Uitspraken rechtbank Amsterdam na voorbeelduitspraken

Berichtdoor Piet » do 1 apr 2010 19:58

Afgelopen dinsdag heeft de rechtbank Amsterdam nog een vonnis gepubliceerd in een zaak waarin het ging over het niet tekenen door de eega op het contract en het niet tekenen op het Dexia Aanbod door de eega.
Dexia komt weer met het bekende verhaal:

5. Standpunten Dexia
5.1. Dexia betwist de vorderingen van [eiseres]. Daartoe voert zij, voor zover voor de beoordeling van belang, allereerst aan dat de vordering van [eiseres] dient te worden afgewezen omdat [persoon 1] het Dexia Aanbod heeft aanvaard. Verder stelt zij zich op het standpunt dat lease-overeenkomst 2 en 3 niet kunnen worden aangemerkt als huurkoop bij gebrek aan aflevering. Dexia stelt dat artikel 1:88 BW dientengevolge niet van toepassing is zodat van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW geen sprake is. Ten slotte stelt Dexia dat de vordering tot vernietiging van de lease-overeenkomsten is verjaard.


Uiteraard denkt de rechter hier anders over en wordt Dexia op alle punten in het ongelijk gesteld.
Ook wordt nog even fijntjes de uitspraak door het gerechtshof Arnhem onderuit gehaald waarin werd gesteld dat de W3D geen huurkoop contract was.
Dexia moet alles terugbetalen met de wettelijke rente plus de proceskosten betalen.

Dit is een van de vele vonnissen gedaan door rechter mevr. mr. Dudok van Heel.
Het is jammer dat deze goede rechter afgelopen vrijdag haar laatste aandelenlease hoorzitting heeft gedaan en naar een andere team vertrekt.

De uitspraak van 24 februari 2010 is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BL9518

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » do 8 apr 2010 10:27

Op 31 maart 2010 heeft de rechtbank Amsterdam dwaling toegewezen in een Dexia zaak.
Het gebeurt niet zo vaak dat in een aandelenlease zaak dwaling wordt toegewezen.
Meestal wordt dit afgewezen en het schenden van de zorgplicht door de bank toegewezen.
In totaal zijn er 7 contracten afgesloten.

2.7. Bij brief van 25 november 2005 heeft (de advocaat van) [X] de leaseovereenkomsten (alsmede de drie onder 2.6 genoemde overeenkomsten) buitengerechtelijk vernietigd, met een beroep op, onder meer, dwaling.


2.12. Ten tijde van het aangaan van de lease-overeenkomsten was gescheiden en woonde zij alleen. Zij ontving een WAO-uitkering.


Dwaling
4.2. Het beroep op dwaling van [X] slaagt indien aan de volgende vereisten is voldaan. Dexia, althans de tussenpersoon, heeft [X] niet of onvoldoende geïnformeerd over het aan de lease-overeenkomsten verbonden restschuldrisico. Dexia, althans de tussenpersoon, wist dat aan de lease-overeenkomsten een restschuldrisico was verbonden, althans behoorde dit te weten. Dexia, althans de tussenpersoon, wist dat het voor [X] essentieel was dat de lease-overeenkomsten voor haar geen risico met zich brachten en Dexia, althans de tussenpersoon, moest er rekening mee houden dat [X] dit punt dwaalde.


Aan alle vereisten voor een geslaagd beroep op dwaling is dan voldaan.


Het onderhavige geval wijkt dan ook op een belangrijk punt af van de zaken waarin de Hoge Raad in zijn arresten van 5 juni 2009 het beroep van de afnemers op dwaling heeft afgewezen. [X] had immers eerst de Security Effect overeenkomst afgesloten waarmee zij geen restschuldrisico liep. Het beroep op dwaling van [X] slaagt derhalve en [X] heeft de lease-overeenkomsten bij brief van 25 november 2005 dan ook rechtsgeldig vernietigd.


5. De beslissing

De kantonrechter

in conventie

5.1. verklaart voor recht dat de lease-overeenkomsten buitengerechtelijk zijn vernietigd,

5.2. veroordeelt Dexia aan [X] te betalen een bedrag van € 25.531,89, te vermeerderen met de wettelijke rente over het totaal van de voor 11 januari 2006 door [X] aan Dexia gedane betalingen, vanaf 11 januari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over elke na 11 januari 2006 aan Dexia verrichte betaling vanaf het moment van betaling, verminderd met de wettelijke rente over de na die datum van Dexia ontvangen uitkeringen vanaf het moment van ontvangst, tot aan de dag der algehele voldoening,

5.3. veroordeelt Dexia in de kosten van het geding, aan de zijde van [X] tot op heden begroot op € 1.093,98, voorzover verschuldigd, inclusief btw,

5.4. veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel te berichten dat [X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomsten meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,00,

5.5. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

5.6. wijst af het meer of anders gevorderde,

in reconventie

5.7. wijst de vorderingen af,

5.8. veroordeelt Dexia in de kosten van het geding, aan de zijde van [X] tot op heden begroot op € 400,00, voor zover verschuldigd, inclusief btw.



Deze zaak werd namens de gedupeerde gevoerd door de advocaat mevr. mr. De Vries-Blom.
De goede uitspraak door rechter mr. Dudok van Heel is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 032010.htm

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » di 13 apr 2010 17:50

Juridico heeft de afgelopen tijd ook successen geboekt tegen Dexia.
Op de website van PAL zijn 4 uitspraken gepubliceerd.
Hier een korte samenvatting.

Uitspraak 16 september 2009
Dit is een eegalease/Dexia Aanbod zaak over een in februari 2001 afgesloten contract wat op maart 2006 door de eega is vernieetigd.
De eega heeft ook niet meegetekend op het Dexia Aanbod.

5.3. Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia.


Nu Dexia haar stelling met betrekking tot de verjaring niet nader heeft onderbouwd, zal de kantonrechter deze stelling als onvoldoende gemotiveerd ter zijde stellen. Daarmee heeft de stelling van [X], inhoudende dat [Y] in december 2003 van de leaseovereenkomst op de hoogte is geraakt en deze bij brief van 29 maart 2006 heeft vernietigd, als vaststaand te gelden. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de lease-overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd.


Dexia moet de inleg terugbetalen met wettelijke rente en ook nog de proceskosten.

De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092009.htm

Uitspraak 23 september 2009
Dit is een eegalease zaak met vernietiging in december 2005 van een contract uit mei 2000.

[Y] heeft ter comparitie gesteld dat zij pas in de zomer van 2005 op de hoogte raakte van het bestaan van de lease-overeenkomst, op het moment dat er naar aanleiding van de ontstane restschuld een deurwaarder aan de deur kwam. Zij heeft de lease-overeenkomst toen buitengerechtelijk vernietigd bij brief van 22 december 2005. Dexia beroept zich op verjaring van de vordering van [Y]. Derhalve rust op Dexia de last te bewijzen dat [Y] al eerder van de lease-overeenkomst op de hoogte was, en wel op zodanig tijdstip dat de vernietigbaarheid niet binnen 3 jaar nadat deze aan [Y] ten dienste is komen te staan is ingeroepen.


5.6. Voorts heeft Dexia in algemene termen aangevoerd dat het gebruikelijk is dat een echtpaar een en/of-rekening heeft die op beider naam staat. Dexia heeft echter nagelaten concrete feiten of omstandigheden te stellen waaruit kan volgen dat hiervan ook in de onderhavige situatie sprake is en wat de gevolgen hiervan zijn voor het verjaringsberoep van [Y]. [X] heeft deze stelling van Dexia bovendien gemotiveerd betwist en daartoe ter comparitie gesteld dat partijen een gescheiden financiële huishouding hadden en dat betalingen aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst zijn verricht van een privérekening van [X].


5.7. Gelet op vorenstaande heeft Dexia geen feiten gesteld en/of voldoende gespecificeerd te bewijzen aangeboden die het verjaringsberoep wat betreft de overeenkomst kunnen dragen. Het bewijsaanbod van Dexia dienaangaande zal worden gepasseerd. Dit heeft tot gevolg dat er van uitgegaan moet worden dat [Y] de leaseovereenkomst tijdig heeft vernietigd.


De restschuld van ruim 24.000 euro is kwijtgescholden en Dexia moet de inleg van ruim 8200 euro terugbetalen, plus de wettelijke rente en de proceskosten.

De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 092009.htm

Uitspraak 31 maart 2010
Ook dit is een eegalease zaak met vernietiging in september 2006 van de drie in 1999/2000 afgesloten contracten
Ook hier is na een getuigenverhoor de vernietiging toegewezen.

6.8. Gelet op hetgeen de getuigen hebben verklaard, is de kantonrechter van oordeel dat Dexia er niet in is geslaagd het bewijs te leveren van haar stelling dat [Y] eerder dan driejaar voor 12 september 2006 op de hoogte was van het bestaan van de leaseovereenkomsten.


Het beroep van Dexia op verjaring slaagt derhalve niet en er moet daarom van worden uitgegaan dat [Y] de lease-overeenkomsten tijdig heeft vernietigd.


Dexia moet 73.000 euro terugbetalen plus de wettelijke rente en de proceskosten

De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 2010-1.htm

Uitspraak 7 april 2010
De vernietiging van een contract, wat later verlengd is, wordt afgewezen.

In het tussenvonnis heeft de kantonrechter beslist dat het recht van de echtgenote van [X] om de lease-overeenkomsten te vernietigen reeds was verjaard toen zij dat recht met de vernietigingsbrief uitoefende.


Vervolgens krijgen we de Cortenraad kronkel als berekening en verdeling van de schade.

In een viertal op I december 2009 uitgesproken arresten, heeft het Amsterdamse hof deze uitgangspunten en dit beoordelingskader van een nadere invulling voorzien (zie LJN BK4978, BK4981, BK4982 en BK4983). De kantonrechter neemt de in deze rechtspraak
neergelegde overwegingen en beslissingen tot leidraad voor de verdere beoordeling van het voorliggende geschil. Dit betekent voorde onderhavige zaak het volgende.


1.10. Thans moet worden vastgesteld of de lease-overeenkomst een onaanvaardbare financiële last voor [X] met zich bracht. Op grond van de berekening zoals weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage I is de kantonrechter van oordeel dat nakoming van de onderzoeksplicht zou hebben uitgewezen dat de lease-overeenkomst geen onaanvaardbare financiële last op [X] zou leggen. De schade bestaande uit betaalde rente en eventuele aflossing die uit de lease-overeenkomst is voortgevloeid, dient derhalve geheel voor rekening van [X] te blijven. Deze berekening is gebaseerd op hetgeen het Amsterdamse hof dienaangaande in zijn arresten van 1 december 2009 heeft overwogen. De kantonrechter heeft daarbij, in navolging van het Amsterdamse hof, in aanmerking genomen de zogenoemde "Nibud-basisnorm" (Y) en het door Nibud gehanteerde basisbedrag met betrekking tot de (netto) woonlasten, behorende bij de gezinssamenstelling van [X] ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomst (voor de normbedragen die het Nibud met betrekking tot de verschillende gezinssituaties door de jaren heen heeft gepubliceerd, verwijst de kantonrechter naar : www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanke ... normen.htm).


1.12. Op basis van wat uit de gedingstukken is gebleken, is de kantonrechter op grond van het volgende van oordeel dat had nakoming van de onderzoeksplicht zou hebben uitgewezen dat Dexia de verlenging had behoren te ontraden. Uit de gedingstukken blijkt dat zich in casu het geval heeft voorgedaan dat Dexia haar bijzondere zorgplicht bij het aangaan van de lease-overeenkomst reeds heeft geschonden, dat daardoor schade is ontstaan mede in de vorm van de zogenoemde restschuld en dat het oogmerk van [X] bij de verlenging was om deze restschuld te financieren. Het aangaan van een verlenging van de lease-overeenkomst waaraan hetzelfde bijzondere risico van een restschuld kleefde dat zich reeds had verwezenlijkt past daarbij bepaald niet, zodat Dexia - bij gebreke aan feiten en/of omstandigheden die tot een ander oordeel kunnen leiden - gehouden was dit te ontraden. Dit betekent dat de op grond van de verlenging verschuldigde maandelijkse termijnen voor vergoeding in aanmerking komen.


1.13. Onder verwijzing naar hetgeen dienaangaande ten aanzien van de leaseovereenkomst is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat van deze schade in beginsel 1/3 deel vanwege eigen schuld voor rekening van [X] behoort te blijven. De kantonrechter neemt hierbij in aanmerking, enerzijds dat het bij de verlenging ten tweede male verwezenlijkte risico zich reeds bij de lease-overeenkomst voor [X] heeft geopenbaard en anderzijds dat de fout van Dexia in dit verband zoveel zwaarder weegt, dat het aandeel van [X] in de schade tot 1/3 deel moet worden beperkt.


Oftewel:

Beslissing

De kantonrechter:

I. veroordeelt Dexia aan [X] te betalen een bedrag van € 8.032,99, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 juli 2005 tot aan de dag der algehele voldoening;

II. veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [X] tot aan deze uitspraak begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht € 208,--
- voor salaris van gemachtigde € 900,--
totaal: € 1.108,--
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;

De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 042010.htm

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » di 11 mei 2010 15:32

Op 7 mei 2010 zijn er een aantal uitspraken gepubliceerd van de rechtbank Amsterdam.
Sommigen waren al gepubliceerd op de website van PAL en hier besproken.
Op de eerste en de laatste na zijn het allemaal Leaseproces zaken.
Een overzicht van de nieuwe uitspraken.

Op 23 december 2009 is er een uitspraak gedaan in een zaak waarin de gedupeerde zichzelf verdedigde over een geschil met Dexia m.b.t. een uitspraak door de Klachtencommissie DSI.
In deze uitspraak door de KC DSI werd Dexia veroordeeld tot het betalen van een gedeelte van de schade. Volgens de gedupeerde heeft Dexia slechts een gedeelte van wat betaald moest worden aan de gedupeerde betaald, waarna hij een rechtszaak is begonnen tegen Dexia.
Echter, de rechter stelt de gedupeerde in het ongelijk waardoor de gedupeerde de proceskosten van Dexia moet betalen.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3641

Op 3 februari 2010 heeft de rechtbank een uitspraak gedaan in een eegaleasezaak, waarbij ook sprake is van het Dexia Aanbod en erfgenamen na overlijden van de eega.
De vernietiging wordt toegewezen en alle stellingen van Dexia afgewezen.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3654

Op 10 februari 2010 is er een uitspraak gedaan in een eegalease zaak, waarbij Dexia stelde dat er sprake was van verjaring.
Het beroep op verjaring door Dexia is afgewezen en ook de mening van Dexia dat door de en/of rekening de eega op de hoogte was van de betalingen werd afgewezen.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3632

Op 24 maart 2010 is er een uitspraak gedaan in een eegalease en Dexia Aanbod zaak waarin Dexia stelde dat er sprake was van o.a. verjaring en dat de contracten geen huurkoop zijn..
Alle eisen van Dexia worden afgewezen en de vorderingen van de gedupeerde toegewezen
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3671

Op 31 maart 2010 deed de rechter een uitspraak in een eegalease zaak waarbij Dexia een beroep deed op verjaring.
Dit werd echter afgewezen door de rechter.
De vernietiging en de vordering door de gedupeerde werd toegewezen.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3677

In de zaak van 7 april 2010 ging het deze keer om het schenden van de zorgplicht.
De gedupeerde had geen advocaat en verdedigde zichzelf met verve.
De rechtbank oordeelde, zoals ook was gesteld door de gedupeerde, dat er sprake was van een onaanvaardbaar zware financiële last en wijst 2/3 vergoeding van de inleg en 2/3 kwijtschelding van de restschuld toe.
De gedupeerde was student met een laag inkomen.
De gedupeerde had ook problemen met de eindafrekening en de rechter gaf hem gelijk.
Dexia heeft 3 jaar gewacht met het beëindigen van het contract en alle termijnen doorberekend in de eindafrekening.

3.16. [eiser] heeft ter comparitie echter de vraag opgeworpen of Dexia de eindafrekeningen wel op de juiste wijze en op het juiste moment heeft opgesteld (en of zijn schade derhalve zonder meer aan de hand van deze eindafrekeningen kan worden vastgesteld). Hij heeft immers reeds eind 2003 aan Dexia kenbaar gemaakt van de overeenkomsten af te willen en is toen ook gestopt met betalen, terwijl Dexia de overeenkomsten eerst in 2006 daadwerkelijk heeft beëindigd. Op deze manier zijn aan hem teveel (achterstallige) termijnen in rekening gebracht, aldus [eiser].

3.17. De kantonrechter oordeelt op dit punt als volgt. [eiser] heeft Dexia al bij brief van 17 december 2003 laten weten de lease-overeenkomsten te willen beëindigen en is toen ook gestopt met betalen. Dat [eiser] in zijn brief mogelijk de term “vernietigen” heeft gebruikt, omdat hij een beroep deed op dwaling, en niet “opzeggen” vindt de kantonrechter niet relevant. Enerzijds geldt dat als iemand een overeenkomst “vernietigt” dit impliceert dat hij (ook) voor de toekomst van de overeenkomst af wil en anderzijds had Dexia dit ook zo moeten begrijpen, zeker nu [eiser] op dat moment ook is gestopt met betalen. Het is derhalve, zoals [eiser] stelt, zonder nadere toelichting die vooralsnog ontbreekt, onbegrijpelijk dat Dexia na ontvangst van deze brief van [eiser] nog bijna drie jaar heeft gewacht met het daadwerkelijk beëindigen van de overeenkomsten en de gedurende die periode verschuldigde termijnen volledig aan [eiser] in rekening heeft gebracht. Daarnaast merkt de kantonrechter op dat in artikel 2 van de lease-overeenkomsten is toegezegd dat in geval van vroegtijdige beëindiging na drie jaar op de dan resterende termijnen een korting van 50% zou worden verleend, terwijl Dexia in de eindafrekeningen de resterende termijnen contant heeft gemaakt tegen 5%.

3.18. Voor de verdere beoordeling zal Dexia uitleg moeten geven omtrent hetgeen hiervoor is overwogen en in ieder geval eindafrekeningen in het geding moeten brengen die zijn opgemaakt per eind 2003 en waarin tevens de resterende termijnen in rekening worden gebracht met toepassing van het bepaalde in artikel 2 van de lease-overeenkomsten.


Deze uitspraak is ook erg interessant voor Aegon Vliegwiel gedupeerden omdat Aegon dezelfde truc uithaalt als men het contract schriftelijk beëindigt c.q. stopt met betalen.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BM3683

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » di 13 jul 2010 20:40

Er zijn weer uitspraken gepubliceerd van de rechtbank Amsterdam.

De eerste is van 21 april 2010 en gaat over de opt out regeling.
De gemachtigde van de gedupeerden was niet echt handig geweest en had de opt out verklaring naar Dexia gestuurd en niet naar de notaris.
De rechter heeft helemaal uitgezocht hoe het zat met het indienen van de opt out verklaring, zie punt 6 van het vonnis, en heeft de opt out verklaring toch rechtsgeldig verklaard.
Belangrijk punt voor diegene die ook de opt out per ongeluk naar Dexia heeft verstuurd en niet naar de notaris.
Hier link naar het tussenvonnis (want de zaak wordt vervolgd):
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN1010

Deze is van 28 april 2010 en gaat ook over de opt out verklaring.
In deze zaak stelt de gedupeerde dat de opt out verklaring is verzonden, maar de notaris zegt dat hij de brief nooit heeft ontvangen.
Het bewijs wat de gedupeerde levert is volgens de rechter onvoldoende om aannemelijk te maken dat de brief verstuurd is.
De rechter is dus van mening dat er geen rechtsgeldige opt out is ingediend en de vordering van de gedupeerde wordt afgewezen.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN1009

Ook deze is van 28 april 2010 en is aangespannen door de advocaten Rob Silvertand en Joost Papeveld.
Het gaat in deze zaak om het schenden van de zorgplicht en de rechter sluit zich aan bij de uitspraken door de Hoge Raad van juni 2009.
Dus wordt er b.v. gekeken of het ” een onaanvaardbare financiële last” was.
En dat was volgens de rechtere niet zo dus wordt er alleen een korting van 2/3 op de restschuld toegekend.
Ondanks dat wordt Dexia toch veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN0998

De volgende is ook van 28 april 2010 en is aangespannen door Leaseproces.
Het gaat om een eegalease zaak waarbij Dexia inzet op verjaring van de vernietiging en het feit dat de gedupeerden een en/of rekening hebben.
Alle Dexia argumenten worden echter afgewezen door de rechter en de vernietiging toegewezen.
Dus het hebben van een en/of rekening wil niet automatisch zeggen dat een beroep op vernietiging kansloos is.
Hier de link van de uitspraak :
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN0967

De laatste is van 19 mei en is van de rechtbank Amsterdam locatie Hilversum.
Het is een eegalease zaak waarbij Dexia aanvoert dat er sprake is van verjaring van de vernietiging en te wijzen op de en/of rekening.
De rechter stelt Dexia in het gelijk en wijst de vernietiging af.
Dus blijft het schenden van de zorgplicht over.
Er is volgens de rechter geen sprake van een onaanvaardbaar zware financiële last dus blijft de 2/3 korting op de restschuld over.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN0973

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » ma 9 aug 2010 19:57

Bijna dagelijks zijn er nog hoorzittingen in de Dexia zaken en elke week komen er weer nieuwe vonnissen bij.
Hier een paar vonnissen waarbij mr. Joost Papeveld van Silver advocaten de gedupeerden bijstond.

De uitspraak van 12 mei 2010 is een eegaleasezaak waarin Dexia weer alles uit de kast haalt om haar gelijk te krijgen.
Betwisting huwelijk

3.3. Dexia heeft gesteld dat aan [X] geen beroep toekomt op artikel 1:88 BW omdat, naar zij zelfheeft verklaard, zij op 11 december 2000 gescheiden is van [Y], althans gescheiden van tafel en bed. Daarnaast heeft Dexia aangevoerd dat [X] en [Y] vóór de totstandkoming van de lease-overeenkomsten hun financiële aangelegenheden al hadden afgewikkeld middels een convenant, waarbij Dexia ervan uit gaat dat dit een echtscheidingsconvenant betreft. Daarmee hebben [X] en [Y] er volgens Dexia voor gekozen om niet meer financieel afhankelijk van elkaar te zijn. Daarbij heeft een echtscheidingsconvenant in de regel de status van een vaststellingsovereenkomst, waarbij echtgenoten elkaar over en weer finale kwijting verlenen. [Y] werd derhalve niet (financieel) geraakt door het afsluiten van de lease-overeenkomsten door [X]. Artikel 1:88 BW heeft gezien zijn ratio hier geen toepassing, aldus steeds Dexia.


3.5. De kantonrechter oordeelt als volgt. Krachtens artikel 1:89 lid 3 BW hebben het einde van het huwelijk en scheiding van tafel en bed geen invloed op de bevoegdheid om ter vernietiging van een rechtshandeling van een echtgenoot een beroep op de vernietigingsgrond te doen, die voordien was ontstaan. Een huwelijk eindigt onder meer door echtscheiding en een echtscheiding komt tot stand door de inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand (artikel 1:149 sub cjo. artikel 1:163 BW). Hieruit volgt dat de echtscheiding tussen [X] en [Y] op 26 oktober 2001, de dag van de inschrijving van de beschikking van de rechtbank Rotterdam in de registers van de burgerlijke stand van Rotterdam, tot stand is gekomen. Nu de lease-overeenkomsten op 16 januari 2001 door [X] met Dexia zijn afgesloten was [Y] derhalve bevoegd om ter vernietiging hiervan een beroep op de vernietigingsgrond van artikel 1:89 BW te doen. De stelling van Dexia dat [X] en [Y] middels een convenant de financiële zaken hadden afgewikkeld en de ratio van artikel 1:88 BW hierdoor geen toepassing vindt kan Dexia dan ook niet baten.


Jammer voor Dexia, maar de rechter trapt hier niet in.
Maar Dexia heeft nog meer en brengt het volgens standaardpunt in dit soort zaken: de verjaring van de vernietiging.
Dexia blijft keer op keer met dezelfde argumenten komen die vervolgens keer op keer worden afgewezen.

3.14. Nu de lease-overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd dienen alle betalingen van [X] aan Dexia op grond van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] op grond van die overeenkomsten van Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden.


En dit is toch ruim 38.300 euro en daar komt de wettelijke rente nog bij en de proceskosten van bijna 1700 euro.

Het vonnis is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 052010.htm

Het vonnis van 23 juni 2010 is ook een eegalease zaak.
Dus komt Dexia weer met de verjaringsargumenten zoals:

5.4. Ter onderbouwing van haar beroep op verjaring heeft Dexia allereerst aangevoerd dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet. Deze stelling is echter naar het oordeel van de kantonrechter in haar algemeenheid onvoldoende om bekendheid van [Y] met de beslissing van [X] tot het aangaan van de lease-overeenkomst aan te nemen. De kantonrechter verwijst in dit verband naar het eerdergenoemde arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 mei 2009.


Dit punt gebruikt Dexia altijd en altijd wordt dit punt door de rechter afgewezen.
Je zou als rechter in slaap vallen, maar dat testte Dexia in deze zaak door te stellen dat de afboekingen van de en/of rekening gingen en er dus duidelijk sprake was van verjaring.
Maar de rechter sliep nog net niet, de afboekingen gingen van een aparte rekening.
Dus ook dit was een kulargument van Dexia en werd uiteraard afgewezen en de vernietiging toegewezen.
Toch was het voor Dexia de moeite waard om te proberen want dit kost hun wel bijna 30.000 euro plus de wettelijke rente en de proceskosten van bijna 100 euro.

Het vonnis is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 062010.htm

De laatste is van 14 juli 2010 en laat zien hoe de aandelenlease affaire is verworden tot een juridisch moeras, een brij waarvan een normaal denkend mens zou zeggen tegen Dexia en onze rechtspraak: waar zijn jullie in ‘s hemelsnaam mee bezig!
Toch knap dat Joost Papeveld zich staande heeft gehouden in deze chaos en er een behoorlijk resultaat uit wist te slepen.
Maar nogmaals, naar mijn mening zijn onze rechters volledig de weg kwijt over waar het eigenlijk om gaat in de aandelenlease affaire.
De uitspraak is hier te lezen:
http://www.platformaandelenlease.nl/uit ... 072010.htm
Sterkte met het lezen van dit vonnis en de bijlagen.

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » do 9 sep 2010 20:16

De rechtbank Amsterdam heeft op 21 juli 2010 een uitsprak gedaan in en zaak van Beursklacht, die door Beursklacht is verloren.
De vernietiging is afgewezen, er is geen sprake van een onaanvaardbaar zware financiële last, er was ook geen restschuld oftewel als de gedupeerde gewoon de zaak had laten rusten dan waren alle kosten aan Beursklacht hen bespaart gebleven.

De rechtbank:

Bij vonnis van 23 april 2008 is geoordeeld dat de vragen die zijn gesteld in de rolmededeling van 12 september 2007 niet volledig door Beursklacht zijn beantwoord en is de zaak verwezen naar de rol voor doorhaling dan wel voortprocederen.


En:
3.5. Ter onderbouwing van haar beroep op verjaring heeft Dexia aangevoerd dat de brief van 21 februari 2006 waarmee Beursklacht stelt de overeenkomst buitengerechtelijk te hebben vernietigd, alleen is geschreven namens [naam 2] en niet namens [naam 1]. Dexia gaat er vanuit dat het beroep op vernietiging door [naam 1] pas bij dagvaarding, op 19 juni 2007, is gedaan. Nu het Enquêteformulier vermeldt dat [naam 1] in maart 2002 op de hoogte is gekomen van het bestaan van de lease-overeenkomst, is het beroep op vernietiging verjaard.


3.6. De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit het door [naam 2] en [naam 1] overlegde Enquêteformulier volgt dat [naam 1] in maart 2002 bekend werd met het bestaan van de lease-overeenkomst. Vast staat voorts dat met de brief van 21 februari 2006 een beroep is gedaan op de vernietiging van de lease-overeenkomst wegens strijd met artikel 1:88 BW. Indien zou worden aangenomen dat deze brief mede is geschreven namens [naam 1], zoals Beursklacht heeft betoogd, is nog altijd meer dan drie jaar verstreken tussen het moment van wetenschap, maart 2002, en het moment waarop de vernietigingsbrief is geschreven, 21 februari 2006. Het beroep van Dexia op verjaring slaagt dan ook.


Beroep op nietigheid wegens ontbreken schriftelijke toestemming

3.7. In het geval de brief van 21 februari 2006 niet leidt tot vernietiging van de lease-overeenkomst, heeft Beursklacht gevorderd de lease-overeenkomst nietig te verklaren wegens het ontbreken van de schriftelijke toestemming van [naam 1].

3.8. Deze vordering kan niet worden toegewezen. Artikel 1:89 lid 1 BW bepaalt immers dat een rechtshandeling die een echtgenoot in strijd met artikel 1:88 BW heeft verricht, vernietigbaar is en niet nietig.


Wat heeft het voor zin om een procedure te beginnen over vernietiging als je van te voren al weet dat deze kansloos is.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN1811

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » do 14 okt 2010 20:06

Op 13 oktober heeft de rechtbank Amsterdam weer een gunstige uitspraak gedaan in een eegalease zaak waarin Dexia verjaring van de vernietiging had geëist.
Het beroep op verjaring wordt verworpen en Dexia moet alles terugbetalen in een zaak die voor de gedupeerden is gevoerd door Leaseproces.

Een belangrijk punt in dit soort zaken is de en/of rekening waardoor Dexia en in zekere mate ook de rechter er van uit gaat dat dus de eega die niet heeft meegetekend vanaf de eerste afboeking moet hebben geweten van een overeenkomst en dat deze datum dus de start is van de 3 jaar termijn om de vernietiging in te roepen.

Dexia:

6.8. Dexia heeft ten slotte - onweersproken - aangevoerd dat betalingen van de op grond van de lease-overeenkomsten verschuldigde bedragen hebben plaatsgevonden vanaf een en/of-rekening die op naam van [eiser] en de [echtgenote eiser] stond. Op diezelfde en/of-rekening is tevens 20 keer dividend uitbetaald. Daaruit volgt volgens Dexia dat [echtgenote eiser] op de hoogte was van de lease-overeenkomsten, met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de bankafschriften waarop voornoemde betalingen staan vermeld.


