Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer 773722 DX EXPL 06-512
Vonnis van: 2
april 2008
F.no.: 466
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
nader te
noemen [X],
gemachtigde: mr. G. van Dijk (Leaseproces),
tegen
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in
conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde:
dw. P. Swier.
DE PROCEDURE
Bij tussenvonnis van 23 januari 2008 zijn
partijen in de gelegenheid gesteld bij akte nadere inlichtingen te verstrekken
en te berichten of zij de voorkeur geven aan het wijzen van een vonnis op korte
termijn, waarbij wordt afgezien van het nemen van een comparitie na antwoord dan
wel het nemen van een conclusie van repliek. Partijen hebben vervolgens de
volgende akten ingediend:
- Dexia: een stuk, aangaande
financiële gegevens van de overeenkomst en waarbij zij
aangeeft dat zij
afziet van een comparitie na antwoord of een conclusie van
repliek;
- [X]: een stuk, aangaande de financiële situatie
en waarbij hij afziet van een
comparitie na antwoord of een conclusie van
repliek;
- Dexia : een stuk, waarbij zij reageert op de
financiële informatie van [X]; [X] heeft - ondanks daartoe in de gelegenheid te
zijn gesteld - niet meer gereageerd.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie
als in reconventie
1. De
feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank
Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia wordt
(worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede begrepen.
1.2. [X] en [Y] zijn met elkaar
gehuwd.
1.3. [X] is op of omstreeks 19 oktober 2000
met Dexia een effectenlease-overeenkomst genaamd 'WinstVer10Dubbelaar' met
contractnummer 76181148 (hierna: de lease-overeenkomst) aangegaan.
1.4. [Y] heeft [X] geen schriftelijke
toestemming verleend voor het aangaan van de voornoemde
lease-overeenkomst.
1.5. Voor het eerst bij brief 14 mei 2003
heeft [Y] de (ver)nietig(baar)heid van de lease-overeenkomst ingeroepen in
verband met het ontbreken van haar schriftelijke toestemming, als bedoeld in
artikel 1:88 lid 1 Burgerlijk Wetboek, voor het aangaan daarvan en Dexia
aangesproken tot restitutie binnen 14 dagen van de door [X] betaalde bedragen
uit hoofde van de lease-overeenkomst.
1.6. Op 17 februari 2006 heeft Dexia de
eindafrekening opgesteld volgens welke [X] uit hoofde van de lease-overeenkomst
nog verschuldigd zou zijn € 3.995,77.
2. Vorderingen van [X]
in conventie
[X] vordert kort zakelijk weergegeven bij vonnis,
uitvoerbaar bij voorraad: voor recht te verklaren dat:
1. [X] recht heeft op
terugbetaling van al hetgeen hij in het kader van het onderhavige contract aan
Dexia heeft betaald, en wel op grond van vernietiging door zijn echtgenote ex
artikel 1:88 BW, althans op grond van vernietiging wegens strijd met de Wet op
het Consumentenkrediet en/of dwaling en/of misbruik van omstandigheden, althans
op op grond van ontbinding wegens wanprestatie;
2. Voor het geval de nietigheid
of de ontbinding niet wordt uitgesproken: te verklaren voor recht dat Dexia
onrechtmatig jegens [X] gehandeld heeft en/of tekort is geschoten in de
zorgvuldigheid en zorgplicht die zij zowel uit redelijkheid en billijkheid als
uit de wet als uit contract jegens [X] had moeten betrachten en dat zij daarom
geen aanspraak kan maken op betaling door Dexia van de door haar gevorderde
restschuld en dat zij gehouden is alle door [X] aan haar betaalde bedragen te
restitueren, vermeerderd met de wettelijke rente over die betalingen vanaf de
dag van de betalingen tot aan de dag van algehele terugbetaling aan
Dexia;
3. Dexia te veroordelen tot
terugbetaling aan [X] van € 6.352,64 te vermeerderen met de wettelijke rente
over dit bedrag, althans de som van alle door [X] betaalde bedragen, te
vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de dag der
betalingen tot aan de dag van terugbetaling;
4. Dexia te bevelen om binnen
twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis te bewerkstelligen dat
de registratie van [X] bij het BKR te Tiel ongedaan wordt gemaakt, zulks op
straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Dexia daarmee in
gebreke blijft met een maximum van € 20.000,00;
5. Dexia te veroordelen in de
proceskosten van dit geding, te weten het vast bedrag van € 125,00, alsmede 30%
over de eerste € 10.000,00, 20% over het meerdere tot € 20.000,00, 10% over het
meerdere tot € 30.000,00 en 5% over het meerdere vanaf € 30.000,00 over het
voordeel voor [X] ten opzichte van het bemiddelingsvoorstel Duisenberg, althans
tot betaling van de door de rechtbank in goede justitie vast te stellen
proceskosten.
3. Vordering Dexia in
reconventie
3.1. In reconventie vordert Dexia [X] te
veroordelen tot betaling van € 3.995,77, zijnde de restschuld, te vermeerderen
met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2006.
4. Standpunten [X] in
conventie en in reconventie
4.1. [X] stelt dat hij voor het aangaan van
de lease-overeenkomst, die moet worden aangemerkt als huurkoop in de zin van
artikel 7A: 1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel
7A:1576 BW, de toestemming van echtgenote [Y] behoefde ingevolge artikel 1:88
lid 1 sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend
heeft de onder 1.5. bedoelde brief geleid tot vernietiging van de
lease-overeenkomst, aldus [X].
4.2. [X] stelt verder dat hij door toedoen
van Dexia heeft gedwaald, althans dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming
van haar zorgplicht(en), en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast heeft [X]
zich er op beroepen dat Dexia gehandeld heeft in strijd met een aantal andere
door hen genoemde wettelijke regelingen en/of met een aantal voor Dexia geldende
normen en criteria en dat de lease-overeenkomst als gevolg daarvan nietig zouden
zijn, vernietigd zijn danwei dat Dexia daardoor onrechtmatig jegens hem heeft
gehandeld.
Op deze gronden verweert [X] zich eveneens tegen de vordering in
reconventie van Dexia.
5. Standpunten van
Dexia
in conventie als in
reconventie
5.1. Dexia betwist de vorderingen en voert
- kort gezegd - aan dat de lease-overeenkomst niet kan worden aangemerkt als
koop op afbetaling en dat [Y] dan ook geen beroep toekomt op de artikelen 1:88
en 1:89 BW. Voorts voert Dexia aan dat toestemming ook anders dan schriftelijk
kan worden verleend en dat dit in dit geval ook is geschied.
5.2. Dexia betwist dat de
lease-overeenkomst door dwaling tot stand is gekomen, dat zij tekort zou zijn
geschoten in de nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou
hebben gehandeld. Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen - voor zover van
toepassing -van de door [X] genoemde wetten en regelingen niet in acht zou
hebben genomen. Dexia betwist de schade, althans betwist daarvoor aansprakelijk
te zijn.
6.
Beoordeling
Vordering in conventie
6.1. De kantonrechter verwijst allereerst
naar de vonnissen van deze rechtbank van 27 april 2007 (LJN-nummers: BA3914,
BA3916 en BA3920) en neemt de daarin opgenomen relevante overwegingen ten
aanzien van de rechtsvragen en beoordelingsmaatstaven over, voor zover daarvan
hierna niet wordt afgeweken.
In het onderhavige geval komt dit neer op het
volgende.
Huurkoop
6.2. Een lease-overeenkomst als de
onderhavige wordt aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
Artikel 1:88 en 1:89 BW
6.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is van
toepassing op een lease-overeenkomst als de onderhavige. Nu volgens artikel
7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde
toestemming voor de lease-overeenkomst ook schriftelijk te worden geven (vgl.
het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721,
rechtsoverweging 2.12.3). Nu deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y]
de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde
vernietigbaarheid.
6.4. [Y] heeft tijdig terzake deze
lease-overeenkomst bij Dexia een beroep op de vernietigbaarheid gedaan.
