Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk        : DX 06-3494
Datum          : 27 juni 2007
573
 
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
 

[X]
wonende te [woonplaats]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
nader te noemen Afneemster
gemachtigde: mr. P.A. Aan de Kerk
 
tegen:
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
nader te noemen Dexia
gemachtigde: mr. G.P. Roth
 

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
 
Na het tussenvonnis van 7 februari 2007 heeft Afneemster een akte genomen met bewijsstukken. Dexia heeft een antwoord akte genomen met bewijsstukken, waarna Afneemster zich nog bij akte heeft uitgelaten. Daarna is vonnis bepaald.
 

GRONDEN VAN DE BESLISSING
 
In conventie en reconventie
 
1.  Uit de door partijen na het tussenvonnis nog gewisselde processtukken blijkt dat partijen het eens zijn over de bedragen van de inleg in het depot, de buiten het depot om nog door Afneemster betaalde maandtermijnen en de restschulden op de beide lease-overeenkomsten.
 
2.  Dat betekent dat de door Dexia aan Afheemster te betalen vergoeding als volgt bepaald kan worden op basis van de in het tussenvonnis genoemde uitgangspunten. Deze uitgangspunten wijken weliswaar enigszins af van de door de rechtbank in een aantal vonnissen van 27 april 2007 vermelde algemene uitgangspunten voor de nadeelstoerekening in dit soort zaken, maar dat geeft de rechtbank niet de vrijheid om thans anders te beslissen dan in het tussenvonnis is vastgelegd:
 
Inleg (storting in depot) € 54.453,63 a 85% is                  € 46.285,59
Buiten depot betaalde maandtermijnen € 16.374,- a 85% is € 13.917,90
                                                                                € 60.203,49
Af: restschulden € 8.722,64 + € 8.267,81- € 16.990,45
a 50% is                                                                    €   8.495,22
                                             subtotaal:                     € 51.708,27
 
3.  Op dit subtotaal dienen nog de door Afneemster ontvangen dividenden in mindering te worden gebracht. Volgens Dexia gaat het daarbij om € 2.387,44 maar Afneemster erkent slechts € 1.163,76 aan dividenden te hebben ontvangen.
Dexia heeft een door haar getekende staat uit haar administratie overgelegd waarin voor contractno. [nummer] onder meer is vermeld welke dividenden voor welke aandelenfondsen op welke data betaalbaar zijn gesteld en of deze zijn verrekend of daadwerkelijk zijn uitbetaald (in totaal € 2.387,44).
Dexia beroept zich op artikel 11 van haar algemene voorwaarden waarin is bepaald dat een door de bank getekend uittreksel uit haar administratie tot volledig bewijs strekt, behoudens door de cliënt geleverd tegenbewijs.
 
4.  Het standpunt van Dexia zal als juist aanvaard worden. In het licht van de door Dexia verstrekte specificatie van de uitbetaalde dividenden kon Afneemster niet volstaan met een betwisting van het eindtotaal, doch had zij per post dienen aan te geven welke uitkeringen door haar betwist worden. Nu zij dat heeft nagelaten heeft Afneemster de specificatie van Dexia onvoldoende gemotiveerd weerlegd, zodat deze voor juist gehouden moet worden. Op het onder 2 genoemde subtotaal van € 51.708,27 strekt derhalve € 2.387,44 in mindering, zodat € 49.320,83 resteert en toewijsbaar is.
 
5.  De wettelijke rente is als zodanig niet betwist en is zoals gevorderd toewijsbaar met ingang van de dag der dagvaarding, derhalve 23 november 2005.
 
6.  De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar tot een bedrag van €1.500,00.
 
7.  Nu uit het tussenvonnis onder 18 en uit dit vonnis volgt dat Afneemster geen financiële verplichtingen meer jegens Dexia zal hebben, dient Dexia te worden veroordeeld om binnen tien dagen na de datum van dit vonnis aan het Bureau Krediet Registratie te Tiel mededeling van deze uitspraak te doen en het BKR te verzoeken om de registratie van Afneemster te beëindigen.
 
8.  De vordering van Dexia in reconventie is voor het toewijsbare gedeelte reeds in conventie verrekend en dient voor het overige te worden afgewezen.
 
9.  Dexia dient als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zowel in conventie als in reconventie in de proceskosten te worden veroordeeld.
 
BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
in conventie:
 
-   veroordeelt Dexia om aan Ameemster te betalen € 49.320,83 te vermeerderen met de wettelijke rente sedert 23 november 2005 tot de dag der voldoening, alsmede € 1.500,00 voor buitengerechtelijke incassokosten;
 
-   veroordeelt Dexia om aan het Bureau Krediet Registratie te Tiel binnen tien dagen na heden de mededelingen te doen zoals hierboven onder 7 weergegeven;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde;
 
in reconventie:
 
-   wijst het gevorderde af;
 
in conventie en in reconventie:
 
-   veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van Afneemster gevallen, tot op heden begroot op:
 
-   voor verschuldigd griffierecht                       €        103,00
-   voor het exploot van dagvaarding                 €          85,60
-   voor salaris van gemachtigde                       €      2.100,00
 
In totaal:                                                     €       2.288,60
één en ander, voorzover verschuldigd, inclusief BTW;
 
-   verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
 
Aldus gewezen door mr J.R. Branbergen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL