Houders van polissen met hoge kosten naar de rechter
 
Juridische strijd om de woekerpolis
 

ELLEN DEN HOLLANDER
ROTTERDAM, donderdag 17 april
Een groep mensen die vermoeden een 'woekerpolis' te hebben afgesloten, stapt naar de rechter. Zij voelen zich gedupeerd omdat zij beleggingsverzekeringen afsloten waaraan extreem hoge kosten kleefden.
 
Die hoge kosten ontdekten zij lang en breed nadat zij de polis hadden ondertekend. De rechtszaken worden namens de gedupeerden aangespannen door de Stichting Verliespolis, de Stichting Woekerpolis Claim (WPC) en de Vereniging Consument & Geldzaken (VGC).
De onderhandelingen die de Stichting Verliespolis voerde met verzekeraars hebben geen resultaat opgeleverd, meldt woordvoerder Rob Okhuijsen. Daarom daagt de stichting Nationale Nederlanden, Fortis en Delta Lloyd voor de rechter.
„Wij hebben de afgelopen tijd met twee verzekeraars intensief onderhandeld en het is niet gelukt om tot een resultaat te komen," aldus Okhuijsen. „De afgelopen tijd is de onrust alleen maar groter geworden en de standpunten van de partijen stonden te ver bij elkaar vandaan.
Wij vinden het heel spijtig, maar ons rest geen andere keuze."
Volgens Nationale Nederlanden is deze juridische weg 'niet in het voordeel van de consument'. „Via onderhandelen gaat het sneller," meent woordvoerder René de Sévaux.
Ook de stichting WPC en de VGC willen een rechtszaak beginnen. Zij richten hun pijlen op AMEV, een verzekeringsdochter van Fortis. Volgens de belangenorganisaties deugen twee beleggingspolissen van AMEV niet.
Er zijn in Nederland 6,5 miljoen beleggingsverzekeringen afgesloten. Het is onbekend hoeveel daarvan het etiket 'woekerpolis' dragen. De Stichting Verliespolis is een initiatief van de Vereniging Eigen Huis en Vereniging Effectenbezitters en vertegenwoordigt 87.000 klanten met een zogenoemde 'woekerpolis'. Verzekeraars waren al bereid mensen die zich gedupeerd voelen tegemoet te komen. Zij willen hun klanten een vergoeding geven die strookt met de aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Dat advies luidde dat de kosten van een beleggingsverzekering niet hoger mogen zijn dan 2,5 procent. Bij een matige beurs, een rendement van 6 procent, hebben klanten dan nog nét iets meer nut van hun belegging. Anders hadden ze hun geld net zo goed op een spaarrekening kunnen zetten. Alle kosten die daarboven uitkomen, zouden verzekeraars moeten terugbetalen aan hun klanten vindt de ombudsman. De verzekeraars hopen met het terugbetalen van een deel van de kosten een eind te maken aan de jaren slepende “woekerpolisaffaife “. 
De kosten voor de verzekeraars kunnen oplopen tot 2 miljard euro. De compensatie is veel te laag vinden Verliespolis en andere consumentenorganisaties. Ze sloegen aan het onderhandelen met een aantal verzekeraars. Ze gaven dat proces tot half april de tijd.
 
Tot nu toe
          1995 Hoogleraar Arnoud Boot ziet in dat beleggingsverzekeringen een ondoorzichtige kostenstructuur hebben. Met Boots kritiek wordt niets gedaan.
          2006 De Autoriteit Financiële Markten concludeert dat klanten met een beleggingsverzekering relatief veel kosten betalen. TROS Radar doopt de zaak om tot de 'woekerpolisaffaire'.
          Eind 2006 De commissie De Ruiter adviseert de informatiebij nieuwe polissen te verbeteren.
          Begin 2007 De Ombudsman Financiële Dienstverlening, Jan Wolter Wabeke, gaat aan de slag om een oplossing te zoeken voor bestaande polissen.
          Maart 2008 Wabeke adviseert verzekeraars een deel van de kosten terug te betalen.
          2008 Klanten met een beleggingsverzekering krijgen een overzicht van de kosten van hun beleggingsverzekering. Velen zien voor het eerst hoe hoog de kosten zijn (geweest). Soms gaat een groot deel van de inleg op aan kosten.
 
Copyright (C) Algemeen Dagblad