Geconcludeerd wordt dan ook dat de leaseovereenkomst rechtsgeldig
buitengerechtelijk is vernietigd. Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor
recht in zoverre toewijsbaar is.
6.5. Aangezien de lease-overeenkomst
rechtsgeldig is vernietigd, ontstaat in het kader van de
ongedaanmakingsverplichting voor Dexia een verbintenis hetgeen ter zake van de
leaseovereenkomst door [X] aan Dexia is betaald, te restitueren (verminderd met
de eventuele door hem genoten opbrengsten zoals onder meer de dividenden). De
eigendom van de geleasede effecten verblijft bij Dexia. Bij verschillende aktes
hebben partijen zich kunnen uitlaten over de betaalde bedragen en genoten
opbrengsten.
6.6. Ten aanzien van de lease-overeenkomst
is niet in geschil dat [X] geen dividenden heeft ontvangen. Dexia stelt - onder
verwijzing naar de door haar eerder in deze procedure overgelegde eindafrekening
- dat [X] 57 termijnen ad € 113,45 heeft voldaan. [X] stelt dat hij 68 termijnen
heeft voldaan. [X] heeft deze opgave niet nader onderbouwd met betaalbewijzen.
Verder heeft [X] nagelaten - ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld -
op hetgeen Dexia omtrent de hoogte van de door hem gedane betalingen te
reageren. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de opgave van
Dexia. Dat betekent dat Dexia in totaal een bedrag van € 6.466,65 aan [X] dient
te restitueren.
6.7. Partijen zullen geen verplichtingen
meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding. Al hetgeen
partijen nog hebben aangevoerd omtrent de eventuele schending van de zorgplicht
door Dexia dan wel overige besproken gronden worden niet verder inhoudelijk
behandeld, nu overwogen is dat de onderhavige lease-overeenkomst rechtsgeldig
door [Y] buitengerechtelijk is vernietigd.
6.8 De gevorderde wettelijke rente is
toewijsbaar over de door [X] gedane betalingen minus de genoten opbrengsten als
hiervoor onder 6.6. uiteen is gezet, vanaf het moment dat Dexia met de
terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [Y] in de onder
1.5. bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, tot de voldoening. Dat
betekent dat de betalingstermijn verstreek op 28 mei 2003. Indien het betalingen
betreft die nadien hebben plaatsgevonden, zal de wettelijke rente verschuldigd
zijn ingaande de dag van elke betaling
6.9. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking
tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde
dwangsom zal worden gematigd en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te
melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op tien dagen na betekening
van het in deze te wijzen vonnis.
Vordering in reconventie
6.10. Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia
ingestelde reconventionele vordering dient te worden afgewezen.
6.11. Gelet op de uitslag van de procedure in
conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van
het geding in conventie en reconventie. De kosten in reconventie zullen evenwel
op nihil begroot worden, nu het debat in reconventie (vrijwel) geheel samenvalt
met dat in conventie.
BESLISSING
in conventie
De kantonrechter:
I. verklaart voor recht dat de
lease-overeenkomst met nummer 76181148 is vernietigd;
II. veroordeelt Dexia aan [X] te
voldoen in totaal een bedrag van € 6.466,65 aan hoofdsom.
- de wettelijke
rente vanaf 28 mei 2003, berekend over de op dat moment betaalde bedragen, tot
aan de dag der voldoening;
- de wettelijke rente over de eventueel daarna
verrichte betalingen vanaf de respectievelijke betaaldata van de maandtermijnen
tot aan de dag der voldoening;
III. veroordeelt Dexia om binnen tien dagen na
betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat
[X] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomst meer heeft, op straffe van een
dwangsom van € 100,- voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet
tot een maximum van € 10.000,-;
IV. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X]. gevallen, tot op heden begroot op:
- voor
verschuldigd
griffierecht
€ 196,00
- voor het exploot van
dagvaarding €
-
- voor salaris van
gemachtigde €
600,00
In
totaal:
€ 796,00
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief
BTW;
V. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders
gevorderde.
in reconventie
VI. wijst de vordering af;
VII. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X].
gevallen, tot op heden begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M, de Waal,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 april 2008 in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL