Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
 
VONNIS IN INCIDENT
 
Zaaknummer : 101413 / HA ZA 03-2081
Datum uitspraak : 24 maart 2004
 
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, in de zaak van:
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. H. Post,
 
tegen:
 
[gedaagde]
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. P.J.M. Mommers.
 
Partijen zullen hierna "Dexia Bank NV" en "[gedaagde]" worden genoemd.
 
1. De procedure
 
1.1 Het verloop van het geding blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de dagvaardingd.d. 9 oktober 2003;
- de incidentele conclusie tot verwijzing;
- de incidentele conclusie van antwoord houdende referte.
 
1.2 Partijen hebben vonnis in het incident gevraagd.
 
2. Het geschil en de beoordeling in het incident
 
2.1 [gedaagde] heeft in het incident gesteld en gevorderd zoals is weergegeven in de incidentele conclusie, Dexia heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank dienaangaande.
 
2.2 De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering behoort te worden toegewezen, nu de aangevoerde niet weersproken gronden die vorderingen kunnen dragen.
 
2.3 Nu Dexia de hoofdzaak bij de verkeerde sector aanhangig heeft gemaakt en daarmee de kosten van dit incident nodeloos heeft veroorzaakt, zal zij in die kosten worden veroordeeld. Deze kosten bestaan uit het salaris procureur voor de incidentele conclusie en het aan [gedaagde] in rekening gebrachte vast recht, dat bij de kantonrechter niet verschuldigd is.
 

3. De beslissing
 
De rechtbank:
 
in het incident:
 
verwijst de hoofdzaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de rolzitting van donderdag 13 mei 2004 te 10.00 uur van de sector kanton van deze rechtbank, locatie 's-Hertogenbosch, voor conclusie van antwoord;
 
wijst partijen erop dat zij ofwel in persoon ofwel bij gemachtigde in de procedure moeten verschijnen en dat [gedaagde] op voormelde rolzitting kan concluderen ofwel schriftelijk door indiening van de conclusie ter griffie vóór die rolzitting ofwel mondeling ter zitting;
 
gelast de griffier het griffiedossier in deze zaak te doen toekomen aan de griffie van voornoemde sector;
 
veroordeelt Dexia in de kosten van het incident aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 660,--, waarvan € 390,-- terzake salaris procureur en € 270,-- terzake vast recht.
 
 
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. Callemeijn, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 maart 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.