Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

126236/HAZA 03-1889   RECHTBANK BREDA
 
30 juni 2004                    Sector Handelsrecht
 
                                    Enkelvoudige Kamer
 
VONNIS
 
in de zaak van:
de naamloze vennootschap DEXIA
BANK NEDERLAND N.V., rechtsopvolgster onder algemene
titel van BANK LABOUCHERE N.V., eveneens h.o.d.
LEGIO en op haar beurt rechtsopvolgster van LEGIO
LEASE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie bij dagvaarding van
30 oktober 2003,
verweerster in reconventie,
verweerster in het incident,
procureur: mr. N.Th. ter Haar Romeny,
 
tegen:
 
[X],
wonende te Tilburg,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
eiser in het incident,
procureur: mr. FJ.M. Raaijmakers.
 

1. Het verloop van het geding.
 
Dit blijkt uit de navolgende stukken:
-   de dagvaarding met 7 producties;
-   het extract uit het audiëntieblad van de rolzitting van 10 maart 2004, waaruit blijkt dat de
    zaak is verwezen naar de parkeerrol;
-  de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie" tevens
    incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
-  de conclusie van antwoord in het incident.
 
Partijen worden aangeduid als Dexia en [X].
 
2.  Het geschil in het incident.
 
[X] vordert bij incidentele conclusie dat de rechtbank Breda, sector Handelsrecht, zich bij
vonnis onbevoegd verklaart om van de vordering van Dexia kennis te nemen en dat de zaak
wordt verwezen naar de sector Kanton, locatie Tilburg.
 
Dexia refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
 

3.  De beoordeling van het incident.
 
3.1 In conventie vordert Dexia om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [X] te veroordelen
     om aan Dexia tegen behoorlijk bewij s van kwijting te betalen een bedrag van € 12.146,02,
     vermeerderd met de contractuele rente ad 0,96 % per maand, althans de wettelijke rente, over
     € 10.856,84 vanaf 9 september 2003 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling
     van [X] in de kosten van het geding.
 
3.2 Dexia baseert haar vordering op toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de
     overeenkomst van effectenlease (WinstVerDriedubbelaar). Zij stelt dat [X] niet aan zijn
     betalingsverplichting heeft voldaan.
 
3.3 In reconventie vordert [X] om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
   
- primair:
      te verklaren voor recht dat Dexia aansprakelijk is voor een toerekenbare
      tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen jegens [X] en/of
      onrechtmatig jegens [X] heeft gehandeld en Dexia te veroordelen tot
      vergoeding van de door [X] geleden en nog te lijden schade, nader op te
      maken bij staat, althans Dexia te veroordelen tot vergoeding van de in het petitum
      gespecificeerde schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der
      betalingen tot aan de dag der voldoening;
      subsidiair:
      te verklaren voor recht dat de overeenkomst nietig, althans vernietigbaar is en de
      overeenkomst alsdan te vernietigen;
    - Dexia te veroordelen in de kosten van de procedure.
 
3.4 Nu de incidentele conclusie is genomen vóór alle weren en op de dag voor het voordragen
     van verweer bepaald, kan [X] in zoverre in de vordering worden ontvangen.
 
3.5 Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en overgelegde producties
     wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
     - In mei 2000 hebben partijen een overeenkomst gesloten;
     - De artikelen 2, 3 en 5 van de overeenkomst luiden - voor zover hier van belang - als volgt:
     "2. Deze lease-overeenkomst wordt aangegaan voor een ononderbroken periode van 36 maanden, te
     rekenen vanaf de eerste aankoopdag van de waarden.
     3. De lease-bedraagt:
     a. het totaal van 36 gelijke maandtermijnen van f 250,30;
     b. een bedrag van f 100,- op of omstreeks de 35e maand;
     c. aan het einde van de lease-overeenkomst het restant van f 42.845,24. Dit restant wordt in principe
     verrekend met de verkoopopbrengst van de waarden.
     5. Zodra lessee al datgene aan Legio-heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en
     de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, is lessee
     automatisch en van rechtswege eigenaar van de waarden geworden. "
 
    - Art. 2 van de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease bepaalt:
 
    "Legio-Lease en lessee komen overeen dat het eigendom van de waarden op lessee overgaat door
    vervulling van de opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de
    overeenkomst heeft voldaan.
    Teneinde te bewerkstelligen dat lessee alsdan van rechtswege eigenaar van de waarden wordt, worden
    de in de overeenkomst genoemde waarden voorwaardelijk overgedragen aan lessee en wel onder de
    opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft
    voldaan. Deze voorwaardelijke overdracht geschiedt doordat genoemde waarden onverwijld na
    verkrijging ervan door Legio-Lease ten name van lessee worden bijgeschreven in de administratie van
    Bank Labouchere, overeenkomstig artikel 17 van de Wge, ter uitvoering van de in de eerste zin van dit
    artikel omschreven verbintenis tot voorwaardelijke overdracht. Legio-Lease behoudt het eigendom van
    de waarden totdat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan en
    blijft als zodanig bevoegd over de waarden te beschikken zonder dat dit ten nadele van lessee werkt.
    Lessee kan niet over de waarden beschikken, behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming
    van Legio. Legio draagt het risico van verloren gaan van deze waarden totdat deze eigendom van lessee
    zijn geworden."
 
3.6 [X] legt aan zijn incidentele vordering ten grondslag dat de sector Handelsrecht niet
     bevoegd is om van de vordering van Dexia kennis te nemen, aangezien deze betrekking heeft
     op een overeenkomst van huurkoop. fugevolge art. 93 sub c Rv behoort een dergelijk geschil
     tot de bevoegdheid van de sector Kanton.
 
3.7 Dexia weerspreekt de door [X] genoemde argumenten niet gemotiveerd. Naar het
     voorlopig oordeel van de rechtbank is de overeenkomst van effectenlease te kwalificeren als
     overeenkomst van huurkoop als bedoeld in art. 7A:1576h BW jo art. 7A:1576 BW. Immers,
     de koopprijs wordt blijkens art. 3 van de overeenkomst in meer dan twee termijnen voldaan
     en partijen zijn, zo volgt uit art. 5 van de overeenkomst en art. 2 van de Bijzondere
     Voorwaarden, een eigendomsvoorbehoud overeengekomen. Dit betekent dat de sector
     Kanton op grond van art. 93 sub c Rv bevoegd is om van de vordering in conventie kennis te
     nemen. fu reconventie is de sector Kanton bevoegd op grond van de art. 94 lid 3 jo 94 lid 2
     jo 93 sub c Rv. De rechtbank, sector Handelsrecht, zal de zaak in conventie en in reconventie
     dan ook verwijzen naar de sector Kanton, locatie Tilburg. Partijen kunnen bij de
     kantonrechter in persoon procederen of zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een
     gemachtigde.
 
3.8 Dexia dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden verwezen in de kosten van het
     incident.
 
4.  De beslissing De rechtbank
   
     in het incident:
 
wijst de vordering toe;
 
veroordeelt verweerster in de kosten van het incident aan de zijde van eiser gevallen tot op heden
begroot op € 390,-- aan salaris procureur;
 
bepaalt, nu eiser met een voorwaardelijke toevoeging procedeert en in het geval deze definitief
zal worden verleend, dat betaling van dit bedrag dient te geschieden door voldoening aan de
griffier van deze rechtbank door middel van overschrijving op bankrekeningnummer 192325779:
Rabobank Nederland N.V. ten name van DS 535 Arrondissement Breda;
 
bepaalt dat in het geval de toevoeging mocht worden geweigerd betaling van de kosten dient
plaats te vinden rechtstreeks aan eiser;
 
in conventie en in reconventie:
 
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich thans bevindt naar de rolzitting van woensdag
11 augustus 2004 van de sector Kanton, locatie Tilburg, om 10.00 uur, alwaar partijen in persoon
kunnen procederen of zich kunnen laten bijstaan of vertegenwoordige door een gemachtigde.
 
Dit vonnis is gewezen door mr. Römers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
woensdag 30 juni 2004.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL