Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

Rolnr. 3761333 CU EXPL 04-10415
FT
 
RECHTBANK UTRECHT
SECTOR KANTON, LOCATIE UTRECHT

Vonnis in de zaak van:
 
de naamloze vennootschap
DEXIA BANK NEDERLAND NV.,
gevestigd te Amsterdam.
verder ook te noemen: Dexia,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: E.M. de Rie, gerechtsdeurwaarder te Utrecht.
 
tegen:
 
[X],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen: [X],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. drs. K.S. Loilargosian, advocaat te Utrecht.
 
 
 
Verloop van de procedure
 
in conventie:
 
Dexia heeft een vordering ingesteld.
[X] heeft geantwoord op de vordering.
Dexia heeft voor repliek en [X] heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
 
in reconventie:
 
[X] heeft een tegeneis ingediend.
Dexia heeft geantwoord op de tegeneis.
[X] heeft voor repliek en Dexia heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
 

Motivering in conventie en in reconventie

1. Tussen partijen staan de volgende feiten vast.
 
a. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van de Bank Labouchere B.V. te
Amsterdam, tevens handelende onder de naam Legio,op haar beurt rechtsopvolgster
van LegioLease B.V.,welke vennootschappen hierna alle worden aangeduid als Dexia.
 
b. In juni 2000 heeft [X] met Dexia een overeenkomst gesloten onder de naam "Winst-
VerDriedubbelaar" (hierna: de overeenkomst). De overeenkomst heeft een looptijd van
36 maanden waarbij [X] van Dexia een door haar aangekocht pakket aandelen effecten
met een aankoop bedrag van € 39.006,45 least voor een leasesom van € 47.190,69. Deze
leasesom is opgebouwd uit het voormelde aankoopbedrag en een bedrag van € 8.184,24
aan rente. Op de overeenkomst zijn de "Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease" van
toepassing.
 
c. [X] diende volgens de overeenkomst de genoemde leasesom als volgt aan Dexia te
voldoen:
-  gedurende de looptijd van de overeenkomst elke maand, in het totaal dus 36 keer,
   een maandtermijn van € 227.34 op of omstreeks de le dag van iedere maand:
-  € 45,38 (f 100.--) op of omstreeks de 35e maand;
-  € 38.961.07 aan het einde van de overeenkomst, volgens de overeenkomst in principe
   te verrekenen met de verkoopopbrengst van de aandelen/effecten (in de overeenkomst
   ook "waarden" genoemd).
 
d. Artikel 5 van de overeenkomst luidt: "Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft
betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere
Vaanvaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee automatisch
en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden."
 
e. Bij brief van 5 februari 2003 heeft de echtgenote van [X], N.N.N.N. [X]-van ----,
zich beroepen op de vernietigbaarheid van de overeenkomst.
 
f. Dexia heeft aan het einde van de looptijd van de overeenkomst een eindafrekening
opgesteld, waarin is vermeld dat de opbrengst van de verkoop van de aandelen
€ 17.312,40 bedraagt en dat [X] een bedrag van € 21.921,39 aan haar dient te voldoen.
 
2. Dexia vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [X] veroor-
deelt om aan haar te betalen € 24.663,39, bestaande uit een na de eindafrekening open-
staande hoofdsom van € 21.921,39, gespecificeerde contractuele rente ad 0,96% per
maand hierover ten bedrage van € 1.554,00, alsmede buitengerechtelijke incassokosten
van € 1188,00, vermeerderd met de contractue)e rente, althans de wettelijke rente over
de hoofdsom vanaf 3 februari 2004 en de proceskosten. .
 
3. [X] voert verweer tegen de vordering van Dexia en concludeert tot afwijzing daar-
van.
 
4. In reconventie vordert [X] primair te verklaren voor recht dat de overeenkomst door
zijn echtgenoot buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel de overeenkomst alsnog te ver-
nietigen, alsmede Dexia te veroordelen € 7.956,88 te betalen, vermeerderd met de wette-
lijke rente vanaf de data van atboeking van die betaalde termijnen, dan wel vanaf de
datum van de vordering te weten 6 oktober 2004.
Subsidiair vordert [X] ontbinding van de overeenkomst wegens toerekenbare tekort-
koming van Dexia, met veroordeling in de door [X] geleden schade van € 32.620,27,
venneerderd met de wettelijke rente vanaf de data van afboeking van die over de reeds
betaalde termijnen.
 
5. Bij conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie heeft Dexia haar vor-
dering voorwaarddijk gewijzjgd, n die zin dat zij, indien (enig deel van) de vordering in
reconventie wordt toegewezen, met een beroep op artikel 6:278 Burgerlijk Wetboek (BW)
veroordeling van [X] vordert tot betaling van een bedrag gelijk aan het verschil lussen
de aankoopwaarde van de effecten verminderd met de waarde van de effecten op de
datum van vernietiging of ontbinding van de overeenkomst, althans de waarde op het
moment van verkoop.
 
6. [X] heeft, als verweer in conventie en als grondslag voor zijn primaire eis in recon-
ventie, aangevoerd dat de overeenkomst bij brief van 5 februari 2003 (productie 2 bij
conclusie van antwoord in conventie/ eis in reconventie) op grond van de artikelen 1:88
en 1:89 BW buitengerechtelijk is vernietigd door zijn echtgenote mevrouw [X]-van ----
wegens het ontbreken van haar toestemming.
Met betrekking tot dat standpunt overweegt de kantonrechter dat zij met [X] van oor-
deel is dat de onderhavige overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een overeen-
komst van koop op afbetaling als bedoeld in artikel 7A:1576 e.v. BW en dat voor het aan-
gaan van de overeenkomst dus de toestemming van de echtgenoot is vereist. De kanton-
rechter verwijst voor de motivering van dat oordeel naar het vonnis van de kantonrechter
te Amsterdam van 25 augustus 2004 in de zogenaamde Eegaleasezaak (LJN-nr.
AQ7412). De overwegingen in dat vonnis maakt de kantonrechter tot de hare en moeten
als hier herhaald en ingelast worden beschouwd. Kort gezegd voldoet de WinstVerDrie-
Dubbelaar aan alle eisen die artikel 7A:1576lid 1BW aan de overeenkomst van koop op
afbetaling stelt, namelijk betaling van de koopprijs in termijnen, waarvan er twee of
meer verschijnen nadat de verkochte zaak aan de koper is afgeleverd. De bescher-
mingsfunctie van het toestemmingsvereiste van de echtgenoot is van toepassing op de
gehele wettelijke regeling van koop op afbetaling, met inbegrip van de in art. 7A:1576 lid
5 BW bedoelde vermogensrechten zoal5 de onderhavige geleasde aandelen.
Dexia betwist bij conclusie van dupliek in reconventie bij gebrek aan wetenschap dat
sprake was van een huwelijk tussen [X] en mevrouw [X]-van ----. Naast het feit
dat dit verweer eerst bij de laatste conclusie, en dus tardief, wordt gevoerd, legt Dexia
geen enkel feit aan haar betwisting ten grondslag. Bovendien heeft [X] bij akte een ko-
pie van de hun huwelijksakte overgelegd. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Dat mevrouw [X]-van ---- niet de in casu wettelijk vereiste schriftelijke toestem-
ming heeft gegeven voor het aangaan van de overeenkomst, wordt door Dexia onvol-
doende gemotiveerd betwist en staat daarmee in rechte vast.
Mede om redenen van proceseconomie brengt een redelijk wetsuitleg met zich mee dat
het [X] vrijstaat bij wijze van verweer en in reconventie een beroep te doen op de
rechtsgeldige vernietiging door zijn echtgenote. De vernietiging treft immers rechtstreeks
de rechtsverhouding tussen [X] en Dexia.
Nu dit verweer slaagt, behoeven de overige verweren geen bespreking meer.
 
7. Gelet op het voorgaande komt de reconventionele vordering tot afgifte van een ver-
klaring voor recht dat de overeenkomst is vernietigd door de echtgenote van [X] voor
toewijzing in aanmerking. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechts-
handeling is verricht. De rechtsgrond die ten grondslag lag aan de door partijen ver-
richte prestaties is met terugwerkende kracht daaraan komen te vervallen. Hetgeen ter
uitvoering van de overeenkomst over en weer is betaald dient daarom als onverschuldigd
in beginsel te worden terugbetaaJd (art. 6:203 e.v. BW). Het uitgangspunt hierbij is
dat beide partijen hersteld dienen te worden in de situatie waarin zij zich bevonden ten
tijde van het sluiten van de overeenkomst. Dit uitgangspunt brengt mee dat de aangekochte
aandelen voor rekening van Dexia blijven en dat Dexia niets te vorderen hceft
van [X], nu de aankoopprijs van de aandelen gelijk is aan het ter beschikking gestelde
geldbedrag. Voorts dient Dexia de door [X] betaalde rente als onverschuldigd aan [X]
terug te betalen.
 
8. Het beroep van Dexia op toepassing van artikel 6:278 BW wordt verworpen. Daargelaten
of in dit geval wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in dat artikel, verdragen
de gevolgen van dat artikel zich niet met de door de wetgever beoogde bescherming
van de echtgenoot die geen partij was bij de overeenkomst en daarvoor evenmin
toestemming heeft gegeven. Dat mevrouw [X]-van ------ de vemietigbaarheid eerst
heeft ingeroepen nadat de koersverliezen waren opgetreden doet daar niet aan af, nu die
koersverliezen nu juist behoren tot het soort omstandigheden die aanleiding plegen te
zijn voor een beroep op de door de wetgever beoogde bescherming.
 
9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering in conventie moet worden
afgewezen. De vordering in reconventie is toewijsbaar als hierna vermeld.
 
10. Hetgeen partijen verder over en weer hebben gesteld kan niet tot een ander oordeel
leiden en behoeft daarom geen bespreking meer.
 
11. Dexia zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in conventie
en in reconventie worden veroordeeld.
 

Beslissing
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
wijst de vordering af;
veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, tot op heden aan de kant van [X] begroot
op € 820,00 aan salaris gemachtigde:
 
in reconventie,
 
verklaart voor recht dat de overeenkomst op de voet van artikel 1:89 BW is vernietigd;
 
veroordeelt Dexia om aan [X] tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van
€ 7.956.88, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de diverse data waarop de betalingen
door [X] zijn verricht tot de voldoening;
 
veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, tot op heden aan de kant van [X] begroot
op € 270,00 aan salaris gemachtigde:
 
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
 
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de proceskosten tussen partijen in dier voege dat iedere partij de eigen
kosten draagt.
 
Dit vonnis is gewezen door mr. C.L. Keijzer, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de
griffier bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2005.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL