Brabantse rechters buigen recht wat krom
is
door mr. R. Silvertand
Zaterdag 27 november 2004 - Deze krant
meldde euforistisch dat een Waalwijker zijn rechtszaak tegen de Dexia-bank
gewonnen had. Dat blijkt een voorbarige conclusie.
Aandelenlease
Uit het artikel over de rechtszaak tegen Dexia
lijkt te volgen dat de kantonrechter hem in het gelijk zou hebben gesteld omdat
Dexia niet over de benodigde vergunning beschikte om overeenkomsten van huurkoop
te sluiten. In het vonnis van de kantonrechter wordt evenwel nergens over de
noodzaak van een vergunning gesproken. De kantonrechter oordeelt in navolging
van zijn Amsterdamse collega slechts dat aandelenlease een overeenkomst van
huurkoop is en die overeenkomst daarom door de andere echtgenoot vernietigd kan
worden als die zijn handtekening niet heeft geplaatst. Niet meer en niet minder.
Het is te betreuren dat er een voorbarige conclusie wordt getrokken: het geeft
gedupeerden meer hoop dan op basis van de thans gepubliceerde rechtspraak
wellicht reëel is. Ik meen dat een overzicht van recente ontwikkelingen daarom
op zijn plaats is.
Aandelenlease is beleggen met geleend geld. Aanbieders
van aandelenlease-overeenkomsten hielden hun cliënten voor dat zij ook met een
gering kapitaal hetzelfde zouden kunnen verdienen als iemand met een aanzienlijk
kapitaal. De aanbieders verschaften aan de consumenten het benodigde (grote)
beleggingskapitaal in de vorm van een lening. Over deze lening betaalde de klant
rente, vaak meer dan 12 % op jaarbasis. Stegen de aandelen gedurende de looptijd
van de overeenkomst jaarlijks meer dan 12 % dan maakte de klant winst doordat de
aandelen meer opbrachten dan het totaal aan de bank te betalen rente en
aflossing. De koersen op de aandelenmarkten daalden vanaf 2000 evenwel scherp.
Er stonden in 2001 nog 700.000 aandelenlease-contracten uit. Uit cijfers van de
Nederlandsche Bank blijkt dat 6% van alle Nederlandse gezinnen in 2001 één of
meer aandelenlease-overeenkomsten had afgesloten. Deze gezinnen dreigen thans in
de kern van hun bestaan geraakt te worden: zij dienen immers hoe dan ook rente
en aflossing te betalen te betalen, terwijl de verkoopopbrengst van de aandelen
niet eens volstaat om de lening af te lossen - laat staan om de betaalde rente
te dekken. Een van cliënten veelgehoorde klacht is dat vóór of bij het sluiten
van de overeenkomst de bank haar cliënten (opzettelijk) niet of nauwelijks
geïnformeerd heeft over de risico's van beleggen met geleend geld.
Kredietwaardigheid
Aandelenlease is een krediet waarmee in effecten wordt belegd. Aanbieders
van kredieten dienen een grote mate van zorgvuldigheid in acht te nemen bij het
verstrekken van kredieten. Zij dienen er voor te waken dat de consument meer
krediet neemt dan hij kan betalen. Dit volgt onder meer uit de Wet op het
consumentenkrediet (Wck). Artikel 9 van deze wet stelt dat het verboden is
kredieten te verlenen zonder vergunning. Daarnaast is de bank ingevolge art. 28
Wck verplicht 'andere dan mondelinge' informatie in te winnen met betrekking tot
de kredietwaardigheid van haar klanten. Dexia noch haar rechtsvoorgangsters
beschikten over de benodigde vergunning. Evenmin heeft Dexia de
kredietwaardigheid van haar klanten op de voorgeschreven wijze getoetst. Wat
voor aanbieders van kredieten geldt, geldt ook voor aanbieders van
effectendiensten. Ook zij zijn gehouden om een bepaalde mate van zorgvuldigheid
in acht te nemen. Dit volgt onder meer uit de effectenwetgeving en de daarop
geënte regels.
Aanbieders van aandelenlease-overeenkomsten beweren dat de
betreffende regels op hen niet van toepassing zijn omdat aandelenlease
kredietverlening noch effectendienstverlening zou zijn. Afgelopen woensdag
oordeelde de kantonrechter in Bergen op Zoom dat ook al zouden de hierboven
genoemde wettelijke regels strikt genomen niet van toepassing zijn, de bank
reeds op basis van haar maatschappelijke functie gehouden is een grote mate van
zorgvuldigheid jegens haar klanten te betrachten. Het is spijtig dat de
kantonrechter zich niet heeft uitgelaten over de vraag of de Wck van toepassing
is. Indien vast komt te staan dat de Wck van toepassing is, dan hebben de
aanbieders van aandelenlease-overeenkomsten een probleem. Zij hebben dan immers
in strijd met art. 9 Wck krediet verstrekt zonder vergunning. Alle
aandelenlease-overeenkomsten zouden dan nietig zijn. Een dergelijke uitspraak
zou nog veel verder strekken dan het vonnis van de Tilburgse kantonrechter.
Vooralsnog heeft de rechtbank in Arnhem als enige voorlopig geoordeeld dat de
Wck op aandelenlease van toepassing is.
Zorgvuldigheid
Aanbieders van aandelenlease-overeenkomsten dienen in beginsel te
beschikken over twee handtekeningen onder een contract indien hun klant gehuwd
is. Daarnaast had de bank vóór het sluiten van de overeenkomst een grote mate
van zorgvuldigheid in acht moeten nemen. Zoveel lijkt thans vast te staan. Of de
bank ook over een vergunning in het kader van de Wck diende te beschikken is nog
niet duidelijk.
Talloze gezinnen met een modaal inkomen hebben door toedoen
van roekeloze aanbieders van leaseproducten op vaak lichtvaardige wijze een
financieel product afgenomen. De gevolgen daarvan raken die gezinnen thans in
hun financiële fundament. Het is onaanvaardbaar dat aanbieders van
aandelenlease, waaronder Dexia, thans elke verantwoordelijkheid daarvoor van de
hand wijzen.
Mr. R.H.J.M. Silvertand is advocaat & procureur. Het
advocatenkantoor -Rompelberg & Ruiter advocaten- waar de auteur werkzaam is
staat een groot aantal gedupeerde beleggers bij in hun strijd tegen de
verschillende aanbieders van effectenlease-producten.
Copyright © 2004 Brabants Dagblad - alle rechten
voorbehouden