstVerDriedubbelaar" en is aangegaan onder nummer [nummer]. De overeengekomen totale lease-som bedroeg € 23.444,25 waarvan € 4.065,84 aan rente, te betalen in 36 maandtermijnen van € 112,94, De aankoopsom van de geleasede effecten, aandelen ABN AMRO, AHOLD en ING, bedroeg € 19.378,41. De lease-overeenkomst is aangegaan voor 36 maanden. Van de hoofdsom diende ƒ 100,00 op of omstreeks de 35e maand te worden voldaan en het restant zou in principe worden verrekend met de verkoopopbrengsten van de effecten.
 
1.3. In het kader van deze overeenkomst heeft [X- NNNNN] aan Dexia €16.176,47 voldaan. [X- NNNNN] heeft geen dividenden of andere uitkeringen van Dexia ontvangen.
 
1.4. Op de effectenlease-overeenkomst zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease van toepassing.
 
1.5. Op 17 oktober 2000 heeft [X- NNNNN] wederom een effectenlease-overeenkomst ondertekend waarop zij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere. Deze overeenkomst droeg de naam "WinstVer10dubbelaar" en is aangegaan onder nummer [nummer]. De overeengekomen totale lease-som bedroeg € 30.341,40 waarvan € 13.614,00 aan rente, te betalen in 120 maandtermijnen van € 113,44. De aankoopsom van de geleasede aandelen effecten, Legio WinstVer10Dubbelaar Certificaten, bedroeg € 16.727,40. De lease-overeenkomst is aangegaan voor 120 maanden. Van de hoofdsom diende ƒ 100,00 op of omstreeks de 35e maand te worden voldaan en het restant zou in principe worden verrekend met de verkoopopbrengsten van de effecten.
 
1.6. In het kader van deze overeenkomst heeft [X- NNNNN] aan Dexia 57 maandtermijnen van € 113,44 betaald, in totaal een bedrag van € 6.466,08. [X- NNNNN] heeft geen dividenden of andere uitkeringen van Dexia ontvangen.
 
1.7. Op deze effectenlease-overeenkomst zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease van toepassing.
 
1.8. [X] en [X- NNNNN] waren ten tijde van het aangaan van de effectenlease-
overeenkomsten met elkaar gehuwd. [X] heeft geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van (ιιn van) de effectenlease-overeenkomsten.
 
1.9. Bij brief van 13 februari 2003 heeft [X] met een beroep op artikel 1:89 BW de effectenlease-overeenkomsten vernietigd, althans vernietiging in rechte aangekondigd en Dexia gesommeerd binnen veertien dagen de door [X- NNNNN] betaalde termijnen terug te storten. Bij brief van 3 november 2004 heeft de toenmalig gemachtigd van [X] dit nogmaals gesommeerd.
 
Vorderingen [X]
 
2.1. [X] vordert, na wijziging van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
 
I.    te verklaren voor recht dat de door [X- NNNNN] met Dexia gesloten effectenlease-
overeenkomsten met de nummers [nummer] en [nummer] zijn gesloten zonder de door artikel 1:88 lid 1 sub d BW vereiste toestemming van [X] en dat door hem terecht een beroep op vernietiging op grond van artikel 1: 89 lid 1 BW is gedaan, zodat de betreffende overeenkomsten nietig zijn waardoor [X- NNNNN] niet meer verschuldigd is en Dexia verplicht is om alle door [X- NNNNN] aan Dexia betaalde bedragen, waarvan de som bedraagt € 23.776,95, aan [X] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van algehele terugbetaling.
 
II.   Dexia te veroordelen om de volledige kosten van rechtsbijstand, alsmede de nakosten van [X] te betalen, althans een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen vergoeding;
 
III.  Dexia te gelasten om binnen twee weken na betekening van het vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van [X- NNNNN] bij het Bureau Kredietregistratie in Tiel wordt doorgehaald en dat een eventuele aan die registratie gekoppelde achterstandscodering ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 20.000,-.
 
Standpunten [X]
 
3.1. Volgens [X] dienen de effectenlease-overeenkomsten te worden aangemerkt als koop op afbetaling in de zin van artikel 1:88 lid 1 sub d BW.
 
3.2. [X] stelt dat de effectenlease-overeenkomsten nietig zijn wegens het ontbreken van zijn toestemming als bedoeld in artikel 1:88 BW. Volgens [X] zijn de effectenlease-overeenkomsten tijdig vernietigd, althans is tijdig een beroep gedaan op de nietigheid daarvan.
 
Standpunten Dexia
 
4.1. Dexia betwist de vorderingen van [X] en voert - kort gezegd - aan dat de lease-
overeenkomsten, althans de overeenkomst met de naam "Winstver10Dubbelaar, niet kunnen worden aangemerkt als huurkoop. Subsidiair voert Dexia aan dat de benodigde toestemming ook anders dan schriftelijk kan worden gegeven en dat aannemelijk is dat dit in onderhavig geval ook is gebeurd, mede gelet op het feit dat [X- NNNNN] reeds eerder een effectenlease-overeenkomst had gesloten welke met een uitkering is beλindigd. Verder doet Dexia een beroep op het bepaalde in artikel 6:278 BW.
 
4.2. Ten aanzien van de gevorderde wettelijke rente voert Dexia aan dat deze pas verschuldigd kan zijn vanaf het moment dat zij in verzuim was.
 
Beoordeling
 
5.1. Onder verwijzing naar de uitspraak van deze rechtbank en sector van 27 april 2007 (LJN: BA3914) in het bijzonder naar de overwegingen onder 8.1. en 8.2. en welke overwegingen de kantonrechter overneemt en tot de hare maakt, wordt overwogen dat artikel 1:88 BW van toepassing is op de effectenlease-overeenkomsten en dat door de echtgenoot van een afnemer daarvoor schriftelijk toestemming dient te worden verleend.
 
5.2. Vaststaat dat [X] en [X- NNNNN] ten tijde van het sluiten van de effectenlease-
overeenkomsten met elkaar waren gehuwd. Dexia heeft geen beroep gedaan op eventuele verjaring van het beroep op nietigheid. Geconcludeerd wordt dan ook dat de effectelease-overeenkomst bij brief van 13 februari 2003 rechtsgeldig buitengerechtelijk is vernietigd wegens strijd met artikel 1:88 BW.
 
5.3. Overwogen wordt dat bij de op grond van artikel 1:88 BW vernietigde effectenlease-
overeenkomsten hetgeen ter zake van die effectenlease-overeenkomsten aan Dexia is betaald, dient te worden gerestitueerd. Dat een eerder door [X- NNNNN] gesloten effectenlease-overeenkomst met winst is geλindigd doet hieraan niet af.
 
5.4. Gelet op het hiervoor onder 1.3 en 1.6 overwogene dient Dexia aan [X] een bedrag van € 22.642,55 terug te betalen.
 
5.5. Over dit bedrag dient de wettelijke rente te worden voldaan. Deze is echter pas verschuldigd vanaf het moment dat Dexia ermee rekening had moeten houden dat zij tot terugbetaling was verplicht. [X] heeft voor het eerst bij schrijven van 13 februari 2003 aan Dexia kenbaar gemaakt dat hij een beroep deed op de vernietigbaarheid op grond van artikel 1:88 BW. In die brief heeft hij Dexia een termijn van 14 dagen gegund om aan haar restititieverplichting te voldoen. Derhalve is de wettelijke rente vanaf 27 februari 2003 verschuldigd.
 
5.6. Op 27 februari 2003 was in het kader van de effectenlease-overeenkomst met de naam "WinstVerdriedubbelaar" het hiervoor onder 1.3 genoemde bedrag van € 16.176,47 volledig betaald. In het kader van de effectenlease-overeenkomst met de naam "WinstVer10dubbelaar" waren op dat moment 28 termijnen voldaan, zijnde een bedrag van €3.176,32. Na 27 februari zijn nog 29 termijnen betaald, verspreid over een periode van 29 maanden. De wettelijke rente over die termijnen is verschuldigd vanaf de betaaldata van die termijnen.
 
Overige vorderingen
 
6.1  Dexia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten zoals hierna vermeld. De kantonrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het in deze rechtbank en sector gehanteerde gebruikelijke liquidatietarief.
 
6.2  Gelet op het te dezen te wijzen vonnis zal de vordering van [X] inzake de BKR registratie worden toegewezen.
 
Beslissing
 
De kantonrechter
 
I.    veroordeelt Dexia om aan [X] te betalen een bedrag van € 22.642,55 met de wettelijke rente over een bedrag van € 19.352,79 vanaf 27 februari 2003 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 3.289,76 vanaf de respectieve betaaldata van de betreffende betalingen;
 
II.   gebiedt Dexia om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis schriftelijk en  onvoorwaardelijk aan de stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel te berichten, dat de registratie van de bovengenoemde effectenlease en alle eventueel daarop gebaseerde andere inschrijvingen ten laste [X- NNNNN] blijvend dienen te worden verwijderd, en/of gestaakt en/of gewijzigd ten gunste van [X- NNNNN], met veroordeling van Dexia tot betaling aan Partij Koremans van een dwangsom van € 100,00 per dag of gedeelte van een dag dat Dexia nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan dwangsommen van € 10.000,00;
 
III.  veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [X]
gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht                  €  192,00
voor het exploot van dagvaarding            €   85,60
voor salaris van,gemachtigde                  €  800,00
In totaal                                             € 1076,60
ιιn en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
 
IV.  wijst af het meer en anders gevorderde;
 
V.   verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
 

Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en uitgesproken ter terechtzitting van 4 juli 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL