Partijen hebben na het
vonnis van 10 november 2004, waarmee [X] is
toegestaan tussen te komen in de
procedure tussen Dexia en haar echtgenoot, nog de
volgende processtukken
ingediend:
- conclusies van antwoord in conventie/eis in reconventie,
-
conclusie van repliek tevens akte voorwaardelijke wijziging van eis in
conventie/
antwoord in reconventie,
- conclusies van dupliek in
conventie/repliek in reconventie,
- conclusie van dupliek in
reconventie
De inhoud van voormelde stukken en daarbij gevoegde
producties geldt als hier herhaald.
Nadat op een verzoek van Dexia de zaak voor onbepaalde
tijd aan te houden door [X] afwijzend
was gereageerd, is vonnis bepaald
waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.
MOTIVERING VAN DE
BESLISSING:
in conventie en
reconventie:
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of
onvoldoende betwist staat tussen partijen vast
Op of omstreeks 5 september 2000 heeft [X] met de
rechtsvoorgangster van
Dexia, Bank Labouchère NV h.o.d.n. Legio-Lease
(hierna: de bank) een schriftelijke
overeenkomst gesloten genaamd
winstverdriedubbelaar genummerd ...... met
betrekking tot door de bank op 4
september 2000 gekochte aandelen ABN Amro, Ahold en
ING alsmede een tweetal
door de bank nog te kopen pakketten aandelen ABN Amro, Ahold
en ING. De
overeenkomst is aangegaan voor de duur van 36 maanden, te rekenen vanaf
de
eerste aankoopdag van de aandelen.
In de overeenkomst is bepaald dat [X] de aandelen van de
bank least legen een
leasesom van f 52.688,85. Op grond van artikel 3 van de
overeenkomst is deze leasesom als
volgt verschuldigd:
- 36 gelijke
opvolgende maandtermijnen van f 253,82, voor het eerst te voldoen op
of
omstreeks de 1e van de maand volgend op de eerste aankoopdag
van de aandelen;
- op of omstreeks de 35e maand f 100.=;
- aan
het einde van de.lease-overeenkomst het restant van f 43.451,22. Daarbij is
bepaald
dat dit restant in principe wordt verrekend met de
verkoopopbrengst van de aandelen.
Voorts is in de overeenkomst onder andere
bepaald:
5. Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij
haar krachtens deze lease-
overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere
Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd
is of zal worden, is lessee
automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden
geworden.
8. Aan het
einde van de looptijd heeft lessee het recht deze lease-overeenkomst te
verlengen
voor een periode van 36 maanden. Verlenging geschiedt op basis van
maandtermijnen tegen
de alsdan bij Legio-Lease geldende condities. Vanaf 1
jaar na deze verlenging kan lessee
deze lease-overeenkomst dagelijks en
zonder kosten beëindigen.
Voormelde op de overeenkomst toepasselijke bijzondere
voorwaarden bepalen onder meer:
2. Legio-Lease en lessee komen overeen
dat het eigendom van de waarden op lessee
overgaat door vervulling van de
opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn
verplichtingen uit hoofde van
de overeenkomst heeft voldaan. Teneinde te bewerkstelligen
dat lessee alsdan
van rechtswege eigenaar van de waarden wordt, worden de in de
overeenkomst
genoemde waarden voorwaardelijk overgedragen aan lessee en wel onder
de
opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde
van de
overeenkomst heeft voldaan. Deze voorwaardelijke overdracht geschiedt
doordat genoemde
waarden onverwijld na verkrijging ervan door Legio-Lease ten
name van lessee worden
bijgeschreven in de administratie van Bank Labouchère,
overeenkomstig artikel 17 van de
Wge, ter uitvoering van de in de eerste zin
van dit artikel omschreven verbintenis tot
voorwaardelijke overdracht.
Legio-Lease behoudt het eigendom van de waarde totdat
lessee aan al zijn
verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan en blijft
als
zodanig bevoegd over de waarden te beschikken zonder dat dit ten nadele
van lessee werkt
(..)
3. Alle baten en waardeveranderingen van de waarden
komen lessee toe. (...)
10. Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de
overeenkomst heeft voldaan, zullen de
waarden aan de lessee worden
uitgeleverd, tenzij lesee alsdan meedeelt de voorkeur te
geven aan verkoop
van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio-Lease
aan
lessee worden uitbetaald, Verkoop vindt zo spoedig mogelijk na opdracht
daartoe
plaats.
Tentijde van het sluiten van de lease-overeenkomyst was
[X] gehuwd met zijn
echtgenote [X]-........ Zij heeft noch de
overeenkomst
(mede)ondertekend noch hiermee schriftelijk ingestemd en bij
brief van haar raadsman van
11 februari 2003 buitengerechtelijk een beroep op
de vernietigbaarheid van de
overeenkomst gedaan. Dexia heeft meegedeeld dit
beroep niet te aanvaarden.
Naar aanleiding van de verkoop van de effecten heeft [X]
van Dexia een
eindafrekening ontvangen, die resulteert in een alsnog door hem
te betalen bedrag van
€ 11.283,47.
2. Het standpunt van Dexia:
In conventie vordert Dexia veroordeling van [X] bij
vonnis, uitvoerbaar bij
voorraad, tot betaling van de eindafrekening van €
11.283,47, vermeerderd met de
contractuele rente van 0,96% per maand over de
periode vanaf 4 september 2003 tot en met
26 februari 2004 ad € 638,72,
vermeerderd met de contractuele, althans de wettelijke, rente
over een bedrag
van € 11.283,47 vanaf 27 februari 2004 en € 928,80 aan
incassokosten.
Voor het geval de primaire en/of subsidiare vordering in
reconventie van [X]
wordt toegewezen vordert Dexîa bij wege van
eisvermeerdering tevens zijn veroordeling bij
vonnis, uitvoerbaar bij
voorraad, tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil tussen
de
aankoopwaarde van de in artikel 1 van de overeenkomst genoemde effecten
minus de waarde
van bedoelde effecten op de datum van gehele of gedeeltelijke
vernietiging of ontbinding van
de overeenkomst althans de datum van de
verkoop van deze effecten.
In reconventie concludeert Dexia tot afwijzing van de
door [X] ingestelde
vorderingen.
Voor de gronden van de vorderingen en van de verweren
wordt verwezen naar de inleidende
dagvaarding en conclusies van repliek
tevens akte voorwaardelijke wijziging van eis in
conventie/antwoord in
reconventie alsmede dupliek in reconventie, waarop hierna voor
zoveel nodig
wordt teruggekomen.
3 Het standpunt van [X]
In conventie stelt [X] dat hij niet gehouden is de
restschuld te betalen, omdat:
- de overeenkomst nietig is als gevolg
van het bij brief van namens zijn echtgenote
gedane
buitengerechte1ijk beroep op de vemietigbaarheid hiervan althans
- de
overeenkomst in strijd is met bepalingen van de Wet op het
consunentenkrediet
(Wck).
Toewijzing van de bij wege van
eisvermeerdering ingestelde voorwaardlijke vordering is
naar zijn mening niet
aan de orde.
In reconventie vordert [X] bij vonnis, uitvoerbaar bij
voorraad,
- primair op grond van de vcmietigingvan de overeenkomst
veroordeling van Dexia om
een bedrag van € 3.225,04 met de
wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2003
althans de dag
der reconventie (8 december 2004) aan hemte betalen;
- subsidiar te
verklaren voor recht dat de lease-overeenkomst nietig is vanwege strijd
met
de Wck met veroordeling van Dexia tot bovenomschreven
betaling;
- (voorwaardelijk) nog meer subsidiair Dexia te veroordelen
tot ongedaanmaking van de
door haar reeds ontvangen prestaties
en
- om Dexia te veroordelen tot verwijdering van de meldingen
betreffende de lease-
overeenkomst bij het Bureau Krediet
Registratie (BKR) te Tiel binnen vijf dagen na het
vonnis op
verbeurte van een dwangsom.
Voor de gronden van de vorderingen en de verweren wordt
verwezen naar de conclusies van
antwoord in conventie/eis in reconventie en
dupliek in conventie/repliek in reconventie,
waarop hierna voor zoveel nodig
wordt teruggekoroen.
4 De beoordeling
4.1 Tegen de voorwaardelijke vermeerdering van eis heeft
[X] geen bezwaar als
bedoeld in artikel 130 Rv gemaakt. Omdat de
vermeerdering niet in strijd met de eisen van
een goede proccesorde wordt
geoordeeld, is er geen reden deze ambtshalve buiten
beschouwing te
laten.
4.2 Bij arresten van februari 2005 (www.recntspraak.nl LJN AS 4446, 4448
en 4449) heeft
het gerechtshof 's-Hertogenbosch in vergelijkbare geschillen
beslist, kort samengevat, dat
een overeenkomst als sub 1 omschreven voldoet
aan de vereisten voor koop, aan de overige
vereisten voor koop op afbetaling
én aan de specifieke vereisten voor huurkoop, alsmede de
echtgenoot voor het
aangaan hiervan op grond van artikel 1:88 lid 1 sub d jo lid 3 BW
de
schriftelijke toestemming behoeft van de andere echtgenoot. Daarbij
verdient aantekening
dat ook in de onderhavige zaak de kredietsom meer dan f
50.000,- bedraagt, zodat de
bepalingen betreffende koop op afbetaling en
huurkoop inclusief de vormvereisten onverkort
van toepassing zijn.
Kortheidshalve wordt naar deze uitspraken verwezen.
Dit oordeel met de daaraan ten grondslag gelegde
motivering, ofschoon gegeven in het kader
van een incident en daarom als
voorlopig aangemerkt, wordt hier overgenomen waarbij
wordt aangetekend dat
blijkens deze arresten ook de in die procedures door partijen
aangevoerde
argumenten overeenstemmen met de in de onderhavige procedure
ingenomen
standpunten.
Tussen partijen staat vast dat de echtgenote van [X] de
lease-overeenkomst noch
heeft (mede)ondertekend noch aan hem schriftelijke
toestemming tot het sluiten daarvan
heeft gegeven. Nu gesteld noch gebleken
is dat de aandelen kennelijk uitsluitend of
hoofdzakelijk ten behoeve van de
normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf strekken,
leidt dit tot de
slotsom dat het beroep van zijn echtgenote op de vernietigingsgrond
als
bedoeld in artikelen 88 lid 1 sub d jo 89 lid 1 BW doel treft en de
lease-overeenkomst
sedertdien met terugwerkende kracht jegens een ieder - dus
ook [X] - ,als nietig is
aan te merken.
Uitgangspunt is dan dat de rechtsverhouding tussen
partijen wordt hersteld in de staat,
waarin deze vóór het aangaan van de
lease-overeenkomst was. [X] heeft daarom
in het kader daarvan zonder
rechtsgrond € 3225,04 betaald, zodat hij krachtens artikel 6:203
leden 1 en 2
BW jegens Dexia aanspraak heeft op teruggave van een gelijk bedrag en
voorts
niet tot verdere betalingen jegens haar gehouden is.
4.3 Aan de voorwaarde, waaronder de vermeerdering van
eis is ingesteld, wordt aldus
voldaan zodat ook hierop dient te worden
beslist.
Daargelaten of in dit geval wordt voldaan aan de
voorwaarden als genoemd in artikel 6:278
BW, verdragen de gevolgen van dat
artikel zich niet met de bij artikel 6:88 BW beoogde
bescherming van de
echtgenoot die geen partij was bij de overeenkomst en daarvoor
evenmin
toestemming heeft gegeven. Dat pas een beroep op de nietigheid is gedaan nadat
de
koesverliezen waren opgetreden, doet daaraan niet af nu deze verliezen
behoren tot de
omstandigheden die aanleiding plegen te zijn voor een beroep
op voormelde bescherming.
4.4 Bovenstaand leidt tot de slotsom dat in conventie de
vorderingen behoren te worden
afgewezen en in reconventie de primaire
vordering toewijsbaar is, zodat de overige
vorderingen en verweren in het
midden kunnen worden gelaten.
4.5 De nevenvordering tot, kort gezegd, verwijdering van
gegevens bij het BKR ligt voor
toewijzing gereed met dien verstande dat Dexia
daarvoor een termijn van 14 dagen na
betekening van dit vonnis wordt verleend
en de dwangsom zal worden gesteld op een bedrag
van € 250,= per dag met een
maximum van € 10.000,=.
4.6 Dexia dient als in het ongelijk gestelde partij in
de proceskosten in conventie en
reconventie te worden veroordeeld. In het
incident zullen de kosten worden gecompenseerd.
BESLISSING:
in conventie:
wijst de vordering af.
veroordeelt Dexia in de aan de zijde van [X] gerezen
proceskosten welke
proceskosten worden begroot op € 540,= als salaris
gemachtigde;
Compenseert de proceskosten overigens zo dat iedere
partij haar eigen kosten draagt.
In reconventie:
veroordeeltDexia om tegen bewijs van kwijting aan [X]
een bedrag van
€ 3.225,04 te betalen vermerrderd met de wettelijke rente
hierover vanaf 21 februari 2003
tot de dag van voldoening;
veroordeelt voorts Dexia om binnen een termijn van 14
dagen na betekening van dit vonnis
gegevens terzake de in geding zijnde
lease-overeenkomst bij het BKR te (doen) verwijderen
op verbeurte van een
dwangsom van € 250,= per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat
Dexia in
gebreke is aan deze veroordeling te voldoen, dit met een maximum van €
10.000,=;
veroordeelt Dexia in de aan de zijde van [X] gerezen
proceskosten, welke worden begroot op
€ 225,= aan salaris
gemachtigde;
compenseert de proceskosten overigens zo dat iedere
partij haar eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij
voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde
Aldus gewezen door mr. - - - - , kantonrechter en op
27 april 2005 uitgesproken
ter openbare civiele terechtzitting in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL