Aan de Rechtbanken, ter attentie van:

 

(i)                 de sectorvoorzitters Civiel (handelsunit); en

(ii)               de sectorvoorzitters Kanton.

 

cc:       Raad voor de Rechtspraak

            Dexia Bank Nederland N.V.

 

 

 

 

Datum              : 9 maart 2005

Onze ref            : 42021 ht/es

Doorkiesnr        : 0513 - 433 453

E-mail              : hj.tulp@dommerholt.nl

Inzake               : Dexia

 

 

 

Edelachtbare vrouwen, heren,

 

Wij wenden ons tot u mede namens: mr. Y van der Horst (Scholtens Advocaten te Emmeloord) mr. A.J. Kaiser-Van Steijn (Kaiser Van Steijn Advocaten te Houten),

 mr. W. Hoekstra (Benthem & Gratama Advocaten te Zwolle), mr. J.C.M. Bonnier (Bonnier en Messink Advocaten te Wijchen), mr. S.A. Durve en mr. N.H.A. van Duuren (De Clercq Advocaten te Leiden), mr. M.M.H.J. Rompelberg (Rompelberg & Ruiter Advocaten te Voerendaal), mr. C.W.M. Vergouwen (Holla Poelman Advocaten te Eindhoven), mr. J.R. Kluyver (KBS Advocaten te Utecht), mr. E.H. Hoeksma (Dijks Leijssen Advocaten & Rechtsanwälte te Enschede), mr. J.A. Vos (Van der Woude De Graaf Advocaten te Amsterdam), mr. P.R. Starink en mr. W. Wolfs (Van Diepen Van der Kroef Advocaten te Haarlem en Amsterdam),  mr. N.P.O. Ruysch (EBH Advocaten te Delft), mr. H.C.M. van den Boezem (Advocatenkantoor Schieman te Middelburg), mr. J. Wendelgelst (Advocatenkantoor Wendelgelst), mr. M.H. de Vries en mr. W.A. Tonckens (Vlaskamp Van Loo Advocaten te Amsterdam en Amersfoort), mr. P.A. Aan de Kerk (Fides Juridische Bijstand +) en mr. G. van Dijk (Leaseproces), mr. I.J.M. Willems (Van Dusseldorp en Damstra te Apeldoorn), mr. H.K. Folkerts en mr. R.S.W.H. Jansen (La Gro Advocaten te Woerden en Gouda).

 

Tezamen vertegenwoordigen wij meer dan 4.000 Dexia-gedupeerden; een groot deel daarvan is door Dexia gedagvaard of heeft zelf Dexia doen dagvaarden.

 

Wij verwijzen naar de brief van Dexia Bank Nederland N.V. (“Dexia”) aan uw Rechtbanken van 18 februari 2005, met betrekking tot de processuele houding van Dexia in effectenleasezaken gedurende het schikkingsproces onder leiding van dr. W.F. Duisenberg. Kort samengevat stelt Dexia voor een groot deel van de tussen haar en benadeelden lopende procedures voorlopig stil te zetten.

 

Het bovengenoemde voorstel zal ongetwijfeld door een aantal van onze cliënten geaccepteerd worden, maar een groot aantal zal liever met bekwame spoed willen voortprocederen. Met Dexia zijn wij van mening dat dat per zaak moet worden bekeken.

 

Wat ons enige zorgen baart, is dat sommige Rechtbanken voornemens lijken te zijn zonder de benadeelden te consulteren een groot deel van de procedures zelfstandig aan te houden of naar de slaap- of parkeerrol te verplaatsen. Voor zover dat het geval is, willen wij daartegen uitdrukkelijk protesteren. Daarvoor is immers, mede gelet op artikel 26 Rv, geen wettelijke basis en het zou afdoen aan het recht van onze desbetreffende cliënten om een rechterlijke uitspraak in hun geschil met Dexia te krijgen.

 

Indien daartoe de behoefte bestaat, zijn wij uiteraard bereid een en ander nader toe te lichten.

 

Hoogachtend,

 

 

 

F. Klemann

H.J. Tulp