Geld op tafel
 
Column door Jaap Koelewijn
 
Het Financieele Dagblad zaterdag 10 juni 2006
 
RECHTERS MISSEN MET HUN ANALYSE VAN EFFECTENLEASEZAKEN TWEE KANSEN
 
Begin dit jaar had ik voor het eerst in mijn zevenjarig bestaan als ondernemer een discussie met een klant over de hoogte van een nota. Mijn gewaardeerde klant stelde dat ik geen opdracht van hem had gekregen en dat er derhalve geen overeenkomst was. Ik stelde dat hij wel een opdracht had gegeven en dat hij zijn afspraken niet was nagekomen. Pas na tussenkomst van een deurwaarder kwamen wij overeen dat ik de helft van mijn nota betaald zou krijgen. Dat noemen we in goed Nederlands koehandel.
 
Nadat we een akkoord hadden bereikt, bleef het bij mij knagen. Als ik een vijfregelig briefje had gestuurd voordat ik begon, was er geen discussie mogelijk geweest. Maar ja, het kenmerk van een compromis is datje geld op tafel laat liggen. Degenen die tien jaar geleden een effectenleaseovereenkomst sloten, hadden het contract even goed moeten lezen en op de achterkant van een sigarendoos moeten uitrekenen welke risico's ze namen. Natuurlijk waren de folders onduidelijk en de verkoopmethoden agressief, maar dat ontslaat niemand van de plicht te vragen wat hij nu koopt. Als je vervolgens vaststelt dat de verkoper niet eens begrijpt wat hij aanbiedt, is dat het teken dat je moet afhaken. Eigen schuld, dikke bult.
 
Toch is er een subtiel verschil tussen mijn lotgevallen en die van tienduizenden leaseklanten. Ze werden naar mijn oordeel bewust onzorgvuldig voorgelicht door professionele aanbieders en ze zitten diep in de schulden. Ook voor hen is er nu een compromis de Duisenberg-regeling bereikt, maar ik kan me voorstellen dat ze vinden dat dit niet rechtvaardig is. In weerwil van de regeling verliezen veel mensen nog steeds een hoop geld.
Vele klanten zetten hun rechtszaken tegen de aanbieders, ook al is er een compromis bereikt, toch door. De rechterlijke macht zit ermee in zijn maag. Het rechtssysteem wordt er zwaar door belast en het is zaak dat de rechters consistent oordelen. Daarom is er door een landelijke werkgroep van rechters een handleiding opgesteld om individuele rechters houvast te geven voor hun uitspraken.
 
Tijdens de pinksterdagen heb ik het document met veel belangstelling gelezen. De rechters doen een bewonderenswaardige poging om op basis van juridische argumenten een oordeel te vellen. Ze sommen de argumenten pro en contra uitvoerig op en geven duidelijk de gronden aan op basis waarvan op strikt juridische gronden tot een vonnis kan worden gekomen.
 
De nota is in juridisch opzicht naar mijn mening een zeer zorgvuldig en compleet document. Ik ben in verschillende zaken partijdeskundige geweest. Dat dwong mij omstandig kennis te nemen van de jurisprudentie, maar ik heb de rechters niet op onvolledigheid kunnen betrappen.
 
Mijn indruk is dat de rechters eigenlijk proberen om hun collegae munitie te geven om gedupeerden te redden. Dat staat natuurlijk nergens in het stuk, maar zo komt het op mij over. De zeer zorgvuldige, maar strikt juridische, benadering is de kracht, maar ook de zwakte van het stuk. De rechters komen met hun analyse niet buiten hun eigen kaders. Daardoor missen ze twee kansen. De eerste is dat ze toch zouden moeten onderzoeken of de reclame-uitingen niet misleidend zijn. De tweede is dat ze de overeenkomsten vanuit een economische invalshoek zouden moeten analyseren. Wie de contracten doorrekent op basis van een aantal zeer redelijke veronderstellingen over risico en rendement kan maar tot een conclusie komen: de klant liet geen geld op tafel liggen, het werd hem bij voorbaat al ontfutseld. Deze onrechtvaardigheid moet zorgvuldig rechtgezet worden.
 
Dr. Jaap Koelewijn is directeur van adviesbureau Financieel Denkwerk te Den Dolder en lector Corporate governance aan de Hogeschool Inholland.

Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad