Aanpak financiële fraude faalt in alle opzichten
Van onze verslaggever Merijn Rengers
 
AMSTERDAM - De aanpak van financiële fraude is te kostbaar, te omslachtig en te beperkt. Daarnaast duurt strafvervolging te lang en zijn er onvoldoende veroordelingen. Dat schrijven vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie (OM) over het beleid van hun eigen organisatie, in een discussiestuk dat rouleert bij het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing.
 
'De overheidsuitgaven op het gebied van opsporing en vervolging van financiële fraude zijn exorbitant en staan niet in verhouding tot de resultaten’, aldus het rapport.
 
Uit cijfers van de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat bedrijven en consumenten in 2005 voor ten minste 750 miljoen euro het schip ingingen nadat zij waren gezwicht voor de verleidingen van malafide beleggingsproducten, piramidespelen, frauduleuze e-mails en aanbiedingen van colporteurs.
 
Dat is een groot probleem, aldus de opstellers van het document, dat leest als een afrekening met de huidige aanpak van financiële fraude. De vonnissen die wel worden geveld, schrikken nauwelijks af, de recidive is hoog en de slachtoffers zijn in de meeste gevallen aangewezen op de civiele rechter als zij nog iets van hun verloren geld willen terugzien.
 
Geconstateerd wordt dat de toezichthouders op de financiële sector, de AFM en De Nederlandsche Bank, te langzaam werken, waardoor fraudeurs te lang hun gang kunnen gaan. Het huidige systeem van toezicht, waarbij vooral gecontroleerd wordt op vergunningen, is ontoereikend. Fraudeurs vragen nooit vergunningen aan; ze proberen juist snel hun slag te slaan, menen de schrijvers.
 
Het document is opgesteld onder auspiciën van de in fraudezaken gespecialiseerde officier van justitie Fred Speijers. Het stuk maakt deel uit van een actieplan dat het aantal slachtoffers (zowel burgers als bedrijven) van fraude en oplichting wil terugdringen.
 
Speijers spreekt met fraudebestrijders die werkzaam zijn bij de overheid en in de private sector, zoals medewerkers van de fraudeafdelingen van verzekeraars en banken. Ook financieel detectives praten mee.
 
In het discussiestuk wordt gepleit voor de oprichting van de telefonische Helpdesk 113, waar consumenten en bedrijven snel en eenvoudig informatie kunnen opvragen over de betrouwbaarheid van financiële producten die hun worden aangeboden.
 
(c) de Volkskrant