Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

VONNIS
 
RECHTBANK MAASTRICHT
 
Sector Kanton
 
Locatie Maastricht
 
zaakno:166142 CV EXPL 04-2328
typ:
coll:
 
Vonnis d.d. 27 april 2005
 
Inzake:
 
DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiserende partij in conventie, gedaagde partij in reconvenûe.
gemachtigde
 
tegen:
 
[X] en diens echtgenote
gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie,
gemachtigde
rolgemachtigde
 
VERLOOP VAN DE PROCEDURE:
 

Partijen hebben na het vonnis van 10 november 2004, waarmee [X] is
toegestaan tussen te komen in de procedure tussen Dexia en haar echtgenoot, nog de
volgende processtukken ingediend:
- conclusies van antwoord in conventie/eis in reconventie,
- conclusie van repliek tevens akte voorwaardelijke wijziging van eis in conventie/
  antwoord in reconventie,
- conclusies van dupliek in conventie/repliek in reconventie,
- conclusie van dupliek in reconventie
 
De inhoud van voormelde stukken en daarbij gevoegde producties geldt als hier herhaald.
 
Nadat op een verzoek van Dexia de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden door [X] afwijzend
was gereageerd, is vonnis bepaald waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.
 
MOTIVERING VAN DE BESLISSING:
 
in conventie en reconventie:
 
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist staat tussen partijen vast
 
Op of omstreeks 5 september 2000 heeft [X] met de rechtsvoorgangster van
Dexia, Bank Labouchère NV h.o.d.n. Legio-Lease (hierna: de bank) een schriftelijke
overeenkomst gesloten genaamd winstverdriedubbelaar genummerd ...... met
betrekking tot door de bank op 4 september 2000 gekochte aandelen ABN Amro, Ahold en
ING alsmede een tweetal door de bank nog te kopen pakketten aandelen ABN Amro, Ahold
en ING. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 36 maanden, te rekenen vanaf de
eerste aankoopdag van de aandelen.
 
In de overeenkomst is bepaald dat [X] de aandelen van de bank least legen een
leasesom van f 52.688,85. Op grond van artikel 3 van de overeenkomst is deze leasesom als
volgt verschuldigd:
-  36 gelijke opvolgende maandtermijnen van f 253,82, voor het eerst te voldoen op of
   omstreeks de 1e van de maand volgend op de eerste aankoopdag van de aandelen;
-  op of omstreeks de 35e maand f 100.=;
-  aan het einde van de.lease-overeenkomst het restant van f 43.451,22. Daarbij is bepaald
   dat dit restant in principe wordt verrekend met de verkoopopbrengst van de aandelen.
 
Voorts is in de overeenkomst onder andere bepaald:
5. Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-
overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd
is of zal worden, is lessee automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden
geworden.
8. Aan het einde van de looptijd heeft lessee het recht deze lease-overeenkomst te verlengen
voor een periode van 36 maanden. Verlenging geschiedt op basis van maandtermijnen tegen
de alsdan bij Legio-Lease geldende condities. Vanaf 1 jaar na deze verlenging kan lessee
deze lease-overeenkomst dagelijks en zonder kosten beëindigen
.
 
Voormelde op de overeenkomst toepasselijke bijzondere voorwaarden bepalen onder meer:
2. Legio-Lease en lessee komen overeen dat het eigendom van de waarden op lessee
overgaat door vervulling van de opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn
verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan. Teneinde te bewerkstelligen
dat lessee alsdan van rechtswege eigenaar van de waarden wordt, worden de in de
overeenkomst genoemde waarden voorwaardelijk overgedragen aan lessee en wel onder de
opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de
overeenkomst heeft voldaan. Deze voorwaardelijke overdracht geschiedt doordat genoemde
waarden onverwijld na verkrijging ervan door Legio-Lease ten name van lessee worden
bijgeschreven in de administratie van Bank Labouchère, overeenkomstig artikel 17 van de
Wge, ter uitvoering van de in de eerste zin van dit artikel omschreven verbintenis tot
voorwaardelijke overdracht. Legio-Lease behoudt het eigendom van de waarde totdat
lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan en blijft als
zodanig bevoegd over de waarden te beschikken zonder dat dit ten nadele van lessee werkt
(..)
 
3. Alle baten en waardeveranderingen van de waarden komen lessee toe. (...)
10. Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zullen de
waarden aan de lessee worden uitgeleverd, tenzij lesee alsdan meedeelt de voorkeur te
geven aan verkoop van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio-Lease
aan lessee worden uitbetaald, Verkoop vindt zo spoedig mogelijk na opdracht daartoe
plaats.
 
Tentijde van het sluiten van de lease-overeenkomyst was [X] gehuwd met zijn
echtgenote [X]-........ Zij heeft noch de overeenkomst
(mede)ondertekend noch hiermee schriftelijk ingestemd en bij brief van haar raadsman van
11 februari 2003 buitengerechtelijk een beroep op de vernietigbaarheid van de
overeenkomst gedaan. Dexia heeft meegedeeld dit beroep niet te aanvaarden.
 
Naar aanleiding van de verkoop van de effecten heeft [X] van Dexia een
eindafrekening ontvangen, die resulteert in een alsnog door hem te betalen bedrag van
€ 11.283,47.
 
2. Het standpunt van Dexia:
 
In conventie vordert Dexia veroordeling van [X] bij vonnis, uitvoerbaar bij
voorraad, tot betaling van de eindafrekening van € 11.283,47, vermeerderd met de
contractuele rente van 0,96% per maand over de periode vanaf 4 september 2003 tot en met
26 februari 2004 ad € 638,72, vermeerderd met de contractuele, althans de wettelijke, rente
over een bedrag van € 11.283,47 vanaf 27 februari 2004 en € 928,80 aan incassokosten.
 
Voor het geval de primaire en/of subsidiare vordering in reconventie van [X]
wordt toegewezen vordert Dexîa bij wege van eisvermeerdering tevens zijn veroordeling bij
vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen de
aankoopwaarde van de in artikel 1 van de overeenkomst genoemde effecten minus de waarde
van bedoelde effecten op de datum van gehele of gedeeltelijke vernietiging of ontbinding van
de overeenkomst althans de datum van de verkoop van deze effecten.
 
In reconventie concludeert Dexia tot afwijzing van de door [X] ingestelde
vorderingen.
 
Voor de gronden van de vorderingen en van de verweren wordt verwezen naar de inleidende
dagvaarding en conclusies van repliek tevens akte voorwaardelijke wijziging van eis in
conventie/antwoord in reconventie alsmede dupliek in reconventie, waarop hierna voor
zoveel nodig wordt teruggekomen.
 
3 Het standpunt van [X]
 
In conventie stelt [X] dat hij niet gehouden is de restschuld te betalen, omdat:
-  de overeenkomst nietig is als gevolg van het bij brief van namens zijn echtgenote
   gedane buitengerechte1ijk beroep op de vemietigbaarheid hiervan althans
-  de overeenkomst in strijd is met bepalingen van de Wet op het consunentenkrediet
   (Wck).
Toewijzing van de bij wege van eisvermeerdering ingestelde voorwaardlijke vordering is
naar zijn mening niet aan de orde.
 
In reconventie vordert [X] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
-  primair op grond van de vcmietigingvan de overeenkomst veroordeling van Dexia om
   een bedrag van € 3.225,04 met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2003
   althans de dag der reconventie (8 december 2004) aan hemte betalen;
-  subsidiar te verklaren voor recht dat de lease-overeenkomst nietig is vanwege strijd met
   de Wck met veroordeling van Dexia tot bovenomschreven betaling;
-  (voorwaardelijk) nog meer subsidiair Dexia te veroordelen tot ongedaanmaking van de
   door haar reeds ontvangen prestaties en
-  om Dexia te veroordelen tot verwijdering van de meldingen betreffende de lease-
   overeenkomst bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel binnen vijf dagen na het
   vonnis op verbeurte van een dwangsom.
 
Voor de gronden van de vorderingen en de verweren wordt verwezen naar de conclusies van
antwoord in conventie/eis in reconventie en dupliek in conventie/repliek in reconventie,
waarop hierna voor zoveel nodig wordt teruggekoroen.
 
4 De beoordeling
 
4.1 Tegen de voorwaardelijke vermeerdering van eis heeft [X] geen bezwaar als
bedoeld in artikel 130 Rv gemaakt. Omdat de vermeerdering niet in strijd met de eisen van
een goede proccesorde wordt geoordeeld, is er geen reden deze ambtshalve buiten
beschouwing te laten.
 
4.2 Bij arresten van februari 2005 (www.recntspraak.nl LJN AS 4446, 4448 en 4449) heeft
het gerechtshof 's-Hertogenbosch in vergelijkbare geschillen beslist, kort samengevat, dat
een overeenkomst als sub 1 omschreven voldoet aan de vereisten voor koop, aan de overige
vereisten voor koop op afbetaling én aan de specifieke vereisten voor huurkoop, alsmede de
echtgenoot voor het aangaan hiervan op grond van artikel 1:88 lid 1 sub d jo lid 3 BW de
schriftelijke toestemming behoeft van de andere echtgenoot. Daarbij verdient aantekening
dat ook in de onderhavige zaak de kredietsom meer dan f 50.000,- bedraagt, zodat de
bepalingen betreffende koop op afbetaling en huurkoop inclusief de vormvereisten onverkort
van toepassing zijn. Kortheidshalve wordt naar deze uitspraken verwezen.
 
Dit oordeel met de daaraan ten grondslag gelegde motivering, ofschoon gegeven in het kader
van een incident en daarom als voorlopig aangemerkt, wordt hier overgenomen waarbij
wordt aangetekend dat blijkens deze arresten ook de in die procedures door partijen
aangevoerde argumenten overeenstemmen met de in de onderhavige procedure ingenomen
standpunten.
 
Tussen partijen staat vast dat de echtgenote van [X] de lease-overeenkomst noch
heeft (mede)ondertekend noch aan hem schriftelijke toestemming tot het sluiten daarvan
heeft gegeven. Nu gesteld noch gebleken is dat de aandelen kennelijk uitsluitend of
hoofdzakelijk ten behoeve van de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf strekken,
leidt dit tot de slotsom dat het beroep van zijn echtgenote op de vernietigingsgrond als
bedoeld in artikelen 88 lid 1 sub d jo 89 lid 1 BW doel treft en de lease-overeenkomst
sedertdien met terugwerkende kracht jegens een ieder - dus ook [X] - ,als nietig is
aan te merken.
 
Uitgangspunt is dan dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt hersteld in de staat,
waarin deze vóór het aangaan van de lease-overeenkomst was. [X] heeft daarom
in het kader daarvan zonder rechtsgrond € 3225,04 betaald, zodat hij krachtens artikel 6:203
leden 1 en 2 BW jegens Dexia aanspraak heeft op teruggave van een gelijk bedrag en voorts
niet tot verdere betalingen jegens haar gehouden is.
 
4.3 Aan de voorwaarde, waaronder de vermeerdering van eis is ingesteld, wordt aldus
voldaan zodat ook hierop dient te worden beslist.
 
Daargelaten of in dit geval wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 6:278
BW, verdragen de gevolgen van dat artikel zich niet met de bij artikel 6:88 BW beoogde
bescherming van de echtgenoot die geen partij was bij de overeenkomst en daarvoor
evenmin toestemming heeft gegeven. Dat pas een beroep op de nietigheid is gedaan nadat de
koesverliezen waren opgetreden, doet daaraan niet af nu deze verliezen behoren tot de
omstandigheden die aanleiding plegen te zijn voor een beroep op voormelde bescherming.
 
4.4 Bovenstaand leidt tot de slotsom dat in conventie de vorderingen behoren te worden
afgewezen en in reconventie de primaire vordering toewijsbaar is, zodat de overige
vorderingen en verweren in het midden kunnen worden gelaten.
 
4.5 De nevenvordering tot, kort gezegd, verwijdering van gegevens bij het BKR ligt voor
toewijzing gereed met dien verstande dat Dexia daarvoor een termijn van 14 dagen na
betekening van dit vonnis wordt verleend en de dwangsom zal worden gesteld op een bedrag
van € 250,= per dag met een maximum van € 10.000,=.
 
4.6 Dexia dient als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en
reconventie te worden veroordeeld. In het incident zullen de kosten worden gecompenseerd.
 

BESLISSING:
 
in conventie:
 
wijst de vordering af.
 
veroordeelt Dexia in de aan de zijde van [X] gerezen proceskosten welke
proceskosten worden begroot op € 540,= als salaris gemachtigde;
 
Compenseert de proceskosten overigens zo dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
 
In reconventie:
 
veroordeeltDexia om tegen bewijs van kwijting aan [X] een bedrag van
€ 3.225,04 te betalen vermerrderd met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2003
tot de dag van voldoening;
 
veroordeelt voorts Dexia om binnen een termijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis
gegevens terzake de in geding zijnde lease-overeenkomst bij het BKR te (doen) verwijderen
op verbeurte van een dwangsom van € 250,= per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat
Dexia in gebreke is aan deze veroordeling te voldoen, dit met een maximum van € 10.000,=;
 
veroordeelt Dexia in de aan de zijde van [X] gerezen proceskosten, welke worden begroot op
€ 225,= aan salaris gemachtigde;
 
compenseert de proceskosten overigens zo dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
 
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
 
wijst af het meer of anders gevorderde
 

Aldus gewezen door mr. - - - - , kantonrechter en op 27 april 2005 uitgesproken
ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL