NA de woekerpolisaffaire en de
kredietcrisis is het erg rustig rond aandelenlease. Dit terwijl een miljoen
Nederlanders nog steeds een nare smaak van dit omstreden financiele product in
de mond hebben. Daarbij vallen zo’n 250.000 mensen buiten de collectieve
schikking (de Duisenberg-regeling) uit 2005. Voor hen is het juridische
getouwtrek nog steeds van belang. De treurige nasleep van beleggen met geleend
geld.
door MANNO VAN DEN
BERG
AMSTERDAM – Het jarenlange procederen
is Ronald Hilgersom niet in de koude kleren gaan zitten. „Dit duurt al vijf
jaar. Schrijnend is dat mensen afhaken omdat ze het zat zijn of de juridische
kosten niet meer kunnen betalen”, aldus de voorzitter van Vereniging Consument
& Geldzaken. „We zitten wel aan het einde van de rit, het duurt hooguit nog
1,5 jaar voordat er een oplossing is. Willen mensen daarvan nog profiteren
kunnen ze zich alsnog aansluiten bij een collectieve rechtszaak.”
Vereniging Consument & Geldzaken
is betrokken bij de twee grote collectieve zaken die nog lopen. Tegen Aegon over
Sprintplan (120.000 contracten). Daarnaast zijn er nog enkele duizenden
individuele claims over de vele varianten van zogeheten
Vliegwiel-leasecontracten van deze verzekeraar.
Tegen Fortis-dochter
Groeivermogen (104.000 contracten, verdeeld over een zestal producten) loopt de
tweede collectieve zaak. Los daarvan zijn er door kleinere groepen gedupeerden
en strijdbare enkelingen procedures gestart.
Huurkoop
Maart vorig jaar behaalden
gedupeerden één overwinning. Bij leasecontracten die tot de categorie huurkoop
behoren, had volgens de Hoge Raad de partner mee moeten tekenen. Dit betreft
vooral klanten van Dexia, voor wie echter de Duisenberg-regeling van kracht is
geworden. Zo’n 24.000 Dexia-gedupeerden hebben zich echter aan die schikking
onttrokken, 8500 van hen kunnen op basis van de ’huurkoopuitspraak’ hun contract
laten ontbinden en hun geld terugvorderen.
Al met al zijn er in totaal nog
250.000 Nederlanders die nog schade kunnen claimen, stelt Anton Weenink,
juridisch adviseur van Consument & Geldzaken. „Steeds weer blijkt dat een
groot deel van leasebeleggers lang weifelt met in actie komen, waardoor
schadeclaims door verjaring verloren kunnen gaan.” Hilgersom zegt echter ook
heel goed te snappen dat niet alle gedupeerden alles uit de kast halen.
„Sommigen zijn echt aan het einde van hun Latijn.”
De belangenbehartigers
verwachten echter dat de collectieve zaken hooguit nog zo’n 1,5 jaar zullen
spelen. Individuele zaken kunnen echter nog langer lopen. Daarbij doen
consumenten er goed aan vooral de zorgplicht van de aanbieder aan de kaak te
stellen. Volgens Hilgersom en Weenink is het namelijk vooral op dat punt dat
zaken gewonnen worden. Hilgersom: „De aanbieder moet kijken of het product wel
bij iemand past. Sluit het product wel aan op de financiele situatie van de
klant? Daar is nooit naar gekeken.”
Vrijwel alle rechtbanken
die constateren dat de zorgplicht niet is nageleefd, veroordelen de aanbieder
tot terugbetaling van de inleg plus kwijtschelding van een eventuele restschuld.
Alleen het Amsterdamse gerechtshof gaat minder ver en wijst alleen
kwijtschelding van de restschuld toe, aldus Weenink.
Misleiding
De Hoge Raad zal begin dit jaar ook juridische knopen moeten doorhakken over een
aantal andere rechtsvragen die bij aandelenlease spelen. Was er bijvoorbeeld
sprake van misleiding, bedrog, dwaling of misbruik van omstandigheden? Hebben de
leasebanken de Wet op het consumentenkrediet wel nageleefd? In de zaak tegen
Fortis is bovendien nog niet duidelijk of er wel of niet van huurkoop sprake is
geweest.
Uitspraken hierover zijn niet
alleen van belang voor de collectieve zaken, maar hebben ook gevolgen voor
individuele procedures, omdat ze zorgen voor een stuk
jurisprudentie.
Misleiding
Volgens Weenink kan misleiding – hoewel in eerdere uitspraken afgewezen – nog
wel degelijk worden geconstateerd. „Veel mensen denken dat
aandelenleaseproducten vooral gestruikeld zijn over de aandelencrisis in 2001.
Dat is onjuist. Vele van deze producten boden van meet af aan vrijwel geen
schijn van kans op een positief resultaat. Dit blijkt uit door Consument &
Geldzaken uitgevoerde computersimulaties over een lange reeks van jaren. De
verlieskansen waren fors groter dan de kans op winst. Opmerkelijk is dat tot nu
toe in geen van de rechtszaken voorlichting aan de rechter door een extern
deskundige heeft plaatsgevonden.”
Een
aparte positie nemen volgens Weenink contracten in die als certificaat zijn
uitgegeven. Bij Aegon bijvoorbeeld betreft dit Sprintplan. Beleggers kregen
daarbij niet zelf het eigendom van de onderliggende aandelen, maar bijvoorbeeld
de participatie in een fonds. De leasebank kon daardoor zelf de verkoopprijs van
het certificaat bepalen. „En die lag natuurlijk boven de waarde van het
onderliggende aandelenmandje”, schampert Weenink.
„Hoe hoger die uitgifteprijs, des te
hoger de lening en des te hoger de rentebaten bij de leasebank. Deelnemers aan
dit soort producten hebben zeker aanleiding zich bedrogen te
voelen.”
© 1996-2009 Uitgeversmaatschappij De Telegraaf
B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.