Beleggers: uitspraak
aandelenlease teleurstellend
Uitgegeven: 5 juni 2009 14:13
Laatst gewijzigd:
5 juni 2009 14:20
AMSTERDAM - Voor de deelnemers aan
aandelenleaseprogramma's is de uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag
teleurstellend. Dat stelt voorzitter Piet Koremans van de Stichting Platform
Aandelen Lease (PAL), waarbij zich ongeveer negenduizend beleggers hebben
aangesloten.
“De uitspraak betekent dat alles wordt teruggelegd bij de
rechtbanken. Die moeten gaan bepalen welk percentage van de schade de
verantwoordelijkheid van de banken is, en welk percentage op het conto van de
deelnemers komt”, aldus Koremans.
Koremans hoopt dat de banken de uitspraak zullen
aangrijpen om een schikkingsvoorstel te doen, zodat er niet meer geprocedeerd
hoeft te worden. “Maar de doorbraak waarop we hoopten, is er niet.”
Aegon
Verzekeraar Aegon is
niet verrast door de de uitspraak van de Hoge Raad vrijdag in de
aandelenlease-affaire. “Het is in lijn met eerdere uitspraken”, aldus directeur
communicatie Jan Driessen van Aegon.
Het hoogste rechtscollege stelt Aegon, Dexia en
Levob voor een belangrijk deel aansprakelijk voor verliezen van beleggers. Aegon
verkocht ruim 100.000 effectenleaseproducten onder de naam SprintPlan.
“SprintPlan is het beste product van alle aandelenleaseproducten”, aldus
Driessen. “We hebben weinig schade.”
De contracten voor SprintPlan van Aegon-dochter
Spaarbeleg werden in de periode 1998 tot en met 2001 afgesloten. Vervolgens
daalden de aandelenkoersen, met als gevolg dat vele beleggers soms aanzienlijke
bedragen kwijtraakten. SprintPlan kent in tegenstelling tot de producten van
Dexia geen restschuld. Beleggers kunnen dus niet met een schuld blijven zitten.
De rente en aflossing hebben de beleggers wel
moeten betalen. De Hoge Raad stelde vrijdag dat een deel van de rente en
aflossing voor rekening van Aegon komt, als de belegger niet genoeg geld had om
de betalingen te doen. Daarvan is volgens Aegon geen sprake, omdat bijna alle
beleggers hun betalingsverplichtingen hebben voldaan. “Als altijd alles is
betaald, is er blijkbaar draagkracht”, aldus Driessen.
Dexia
Concurrent Dexia is
tevreden met de uitspraak in de aandelenleasezaken. “Wij zijn echt gelukkig met
deze uitspraak. Hiermee kunnen wij goed leven”, liet bestuursvoorzitter Ben
Knüppe van de Belgisch-Franse bank na de beslissing weten.
“De Hoge Raad heeft de uitspraken van het hof
bevestigd dat in beginsel de klant zelf de maandelijkse termijnen en de rente
moet betalen. Wat betreft de restschuld staat nog steeds de Duisenbergregeling”,
aldus Knüppe.
Volgens deze regeling krijgen klanten twee derde
van hun restschuld kwijtgescholden en moeten zij een derde zelf betalen. Veel
beleggers bleven na afloop van het contract niet met winst, maar met een
(rest)schuld zitten.
Alleen in uitzonderlijke gevallen, waarbij het
inkomen van de cliënten niet in verhouding stond tot de termijnen die zij
moesten betalen, zal Dexia “een groter deel van de restschuld op zich te nemen
en ook een deel van de betaalde termijnen restitueren”, aldus Knüppe.
De Hoge Raad stelt in de uitspraak dat “als bij
onderzoek door de aanbieder zou zijn gebleken dat de afnemer redelijkerwijs niet
aan zijn betalingsverplichtingen zou hebben kunnen voldoen, een deel van de
rente en aflossing voor de rekening van de aanbieder komen”.
Volgens Knüppe is het nu “een dure plicht voor alle
betrokkenen om ook in trieste individuele gevallen die een uitzondering vormen
op de regel tot een goede oplossing te komen”.