Zelf sparen voor pensioen is veel
duurder
Zelfstandigen die zelf pensioen opbouwen,
betalen een vijfde meer premie dan werknemers bij een pensioenfonds.
Verzekeraars berekenen marketingkosten en een winstopslag door; pensioenfondsen
niet.
Het kostenverschil treft vooral de honderdduizenden
zelfstandigen die zich niet bij een collectief pensioenfonds kunnen aansluiten.
Dit gaat om ondernemers en sommige vrije beroepen zoals advocaten. Voor hun
individuele pensioenopbouw kunnen zij per definitie alleen bij een verzekeraar
terecht.
Uit een studie van de Nederlandsche Bank, opgenomen
in een boek van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, blijkt dat de
uitvoeringskosten van individuele regelingen vijfmaal hoger zijn dan bij
collectieve pensioenfondsen. Verzekeraars houden aan bedrijfskosten en
winstopslag gemiddeld 23,9% in op de betaalde pensioenpremies. Bijna de helft
van dit percentage is winstopslag. De gemiddelde bedrijfskosten van een
pensioenfonds, doorgaans stichtingen zonder winstoogmerk, bedragen 4,4% van de
premie.
Het belangrijkste kostenvoordeel van de
pensioenfondsen zit in de wettelijke plicht om bij een collectief pensioenfonds
te sparen. Pensioenfondsen hoeven daarom geen klanten te werven of over de
regelingen te adviseren. Verzekeraars hebben wel te maken met marketing- en
verkoopkosten, waaronder de commissie voor tussenpersonen. Deze tussenpersonen
adviseren bij het leveren van maatwerk bij individuele regelingen.
Het verplichte pensioensparen oogt goedkoop, maar
staat onder druk. Verzekeraars ageren tegen de verplichtstelling vanwege
oneerlijke concurrentie. Ook uit werknemerskring klinkt kritiek. Doordat
iedereen een gelijk percentage van zijn salaris betaalt, ontstaat herverdeling.
Zo profiteren ouderen meer van de collectieve regeling dan jongeren, vrouwen
meer dan mannen en werknemers met partner meer dan alleenstaanden.
Demissionair minister De Geus (Sociale Zaken) is
niet gerust op de vraag of de verplichte deelname wel 'Brussel-proof' is. Daarom
komt er een onderzoek naar de splitsing van pensioenfondsen in een bestuur en
een uitvoeringsorgaan.
Copyright (c) 2006 Het Financieele
Dagblad