Legio verliezers en één
winnaar
Philip de Witt Wijnen
Morgenmiddag trekt een legertje van naar verwachting 300
nee-zeggers van het Haagse Malieveld naar het Binnenhof. Nee, geen tegenstanders
van de Europese Grondwet, het betreft een demonstratie van gedupeerde Legio
Lease-beleggers die hun geld terug willen van Dexia Bank Nederland. Zij zijn
tegen het vorige maand door Wim Duisenberg gepresenteerde schikkingsvoorstel,
dat vooral sanering van restschulden regelt. Hangende de bemiddelingspoging van
de voormalige ECB-president werden alle door slachtoffers aangespannen
rechtszaken aangehouden. Het Platform Aandelen Lease, dat de demonstratie
organiseert, eist dat die zaken worden hervat.
Dexia
hoopt dat de rest van de ruim 350.000 beleggers die via Legio Lease met geleend
geld in aandelen stapten wel met het compromis akkoord gaan en dat daarmee de
schade van de al jaren voortslepende affaire tot ruim 1 miljard euro beperkt
blijft. De inzet van individuele rechtszaken gaat immers veel verder dan het
voorstel van Duisenberg. Sommige gedupeerden eisen ook hun inleg terug.
De schadepost van het avontuur in Nederland overstijgt bij de
Frans-Belgische Dexia sowieso al dat begrote miljard. In maart 2000 kocht Dexia
Legio Lease-moeder Labouchère. Kosten: 900 miljoen euro. Een jaar later volgde
de overname van zakenbank Kempen & Co. De investering van ruim 1 miljard
euro verschrompelde snel. Eind vorig jaar werd Kempen weer verzelfstandigd toen
het management met hulp van investeringsmaatschappijen de boedel opkocht voor,
naar schatting, 85 miljoen euro. Een rendement van minus 92 procent.
Toch is er ook een winnaar aan te wijzen in het Legio Lease-drama.
Dat is de man die als geestelijk vader van de aandelenleaseconstructie zijn
sporen heeft verdiend - en zijn miljoenen. Piet Bloemink, 61 jaar nu, verkocht
in 1996 zijn beleggingsdienst voor de massa aan Labouchère en werd daar rijk
mee. Schattingen van de opbrengst lopen in de tientallen miljoenen - toen nog -
guldens.
Bloemink, in het conflict tussen Dexia en beleggers geen
partij, leidt sindsdien een onopvallend bestaan in een Zuid-Hollandse badplaats.
In zijn vrije tijd, hoe kan het anders, belegt hij niet onverdienstelijk. Het
zichtbare vermogen in zijn privé-beleggingsmaatschappij groeide in de periode
1996-2003 van 8,3 miljoen naar 12,6 miljoen euro, een rendement van ruim 50
procent. Bloemink gaf zijn investeringsvehikel een naam mee die zowel de
gedupeerde Legio Lease-klanten als Dexia hadden kunnen bedenken: Zeldenrust BV.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC
Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke
auteur.