Kerst 2005   Jan Smit                                           23 december 2005 HP DE TIJD
 
OP NA DE TOP
 
Afgelopen zomer kwam er een eind aan het leven van Wim Duisenberg.
Hoe vulde 'Mr. Euro' de dagen na zijn topfunctie bij de Europese Centrale Bank?
Een reconstructie.
 
Ze wist niet wat ze zag, Gretta Duisenberg, toen ze die zondagochtend de 31ste juli, nog maar net wakker, vanuit de keuken in hun tweede huis in het Franse Faucon naar beneden keek. Wilde ze Wim net gaan verrassen met een kopje verse espresso, zag ze hem drijven in het zwembad. Háár Wim, duidelijk herkenbaar aan die onafscheidelijke rode bretels en de lange broek.
Onmogelijk,was haar eerste gedachte. Vast een grap. Die slûge - slome in het Fries; een bijnaam die zijn moeder hem als eerste gaf - was zaterdagavond laat in bed gerold, weer vroeg opgestaan, zonder dat zij het had gemerkt, en wilde haar gewoon laten schrikken. Dat soort spelletjes deden ze wel vaker als ze samen waren. Bijvoorbeeld wie het langst onder water kon zwemmen. Dan leek Wim, die alleen zijn hoofd onder water hield, net een walvis, alleen het gaatje ontbrak. Ze mocht hem daar graag mee plagen. Nu slaat hij terug, dacht Gretta.
Helemaal zeker was ze niet. Als Wim haar inderdaad wilde terugpakken, waarom deed hij dat dan met al zijn kleren aan?
Misschien was er tóch iets gebeurd. Zou best kunnen. De dag daarvoor hadden ze met zware potten oleander gesjouwd in de tuin; dat was nogal vermoeiend geweest. Bovendien gebruikte Wim medicijnen vanwege een te hoge bloeddruk. Misschien was hij toch onwel geworden en in het water gevallen.
In paniek greep Gretta de telefoon. Ze belde Peter, haar oudste zoon, die ze de avond daarvoor nog had gesproken om hem te feliciteren met zijn verjaardag,en schreeuwde: "Peet, Peet ! Wim is dood !". Wist ze het zeker, reageerde Peter. Gretta legde de telefoon neer en rende de trap af naar beneden. Een paar meter voor het zwembad hield ze in. Ze durfde niet te kijken. Stapje voor stapje sloop ze dichterbij. Voorzichtig keek ze over de rand. Onmiddellijk drong de waarheid tot haar door. Wim, die lieve Wim, de love of her life, was niet meer.
 
November 2003. Eindelijk was het dan zover. Na veertig jaar hard werken als achtereenvolgens hoogleraar, minister van Financiën (1973-1978), bankdirecteur, president van De Nederlandsche Bank (1981-1996), van het Europees Monetair Instituut en de Europese Centrale Bank (1998-2003), had hij, Wim F. Duisenberg, de tijd aan zichzelf. Zijn taak als voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB)zat er op, de afscheidsdiners eveneens, godzijdank - Duisenberg had een hekel aan formaliteiten. Eindelijk ruimte voor zijn hobby's: golf, lezen, tuinieren en wijn. Als het even kon in Faucon. het idyllische plaatsje in de Provence, waar hij en Gretta begin jaren negentig een tweede huis hadden gekocht.
Weg van de files, de stress en vooral van Nederland, waar Duisenberg tot zijn grote ergernis overal door iedereen werd aangestaard - geen winkelstraat of restaurant, of de mensen klampten hem aan. Zelfs wanneer hij, om maar niet op te vallen, aan tafel zat met zijn rug naar de mensen toegekeerd, lieten ze hem niet met rust.
Nee, in zijn geliefde Frankrijk was dat wel anders. Ook daar werd hij door iedereen herkend, maar de Fransen waren beschaafder; die vielen hem in ieder geval niet lastig. Dat was belangrijk voor Duisenberg, want als rechtgeaard .bourgondiër mocht hij graag uit eten gaan.Als president van de ECB was hij daar nauwelijks aan toegekomen. Ja, diners te over, maar dan wel allemaal officiële met van die geforceerde socialtalk. Eten en drinken met vrienden en praten over dingen in het leven die er toe doen, dat was voor Wim Duisenberg pas echt genieten.
Tropenjaren waren het geweest, daar in Frankfurt. bij de ECB. Natuurlijk, dat het niet eenvoudig zou worden, wist hij. Daarom had hij ook getwijfeld toen hem in 1995 werd gevraagd of hij voorzitter wilde worden van het Europees Monetair Instituut, de voorloper van de ECB. Hij was al 62. Bovendien was het nog onzeker of de euro er wel zou komen.
En - misschien wel het aller belangrijkste wat hem weerhield - Duisenberg hield van efficiënt werken. Hij kon goed delegeren, had een hekel aan tijd verkwisten en wilde tijd overhouden voor de leuke dingen des levens. Toen hij nog minister van Financiën was, grapte hij al eens dat hij het liefst brugwachter wilde worden in het Friese Heeg. Als president bij DNB hield hij eveneens voldoende tijd over om te golfen en voor andere leuke zaken. Maar zou hij, als hij straks eenmaal in Frankfurt zat, nog wel toekomen aan een privéleven, vroeg de bankier zich bezorgd af.
 
Na lang wikken en wegen zei Duisenberg toch ja tegen het verzoek om president te worden van het Europees Monetair Instituut. Op voorwaarde dat hij dan ook de eerste president zou worden van de ECB. Een deal waarin alle deelnemende landen zich ogenschijnlijk konden vinden. Tot Frankrijk in 1998 begon te sputteren. Er moest een Fransman aan het roer komen, vonden de Fransen. Duisenberg was, zo zei de Franse president Chirac, te veel een ambtenaar die zijn oren liet hangen naar de Duitsers. Na veel getouwtrek bereikten de betrokken partijen een compromis. Duisenberg beloofde dat hij niet de volledige termijn van acht jaar zou uitzitten, maar zelf het tijdstip van vertrek zou bepalen. Duisenberg zat nog maar net op zijn post of er wachtte hem een nieuwe tegenslag. De (papieren) euro gleed weg ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Dat leidde tot paniek op de financiële markten. Om de glijvlucht te stoppen, moest ECB interveniëren (dollars verkopen, euro's kopen). In die hectische periode maakte Duisenberg een slip of the tongue. In een interview met de Britse krant The Times antwoordde hij 'het lijkt me niet' op de vraag of er een nieuwe interventie zou komen. Gevolg: de euro kelderde nog verder. De blunder leverde Duisenberg een nieuwe bijnaam op: Dim Wim (Domme Wim). Verscheidene kranten riepen zelfs om zijn vertrek, Duisenberg bleef. Maar het werk viel hem fysiek steeds zwaarder. Dat gold met name voor de publieke optredens. Duisenberg, ook wel omschreven als de Nederlandse Kennedy, had in Nederland veel krediet. Hij gold als een aimabel, charismatisch man, mede vanwege zijn imposante voorkomen, zijn scherpe analyses en zijn droge humor. Maar in het internationale discours werden zijn grappen en anekdotes niet begrepen. Om het werk toch vol te kunnen houden, slikte hij, met name voorafgaand aan persconferenties, op advies van Gretta soms bètablokkers.
 
Zalig vond Duisenberg het dat hij nu eindelijk van die druk was verlost. Alhoewel, verlost... commissariaten, adviseurschappen, lezingen: er werd na zijn vertrek van alle kanten aan de gepensioneerde bankdirecteur getrokken. De meeste aanbiedingen liet hij lopen. Hij koos voor drie commissariaten, bij de Rabobank, KLM-AirFrance en Giesecke & De vriendt, een bankbiljettendrukker.
De keuze voor de Rabobank lag voor de hand. Hij maakte eind jaren.tachtig drie jaar deel uit van de hoofddirectie van de bank. Bovendien werd hij gevraagd door president-commissaris Lense Koopmans, een goede vriend aan wie Duisenberg als kandidaat-assistent nog college had gegeven. KLM-Air France koos hij puur uit interesse - de luchtvaartsector, tot dan terra incognita voor Duisenberg, fascineerde hem.
Lezingen geven, daar had Duisenberg eerst minder trek in omdat hij ze, nu zonder ghostwriter, zelf moest schrijven. Toch deed hij het, om oud-collega's te ontmoeten, niet in het zwarte gat te vallen en omdat ze goed betaalden. Zijn pensioen was niet echt riant; hij zat met een AOW-gat en had zich, achteraf tot zijn spijt, een pensioen laten uitkeren dat hij bij DNB had opgebouwd toen hij daar als adviseur werkte. Wilde Duisenberg zijn manier van leven - exquise etentjes, een goed gevulde wijnkelder - kunnen continueren, dan moest hij wel. In Canada, in Japan, bij de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds in Washington: overal gaf Duisenberg als spreker acte de présence.
Verder moest de voormalige bankpresident vooral wennen aan zijn nieuwe leven. Dat hij over de verwikkelingen binnen de monetaire wereld niet meer alles uit de eerste hand hoorde, irriteerde hem. Ook was Duisenberg zijn ritme kwijt. Af en toe verscheen hij in de media (NOVA, Met het oog op morgen), op recepties en andere society events, maar dat was niet van harte. Aan de mode shows die Gretta een paar keer per jaar bezocht, had hij helemaal de pest. Duisenberg had veel voor zijn Gretteke over - "Wim kuste de grond waar Gretta overliep,aldus een van de geïnterviewden - maar samen naar een modeshow was voor hem de limit.
Bovendien miste hij zijn auto met chauffeur. Hij moest zelf achter het stuur. Nu was autorijden voor Duisenberg bepaald geen straf, maar rijden en drinken gaan niet samen. En Duisenberg, een groot wijnliefhebber, dronk graag. Zo kon het gebeuren dat de politie hem een paar weken na zijn vertrek uit Frankfurt betrapte op rijden onder invloed. Duisenberg, die de auto had gepakt om nieuwe sigaretten te halen, moest mee naar het bureau. waar een alcoholpercentage werd gemeten van 0,9 promille.
 
'Ik schrok me rot." Jeroen Henneman wist niet wat hij zag toen hij Duisenberg na twee jaar voor het eerst weer in levenden lijve ontmoette. "Hij zag er belabberd uit. Fragiel. Klein. Zijn pak was veel te groot, hij liep krom en hij was buiten adem," herinnert Henneman zich. Dat laatste zal, veronderstelt de kunstenaar, mede zijn veroorzaakt door het trappenlopen; wie het atelier van Henneman wil betreden, moet eerst twee trappen op.
Henneman kende Duisenberg goed. Hij haalde de bankdirecteur bij de Herenclub. Met het vertrek van Duisenberg naar Frankfurt verwaterde het contact. Het weerzien vond plaats op verzoek van Theo Scholten, kunstverzamelaar en oprichter van museum Beelden aan Zee in Scheveningen. Scholten vroeg Henneman een borstbeeld te maken van de oud-bankpresident. Duisenberg stemde toe. Een afspraak maken met de ex-bankier viel echter niet mee; pas eind maart dit jaar lukte het Henneman, na lang aandringen.
"Wim zag dat ik schrok van zijn verschijning," vervolgt Henneman. "Hij zat er zelf kennelijk ook wel een beetje mee, want bij vroeg me of ik zijn schouderpartij in het beeld iets naar beneden wilde halen. Verder verging het hem goed, vertelde hij. Hij was blij dat hij van al die officiële plichtplegingen was verlost."
Een paar maanden later, bij de onthulling van het van koperdraad vervaardigde boegbeeld, zag Henneman Duisenberg opnieuw. Hij zag er beter uit, aldus de kunstenaar. Wat Duisenberg van het beeld vond? Best mooi, zei hij tegen Henneman. Toch kreeg de kunstenaar de indruk dat Duisenberg niet helemaal tevreden was. Hij had zich liever iets vrolijker zien afgebeeld, begreep Henneman later uit de tweede hand.
 
Gerard, waar ben je nu? Ik op de golfbaan in de Algarve. Ik sta bij de eerste tee. Lekker hè." Wim Duisenberg was gek op golf. Hij had veel golfvrienden en die mocht hij graag jennen.
Met een kort telefoontje bijvoorbeeld wanneer hij op de court ergens in het zonnige Zuid-Europa even moest wachten en wist dat zijn golfmaatjes in het koude Nederland op hun werk zaten te vernikkelen.
Gerard Jansen Venneboer was zo'n golfvriend, evenals Relus ter Beek. commissaris van de Koningin in Drenthe, Pieter van Vollenhoven, ex-autocoureur Gijs van Lennep, Guus Hiddink en Ferry Hoogendijk. Dit clubje leerde elkaar begin jaren tachtig kennen.
Eerst onder de vlag van Elsevier, waarvan Hoogendijk destijds hoofdredacteur was, en later onder die van GJV Consults namen de heren deel aan de bedrijvencompetitie. Twee jaar geleden stopten ze met spelen in competitieverband, maar ze bleven elkaar zien.
Na zijn vertrek bij de ECB kwam in die bijeenkomsten de klad. Met Gretta golfen deed hij eveneens steeds minder. Zij kreeg last van een schouderblessure, waardoor ze de sport niet meer kon beoefenen. Zelf werd Duisenberg ook steeds strammer. Een soepele swing maken was er niet meer bij. Slechts sporadisch sloeg hij nog een balletje, waardoor zijn spelniveau zienderogen achteruit hobbelde.
Golf maakte plaats voor andere hobby's. Fotografie bijvoorbeeld - met name fotoshoppen, het met de computer bewerken van digitale foto's, vond hij geweldig. En tuinieren, al beperkte dat zich volgens Gretta voornamelijk tot het sproeien van de tuin. Ook was hij gek op autorijden. Bij zijn afscheid van de ECB trakteerde hij zichzelf, na aandringen van Gretta, op een nieuwe auto: een Mercedes cabriolet.
 
Ondanks zijn kwakkelende gezondheid en zijn honger naar rust liet Duisenberg zich begin dit jaar toch weer strikken voor een grote klus. Vriend Nout Wellink, die Duisenberg opvolgde als president bij De Nederlandsche Bank, zat in zijn maag met het slepende conflict over de aandelenlease. Menno Oosting, de voormalige Nationale Ombudsman, had zijn tanden al stukgebeten op het dossier. Tevergeefs. Dus vroeg Wellink of Duisenberg het wilde proberen.
Duisenberg bestudeerde de zaak en gaf de opdracht terug. Te moeilijk, vond hij. De standpunten lagen volgens hem te ver uiteen. Bovendien vond de ex-bankier het sop eerlijk gezegd de kool niet waard. Kopers van de lease-
contracten hadden zich door hebzucht laten verblinden. Waren de aandelenkoersen blijven stijgen, dan had er niemand geklaagd; nu ze daalden, stonden de gedupeerden ineens op de barricaden. Maar Wellink volhardde. Duisenberg was de aangewezen persoon, meende de DNB-directeur.
Iemand die van een club eigengereide centrale-bankiers binnen een paar jaar een homogene club had weten te maken, moest dit zeker kunnen, redeneerde Wellink.
Duisenberg ging uiteindelijk toch overstag. In het publiek belang. De 600.000 mensen die aandelenleasecontracten hadden afgesloten, leefden al te lang in onzekerheid, verklaarde Duisenberg. Ook was de affaire schadelijk voor de financiële sector, meende hij. En - niet in de laatste plaats - Wellink was een goede vriend; die weigerde je niet zomaar iets.
Wellink had het goed ingeschat. In april presenteerde Duisenberg een akkoord.
Het was hem weer gelukt.
 
De bemiddeling kostte Duisenberg veel energie. Lang achter elkaar staan werd moeilijker, mede vanwege problemen met zijn knie, tijdens recepties zocht hij vaak direct een zitplaats op, merkten zijn vrienden. De spaarzame keren dat hij op de golfcourt liep, verplaatste hij zich in een buggy. Zelfs bij het wijnproeven, toch een van zijn grootste hobby's, maakte hij een wat matte indruk.
Als hij in Frankrijk was, reed Duisenberg, samen met vriend Gerard Jansen Venneboer, ook eigenaar van een huis in de Provence, zeker een dag per week langs bekende en - vooral - onbekende chäteaux. Zijn favoriet: Chäteaux Mont-Redon, een scherp geprijsde Chäteauneuf-du-Pape - dure premier grands crus drinken vond Duisenberg geen kunst.
Een van de laatste keren voor zijn dood bezochten de twee vrienden een eenvoudige wijnboer in Sablet. Terwijl Jansen Venneboer nog druk aan het proeven was, plofte Duisenberg neer op een stoel, heerlijk in de schaduw, onder een grote boom. Jansen Venneboer ziet hem nog zitten: in hemdsmouwen, met bretels, in zijn ene hand een sigaret en in zijn andere een tot de rand toe gevuld glas rode wijn - bij een proeverij bepaald niet gebruikelijk.
Oké. Duisenberg was een kettingroker en bepaald geen sportman, maar nu viel de vermoeidheid wel heel erg op. Meest alarmerend: hij was in korte tijd sterk vermagerd. Dat was niet voor het eerst. Vlak voor zijn afscheid van de ECB was hij in een paar maanden tijd om onverklaarbare redenen ook al eens kilo's afgevallen. Mede op advies van Gretta maakte hij toen een afspraak voor een check-up bij het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, waar Duisenberg voorzitter was van de raad van toezicht - hoe cynisch: een kettingroker als preses van een in kanker gespecialiseerd ziekenhuis.
Uitkomst van het onderzoek: met de gezondheid van Duisenberg was niets mis. Zelfs het roken vormde volgens de artsen geen probleem, vertelde Duisenberg opgewekt.
Sprak hij de waarheid? Was Duisenberg inderdaad kerngezond? Achteraf, na zijn dood, twijfelden sommige vrienden daar even aan. Misschien, filosofeerden die vrienden, hadden de artsen wel degelijk een of andere ziekte geconstateerd, maar wilde de binnenvetter Duisenberg zijn omgeving daarmee niet lastigvallen.
Best mogelijk. Aanwijzingen voldoende: het buitensporige gewichtsverlies, de snelle vermoeidheid, zijn kromme lichaamshouding -,hij kon bij het autorijden niet eens meer achterom kijken. Bovendien rookte Duisenberg buitensporig veel, ook in Frankrijk.
Dat begon al 's ochtends vroeg. Terwijl Gretta aan de verse jus zat, stak Wim, met een kopje espresso buiten zittend op het terras, de ene sigaret met de andere aan. Al peinzend hield hij dat zeker een uur vol. Ook in de auto mocht hij graag roken. Als hij naar Frankrijk ging, reed Duisenberg er speciaal voor om, via Luxemburg, waar hij de auto volstouwde met sloffen (goedkope)sigaretten.
Onzin, die hypothese, blijkt achteraf. Artsen van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis hebben Gretta inmiddels verzekerd dat haar man destijds niets mankeerde. Hartfalen blijft voorlopig - het autopsierapport is bijna een half jaar na dato nog steeds niet klaar - de officiële doodsoorzaak.
Of het autopsierapport tot extra inzichten leidt, is de vraag. Waarschijnlijk was Wim Duisenberg, die enkele weken na zijn zeventigste verjaardag overleed, gewoon op. De tropenjaren aan de top - met de periode als president van de Europese Centrale Bank als meest slopende -, het vele reizen, de loyaliteit ten opzichte van zijn vrienden, aan wie hij moeilijk nee kon verkopen, zijn bourgondische leefwijze: de sympathieke, Friese, blonde reus die in zijn hele werkzame leven wegens ziekte niet één dag had verzuimd, trok het niet langer.
 
Eenmaal doordrongen van de tragedie belde Gretta in paniek het alarmnummer. Binnen een paar minuten hoorde ze overal sirenes, maar geen van de hulpdiensten kon het huis vinden. Een tweede telefoontje maakte aan die surrealistische situatie een eind. Brandweerlieden, politieagenten, ziekenbroeders, maar ook tal van rechercheurs en een officier van justitie namen bezit van het huis.
Een misdrijf werd niet uitgesloten. Dus werden delen van het huis, waaronder de studeerkamer, verzegeld. Gretta Duisenberg was totaal van de kaart. Ze vond troost bij Gerard en Ineke Jansen Venneboer, die, na een telefoontje van Gretta, onmiddellijk in de auto waren gesprongen en binnen een uur in Faucon arriveerden. Terwijl brandweerlieden Wim uit het water takelden, rinkelde de mobiele telefoon van Gretta. Ze nam op. Vast familie, dacht ze.
Een misrekening; een journalist uit Nederland aan de lijn. Of het waar was dat Duisenberg was overleden en of Gretta ook kon vertellen waar ze haar man had gevonden. In het zwembad, vlak bij de studeerkamer, stamel deze - een toevoeging die later voor veel verwarring zou zorgen: de politie sprak van het zwembad, Gretta van de studeerkamer: wie had er nu gelijk.
Rond middernacht, vlak nadat twee kinderen uit Gretta's eerste huwelijk arriveerden om hun moeder bij te staan, gaf de politie het huis weer vrij. Van een misdrijf was geen sprake. Hartfalen was Wim Duisenberg noodlottig geworden, luidde de conclusie. De volgende ochtend vlogen Gretta en haar kinderen samen met het lichaam van haar overleden man in een speciaal door KLM baas Leo van Wijk gearrangeerd, aangepast vliegtuig terug naar Amsterdam.
Daar, in Oud-Zuid, waakte Gretta nog vier dagen bij het inmiddels gebalsemde lichaam. Dagen waaraan ze met veel voldoening terugdenkt. Dagen waarin ze, al strelend en knuffelend, lange monologen/dialogen voerde met haar overleden echtgenoot. Fijne dagen. Met een blijvende herinnering: een plukje haar van Wim dat ze de rest van haar leven in een doosje bij zich draagt. 
 
Met dank aan: Gretta Duisenberg, Jeroen Henneman, Gerard Jansen Venneboer,
Lense Koopmans, Olaf Slijpen, Jan Swinkels en Jan Wolter Wabeke.
Andere bronnen:
Simek's Nachts, interview Martin Simek met Gretta Duisenberg, Radio I,  25 september
Bruno de Haas en Cees van Lotringen: Wim Duisenberg - van Friese volksjongen tot
Mr. Euro. Business Contact 2003.
 
Copyright HP DE TIJD