De rechtbank:

6.10. Het is inmiddels vaste rechtspraak van deze rechtbank dat het vaststaande feit dat betalingen ingevolge een lease-overeenkomst van een en/of-rekening zijn geschied voorshands, dat wil zeggen behoudens tegenbewijs, de gevolgtrekking wettigt dat de eega door middel van raadpleging van het oudste (mede) aan hem of haar geadresseerde bankafschrift kennis heeft genomen van het bestaan van die lease-overeenkomst. Ook in het onderhavige geval is voornoemd (bewijs)vermoeden aangenomen, nu immers is erkend dat betalingen inzake de lease-overeenkomsten hebben plaatsgevonden vanaf de en/of rekening. [eiser] is reeds in de gelegenheid gesteld om tegen dit vermoeden tegenbewijs te leveren.

6.11. Het hof Amsterdam heeft in een recente reeks van arresten, waaronder die van 27 april 2010 (LJN BM6734 en BM6736) zich uitgelaten over de gevolgen van het bestaan van een en/of-rekening. Het hof heeft - kort gezegd - geoordeeld dat het bestaan van een en/of-rekening de gevolgtrekking wettigt dat de eega met ingang van de ontvangstdatum van het oudste bankafschrift waarop een betaling ter zake van de desbetreffende lease-overeenkomst is vermeld, met het bestaan van die overeenkomst bekend was. De enkele stellingen, zoals ook door [eiser] ingenomen, dat de eega geen kennis heeft genomen van de bankafschriften en dat zij zich niet met de financiën bemoeide en eerst op een latere datum van de lease-overeenkomst op de hoogte is gesteld/gekomen, gelden niet als afdoende betwisting van het verjaringsberoep, nu de afschriften immers mede aan de eega waren gericht, aldus het hof.


Het getuigenverhoor tijden de hoorzitting:

6.15. [eiser] heeft in het kader van het door hem te leveren tegenbewijs zichzelf en [echtgenote eiser] als getuigen laten horen. Zij hebben - voor zover relevant - het volgende verklaard. [eiser] heeft altijd de financiën beheerd. [eiser] doet de boodschappen. Zij kreeg tot voor kort huishoudgeld in contanten van haar man en pinde nooit. Pas sinds anderhalf jaar maakt [echtgenote eiser] gebruik van een pinpas die gekoppeld is aan de en/of-rekening. De reden dat de rekening van [eiser] “en/of” te naam is gesteld, is dat [eiser] in 1971 een zwaar ongeluk heeft gehad en dat [echtgenote eiser] op deze manier toegang had tot de rekening van haar man terwijl hij in het ziekenhuis lag. [eiser] heeft zijn vrouw aanvankelijk niet verteld over de door hem gesloten lease-overeenkomsten. Zij praten nooit over geld. Van de contracten die wel met winst zijn geëindigd heeft [eiser] zijn vrouw dus ook niet verteld. De doelstelling van [eiser] was om de opbrengst van de contracten aan te wenden voor hun 40- of 45 jarige huwelijk, alsmede om de kosten van een aangepaste auto en onderhoudskosten voor het huis te kunnen betalen. In juni 2002 heeft [eiser] [echtgenote eiser] geïnformeerd over de lease-overeenkomst. Zij waren toen op vakantie in Drenthe. Toen zij in de auto zaten belde een van hun zoons [eiser] om te praten over de lease-overeenkomsten en dat Dexia in het nieuws was geweest. Toen realiseerde [eiser] zich voor het eerst dat hij een lening was aangegaan. Dit was aanleiding voor [eiser] om [echtgenote eiser] op de hoogte te stellen van de lease-overeenkomsten. De zoon van [eiser] en [echtgenote eiser] deed de belastingaangifte voor [eiser]. [echtgenote eiser] bemoeide zich daar niet mee. [echtgenote eiser] heeft post van Dexia niet opgemerkt. Zij legde de post voor haar man apart en keek deze niet door.


De rechtbank:

6.16. De kantonrechter overweegt dat de getuigen eenduidig en consistent hebben verklaard en dat er geen aanleiding bestaat om aan de geloofwaardigheid van de afgelegde verklaringen te twijfelen. Uit de inhoud van de getuigenverklaringen volgt dat [eiser] erin is geslaagd het onder 6.10. genoemde bewijsvermoeden te ontzenuwen.
Enz.


6.17. Nu het bewijsvermoeden is ontzenuwd en het verjaringsberoep van Dexia derhalve dient te worden verworpen, moet er van worden uitgegaan dat de lease-overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd en dienen alle betalingen aan Dexia op grond van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [eiser] op grond van die overeenkomsten van Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden. Op grond van de lease-overeenkomsten is in totaal € 27.657,76 aan termijnen aan Dexia betaald waarop een bedrag van € 1.976,19 voor ontvangen dividenden en andere uitkeringen in mindering dient te worden gebracht zodat per saldo een bedrag van € 25.681,57 dient te worden gerestitueerd.


