AFM hangt miljoenenclaim boven hoofd
 
Voor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dreigt een forse schadeclaim. De toezichthouder heeft twee directeuren van bank Veer Palthe Voûte ten onrechte uit hun functie gezet wegens voorkennis.
 
Dat heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven gisteren bepaald. Het sinds 2003 slepende conflict over het 'beroepsverbod' voor de betrokken bankiers Jan Voûte en Michiel Palthe komt hiermee ten einde. De rechter staat niet toe dat de AFM beroep aantekent.
 
Gerben van der Marel van Het Financieele Dagblad licht de zaak toe:
 
Advocaat Guido Roth spreekt van een 'vernietigende uitspraak' voor de AFM. Hij verwacht dat de oud-directeuren van de Goudse bank en vermogensbeheerder Veer Palthe Voûte (VPV) een forse claim zullen indienen. Ze zijn drie jaarsalarissen misgelopen. 'Daarnaast is er nog de immateriele reputatieschade.' De totale claim kan oplopen tot miljoenen euro's.
 
Voûte zegt 'blij' te zijn 'dat de AFM op zijn nummer wordt gezet. Mensen in de financiële wereld worden te gemakkelijk aan de kant gezet. Ik hoop dat ze hiervan leren.'
 
Streep zetten
 
Het komt vaker voor dat toezichthouder AFM en de Nederlandsche Bank een streep halen door de carrière van een bankdirecteur. Onlangs nog is Kempen-topman Wiet Pot gedwongen het veld te ruimen, omdat hij privébeleggingen niet meldde.
 
VPV-bankiers hebben jarenlang geprocedeerd tegen het besluit van de AFM. Vorig jaar eiste het college een extra onderbouwing. Volgens het college heeft de AFM 'wederom niet voldaan aan [...] zorgvuldig onderzoek naar relevante feiten. [...] Een deugdelijke motivering ontbreekt nog altijd', zo luidt het ferme oordeel in het vonnis.
 
Het college heeft de voorkenniszaak ook inhoudelijk beoordeeld. De rechters vinden dat van handel met voorkennis geen sprake is. Dit opmerkelijke oordeel gaat lijnrecht in tegen het vonnis uit 2005 van de Amsterdamse rechtbank. In de strafzaak werd handel met voorkennis bewezen geacht.
 
Teruggefloten
 
Dat de AFM wordt teruggefloten door de rechter komt vaker voor. De toezichthouder beperkt zich tot het commentaar dat het 'opvallend' is dat het college afwijkt van het oordeel van de rechtbank.
 
De voorkenniszaak rond VPV komt hiermee niet ten einde. De veroordeling van de rechtbank blijft overeind. Hiertegen is beroep aangetekend. Het oordeel van het college kan wel een steun in de rug zijn voor de bankiers. Ook is mogelijk dat het gerechtshof de verdachten opnieuw veroordeeld.
 
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad