Zalm
ontkent dat hij geen (rechtstreeks) contact met Dexia heeft gezocht, zo stelt
hij in antwoord op kamervragen van 15 augustus jl. van kamerlid Heemskerk over
de brief (zie ’Dexia moet wachten op Commissie v
wijzen’)
van
Stichting Leaseverlies, de Stichting Eegalease, de Consumentenbond, de
Vereniging van Effectenbezitters en de incasso i.v.m.
aandelenleasecontracten.
Zalm:
'Tijdens het Algemeen Overleg inzake Aandelenlease op woensdag 18 juni van dit
jaar heb ik u gemeld dat zou worden geprobeerd te bewerkstelligen dat aanbieders
van aandelenleaseproducten zich in afwachting van de verdere ontwikkelingen
(zoals de dit najaar te verwachten uitspraken van de klachtencommissie en de
commissie van beroep van het Dutch Securities Institute (DSI) in een aantal
exemplarische aandelenleasezaken) zich waar mogelijk zouden inhouden voor wat
betreft de incasso van opeisbare vorderingen.'
'Ik
heb in navolging van deze uitspraak wel degelijk contact gezocht met Dexia in
verband met de incassoproblematiek en heb laten nagaan of een vertraging of
tijdelijke bevriezing van de incasso bespreekbaar was voor Dexia. Na een
uitwisseling van argumenten tussen vertegenwoordigers van Dexia en mijn
ministerie heb ik echter moeten concluderen dat geen van beide opties haalbaar
was. Vervolgens heb ik uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg op woensdag 25 juni
gemeld dat het "lijntje dat ik had uitgezet in verband met de
incassoproblematiek niets had opgeleverd'.
Kamervraag:
Bent u van plan gehoor te geven aan het herhaalde verzoek van genoemde
stichtingen om Dexia rechtstreeks te vragen de incasso te staken tot na de
uitspraak van het DSI? Zo neen, waarom niet?
Minister:
'Uit mijn antwoord op de vorige vraag zal u inmiddels gebleken zijn dat er reeds
contact is geweest met Dexia in verband met de incassoproblematiek en dat de
conclusie uit dit contact luidde dat een vertraging of tijdelijke stopzetting
van de incasso niet haalbaar was. Daaraan moet worden toegevoegd dat, zoals u
ook op 18 en 25 juni jl. al is gemeld, de Minister van Financiën niet bevoegd is
te treden in de rechten van en de overeenkomsten en geschillen tussen private
partijen (i.c. tussen aanbieders en afnemers van aandelenleaseproducten). De
Minister van Financiën kan zich dus ook niet mengen in het beleid dat een van
deze partijen voert wat betreft de invordering van de opeisbare schulden die
voortkomen uit hetgeen tussen deze partijen is
overeengekomen.'
Over
mogelijk precedent scheppende DSI-zaken en CGA-bemiddeling is de minister
eveneens terughoudend
'Betrokkenen
zullen er dus rekening mee moeten houden dat noch het feit dat het DSI dit
najaar uitspraak zal doen in een aantal prototype-aandelenleasezaken, noch het
gegeven dat de Commissie Geschillen Aandelenlease op zeer korte termijn zal
aanvangen met haar bemiddelingswerkzaamheden, tot gevolg zullen hebben dat deze
(incasso)procedures van rechtswege worden opgeschort. Wanneer en zolang de
rechtsgeldigheid van opeisbare vorderingen vast staat of onaangetast is zullen
daarmee verband houdende schulden moeten worden voldaan.'
Als
leasers gelijk krijgen is er onverschuldigd betaald: terugvordering
mogelijk
Zalm:
'In aanvulling op hetgeen hierboven is gezegd over het feit dat de verwachte
uitspraken van het DSI en de werkzaamheden van de Commissie Geschillen
Aandelenlease geen opschortende werking tot gevolg zullen hebben voor de
(incasso)procedures moet hier het volgende worden
opgemerkt.'
'Betrokkenen
dienen te beseffen dat er een principieel onderscheid moet worden gemaakt tussen
de incasso van opeisbare vorderingen en het traject waarin door bemiddeling door
de Commissie Geschillen Aandelenlease tussen partijen wordt geprobeerd tot
overeenstemming te komen over de geldigheid van de onderliggende
contracten.'
'Mocht
het CGA-traject als uitkomst hebben dat vast is komen te staan dat er inderdaad
sprake was van een ongeldige vordering, dan zal een geldsom die reeds was
voldaan als onverschuldigd terug kunnen worden gevorderd van de aanbieder. Mocht
blijken dat er wel degelijk goede (rechts)gronden ten grondslag lagen aan de
vordering, dan zal een reeds ter beschikking gestelde geldsom terecht zijn
voldaan door de afnemer. Het invorderen van opeisbare vorderingen en het voldoen
van deze vorderingen, hoeven daarom geen gevolgen te hebben voor het proces
waarin door bemiddeling van de Commissie Geschillen Aandelenlease tot een
oplossing voor de openstaande geschillen wordt geprobeerd te komen', aldus de
minister.
Schikking?
Over
de kansen voor een schikking merkt Zalm het volgende op: "Een algemene
incassostop zal niet leiden tot grotere kansen voor een oplossing langs
buitengerechtelijke weg omdat er bij genoemde stichtingen geen reden meer is om
snel tot een oplossing te komen."
Zalm
deelt dus niet de mening van de stichtingen dat zonder opschorting van de
incasso de kansen op het bereiken van een oplossing langs buitengerechtelijke
weg worden verkleind.
Ten aanzien van de te nemen stappen op korte termijn, beperkt de minister zich tot het verwijzen naar de brief betreffende de installatie van de Commissie Geschillen Aandelenlease en de daarin genoemde taakomschrijving.
04-09-03 © NLJD.nl