Sector Kanton
Locatie Amsterdam
zaak- en rolnummer: 971666 DX EXPL 08-2399
vonnis
van: 23 mei 2012
f.no.: 793
Vonnis van de
kantonrechter
inzake
1. [X],
en,
2. [Y],
beiden wonende te
[woonplaats],
eisers in conventie,
gedaagden in reconventie,
nader te
noemen: [X] c.s., onderscheidenlijk [X] en [Y],
gemachtigde: mr. B.J.M, van
Helvert,
t e g e n
de besloten vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND
B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen:
Dexia,
gemachtigde: Dw. van der Weijden.
HET VERDERE
VERLOOP VAN DE PROCEDURE IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
Op
7 september 2011 is in deze zaak tussenvonnis gewezen (hierna: het
tussenvonnis). Voor het verloop van het proces tot dan toe, verwijst de
kantonrechter naar hetgeen dienaangaande in het tussenvonnis is
overwogen.
Het verdere verloop van de procedure blijkt
uit:
- de akte uitlating van [X] c.s.;
-
het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 19 april 2012 en het daarin
genoemde processtuk.
Partijen hebben afgezien van het nemen van een conclusie
na enquête.
Daarop is vonnis bepaald op
heden.
GRONDEN VAN DE
BESLISSING
1. DE
FEITEN
Voor de vaststaande feiten in deze zaak wordt
allereerst verwezen naar hetgeen dienaangaande in het tussenvonnis is opgenomen.
Desalniettemin vult de kantonrechter hetgeen in het tussenvonnis is opgenomen
onder 1.5. aan met dien verstande dat [Y] lease-overeenkomst II bij brief van 27
januari 2004 heeft vernietigd.
2.
HET GESCHIL
in conventie en in
reconventie
2.1. Ten aanzien van de door [X] c.s. in
conventie en door Dexia in reconventie ingestelde vordering, de grondslagen
daarvan en het daartegen gevoerde verweer wordt verwezen naar hetgeen
daaromtrent in het tussenvonnis is vermeld.
2.2. Nadien
hebben [X] c.s. hun eis vermeerderd, met dien verstande dat Dexia binnen 14
dagen na betekening van dit vonnis aan Bureau Krediet Registratie Tiel
schriftelijk dient te melden dat [X] c.s. geen schulden en geen
betalingsachterstanden hebben gehad, dan wel hebben, ter zake van de
overeenkomsten in de onderhavige procedure, op straffe van een dwangsom van €
1.000,- per dag of dagdeel dat Dexia daarmee in gebreke is en/of blijft, met een
maximum van € 1.000.000,-, althans in goede justitie te
bepalen.
2.3. DE VERDERE
BEOORDELING
in conventie
Artikel 1:88/1:89 BW
3.1.
Thans is aan de orde de verdere beoordeling van het beroep op artikel 1:88
BW.
Verjaring
3.2. In het tussenvonnis is
het (bewijs)vermoeden uitgesproken dat [Y], eerder dan drie jaar voor de
vernietigingsbrieven (27 januari 2004 en 30 oktober 2004) kennis heeft gekregen
van de lease-overeenkomsten. Dit vermoeden is onder meer gebaseerd op het feit
dat [X] en [Y] gebruik maakten van een gemeenschappelijke bankrekening. [X] c.s.
zijn in de gelegenheid gesteld tegen dit vermoeden tegenbewijs te leveren. [X]
c.s. hebben hiertoe zichzelf doen horen.
3.3. Ter gelegenheid
van het getuigenverhoor heeft [X] het volgende verklaard:
"Ik ben in 1998 getrouwd met mevrouw [Y]. Wij zijn
in 2007 gescheiden. Zij is inmiddels mijn ex-vrouw. Ik zal haar ook zo
noemen.
In 1999 heb ik een contract afgesloten met
Legiolease. In die periode werkte ik voor een bedrijf dat de pensioenvoorziening
veranderde. Mijn eindloon kon niet langer gegarandeerd worden. Ik werd gedwongen
een aanvullende pensioenvoorziening te treffen. Het contract met Legiolease was
daarvoor bedoeld. Ik ben afgegaan op een advertentie in de Telegraaf Het
contract is afgesloten op mijn naam en liep via mijn privé rekening. Ik heb dit
niet besproken met mijn toenmalige echtgenote. Wij hadden toen drie
girorekeningen: een rekening voor mijn echtgenote privé, een rekening voor
mijzelf privé en een en/of-rekening voor ons samen. Ik beheerde de financiën. Ik
deed de belastingaangifte. Ik verzorgde al het papierwerk. Onze en/of-rekening
was bedoeld voor de vaste lasten, zoals de huur en alle huishoudelijke uitgaven.
Mijn vrouw en ik werkten allebei. De salarissen werden gestort op onze
privérekeningen. Ik berekende maandelijks wat nodig was aan vaste lasten en dat
bedrag stortte ik van elk van beide rekeningen naar de en/of-rekening. Mijn ex
stemde in met deze gang van zaken.
Zoals gezegd deed ik de financiën, de boekhouding en
de belastingaangifte. Met name de belastingaangifte was complexe materie omdat
ik nogal hoge ziektekosten kon claimen in verband met mijn handicap. Die
aangifte deed ik een keer per jaar samen met de FNV. Ik kreeg van mijn vrouw
haar jaaropgave, maar inhoudelijk bemoeide zij zich er niet mee. De aangifte
werd digitaal ondertekend. Ik vertelde haar wel hoeveel we terugkregen elk
jaar.
Mijn vrouw maakte haar eigen post open. Ik zorgde
voor mijn eigen post en voor de post van de en/of-rekening.
In 2000 heb ik nog een contract afgesloten met
Legiolease, een winstverlOdubbelaar. Die was bedoeld als studiebeurs voor onze
dochter, die toen net was geboren. Ook dat contract heb ik niet besproken met
mijn toenmalige echtgenote. Ik zag aankomen dat de studie op lange termijn
onbetaalbaar voor ons zou zijn en ik wilde iets goeds doen. Ik ben er altijd
vanuit gegaan dat ik iets goeds heb gedaan. Dit contract liep wel via de
en/of-rekening. Ik had in het blad van Legiolease, dat ik ontving, gelezen over
dit nieuwe product. Ik heb toen een brochure aangevraagd. Die heb ik gekregen.
Ook die heb ik niet laten zien aan mijn vrouw. Het was mijn cadeau aan mijn
dochter. Het was mijn initiatief. Ik heb mijn rekeningnummer opgegeven en mijn
handtekening gezet en zo is het contract tot stand gekomen.
Later is er een adviseur langs geweest voor een
ABC-spaarplan voor onze dochter. In dat gesprek is het contract Legiolease niet
ter sprake gekomen, ik heb daar niets over gezegd. Mijn vrouw was bij dat
gesprek aanwezig.
Op de vraag wie besliste over grote uitgaven
binnen ons gezin wil ik het volgende zeggen. Grote uitgaven gingen puur over
vakanties. De woning was reeds volledig ingericht. Voor de vakanties keken we
wat we privé konden missen. Naar aanleiding daarvan besloten we wat we konden
uitgeven. We besteedden ons vakantiegeld eraan. De meubels hebben we destijds
wel samen uitgezocht maar ik heb altijd gezegd wat we daaraan konden besteden.
Dat was mijn taak.
Mijn ex-vrouw is voor het eerst iets te weten
gekomen over de contracten met Legiolease op een feestje op oudejaarsnacht
2001/2002. Ik had een gesprek met een vriend van mij die bij ING Veghel werkt.
Hij vroeg mij waarom ik geen koophuis had. Ik legde hem uit dat ik geen
hypotheek kon krijgen vanwege mijn handicap. Hij vroeg mij hoe ik dan geld
spaarde. Ik vertelde hem over mijn twee contracten met Legiolease. In dat
gesprek voorspelde hij me dat hij dacht dat het niet zo goed zou aflopen met die
contracten. Ik schrok daarvan. Mijn ex had dat gesprek opgevangen. Op de
terugweg naar huis in de auto hebhen we daarover gesproken. Ik dacht toen nog
dat er uitsluitend een terugval in winst kon zijn, maar niet dat het verlies zou
opleveren. Ik heb haar dat proberen uit te leggen. Ik wist op dat moment niet
wat ik was aangegaan voor contract. Zij wist dat ook niet, zij hoorde die nacht
voor het eerst van mijn contracten met Legiolease.
In de
periode erna heb ik geen bericht ontvangen van Legiolease ofDexia. Op een
gegeven moment, ik dacht 2002, kreeg ik een aanmaning. Daarin stond dat het
contract uit 1999 zou aflopen en dat ik € 8.000,- moest betalen tenzij ik het
contract binnen twee weken zou verlengen. Ik hoor nu dat het geen € 8.000,- kon
zijn geweest. Dat kan zijn. Het was in ieder geval een groot bedrag. Ik heb
daarom besloten het contract te verlengen en mijn vrouw moest meetekenen. Dat
was de eis van Legiolease. Ik had het geld niet, dus ik moest wel. Ik voelde het
als een mes op mijn keel. Omdat zij haar handtekening moest zetten wist mijn
vrouw vanaf dat moment waar het om ging.
Maar pas in januari 2004 is het mij
helemaal duidelijk geworden wat ik had getekend. Dat was naar aanleiding van een
uitzending van TROS Radar. Toen ik dat zag kreeg ik de schrik om het hart. Het
is nooit mijn bedoeling geweest om te gokken op de beurs met geleend geld. Ik
ben geen gokker en ik koop ook liever niet op afbetaling. Ik heb er enorme spijt
van en als ik toen had geweten wat het toen inhield was ik het nooit aangegaan.
Ik heb teveel vertrouwen gehad in de bank. Ik dacht dat zij deskundig
waren.
Waarom ik mijn ex niet eerder heb verteld over de contracten ? Bij het
contract uit 1999 was dat in mijn ogen niet nodig. Het ging om mijn pensioen en
het was mijn pakkie aan. Het contract uit 2000 heb ik gesloten omdat ik iets
goeds wilde doen voor mijn dochter voor als zij 16 was. Dat was ook iets van
mij."
3.4. Ter gelegenheid van het getuigenverhoor
heeft [Y] het volgende verklaard:
"Wanneer ik voor het
eerst heb gehoord van de contracten met Legiolease? Dat was op een
oudejaarsfeest met vrienden. In het oudejaar 2001/2002. Mijn ex, [X], zei dat
hij gesproken had met een van de vrienden en dat hij gehoord had dat een
spaarcontract waarin hij was ingestapt minder zou opbrengen dan hij had gedacht.
Ik wist niets van zo 'n contract. Dat had hij buiten mij om gesloten. [X]
beheerde altijd de financiën. Ik vertrouwde hem daarin. Wij hadden drie
rekeningen, een rekening van mij privé, een rekening van hem privé en een
en/of-rekening. Mijn salaris werd op mijn eigen rekening gestort. Een deel
daarvan werd maandelijks doorgestort naar de en/of-rekening. Dat was een
afgesproken bedrag en [X] verzorgde de overboeking. De post, de afschriften van
de bank werden allemaal door [X] verzorgd. Ik hield mij nooit bezig met
financiële dingen. Die interesseren mij niet. Dat is ook zo gegroeid. [X] woonde
al op zichzelf toen ik bij hem introk. Ik had voor die tijd thuis gewoond bij
mijn ouders en zo is die taakverdeling ontstaan.
Wat de post
betreft maakte ieder van ons de post open die aan elk van ons was geadresseerd.
Ik opende mijn eigen post. Ook die van mijn eigen bankrekening. Daar had ik een
speciaal mapje voor. De post van de en/of-rekening opende ik nooit. Die
enveloppen legde ik neer bij de computer van [X]. Ik wilde daar ook zo min
mogelijk van weten, het boeide me niet. De post van Dexia is me nooit
opgevallen. De post die gericht was aan [X] legde ik op zijn
stapeltje.
Toen ik op het oud en nieuwsfeest 2001/2002 voor het
eerst hoorde over de transactie die [X] had gedaan drong niet tot mij door wat
het was. Ik wist ook niet wat dat was, maar ik had nooit het idee dat hij gekke
dingen zou doen met de financiën. Dat hij een contract had afgesloten voor de
studie van onze dochter was mij ook niet bekend. Dat alles is buiten mij
omgegaan. Ik wist wel dat we een ABC-spaarplan hadden afgesloten voor haar
studie. Iemand uit Gilze is bij ons langs geweest om daarover te spreken. Het
ABC-spaarplan was ook een idee van mijn ex. Waarom hij dat plan wel met mij
heeft besproken en het Legiolease-contract niet, kan ik niet
verklaren.
De belastingaangiften zijn ook altijd door [X]
gedaan. Dat deed hij samen met de FNV. Ik deed daar verder niets mee. Hij vroeg
mij om mij loonstrook, die gaf ik en dat was het. Ik was natuurlijk altijd wel
benieuwd of wij iets terugkregen en daar vroeg ik wel naar.
Zijn pensioenregeling hebben wij ook nooit
besproken. Ook die heeft [X] nooit ter sprake gebracht. Op de vraag waarom ik
zeker weet dat het oud- en nieuwfeest 2001/2002 was, toen was er een feest bij
vrienden en dat was niet elk jaar zo."
3.5. Gelet op
hetgeen de getuigen hebben verklaard zijn [X] c.s. naar het oordeel van de
kantonrechter geslaagd in het tegenbewijs en hebben zij het bewijsvermoeden
ontzenuwd. De getuigen hebben op hoofdlijnen gelijkluidend en consistent
verklaard. Dat geldt in het bijzonder voor het moment van wetenschap van de
lease-overeenkomsten. Beiden hebben verklaard dat [Y] op een feestje in de
oudejaarsnacht 2001/2002 op de hoogte is geraakt van de lease-overeenkomsten,
nadat [X] in het bijzijn van [Y] met een vriend had gesproken over de
leaseovereenkomsten. Uit de verdere door de getuigen geschetste omstandigheden
is aannemelijk geworden dat [X] aan de verplichtingen die hij jegens Dexia is
aangegaan kon voldoen zonder dat [Y] dat opmerkte, doordat zij enkel de
financiële post van haarzelf behandelde en dat [X] en [Y] een gescheiden
financiële huishouding voerden, waarbij [X] voor zowel zichzelf als voor [Y]
geld overmaakte naar de gezamenlijke bankrekening. [Y] vernam van [X] hoe groot
het bedrag was dat naar de gezamenlijke rekening moest worden overgeheveld,
waarbij [Y] niet zelf een berekening maakte van de hoogte van de vaste lasten en
[X] het bedrag overboekte van haar rekening naar de gemeenschappelijke rekening.
De stelling van Dexia dat [Y] op de hoogte moet zijn geweest van de
lease-overeenkomsten, omdat de belastingaangifte over het algemeen gezamenlijk
wordt ingevuld, maakt dit niet anders. [X] en [Y] nebben beiden verklaard dat
[X] de belastingaangifte deed met behulp van de FNV en dat de aangiften digitaal
ondertekend werden. Voor zover er in de beide verklaringen al tegenstrijdigheden
voorkomen, tasten die de algemene geloofwaardigheid van deze verklaringen niet
aan. Het beroep van Dexia op verjaring slaagt niet. [Y] heeft de
lease-overeenkomsten tijdig vernietigd. De gevorderde verklaring
voor '-recht is toewijsbaar.
3.6. Nu de
lease-overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd dienen alle betalingen van [X]
aan Dexia op grond van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd,
verminderd met hetgeen [X] op grond van die overeenkomsten van Dexia hebben
ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden.
3.7. Op grond van de
lease-overeenkomsten heeft [X] in totaal € 9.912,09 (termijnen) aan Dexia
betaald waarop een bedrag van € 719,88 voor ontvangen dividenden in mindering
dient te worden gebracht zodat per saldo een bedrag van € 9.192,21 dient te
worden gerestitueerd.
Wettelijke rente
3.8. Dexia is
in verzuim geraakt vanaf de afloop van de termijn als genoemd in de
vemietigingsbrief, dan wel (bij gebreke daarvan) vanaf het moment waarop de
echtgenoot uit een reactie van Dexia mocht afleiden dat Dexia tekort zou
schieten in de nakoming van haar terugbetalingsverplichtingen, dan wel (indien
van het een noch het ander sprake is geweest) vanaf een termijn van vier weken
na de vemietigingsbrief, waarna er immers redelijkerwijs vanuit mocht worden
gegaan dat Dexia niet in de vernietiging berustte. Nu zich in dit geval de
eerste situatie voordoet, is Dexia ten aanzien van lease-overeenkomt I met de
terugbetaling in verzuim geraakt vanaf 13 november 2004 en ten aanzien van
leaseovereenkomst II vanaf 10 februari 2004. De gevorderde wettelijke rente is
toewijsbaar over het door Dexia te restitueren bedrag vanaf dat
moment.
Proceskosten
3.9. Gelet op de
uitslag van de procedure dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het
geding in conventie.
in
reconventie
3.10. De reconventionele vordering van Dexia
is gericht op de nakoming door [X] van zijn betalingsplicht onder de
lease-overeenkomsten. Voor die vordering is de grondslag komen te vervallen, nu
in conventie de vernietiging van deze overeenkomsten is vastgesteld. De
reconventionele vordering van Dexia wordt derhalve
afgewezen.
Proceskosten
3.11. Gelet op de
uitslag van de procedure dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het
geding in reconventie. Echter gelet op de samenhang tussen het debat in
conventie en in reconventie worden de proceskosten in reconventie op nihil
gesteld.
in conventie en in
reconventie
BKR-registratie
3.12. Nu
[X] c.s. ingevolge dit vonnis geen betalingsverplichtingen jegens Dexia meer
hebben, zal de vordering met betrekking tot de BKR-registratie worden
toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en
gemaximeerd en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te melden verplichting
moet voldoen zal worden gesteld op veertien dagen na de betekening van dit
vonnis.
DE BESLISSING
De
kantonrechter:
in
conventie
I. verklaart voorrecht dat
artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten 74021059 en 76001167 van toepassing
is en dat de lease-overeenkomsten buitengerechtelijk zijn
vernietigd;
II. veroordeelt Dexia aan [X] te
betalen € 9.192,21, te vermeerderen met de wettelijke rente als
volgt:
- wat betreft lease-overeenkomst lover
het €3.633,16 van de voor 13 november 2004 door [X] aan Dexia in dit kader
gedane betalingen verminderd met het totaal van de voor die datum door [X] van
Dexia ontvangen uitkeringen, een en ander vanaf deze datum tot aan de dag der
algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over elke
na 13 november 2004 aan Dexia verrichte betaling vanaf het moment van betaling,
verminderd met de wettelijke rente over de na die datum van Dexia ontvangen
uitkeringen vanaf het moment van ontvangst, steeds gerekend vanaf het moment van
ontvangst tot aan de dag der algehele
voldoening
- wat betreft lease-overeenkomst
II over € 5.559,05 van de voor 10 februari 2004 in dit kader door [X] aan Dexia
gedane betalingen verminderd met het totaal van de voor die datum door [X] van
Dexia ontvangen uitkeringen, een en ander vanaf deze datum tot aan de dag der
algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over elke
na 10 februari 2004 aan Dexia verrichte betaling vanaf het moment van betaling,
verminderd met de wettelijke rente over de na die datum van Dexia ontvangen
uitkeringen vanaf het moment van ontvangst, steeds gerekend vanaf het moment van
ontvangst tot aan de dag der algehele voldoening;
III.
veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis het
Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [X] c.s. geen verplichtingen
uit de lease-overeenkomsten meer hebben, op straffe van een dwangsom van € 100,-
voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van €
10.000,-;
IV. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] c.s. tot aan deze uitspraak begroot
op:
voor verschuldigd
griffierecht
€ 0,00
voor
het exploot van
dagvaarding
€ 0,00
voor
salaris van
gemachtigde
€
1.250,00
totaal:
€ 1.250,00
een en ander,
voor zover verschuldigd, inclusief btw;
V.
verklaart de veroordelingen uit dit vonnis uitvoerbaar bij
voorraad;
VI. wijst het meer of anders gevorderde
af.
in reconventie
VII. wijst
de vorderingen af.
VIII. veroordeelt Dexia in de kosten van de
procedure aan de zijde van [X] c.s. tot aan deze uitspraak begroot op
nihil.
Aldus gewezen door mr. K.D. van Ringen,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 mei 2012 in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL