Partijen hebben vervolgens ieder nog twee aktes
genomen.
Het vonnis is (nader) bepaald op heden.
OVERWEGINGEN in conventie en in
reconventie
De verdere beoordeling
1. De inhoud van het vonnis van
7 februari 2008 moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd en
de daarvan deel uitmakende overwegingen worden
gehandhaafd.
2. Op de comparatie die
vervolgens heeft plaatsgevonden zijn de financiële gegevens met betrekking
tot de onderhavige overeenkomst en de persoonlijke
financiële omstandigheden van [X] aan de orde gekomen. Over de financiële omstandigheden en over het
vast te stellen nadeel hebben partijen zich vervolgens nog bij akte uitgelaten.
3. Naar het oordeel van de
kantonrechter beschikt zij thans over voldoende gegevens om het nadeel en
de betalingsverplichting (van Dexia dan wel [X]) te
kunnen vaststellen.
Daartoe wordt het volgende
overwogen.
4. In een geval als het
onderhavige moet naar het oordeel van de kantonrechter onder het nadeel worden
verstaan het totaalbedrag van alle volgens de overeenkomst verschuldigde
maandelijkse termijnen gedurende de looptijd van de lease-overeenkomst, te
vermeerderen met het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom van de geldlening
en te verminderen met de opbrengst van de geleasede effecten en met de aan de
afnemer uitgekeerde dividenden.
5. Dexia heeft, onder
verwijzing naar een aantal arresten, nog betoogd dat bij het berekenen van het
nadeel geen rekening moet worden met de betaalde rente. De kantonrechter volgt
Dexia daarin niet. De lening, waarvan de rente het gevolg is, is namelijk
onlosmakelijk verbonden met de onderhavige lease-overeenkomsten. Zonder deze
overeenkomsten zou er geen sprake zijn van een lening en dus evenmin van rente.
Gesteld noch gebleken is dat Dexia [X] voldoende heeft gewaarschuwd voor de
mogelijkheid dat de over de lening te betalen rente met de opbrengst van de
belegging niet zal worden terugverdiend en dus verloren zal gaan of dat zij
heeft geverifieerd dat [X] zich van deze mogelijkheid bewust was. Dat [X] wist
althans had kunnen weten dat er sprake was van geleend geld, maakt niet dat hij
het risico van het verloren gaan van de rente zonder meer had kunnen of behoren
te begrijpen. De rente dient daarom in beginsel als nadelig gevolg van het aan
Dexia verweten handelen in aanmerking te worden genomen bij de vaststelling van
het totale nadeel.
6. Op grond van de ter beschikking
staande en niet althans onvoldoende betwiste gegevens kan het nadeel als volgt
worden becijferd:
contractnummer contractnummer
74580667 74580668
- totaal
maandtermijnen
€
4.532,76
€ 4.532,76
- niet afgeloste deel
geldlening
€
24.002,22
€
24.002,22
€
28.534,98
€ 28.534,98
- opbrengst
effecten
€
10.587,84
€ 10.587,84
-
dividenden
€
287,70
€ 287,70
nadeel
€
17.659,44
€ 17.659,44
Het totale nadeel bedraagt daarom op €
35.318,88.
7. Met betrekking tot het door de
kantonrechter in Amsterdam ontwikkelde categoriemodel geldt dat op grond
van de door [X] verstrekte en door Dexia niet althans onvoldoende betwiste
gegevens van de volgende financiële en persoonlijke omstandigheden van [X]
kan worden uitgegaan:
- beleggingservaring: geen
-
vermogen: geen of nagenoeg geen
- inkomen: een netto gezinsinkomen van
meer € 15.000,00 per jaar maar minder dan 2/3 deel
deel van de
totale leasesom
- opleiding: de Mavo, gevolgd door een studie
Middelbaar laboratorium onderwijs en een aantal
ICT
opleidingen
- voor beleggen relevante beroepservaring:geen
[X] valt daarom in catgorie 2. Alle relevante
feiten en omstandigheden in aanmerking genomen
acht de kantonrechter het
redelijk dat 65% van het hiervoor becijferde nadeel voor rekening
van Dexia
komt. Ten laste van [X] komt daarom € 12.361,61 (35% van
€35.318,88)
8. Uit de processtukken volgt
dat [X] in totaal € 9.265,52 aan Dexia heeft betaald (de maandtermijnen (2 x €
4.532,76) en nog een bedrag van € 200,00). Van andere betalingen is niet
gebleken. Dexia heeft € 575,40 aan dividenden uitgekeerd dan wel verrekend. Dat
bedrag moet in mindering worden gebracht op het door [X] betaalde bedrag. [X]
moet daarom nog € 3.671,49 (€ 12.361,61 - (€ 9.265,52 - € 575,40)) aan Dexia
betalen.
9. Nu de door Dexia gevorderde
hoofdsom gedeeltelijk wordt toegewezen, komt een evenredig deel van de
gevorderde rente voor toewijzing in aanmerking, zodat € 216,11 zal worden
toegewezen.
10. Onvoldoende is gebleken dat in het
incassotraject buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht anders dan ter
voorbereiding van de processtukken en instructie van de zaak. De gevorderde
buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
11. Op grond van het voorgaande is de
conventionele vordering van Dexia toewijsbaar tot een bedrag van € 3.887,60
vermeerderd met rente en zal de reconventionele vordering van [X] worden
afgewezen.
12. Gelet op de uitkomst van de procedure
zullen de proceskosten in conventie en in reconventie aldus worden gecompenseerd
dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie en in
reconventie
veroordeelt [X] om tegen kwijting aan Dexia te
betalen € 3.887,60 vermeerdeid met de contractuele rente ad 0,96% per maand over
€ 3.671,49 vanaf 22 september 2003 tot de dag der algehele
voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij
voorraad;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere
partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders
gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.R. van
Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op 9 oktober
2008 uitgesproken ter openbare
terechtzitting in aanwezigheid van de
griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL