Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: DX 06-2866
Vonnis van 16 januari 2008
F.no. 578
 
Vonnis van de kantonrechter
 
Inzake
 
[X],
wonende te [woonplaats].
eiseres in conventie.
verweerster in reconventie.
nader te noemen [X].
gemachtigde: mr. R.H. Kroes.
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam.
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie.
nader te noemen Dexia.
gemachtigde: mr. G.P. Roth.
 

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
 
Op 20 juni 2007 is een tussenvonnis gewezen waaraan de kantonrechter zich houdt.
 
Ter uitvoering van voornoemd vonnis zijn de volgende stukken ingediend:
 
van de zijde van [X]:
- een brief van 17 september 2007 met een akte ten behoeve van de comparitie van partijen. niet producties, met daarin antwoord op de bij liet tussenvonnis van 20 juni 2007 gestelde vragen:
-  een faxbrief van 20 september 2007. met een nadere productie:
 
van de zijde van Dexia:
- een faxbrief van 17 september 2007 met een akte overlegging gegevens, tevens wijziging van eis in reconventie, met producties.
 
Vervolgens is vonnis bepaald.
 
Gronden van de beslissing
 
1.1.  De stellingen in conventie en in reconventie zullen zoveel mogelijk gezamenlijk behandeld worden,
 
1.2.  In zijn tussenvonnis van 20 juni 2007 heeft de kantonrechter merwogen dat nadere informatie diende te worden ingewonnen omtrent hetgeen onder punt 11.10 en 11.11 van dat vonnis is vermeld.
 
1.3.  Ter comparitie is gebleken dat [X] in 1999 een leeftijd van 53 jaar had. Zij had de HBO Maatschappelijk Werk afgerond en was werkzaam als consulent integratie dienstverlening voor ouders van kinderen met een verstandelijke handicap. Het netto maandinkomen van [X] bedroeg in de jaren 1999 tot en met 2001 ongeveer € 1.350.-. Er was sprake van een vermogen van circa € 7.500.- dat is besteed aan een deel van de onderhavige leaseovereenkomsten. [X] had vóór oktober 1999 geen relevante ervaring met beleggen. Zij heeft met betrekking tot de leaseovereenkomsten fiscaal voordeel genoten.
 
Nakoming zorgplicht en toerekening van het nadeel
 
1.4.  Zoals is vastgesteld in voormeld tussenvonnis van 20 juni 2007 brengt het niet nakomen door Dexia van haar zorgplicht met zich dat Dexia aansprakelijk is voor het daarvan door [X] ondervonden nadeel. Daarbij is tevens overwogen dat de in voormeld tussenvonnis bedoelde schatting en toerekening van het nadeel aan ieder van partijen dienen plaats te vinden op basis van de specifieke omstandigheden van het geval, in welk kader de kantonrechter een aantal categorieën van afnemers onderscheidt.
 
1.5.  Op basis van de omstandigheden zoals die hiervoor onder 1.3. zijn vermeld, is voor [X] categorie 2 van toepassing. Dit betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 70% van het nadeel voor rekening van Dexia dient te komen en het resterend percentage (30%) voor rekening van [X] komt. De kantonrechter heeft hierbij mede in aanmerking genomen de door [X] onweersproken stelling dat zij de leaseovereenkomsten is aangegaan teneinde een oudedagsvoorziening te treffen.
 
1.6.  Zoals vastgesteld in voormeld tussenvonnis van 20 juni 2007 gaat de kantonrechter bij de onderhavige leaseovereenkonisten met een looptijd langer dan 60 maanden voor de berekening van het nadeel uit van een fictieve looptijd van 60 maanden. Hieruit volgt dat in termijnbetalingsverplichtingen, die eventueel na deze 60 maanden resteren, niet tot het nadeel zullen worden gerekend.
 
1.7.  Voor wat betreft de berekening van het nadeel wordt verwezen naar de bijlage gehecht aan dit vonnis (hierna: de bijlage). In het onderhavige geval komt het nadeel per leaseovereenkomst neer op hel bedrag dat in de bijlage achter het eontractnummer van de betreffende overeenkomst onder 'termijnen' staat vermeld te vermeerderen met het daarachter onder 'restant hoofdsom' vermelde restant van de hoofdsom van de geldlening, en te verminderen met de vervolgens onder 'opbrengst" vermelde opbrengst van de geleasde effecten, en niet het onder 'dividenden' vermelde bedrag wegens in verband met die overeenkomst ontvangen en verrekende dividenden.
 
1.8.  Het totale nadeel per leaseovereenkomst bedraagt derhalve het bedrag dat in de bijlage achter het contractnummer van de betreffende overeenkomst onder 'totaal nadeel' staat vermeld. Hiervan dient, gelet op het in 1.5. genoemde percentage, een bedrag voor rekening
van [X] te blijven gelijk aan het daarachter onder 'voor rekng afnemer' genoemde bedrag.
 
1.9.  Door [X] is in het kader van de leaseovereenkomsten per leaseovereenkomst een bedrag betaald gelijk aan het achter het contractnummer van de betreffende overeenkomt onder 'betaald' vermelde bedrag. Hierop dienen in mindering te worden gebracht de ontvangen dividenden als vermeld onder 'ontvangen dividenden' en het hiervoor berekende bedrag dat voor rekening van [X] dient te blijven, zodat Dexia per saldo aan [X] dient te voldoen het per overeenkomst onder 'te ontvangen' vermelde bedrag, met idien verstande dat indien daar een negatief bedrag staal vermeld dit door [X] aan Dexia dient te worden betaald. Gelet op het door [X] bij antwoord in reconventie gedane beroep op verrekening betekent dit dat Dexia aan [X] dient te betalen een totaalbedrag van
f 2.039.02 minus {€ 192.27 en 227.45 =) € 419.72 minus (€ 26.80 \ 5 =) € 134.00 = € 1.485.30.
 
Wettelijke rente
 
1.10. Met betrekking tot de wettelijke rente heeft Dexia nog aangevoerd dat zij eerst in verzuim heeft kunnen geraken na in gebreke te zijn gesteld. De kantonrechter kan Dexia hierin niet volgen. Immers, Dexia heeft de op haar rustende zorgplicht, na schending daarvan vóór de totstandkoming van de leaseovereenkomsten, nadien niet meer deugdelijk kunnen nakomen. In die zin - en ook overigens - is voor het intreden van verzuim niet vereist dat Dexia in gebreke is gesteld. Aangezien voorts het als gevolg van de schending van de zorgplicht geleden nadeel is ontstaan met de aan Dexia gedane betalingen, dient voor de bepaling van de ingangsdatum van de wettelijke rente re worden uitgegaan van de data waarop [X] haar betalingen aan Dexia heeft verricht (zie in deze zin het gerechtshof te Amsterdam, 24 mei 2007. LJN: BA5684). Hierbü dient tevens in ogenschouw te worden genomen dat het in dit verband in aanmerking te nemen nadeel niet alleen bestaat uit door [X] betaalde termijnen, maar ook uit nog verschuldigde doch niet betaalde termijnen en restschuld. Dit brengt mee dat de betalingen van [X] niet geheel, maar voor een deel in aanmerking worden genomen. Met in aanmerking te nemen deel is een breuk, waarbij de teller wordt gevormd door het bedrag dal [X] dient terug te ontvangen en de noemer door het bedrag dat [X] ter zake van de leaseovereenkomst aan Dexia heeft betaald. De aldus voor de berekening van de wettelijke rente in aanmerking te nemen hoofdsom is te stellen op het in de bijlage achter 'contractnr 59106025' onder'% rente" vermelde percentage van de termijnen, telkens vanaf hun betaaldata.
 
Schadevergoeding
 
1.11. De overigens door [X] gevorderde schadevergoeding en kosten, althans verwijzing naarde schadestaatproccdure. wordt afgewezen. De in verband daarmee gestelde feiten en omstandigheden, de negatieve financiële gevolgen voor [X] daaronder begrepen, zijn verdisconteerd in het oordeel omtrent de verplichtingen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te gelden.
Buitengerechtelijke kosten
 
1.12. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen berekend over het toegewezen bedrag naar het bij deze sector kanton gebruikelijke tarief, neerkomende op t 800.-.
 
1.13. De overige stellingen van partijen in conventie behoeven geen behandeling meer.
 
Vordering in (voorwaardelijke) reconventie
 
1.14. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconvcnlionele vordering dient te worden afgewezen. De in verband daarmee gestelde gronden, feiten en omstandigheden zijn verdisconteerd in het oordeel in conventie omtrent de verplichtingen die naat maatstaven van redelijkheid en billijkheid thans tussen partijen hebben te gelden.
 
1.15. De door Dexia voorwaardelijk ingestelde reeonventionele vordering /.al niet worden behandeld omdat de voorwaarde waaronder de/e is ingesteld niet is vervuld.
 
Proceskosten
 
1.16. Dexia dient als grotendeels in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en in reconventie.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
I.     verklaart voor recht dat Dexia de zorgplicht jegens [X] heeft geschonden:
 
II.    veroordeelt Dexia om aan [X] te betalen:
 
       (i)   € 1.485.30. te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over 35.5°o
       van elke betaling vanaf de respectievelijke betaaldata van de maandtermijnen tot aan de dag der
       algehele voldoening:
 
       (ii)  € 800.- aan buitengerechtelijke incassokosten:
 
III.   veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [X] gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht                    €    241,00
voor het exploot van dagvaarding               €     83,78
voor salaris van gemachtigde                     €    400,00
In totaal                                                €    724,78
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW:
 
IV.    verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad:
 
V.     wijst af het meer of anders gevorderde:
 
in reconventie
 
VI.    wijst de vordering af:
 
VII.   voordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] gevallen. lot op heden begroot op € 100.-.
 

Aldus gewezen door mr. R.A.J. van der Linde, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL