DIRK SCHERINGA maakte met zijn DSB-bank vorig jaar als een van de weinige Nederlandse geldinstellingen winst. Als voorzitter en eigenaar van AZ zag hij zijn club ook landskampioen worden. Maar niet alles wat hij aanpakt, verandert in goud. Vele honderden Nederlanders klagen over de woekerrentes van DSB en komen met schadeclaims. Binnenkort komt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) met het resultaat van een onderzoek naar fouten bij leningen van DSB en andere banken. En waarom verliet financieel directeur Frank de Grave al na twee maanden de DSB-bank? Het karakter van Dirk Scheringa op de weegschaal gelegd.
 
NA GOUDEN TIJDEN NU DONKERE WOLKEN BOVEN WEST-FRIES BANKIMPERIUM
 
Reputatie DSB staat op het spel
 
’Hij heeft minderwaardigheidscomplex en is wraakzuchtig’
 
SCHERINGA ONDER VUUR
 
Frank de Grave botste met zijn ’grote baas’ en was snel weer verdwenen
 
door EMILE BODE
 
AMSTERDAM, zaterdag
       Er heerst dezer dagen een nerveuze stemming in het hoofdkwartier van de DSB-bank in Wognum. „Sommige bestuurders zitten met samengeknepen billen”, zegt een medewerker die leningen verkoopt. „Het kampioenschap van AZ zou voorlopig wel eens het laatste hoogtepunt van Dirk Scheringa kunnen zijn.”

        De klachten over de financiele producten van DSB stapelen zich op. De ontkenningsstrategie van de bank werkt niet meer, ook al omdat de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten, een onderzoek is gestart. DSB probeert nu de ergste wurgcontracten ongedaan te maken, maar het mea maxima culpa (’mijn grote schuld’) komt vooralsnog niet uit de mond van grote baas Dirk Scheringa (58). De jonge bestuurder Hans van Goor mag dit werk opknappen. Zoals deze week tijdens de laatste uitzending van TROS Radar van dit seizoen, waar hij timide reageerde op de stortvloed van kritische vragen van presentatrice Antoinette Hertsenberg.
       Scheringa is niet zo goed in het toegeven van eigen fouten, zo leert een rondgang langs mensen die hem uit het voetbal, uit de kunst en vooral van de bank kennen.
       Maar zijn vrienden roemen hem allemaal als een aardige, ietwat verlegen kerel. Een weldoener voor de sport, een mecenas voor de kunsten, de man die de kaasstad Alkmaar op de kaart heeft gezet en die het geschopt heeft tot schatrijke bankier.
       Sportverslaggever Sieb Oostindie zegt: „In de omgang is Dirk een aimabele man. Je moet ook echt moeite doen iets negatiefs over hem te horen, want ze eten natuurlijk allemaal van hem. Aan de andere kant heb ik de afgelopen weken op de tribune bij AZ wel opgevangen dat de grote baas zich zorgen maakt over de aanhoudende stroom negatieve publiciteit. Daar is hij zeer beducht voor.”
              Want de rijkste man van West-Friesland is deze publiciteit niet gewend. Met handen spandiensten van zijn ervaren, persoonlijke voorlichter Klaas Wilting (66), bekend als jarenlange woordvoerder van de Amsterdamse politie, wordt Scheringa vooral neergezet als de man die zo gewoon is gebleven. Met zijn schapen in de weide en zijn vrienden van de kaartclub.
       
Eigen jet
        Oostindie zegt: „Hij is natuurlijk niet meer gewoon. Hij is enig eigenaar van een middelgrote bank, enig eigenaar van de beste voetbalclub van Nederland. Hij vliegt in een eigen jet en hij heeft altijd twee bodyguards in zijn directe nabijheid.”
       Als we verder spitten, komen we een opmerkelijke eigenschap van Scheringa tegen. Hij zou volgens insiders een sterk minderwaardigheidscomplex hebben, gecombineerd met onzekerheid. Scheringa werkte zich met twee jaar mulo op tot bankier. Dat verdient grote bewondering, maar hij heeft nog steeds het gevoel dat de andere grote jongens, die wel hebben gestudeerd, op hem neerkijken en hem niet serieus nemen.
       Een medewerker van zijn bedrijf zegt: „Scheringa heeft heel sterk de behoefte dat het establishment hem accepteert. Of dat hij tegen premier Balkenende Jan Peter mag zeggen. Daarom was hij ook zo blij als een kind toen hij vorige maand werd uitgeroepen tot chief executive officer van 2008. Zeg maar de beste directeur van ons land. Het was een prijs van de Erasmus Universiteit en de beleggerswebsite IEX. Een prijsje zonder enige impact.”
       Een andere eigenschap van Scheringa is het feit dat hij de neiging heeft overal complottheorieën en samenzweringen achter te zoeken. Als media negatief over hem schrijven, voelt hij dat als een persoonlijke aanval en vraagt hij zich niet af of de kritiek wel eens terecht zou kunnen zijn.
              Een betrokkene vertelt: „Hij denkt dat zijn bank door de media met opzet in een negatief daglicht wordt gesteld, waardoor klanten wegblijven, de bank minder waard wordt en straks voor een prikje door een andere, grotere bank wordt opgekocht. Hij ziet soms spoken.”
       
Innemendheid

        Door de meeste mensen wordt Scheringa geroemd om zijn innemendheid. Veel werknemers zouden het bijzonder naar de zin hebben in de platte en flexibele organisatie. Of dat werkelijk zo is, valt moeilijk te zeggen, want vrijwel niemand haalt het in zijn hoofd met naam en toenaam kritiek te leveren op de big boss. Scheringa is in ieder geval geen man die tegenspraak duldt. Dat is waarschijnlijk een van de redenen dat Frank de Grave onlangs vertrok als lid van de raad van bestuur van DSB. De Grave, gepokt en gemazeld in het bedrijfsleven en vooral in de politiek (hij was onder andere minister van Defensie), sprak Scheringa wel tegen. Een betrokkene zegt: „De Grave merkte al gauw dat Scheringa kritiek op zijn beleid opvatte als een persoonlijke aanval.”
 
Naar verluidt maakte De Grave zich zorgen over allerlei leningen die DSB verstrekte en die niet zouden deugen. Scheringa probeerde ten koste van miljoenen aan schadevergoedingen conflicten met ontevreden klanten in den minne te schikken om slechte publiciteit te voorkomen. De Grave ergerde zich ook, omdat Scheringa het onderzoek van toezichthouder AFM een gewoon routineonderzoek noemde, wat volgens AFM-directeur Hans Hoogervorst pertinent onjuist is. Hoogervorst begon overigens in 1988 zijn carričre als een van de medewerkers van toenmalig Tweede Kamerlid Frank de Grave.
       Noch De Grave, noch Scheringa wil iets vertellen over hun meningsverschillen. Volgens de persverklaring bestond er onvoldoende match tussen beide heren. In goed Nederlands betekent dit dat de karakters van beide heren botsten.
              Er is nog een andere karaktertrek van Scheringa die onderbelicht blijft: hij zou niet tegen zijn verlies kunnen en zou zelfs wraaklustige gevoelens koesteren.
 
De bekende advocaat mr. Pim de Vos van De Vos & Partners kan daarover meepraten. Hij was indertijd de raadsman van Oscar Moens, de talentvolle keeper van AZ die zelfs tot Oranje doordrong. Moens tekende in 1997 een miljoenencontract bij hoofdsponsor DSB die tien jaar lang de naam en de beeltenis van Moens zou exploiteren. Naar verluidt een idee van mevrouw Baukje Scheringa, die Oscartje er zo lekker uit vond zien. Twee jaar later werd het contract door Scheringa opgezegd, omdat Moens te weinig medewerking zou verlenen aan deze promotionele activiteiten. Namens Moens vocht mr. Pim de Vos de opzegging aan en won alle procedures. Hij zegt: „Dat vond Scheringa niet plezierig. Moens kon bij AZ vertrekken en raakte daarna in sportief opzicht snel aan lager wal.”
        Het viel De Vos op dat Scheringa weliswaar alle procedures tegen Moens verloor, maar desondanks nog steeds en al meer dan tien jaar bezig is om via het Nederlands Arbitrage Instituut alsnog zijn gelijk te halen. „Een partner van ons bureau is nog steeds met deze zaak bezig”, vertelt De Vos.
       De drukbezette expert in het sportrecht, publicist, adviseur, commissaris en gediplomeerd mental coach was het bijna vergeten; hij deed ook de arbitragezaak voor de niet bijster intelligente Braziliaanse voetballer Afonso Alves. Hij was in 2007 de grote goaltjesdief van Heerenveen. AZ zou hem voor 18 miljoen euro overnemen, maar Alves had ook een tweede contract getekend bij het Engelse Middlesbrough, waar hij nog steeds en met weinig succes voetbalt. De Vos: „Scheringa verloor ook deze arbitragezaak tegen Alves en dat vond hij zeer vervelend. Ik weet niet of hij wraaklustig is, maar hij is wel een slecht verliezer en dat is niet de beste eigenschap voor een topmanager. Kijk, als je jarenlang omringd wordt door meepraters en jaknikkers ontwikkel je vanzelf een eigenschap waarbij je denkt altijd gelijk te hebben.”
       
Agressief
              DSB heeft met al zijn agressieve en in reclametechnisch opzicht irritante dochtertjes, zoals Frisia, Postkrediet en Becam, meer dan 17 procent van de kredietmarkt voor particulieren in handen en 2,5 procent van de hypotheekmarkt. Scheringa krijgt vaak het verwijt dat zijn bedrijf aan klanten met een relatief laag inkomen toch nieuwe leningen aanbiedt en dat klanten belast worden met loodzware schulden, waar gezinnen soms nooit meer uit komen.
 
Toch krijgt de bankier enige steun uit onverdachte hoek. Ger Jaarsma is directeur van NVVK, de branchevereniging van financiële hulpverleners. Hij zegt: „Onze vereniging vindt dat alle banken veel te makkelijk leningen verschaffen. Daarom moeten wij jaarlijks circa 45.000 mensen helpen, die hun schuld niet kunnen aflossen. Ik denk dat wij meer klachten krijgen over Postbank en ING dan over DSB. Het is dus niet terecht dat alle pijlen gericht zijn op Scheringa. Maar ik begrijp het wel. Hij heeft een imagoprobleem. Dat heeft te maken met de schreeuwerige reclames uit het verleden en het feit dat zijn naam zo sterk aan deze volksbank verbonden is. Ik vrees dat het imago van DSB pas verbetert als Scheringa opstapt. Hem kennende zal dat niet zo snel gebeuren.”
       Jaarsma sluit niet uit dat DSB, na zoveel vette jaren, in 2009 met het eerste magere jaar wordt geconfronteerd. „Het concern is sterk in het verstrekken van persoonlijke leningen aan minder draagkrachtige Nederlanders en daar zal door de beurscrisis ongetwijfeld de klad in komen. Scheringa mag zich, indachtig de negatieve publiciteit, dus een beetje zorgen gaan maken.”
       Daar komt bij dat de stichting Hypotheekverlies afgelopen dinsdag meldde met schadeclaims namens enkele honderden gedupeerden te komen. Die kunnen zijn bank in donkere tijden voor vele miljoenen gaan raken.
       Tot slot Klaas Wilting, de persoonlijke woordvoerder van de West-Friese bankier. Hij zegt: „Het zal u niet verbazen dat ik uitstekend met mijn baas kan opschieten. Hij mag veel geld hebben, maar hij geeft ook veel terug. Ik preek natuurlijk voor eigen parochie, maar ondanks de fouten die de bank ongetwijfeld maakt, is DSB een keurige bank en Scheringa een keurige baas. Daar durf ik mijn handen voor in het vuur te steken.”
 
© 1996-2009 Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.