Uiteraard wordt Dexia ook veroordeeld om de proceskosten te betalen aan de gedupeerden (bijna 1100 euro)

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BN9617

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » ma 18 okt 2010 19:51

Op 13 oktober heeft de rechtbank Amsterdam nog een uitspraak gedaan in een eegalease zaak.
Ook in deze zaak zijn de gedupeerden bijgestaan door Leaseproces en ook hier is de vernietiging toegewezen en de argumenten van Dexia afgewezen.
Ook in deze zaak was er sprake van een en/of rekening en tijdens de hoorzitting werd er ook een getuigenverhoor afgenomen door de rechter.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BO0441

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Berichtdoor Piet » ma 27 dec 2010 14:25

Op 22 december 2010 heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan in een door Leaseleed aangespannen zaak.
Leaseleed heeft nog ongeveer 200 zaken lopen die dezelfde kenmerken hebben als deze zaak en daarom heeft de rechtbank Amsterdam deze zaak behandeld als een soort voorbeeldzaak voor de andere zaken van Leaseleed.
De rechtbank:

3.2. Alvorens de overige stellingen van partijen te behandelen, merkt de kantonrechter het volgende op. In voormelde rolmededeling van 6 oktober 2010 heeft de kantonrechter geconstateerd dat bij de sector kanton van deze rechtbank circa 200 procedures aanhangig zijn tussen Stichting Leaseleed en Dexia. Mede naar aanleiding daarvan en gelet op de ontwikkelingen in de rechtspraak betreffende effectenlease-overeenkomsten blijkens uitspraken van de Hoge Raad, het hof te Amsterdam en deze rechtbank, heeft de kantonrechter in de onderhavige zaak een verschijning van partijen gelast, ten einde de verdere behandeling en beslissing van alle voormelde zaken, alsmede de mogelijkheden van een buitengerechtelijke afdoening daarvan te bespreken. Deze verschijning had derhalve het karakter van een regie-zitting. Tijdens deze zitting heeft Leaseleed verklaard bezwaren te hebben tegen onverkorte toepassing van voormelde rechtspraak op de zaken waarbij zij betrokken is. Naar aanleiding daarvan heeft de kantonrechter in overleg met partijen bepaald dat zij bij gelegenheid van pleidooien hun standpunten hieromtrent in algemene zin, dit wil zeggen ook los van de specifieke feiten en omstandigheden van de onderhavige zaak, uiteen kunnen zetten en dat de kantonrechter vervolgens in dit in de onderhavige zaak uit te spreken vonnis daaraan eveneens in algemene zin overwegingen zal wijden.


De spaarlease constructie

3.15. Leaseleed heeft in de vierde plaats betoogd dat – afgezien van de door haar aangevoerde algemene bezwaren die zojuist zijn behandeld – de specifieke aard van de financiële constructie die de tussenpersoon de aan Leaseleed verbonden afnemers heeft geadviseerd – door Leaseleed spaarlease constructie genoemd – in belangrijke mate afwijkt van de gevallen waarover de Hoge Raad en het Amsterdamse hof hebben geoordeeld. De ontwikkelde maatstaven, beoordelingskaders en vuistregels zouden zich (ook) daarom niet lenen voor onverkorte toepassing op de zaken waarbij Leaseleed is betrokken. Daartoe heeft Leaseleed aangevoerd dat de spaarlease constructie wordt gekenmerkt door een lease-overeenkomst met een (lange) looptijd van 240 maanden waarop de eerste 60 maand¬termijnen werden vooruitbetaald door middel van een hypothecaire lening op basis van de overwaarde van de woning. Aldus werden twee leningen aangegaan, te weten een hypothecaire lening en een lening vanwege de lease-overeenkomst.


De rechter wijst dit echter af:

3.21. Dit brengt mee dat Leaseleed haar stellingen in dit verband niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl dit vanwege het voorgaande voor de beoordeling van de onderhavige stelling wel nodig was en ook op haar weg lag. Zo derhalve al zou moeten worden geoordeeld dat de bijzondere zorgplicht van Dexia (ook) meebracht dat zij het aangaan van een lease-overeenkomst had moeten ontraden omdat redelijkerwijs verwacht moest worden dat (in plaats van beoogde winst) verlies zou worden geleden vanwege de combinatie met een hypotheeklening ter zake van de vooruitbetaling, ontbreekt een deugdelijke feitelijke grondslag voor dat oordeel.


Slotsom

3.35. Het voorgaande voert tot de slotsom dat hetgeen door Leaseleed tegen de huidige rechtspraak van het Amsterdamse hof en de daarop gebaseerde rechtspraak van kantonrechters van deze rechtbank heeft aangevoerd, geen grond oplevert om van die rechtspraak af te wijken in zaken waarbij Leaseleed is betrokken.


Helaas werden dus de eisen van Leaseleed afgewezen en worden alle Leaseleed zaken behandeld als alle andere “gewone” Dexia zaken.

De uitspraak is hier te lezen:
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage ... ljn=BO8939

Groeten,
Piet
Piet
 
Berichten: 1901
Geregistreerd: zo 28 aug 2005 0:26

Vorige

Keer terug naar Dexia

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 3 gasten

cron