door Piet » do 22 nov 2007 23:38
Op 22 november is er een hoorzitting geweest bij de rechtbank Haarlem.
Waarom was deze interessant?
In veel rechtszaken was al een tussenvonnis gewezen voordat de meeste zaken (en dus ook het vonnis in deze zaak) werden geschorst door de behandeling van het gerechtshof Amsterdam i.v.m. het verzoek tot verplichting van de Duisenberg regeling.
Daarna zijn de voorbeelduitspraken gekomen die vaak afwijkend waren van de tussenvonnissen die reeds waren uitgesproken.
Dit bracht diverse rechtbanken in verlegenheid waardoor alsnog een hoorzitting werd bepaald om e.e.a. te bespreken met de partijen i.p.v. een datum uitspraak.
De zaak van deze zitting was een eegaleaese zaak met vernietiging binnen drie jaar.
Afgesloten waren de Winstverdubbelaar en later een Winstverdriedubbelaar.
In 2005 had de rechtbank in een tussenvonnis bepaald dat de vernietiging werd toegewezen, maar dat art. 6:278 van toepassing was waardoor de restschuld voor rekening kwam van de gedupeerde, maar de inleg moest worden terugbetaald door Dexia.
Inmiddels is dit een achterhaald feit en was de verwachting dat de rechter, conform de rechtbank Amsterdam, dit zou corrigeren en een uitspraak zou doen zoals de voorbeeld uitspraken van 27 april 2007.
De rechter begon haar betoog , zoals we bekend zijn van Amsterdam, met de cijfers.
Dexia gaf aan dat in het tussenvonnis van 2005 er geen rekening is gehouden met het ontvangen dividend en dat Dexia graag zag dat dit alsnog werd verrekend. Met de andere cijfers van het tussenvonnis was Dexia het wel eens.
Dus wel het dividend verrekenen, maar vasthouden aan het betalen van de restschuld.
Behoorlijk inconsequent dus van Dexia, maar ja, dat zijn we van Dexia gewend.
Dit gaf ook de advocaat van de gedupeerden aan.
De rechter zat behoorlijk in haar maag met het tussenvonnis van 2005.
Zij vroeg of een schikking mogelijk was om te voorkomen dat zij een uitspraak zou doen die, eigenlijk al voor de uitspraak, aanvechtbaar zou zijn in hoger beroep.
Hierin zou in de eegalease situatie de restschuld onterecht voor rekening komen van de gedupeerde.
De advocaat van Dexia gaf aan dat het uitgangspunt van Dexia was om niet te schikken in eegalease zaken in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad.
Toch vonden beide partijen dat er ruimte was om te schorsen.
Onderling overleg leverde geen schikking op en ondanks verzoeken van de rechter , die soms op smeekbedes leken, bleef Dexia bij haar standpunt.
Uitspraak is op 19 december.
Ook de rechtbank Amsterdam heeft hoorzittingen gelast in dit soort zaken waarbij al een tussenvonnis was gewezen die afwijkend was van latere vonnissen
Eén van deze zaken dient op 18 januari 2008.
De vraag is natuurlijk, gaat het in deze gevallen nu om het wijzen van recht of eigenwijsheid van de rechters ten koste van de gedupeerden door het handhaven van achterhaalde argumenten.
Alle hoorzittingen zijn openbaar.
Groeten,
Piet