Dexia wint altijd in Den Haag

De rechtbanken in Nederland zijn zeer verdeeld over de aanpak van de Legiolease-affaire. De rechtbanken in Den Haag, Roermond en Almelo oordelen systematisch in het voordeel van Legiolease-moeder Dexia. In de rest van het land valt het vonnis vrijwel altijd uit in het voordeel van de gedupeerde belegger.

Dexia heeft in het hele land honderden mensen voor de rechter gedaagd omdat ze weigeren de schuld te betalen die ze met de winstverdriedubbelaar van Legiolease hebben opgebouwd. De winstverdriedubbelaar is een constructie waarbij met geleend geld aandelen worden gekocht. Die lening wordt na drie jaar afbetaald met de opbrengst van de aandelen. Door het instorten van de aandelenkoersen viel die opbrengst de afgelopen jaren zwaar tegen, waardoor tienduizenden mensen met een restschuld van duizenden euro's bleven zitten.
Veel gedupeerden vinden dat ze niet goed zijn voorgelicht over de risico's die aan de winstverdriedubbelaar kleefden en weigeren daarom de restschuld aan Dexia te betalen. Een standaardargument waarmee zij zich verdedigen, is dat ze de aandelen op afbetaling hebben gekocht. Volgens de wet moet een eventuele partner voor zo'n zogenoemde huurkoopovereenkomst meetekenen. Is dat niet gebeurd, dan moet het contract ongeldig verklaard worden.
De meeste Nederlandse rechtbanken gaan in deze redenering mee. Maar de rechtbanken in Almelo, Den Haag en Roermond vinden dat de winstverdriedubbelaar geen huurkoopovereenkomst is en veroordelen de koper systematisch tot betaling van de restschuld.

Amsterdam

Advocaat M. Rompelberg uit Voerendaal, belangenbehartiger van meer dan 350 gedupeerden van de winstverdriedubbelaar, raadt mensen in het gebied van deze rechtbanken af te wachten tot Dexia hen voor de rechter sleept. "Zij kunnen Dexia beter zelf voor de rechter slepen en om ontbinding van hun aandelenleasecontract vragen. Dan komt de zaak voor in Amsterdam, wat de kans aanzienlijk groter maakt dat ze het pleit winnen."
De vereniging Payback, die opkomt voor de belangen van gedupeerden van aandelenleaseproducten, heeft Dexia inmiddels namens honderd gedupeerden voor de rechter gedaagd. De vereniging vindt het vreemd dat rechtbanken zo van oordeel kunnen verschillen. "In feite is hier sprake van rechtsongelijkheid", vindt woordvoerder P. Koremans.
De rechtbanken onderkennen dit probleem zelf ook. In februari hebben ze geprobeerd op één lijn te komen, maar dat is niet gelukt. Deze week verscheen nog een vonnis van de Roermondse rechtbank waarbij Dexia in het gelijk werd gesteld. Voor de gedupeerden is nog niet alles verloren, zegt Rompelberg. "Ik ga binnenkort namens twee cliënten tegen het vonnis van de Roermondse rechtbank in beroep bij het hof in Den Bosch. Daarna komt de kwestie vrijwel zeker terecht bij de Hoge Raad, die er een definitief oordeel over zal vellen."
Dexia Bank wijst erop dat de rechtbanken die de winstverdriedubbelaar wel als huurkoopovereenkomst aanmerken, slechts een tussenvonnis hebben geveld. Het gaat om civiele rechtbanken, maar huurkoopovereenkomsten behoren tot het werkveld van de kantonrechter. Daarom hebben deze rechtbanken de zaken voor een definitief oordeel doorverwezen naar de kantonrechter. | GPD

Copyright © 2004 Haagsche Courant - alle rechten voorbehouden