Procedure
De volgende processtukken zijn
ingediend:
de dagvaarding van 28 december 2006, met producties.
Daarna heeft Dexia bij akte schorsing van de procedure
aangezegd krachtens de Wet Collectieve Afwikkeling Massasehade (WCAM). Bij
rolmededeling van lσjanuari 2007 is vastgesteld dat de procedure is
geschorst.
Na de zogenoemde WCAM-beschikking van 25 januari 2007
van het gerechtshof Amsterdam heeft [X] een afschrift overgelegd van de opt-out
verklaring als bedoeld in artikel 7:908 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW), waarin
hij verklaart niet aan de verbindendverklaring gebonden te willen zijn. Naar
aanleiding daarvan is beslist dat de onderhavige procedure wordt
hervat.
Vervolgens is ingediend:
- de conclusie van antwoord van
Dexia, met producties.
Bij tussenvonnis van 16 januari 2008 is bepaald dat
ieder van partijen nog bij akte nadere inlichtingen diende te verstrekken.
Hierop hebben beide partijen een akte genomen met bewijsstukken, waarna Dexia
bij antwoordakte nog heeft gereageerd. [X] heeft, ondanks daartoe in de
gelegenheid gesteld te zijn, niet meer gereageerd op de door Dexia bij akte
overgelegde bewijsstukken. Partijen hebben ingestemd met, althans geen bezwaar
gemaakt tegen hel voornemen van de kantonrechter om na aktewisseling vonnis te
wijzen.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
Indeling van het vonnis
Het vonnis heeft de volgende
onderdelen:
1. Feiten
2. Vorderingen
Lekcr
3. Standpunten [X]
4.
Standpunten Dexia
5. Beoordeling van de
vorderingen
1.
Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
1.1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene
titel van Bank Labouchere N.V. (hierna: Labouchere). Waar hierna sprake is van
Dexia wordt (worden) haar rechtsvoorgangster(s) daaronder mede
begrepen.
1.2. [X] was ten tijde van het aangaan van de
hieronder bedoelde overeenkomsten gehuwd met [Y] (hierna [Y]).
1.3. [X] heeft via Spaar Select Beverwijk (hierna
Spaar Select) de volgende leaseovereenkomsten ondertekend waarop hij als lessee
stond vermeld, met als wederpartij Labouchere/Legio Lease (hierna ieder
afzonderlijk: lease-overeenkomst I, II of III en samen: de
lease-overeenkomsten):
Nr. Contractrnr.
Datum Naam van de
overeenkomst
Leasesom
I
76003707 06-10-2000
WinstVer10Dubbelaar
18.204,80
II
56181050 24-11-2000 Profit Effect
Vooruitbetaling
9.967,52
III
22083560 08-01-2001 Overwaarde Effect
Maandbetaling 146.762,40
Op de lease-overeenkomsten zijn de Bijzondere
Voorwaarden Effecten Lease van toepassing.
1.4. Met het oog op de voldoening van de
maandtermijnen van lease-overeenkomst III heeft [X] op 23 november 2000 via
Spaar Select een "Aanvraagformulier Depot
Aandclenlease" bij Dexia ingediend
voor een storting van een depot groot 30.857,56. Dit depot is door [X] geheel
gefinancierd met een tweede hypotheek op de overwaarde van zijn woning. Van het
gedeponeerde bedrag zijn participaties gekocht in Labouchere Global
Aandelenfonds N.V. (hierna: Global Aandelenfonds).
Na 17 betaalde
maandtermijnen van 611,51 is het depot opgeheven, waarna het restant van
10.782.78 door [X]. samen met een bijbetaling van 8.1 75,51 is betaald aan
Dexia. waarmee hij de resterende termijnen van lease-overeenkomst III heeft
voldaan.
1.5. [X] heeft ter zake van lease-overeenkomst I
aan Dexia betaald:
57 maandelijkse termijnen van 68,07, tot een totaal
bedrag van 3.879.99.
1.6. [X] heeft ter zake van lease-overeenkomst II
aan Dexia betaald:
De som van de eerste 36 maandtermijnen met een korting van
10%, tot een totaal bedrag van 6 1.489,68.
1.7. [X] heeft ter zake van lease-overeenkomst lil
aan Dexia betaald:
- 17 maandelijkse termijnen tot een totaalbedrag van
10.395,67, welke ten laste van het depot betaald zijn en vervolgens ineens het
restant van het depot ad 10.782,78 en 8.175,51 door [X]
rechtstreeks.
1.8. De lease-overeenkomsten zijn beλindigd,
waarna Dexia eindafrekeningen heeft opgesteld met de volgende
resultaten:
Nr. Datum eindafrekening Resultaat Door
[X] voldaan
I 17-05-2006
2.184,05 nee
II 17-05-2006
4.031,60 nee
III 09-05-2006
10.328,11 nee
1.9. Voor wat betreft het in totaal aan Dexia
betaalde bedrag, het totaalbedrag aan ontvangen en/of verrekende dividenden en
andere gegevens per lease-overeenkomst wordt verwezen naar de aan dit vonnis
gehechte bijlage (hierna: de bijlage).
1.10. [Y] heeft aan [X] geen
schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomsten.
Bij brief van 20 augustus 2003 heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de
nietigheid ingeroepen van de lease-overeenkomsten, althans vernietiging in
rechte aangekondigd, en terugbetaling gevorderd binnen een termijn van 14
dagen.
2. Vorderingen
[X]
[X] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij
voorraad:
Ten aanzien van lease-overeenkomsten I en
II:
1. te verklaren voor recht dat de
lease-overeenkomsten I en II rechtsgeldig zijn vernietigd wegens dwaling althans
wegens misbruik van omstandigheden:
2. te verklaren voor
recht dat de lease-overeenkomsten I en II zijn gesloten /onder de vereiste
toestemming van [Y] en dat door [Y] terecht een
beroep op vernietiging is
gedaan, zodat de betreffende overeenkomsten nietig zijn en Dexia verplicht is om
alle door [X] aan Dexia betaalde bedragen aan [X] terug te betalen, vermeerderd
met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag der algehele
voldoening:
subsidiair:
3. te verklaren voor recht dat
de lease-overeenkomsten I en II nietig zijn wegens strijd met de Wet op het
Consumentenkrediet, dan wel strijd met de Wet toezicht effectenverkeer, althans
deze te vernietigen, althans het contract zodanig te wijzigen dat het nadeel
voor [X] zal zijn opgeheven:
meer subsidiair:
4. te
verklaren voor recht dal Dexia de zorgplicht die zij zowel uil de wet als uit de
lease-overeenkomsten als uil de redelijkheid en billijkheid jegens [X] had
moeten betrachten heeft geschonden, waardoor [X] recht heeft op vergoeding van
de gehele door hem geleden schade, althans als gevolg waarvan Dexia jegens [X]
wanprestatie heeft gepleegd, zodat lease-overeenkomsten I en II op die grond
terecht door [X] zijn ontbonden.
Ten aanzien van lease-overeenkomst
III:
5. te verklaren voor recht dat
lease-overeenkomst III, het onlosmakelijk aan deze overeenkomst verbonden depot
daarbij inbegrepen, rechtsgeldig is vernietigd wegens dwaling althans wegens
misbruik van omstandigheden;
6. ie verklaren voor recht dat
lease-overeenkomst III en het daaraan verbonden depoi zijn gesloten zonderde
vereiste toestemming van [Y] en dat door [Y] terecht een beroep op vernietiging
is gedaan, zodat de betreffende overeenkomst nietig is en Dexia verplicht is om
alle door [X] aan Dexia belaalde bedragen aan [X] terug te betalen, vermeerderd
met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tol aan de dag der algehele
voldoening;
7. voor zover slechts de lease-overeenkomst
rechtsgeldig is vernietigd op grond van artikel 1:89 lid I BW. tevens te
verklaren dat [X] recht heeft op vergoeding van de schade, die [X] geleden heeft
als gevolg van onrechlmatig handelen van Dexia, welke gelijk is aan het verlies
uit het depot;
8. voorzover lease-overeenkomst III niet
vernietigd is op grond van artikel 1:89 lid I BW of op grond van dwaling of
misbruik van omstandigheden, te verklaren voor recht dat Dexia de zorgplicht,
die zij zowel uit de wet als uit de leaseovereenkomst als uil de redelijkheid en
billijkheid jegens [X] had moeten betrachten heeft geschonden, waardoor [X]
recht heeft op vergoeding van de gehele door hem geleden schade, althans als
gevolg waarvan Dexia jegens [X] wanprestatie heeft gepleegd, zodat
lease-overeenkomst III op die grond terecht door [X] is ontbonden.
Ten aanzien van lease-overeenkomsten I, II en
III:
9. Dexia te veroordelen tol
terugbetaling aan [X] van:
De inleg op de 3
lease-overeenkomsten: 35.668,92
Het
verlies uit
depot:
9.678,61
De betaalde hypotheekrente jan 2001 t/m dec
2006:
11.907,00
Hypotheekkosten:
1.737,87
Totaal:
58.992,40
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van
de betalingen tot aan de dag van algehele terugbetaling door Dexia. althans
Dexia te veroordelen tot terugbetaling aan [X] van de som van alle door [X] aan
Dexia betaalde bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze
bedragen vanaf de dag van de betalingen tot aan de dag van algehele
terugbetaling door Dexia;
10. Dexia te veroordelen tot betaling
van [X]'s werkelijke proceskosten, althans tot betaling van de door de rechtbank
in goede justitie vast te stellen proceskosten;
11. Dexia te
gelasten om binnen twee weken na betekening van het vonnis te bewerkstelligen
dat de registratie van [X] bij de Stichting Bureau Kredietregistratie in Tiel
wordt doorgehaald en dat in de betreffende gevallen de aan die registratie
gekoppelde achterstandscodering ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een
dwangsom van 500,- voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met
een maximum van 25.000.-.
3. Standpunten
[X]
3.1. [X] stelt dat de lease-overeenkomsten moeten
worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A: 1576h BW en derhalve
als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A: 1576 BW en dus de toestemming
behoefden van [Y] ingevolge artikel 1:88 lid I sub d BW. Omdat [Y] deze
(schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft [Y] de overeenkomsten
rechtsgeldig kunnen vernietigen. [X] legt voorts aan zijn vorderingen
hoofdzakelijk ten grondslag dat hij door toedoen van Dexia heeft gedwaald,
althans dat Dexia tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgplicht(en),
en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Daarnaast heeft [X] zich erop beroepen dat
Dexia gehandeld heeft in strijd met een aantal andere door hem genoemde
wettelijke regelingen en/of met een aantal voor Dexia geldende normen en
criteria en dat de lease-overeenkomsten als gevolg daarvan nietig zou zijn, dan
wel dat Dexia daardoor onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. [X] stelt
tenslotte dat Dexia aansprakelijk is voor de gedragingen van Spaar Select bij de
totstandkoming van de lease-overeenkomsten. waarbij Dexia geen aanspraak kan
maken op betaling door [X] van enige restschuld
3.2. Volgens [X] is Dexia aansprakelijk voor de
door hem geleden schade. De schade bestaat volgens [X] uit alle financiλle
gevolgen van het aangaan van de lease-overeenkomsten en daarmee samenhangende
overeenkomst(en). althans uit de reeds door hem betaalde bedragen, schadeposten
betreffende de hypotheek en alle verdere hiermee verband houdende kosten,
waaronder de notaris en taxatiekosten
4. Standpunten
Dexia
4.1. Dexia betwist de vorderingen van I .eker en
voert - kort gezegd - aan dat de leaseovereenkomsten niet kunnen worden
aangemerkt als huurkoop.
4.2. Voorts voert Dexia aan dat geen sprake is van
vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat - kort gezegd - artikel
1:88 BW geen betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, er geen
sprake is van huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben
beoogd om de afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt verder dat de
huwelijkspartner zijn of haar in artikel 1:88 BW bedoelde toestemming ook op
andere wijze dan schriftelijk kan verlenen en dat [Y] dit ook gedaan
heeft.
4.3. Dexia betwist dat de lease-overeenkomsten
door dwaling tot stand zijn gekomen, dat zij tekort /.on zijn geschoten in de
nakoming van haar zorgplichten of dat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld.
Volgens Dexia beschikte I.eker bij het aangaan van de overeenkomsten over alle
relevante informatie. Uexia betwist aansprakelijk te zijn voor het handelen of
nalaten van de tussenpersoon. Ook betwist Dexia dat zij de bepalingen - voor
zover van toepassing- van de door [X] genoemde wetten en regelingen niet in acht
zou hebben genomen.
4.4. Tenslotte betwist Dexia de schade, althans
betwist zij daarvoor aansprakelijk te zijn.
5. Beoordeling van de
vorderingen
5.1. In het vonnis van deze rechtbank van 27 april
2007, LJN nummer BA3920, is in een soortgelijk geschil een aantal rechtsvragen
beantwoord en zijn beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit geding met
name van belang zijn:
omschrijving van de risico's van de depotconstructies
zoals de onderhavige (rov 7.2 - 7.5)
huurkoop en bevoegdheid (rov
8.1);
artikel 1:88/l :89 BW (rov 8.2);
strijd met de WCK en/of andere
wetten en regelingen (rov 8.3)
misleidende reclame (rov 8.4);
dwaling (rov
8.5);
aansprakelijkheid voor tussenpersonen (rov 8.7);
toepasselijkheid
Nadere Regeling Effectenverkeer (NR), (rov 8.8);
nakoming zorgplicht (rov
8.9);
verdeling van het nadeel (rov 9);
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het vonnis
van 27 april 2007 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt
afgeweken. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
Huurkoop: bevoegdheid en artikel 1:88/1:89
BW
5.2. Lease-overeenkomsten als de onderhavige
worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd,
5.3. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op deze
lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A; 1576i BW huurkoop
bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Nu deze
schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen
op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
5.4. [Y] heeft de lease-overeenkomsten derhalve
bij brief van 20 augustus 2003 vernietigd. Dientengevolge dienen alle betalingen
van [X] aan Dexia ter zake van de
lease-overeenkomsten te worden
gerestitueerd, verminderd mei hetgeen [X] ter zake van Dexia ontvangen heeft,
zoals uitgekeerde dividenden. Op de bijlage zijn deze bedragen per overeenkomst
onder 'te ontvangen' weergegeven.
5.5. Zoals overwogen is in het vonnis van 27 april
2007 onder de rechtsoverwegingen 10.7 - 10.9 brengt de vernietiging van de
lease-overeenkomst niet met zich dat ook de storting in het daarbij behorende
depot nietig is en uit dien hoofde gerestitueerd zou moeten worden. De
kantonrechter zal hierna derhalve nader onderzoeken ofde overige vorderingen van
[X] op de daarvoor aangevoerde (andere) gronden toewijsbaar zijn.
Aansprakelijkheid voor
tussenpersonen
5.6. Een effecteninstelling is aansprakelijk voor
gedragingen van een tussenpersoon, door wiens toedoen ιιn of meer overeenkomsten
als de onderhavige tot stand zijn gekomen. Het verweer van Dexia dat dit
anders is wordt derhalve verworpen.
Dwaling
5.7. [X] heeft uit de van Dexia c.q. van Spaar
Select ontvangen adviezen moeten en kunnen afleiden dat het depot aangewend zou
worden om te beleggen in een (effecten)fonds. Dij vragen daaromtrent had (ook)
van [X] enig nader onderzoek mogen worden verwacht. Voor zover [X] de
depotbelcgging onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken is
aangegaan, kan die onjuiste voorstelling derhalve niet tot vernietiging van de
overeenkomst wegens dwaling leiden. Dat laai de zorgplicht die Dexia overigens
had en die hierna aan de orde komt, onverlel.
Toepasselijkheid Nadere Regeling Toezicht
Effectenverkeer (NR)
5.8. Dexia was bij het aanbieden van het
onderhavige product gehouden aan de in de NR gecodificeerde zorgplicht. Het
verweer van Dexia dat de NR onverbindend is treft geen doel.
Nakoming zorgplicht
5.9. [X] heeft Dexia verweten dat Dexia te zijnen
opzichte de op haar rustende zorgplicht niet is nagekomen onder meer doordat
Dexia niet of onvoldoende gewezen heeft op de risico's van het onderhavige
product. Het verweer van Dexia hiertegen dient als onvoldoende gemotiveerd en
onvoldoende feitelijk onderbouwd gepasseerd te worden, Dexia had haar afnemers
op niet mis te verstane wijze op die risico's dienen te wijzen. Door Dexia is
niet gesteld of aangetoond dat zij aan deze informatieverplichting voldaan
heeft. Dexia is derhalve aansprakelijk voor de als gevolg van dit tekortschieten
opgetreden nadelige gevolgen.
Omvang en toerekening van het
depotnadeel
5.10. In aanmerking genomen dat Dexia reeds alle ter
zake van de lease-overeenkomsten verrichte betalingen - waaronder dus ook de
maandtermijnen die uit het depot betaald zijn -dient te restitueren, resteren
voor [X] nog de volgende nadelen met betrekking tot het
depot:
I. het waardeverlies van het fonds waarin het depot
belegd is.
II. de financieringskosten van het depot (de aan de
hypotheekbank betaalde rente en hypotheekkosten).
5.11. Bij de verdeling van het nadeel wordt onderscheid
gemaakt tussen deze verschillende componenten. Daarbij speelt niet slechts een
rol in welke mate het nadeel aan ieder van partijen is toe te rekenen, maar
eveneens in hoeverre de toegekende vergoeding per onderdeel passend is in het
totaal van de aan [X] toegekende vergoeding.
5.12. Op deze basis oordeelt de kantonrechter naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid dat het onder I bedoelde
waardeverlies voor 100% VOOrrekening van Dexia behoort ie komen. Voorts oordeelt
de kantonrechter dat de onder II genoemde kosten geheel voor rekening van I.eker
dienen te blijven, zodat dit gedeelte van de vordering afgewezen dient te
worden.
Dexia dient derhalve niet alleen het onder 5.4 genoemde saldo van de
betalingen ter zake van de lease-overeenkomsten aan [X] te restitueren, maar ook
hetgeen l.ekcr meer in het depot heeft ingelegd dan aan leasetermijnen uit het
depot beschikbaar is gekomen (de waardedaling van het depot). Dit komt er op
neer dat [X] ter zake van het depot van Dexia dient terug te krijgen 30.857,56
- 10.395,67 - fe' 10.782,78 = 9679,11).
Wettelijke rente
5.13. De gevorderde wettelijke rente is als volgt
loewijsbaar:
a. - voor lease-overeenkomst
I: over 2.314.38, zijnde het bedrag dat [X] betaald had op het moment dal
de door [Y] in haar onder 1.10 bedoelde brief genoemde betalingstermijn
verstreek, vanaf dat moment tot de voldoening;
en over de 23 daarna nog door
[X] betaalde termijnen van 68,07. telkens te rekenen vanaf het moment van
betaling tot de voldoening;
- voor
lease-overeenkomst II: over het in 5.4 bedoelde saldo van de door Dexia
te restitueren betalingen ( 1.332.44), vanaf het moment dat Dexia met de
terugbetaling in verzuim was. zijnde het moment waarop de door [Y] in haar onder
1.10 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, tot de
voldoening:
- voor lease-overeenkomst III:
over het in 5.4 bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen (
23.767,35), vanaf het moment dat Dexia met de terugbetaling in verzuim was,
zijnde het moment waarop de door [Y] in haar onder 1.10 bedoelde brief genoemde
betalingstermijn verstreek, tot de voldoening
b. over het onder
5.15 sub I bedoelde waardeverlies vanaf de datum gelegen halverwege het moment
waarop het depotbedrag is betaald en het moment waarop het depot (voortijdig)
uitgeput was, tot de voldoening.
Bij de bepaling van dit moment is in
aanmerking genomen dat bezwaarlijk is vast te stellen op welk(e) exacte
moment(en) tussen storting van het depot en uitputting daarvan het waardeverlies
is ontstaan. Nu bij de dagvaarding productie 9 ontbreek! en [X] verzuimd heeft
bij akte terzake nadere informatie te verstrekken zal, gelet op de wel
voorhanden zijnde gegevens, dat moment worden bepaald op 1 februari
2002.
BKR-registratie
5.14. Nu [X] ingevolge dit vonnis geen
betalingsverplichtingen jegens Dexia meer zal hebben, zal de vordering met
betrekking tot de BKR-registratie als na te melden worden toegewezen, met dien
verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd.
5.15. De overige stellingen van partijen behoeven geen
behandeling meer,
Proceskosten
5.16. Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexia
te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.17. Er is bij afweging van de belangen van beide
partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet
uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.18. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen
geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhouding.
Beslissing
De kantonrechter:
I. verklaart voor recht dat de
lease-overeenkomsten zijn gesloten zonder de vereiste toestemming van [Y] en dat
door [Y] terecht een beroep op vernietiging is gedaan, zodat de
lease-overeenkomsten nietig zijn;
II. veroordeelt Dexia aan [X] te
voldoen:
voor lease-overeenkomst I: 3.879.99, te vermeerderen met de
wettelijke rente over 2.314.38 vanaf 3 september 2003 tot de voldoening,
alsmede over ieder van de 23 na 3 september 2003 nog door [X] aan Dexia belaalde
termijnen van 6 68,07. telkens te rekenen vanaf het moment van betaling tot de
voldoening:
voor lease-overeenkomst II: 1.332.44. te vermeerderen met de
wettelijke renle daarover vanaf 3 september 2003 tot de voldoening.
voor
lease-overeenkomst III: 23.767,35, te vermeerderen met de wettelijke rente
daarover vanaf 3 september 2003 tot de voldoening;
voor het depot: 6 9.679,1
1. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf I februari 2002;
III. veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na
betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel te berichten
dat [X] geen verplichtingen uit de leaseovereenkomsten meer heeft, op straffe
van een dwangsom van 100,- voor elke dag dal Dexia niet aan deze veroordeling
voldoet, tot een maximum van 10.000.-.
IV. veroordeelt Dexia in de kosten van het
geding, tot deze uitspraak begroot op:
- voor verschuldigd
griffierecht
196,00
- voor het exploot van
dagvaarding
84,87
- voor salaris van
gemachtigde
900,00
In
totaal:
1.180,87
ιιn en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW;
V. verklaart deze veroordelingen
uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst het meer of anders gevorderde
af;
Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2008 in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL