Eigenaardige
leasekronkels
Door Joop Nederstigt
29 mei 2006 - Mogelijk ook Aegon weer
duidelijk in beeld
Kan Dexia inderdaad bewijzen dat de 'geleasde'
aandelen daadwerkelijk zijn gekocht? Een begin volgende maand door het
Gerechtshof Amsterdam aan te wijzen onafhankelijke deskundige moet daar een
diepgravend onderzoek naar doen. Met die uitspraak sloot het Gerechtshof
Amsterdam de bijna vier dagen durende hoorzitting af ter ondersteuning van de
oordeelsvorming over het al of niet verbindend verklaren van de zogenoemde
Duisenberg-regeling.
In kringen van juristen wordt de slotuitspraak van het
Hof nogal opmerkelijk gevonden. Temeer daar de advocaten van Dexia tijdens de
hoorzitting twijfels over de vraag of de aandelen wel daadwerkelijk werden
gekocht, van tafel trachtten te vegen Kennelijk vond het Hof die poging bij
lange na niet voldoende onderbouwd. En ook opmerkelijk omdat net een week voor
de hoorzitting de stichting Platform Aandelen Lease (PAL) op dit punt een
officiële aanklacht wegens fraude indiende. Dexia zou het wel eens erg moeilijk
kunnen krijgen wanneer inderdaad mocht blijken, dat de aandelen niet in alle
gevallen daadwerkelijk zijn gekocht.
Aegon weer in beeld?
Of misschien juist wel niet. Punt is dat het
overgrote deel van de thans nog lopende Dexia-leasecontracten werd afgesloten
door of namens dochter Labouchere. Maar op een moment waarop Labouchere niet bij
Dexia hoorde maar bij de vooraanstaande verzekeraar Aegon. Wie is dan
verantwoordelijk voor de daadwerkelijke aankoop van de aandelen waarop de
leasecontracten zijn afgesloten, zo zou je je vervolgens kunnen afvragen. Is dat
nog steeds Aegon als toenmalige eigenaar van Labouchere, of is dat inderdaad
Dexia als eigenaar sinds de tweede helft van het jaar 2000. En als de aandelen
inderdaad niet altijd daadwerkelijk blijken te zijn gekocht, moet dan Dexia dan
wel Aegon als de 'fraudeur' worden aangemerkt. En wie draait dan vervolgens op
voor de kosten van het terugdraaien van de 'frauduleus' tot stand gekomen
contracten?
Twee jaar terug woedde een de juridische strijd tussen Dexia en
Aegon, waarbij Dexia ontbinding eiste van de koopovereenkomst voor de overdracht
van Labouchere door Aegon aan Dexia. Bij het sluiten van die overeenkomst zou
Aegon belangrijke informatie hebben achtergehouden, zo werd toen door Dexia
betoogd. Ik vroeg me op deze plaats toen al af om wat voor 'belangrijke
informatie' het dan zou moeten gaan. Betrof het de risico's van de
leasecontracten? Een beetje financieel ingevoerd persoon kon uit de contracten
zelf redelijk gemakkelijk de risico's destilleren. Het lijkt me dan ook stug dat
de mensen van Dexia die risico's bij de koop van Labouchere niet hadden
onderkend.
Bijdrage
Van deze toch wel erg belangwekkende zaak is
eigenlijk niets meer vernomen. Wat een jaar later wél bekend werd, was de
'bijdrage' van Aegon van rond € 220 miljoen teneinde Dexia over de streep te
krijgen richting Duisenberg-regeling. Een 'geste' van goede wil van Aegon? Ik
denk het niet. Aegon werd er waarschijnlijk gewoon contractueel toe gedwongen.
Een dergelijk bedrag staat namelijk genoemd in de bij de verkoop van Labouchere
aan Dexia vastgestelde zogenoemde 'Representations & Warranties. Dat is een
bij dergelijke transacties gebruikelijk document dat gezien kan worden als een
soort 'garantiebewijs' voor de koper tegen onverwachte lijken in de kast. En dan
gaat het met name om lijken waarvan de verkoper op het moment van de verkoop op
de hoogte moet zijn geweest. De verkoper moet de verkoper hiervoor schadeloos
stellen. Maar om welk 'lijk' gaat het dan precies?
Aegon heeft bij de
verkoop weten te bedingen dat de schadeloosstelling ten hoogste € 218 miljoen
kan bedragen. Ongeveer net zoveel als Aegon's bijdrage aan het tot stand komen
van de Duisenberg-regeling. Is dat even toevallig. Feit is in elk geval dat het
centrale Belgisch/Franse Dexia-bestuur onder meer in dit verband zwaar onder
vuur ligt van AIXED. Dat is een zich in een soort stichting verenigde groep
ontevreden aandeelhouders Dexia, die zwaar oppositie voert tegen het
bestuursbeleid. Zo wordt de aankoop van Labouchere en vervolgens Kempen &
Co. zwaar bekritiseerd. Onder meer vanwege de hoge prijs, de slechte timing en,
niet in de laatste plaats, vanwege het genoemde vastgestelde maximum van € 218
miljoen. In kringen van AIXED wordt dat een belachelijk laag bedrag genoemd mede
omdat Dexia de risico's van de tegelijk met Labouchere overgenomen
leasecontracten veel hoger had moeten, en ook gemakkelijk had kunnen,
inschatten.
Slimme verkopers?
Domme kopers daar in België of slimme verkopers
hier in Nederland? Wat dat laatste betreft heeft Aegon hier een 'naam' hoog te
houden. Men wist immers op grote schaal de zeer risicovolle leaseproducten aan
de man/vrouw te brengen. Helaas heel vaak ook aan heel gewone mensen, die van
hun leven nog nooit in aandelen hadden belegd en op basis van de van 'slimme'
verkopers ontvangen informatie dachten meer rente over het spaargeld te kunnen
krijgen. Mensen, die ook nu nog niet begrijpen waarom ze niet alleen hun
spaargeld kwijt zijn, maar bovendien nog een schuld hebben af te betalen. Vaak
daartoe gedwongen met zeer dreigende taal, inclusief de deurwaarder, en tot slot
een 'overeenkomst' in het kader van schuldsanering.
Of aan even onwetende
mensen, die echter bij het aanvragen van een hypotheek voor een aan te kopen
huis geconfronteerd worden met een weigering vanwege een mogelijke stevige
maandelijkse verplichting op basis van een aandelenleasecontract. Als je dan
tóch een hypotheek wilt, zal je het leasecontract moeten beëindigen, zo wordt
dan gesteld. Ook al kost dat opnieuw geld. Het gaat veelal om spaarders, die
zich destijds lieten verleiden hun spaargeld in een leasecontract te steken,
eveneens vanwege het uitzicht op een 'hogere rente'. Achteraf blijkt de storting
slechts een vooruitbetaling voor de eerste vier of vijf jaar rente te zijn. Als
die periode voorbij is, moet wel degelijk met maandelijkse rentebetalingen
worden begonnen. Vaak gaat het om onwaarschijnlijk hoge bedragen in relatie tot
het inkomen.
BKR-melding
De verplichtingen blijken door leaseverkopers te
zijn aangemeld bij het BKR, Bureau Krediet Registratie. Mede in het kader van de
Wet Consumenten Krediet is elke verschaffer van krediet aan consumenten
verplicht de door consumenten aangegane verplichtingen bij het BKR te laten
registreren. Net zoals elke verschaffer verplicht is bij een kredietaanvraag in
de registers van het BKR na te kijken hoe het met de reeds aangegane
verplichtingen van de aanvrager staat. Een en ander is bedoeld om te zware
financiële lasten voor de consument te voorkomen.
Logisch toch dat ook de
leaseverkopers de verplichtingen bij het BKR hebben gemeld. Maar waren ze er dan
toe verplicht, zo zou je je kunnen afvragen. Volgens hen vallen de
leasecontracten toch niet onder de zorgplichten van de Wet Consumenten Krediet?
Tegenstanders van de Duisenberg-regeling en dus ook tegen het verbindend
verklaren daarvan wijzen onder meer op de vergunningplicht in de Wet Consumenten
Krediet. Leaseverkopers beschikten niet over zo'n vergunning en hebben de
contracten dan ook wederrechtelijk verkocht, zo wordt betoogd. In een aantal
rechtszaken, onder meer tegen Dexia, zijn rechters meegegaan met dat betoog en
gaven het bevel tot ontbinding van de contracten. Er werd dan door de
leaseverkopers hoger beroep aangetekend, omdat de Wet Consumenten Krediet niet
van toepassing zou zijn, maar tot uitspraken van hogere rechters is het nog niet
gekomen.
Op zich is het verzet van leaseverkopers tegen de gerechtelijke
uitspraken begrijpelijk. Ze kosten immers dik geld. Zoals gezegd heeft men zich
wél gehouden aan de BKR-meldingsplicht. Waarom eigenlijk? Omdat de Wet
Consumenten Krediet dat voorschrijft? Of misschien enkel en alleen om het
nakomen van verplichtingen van consumenten met leasecontracten zo veilig
mogelijk te stellen. Met de melding verhinder je immers dat elders nieuwe
verplichtingen worden aangegaan en lopen je eigen ontvangsten gevaar. Dus de wet
alleen gebruiken als het zo uitkomt. Toch wel wat eigenaardig.
© 1996-2006 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten
voorbehouden.