Financieel schandaal Journalist zelf slachtoffer
‘Ellende gaat nu pas komen’
 
Door: Jan-Hein Strop
 
Met zijn boek De woekerpolisaffaire wil Kees Kooman Nederland wakker schudden. Want de affaire is volgens hem nog lang niet voorbij.
 
Net als zeven miljoen andere Nederlanders is journalist Kees Kooman eigenaar van een woekerpolis. Al voordat de affaire rond beleggingsverzekeringen met hoge, verborgen kosten eind 2006 opbloeide, kreeg hij het aan de stok met zijn verzekeraar. Het leidde tot een dikke stapel correspondentie en 1.500 euro vergoeding ‘uit coulance’.
 
Daarmee was het voor Kooman klaar. Maar toen hij zag welke enorme proporties de affaire had, ging hij op onderzoek en kwam tot de conclusie dat het probleem helemaal niet is opgelost. De zogeheten schikkingen met verzekeraars leiden volgens Kooman tot niet meer dan een fooi voor de miljoenen gedupeerden. Mede dankzij de publiciteit rond zijn boek begint er ook in Den Haag weer aandacht te komen voor het grootste financiële schandaal dat Nederland ooit kende.
 
Wat heeft u het meest verbaasd aan deze affaire, afgezien van de schaal ervan?
 
‘De blindheid van verzekeraars. Dat ze denken dat ze ermee wegkomen. Dat ze denken dat ze slachtoffer zijn van een kruistocht van politiek en media. Ze zeggen ook letterlijk: wij hebben niets verkeerd gedaan. Ze zeggen dat het een storm in een glas water is en dat het probleem is opgelost.’
 
‘Maar de ellende gaat nu pas komen, want de schade openbaart zich pas aan het eind van de looptijd van de polis. Omdat de meeste polissen zijn verkocht tussen 1995 en 2005, die in de meeste gevallen een looptijd van minimaal vijftien jaar hebben vanwege het fiscaal voordeel, zullen consumenten vanaf dit jaar zien wat er van hun polis over is.’
 
U zegt net als veel andere critici dat polishouders zijn afgekocht met een fooi. Waarom is er dan zo weinig verzet tegen?
 
‘Mensen denken dat het goed komt. Ze krijgen van verzekeraars brochures met foto’s van lachende mensen. Weet je wat pas echt moeilijk was tijdens mijn onderzoek? Gedupeerden vinden die kritiek willen leveren. Ze zijn bang dat ze dan hun geld niet krijgen.’
 
‘De consument is een beetje murw geworden. Die denkt: ik stop die polis diep in een kast en misschien komt het wel goed. Dat is ook de tactiek van de verzekeraars.’
 
U schetst in uw boek het beeld van politici, toezichthouders en verzekeraars die ten koste van de consument snel een einde aan de affaire hebben proberen te maken. Waarom heeft de overheid niet meer de kant van de consument gekozen?
 
‘Omdat de overheid bang is dat de schade bij haar terechtkomt. Daarom mochten de verzekeraars niet omvallen, dan betaalt de burger alsnog de rekening. De deksel moest erop.’
 
De effectenleaseaffaire heeft geleerd dat maar weinig mensen bereid zijn te procederen. Verzekeraars hebben dus weinig te vrezen.
 
‘Vergeet niet dat er tien keer meer woekerpolissen zijn verkocht dan aandelenleaseproducten. 20.000 gedupeerden besloten te procederen tegen Dexia (legiolease, red.). Als je dat vermenigvuldigt met tien kun je nu 200.000 procedures verwachten. Ik kan me niet voorstellen dat mensen het erbij laten zitten.’
 
Is het de moeite waard te gaan procederen?
 
‘Er zijn achter de schermen met particulieren schikkingen getroffen voor veel geld. Dat betekent dat er kansen zijn. De financiële ombudsman Jan Wolter Wabeke en de verzekeraars proberen dat natuurlijk te ontmoedigen. Maar wat heb je te verliezen als je je ergens no cure no pay kunt aansluiten?’
 
Wat heeft u zelf aan uw woekerpolis gedaan?
 
‘Ik heb er nog niets aan gedaan, want mijn boek moest daar los van staan. Bovendien heb ik de ellende van me afgeschreven. Maar over een half jaar ga ik procederen voor 15.000 euro schadevergoeding. Ik ga winnen hoor!’
 
Copyright (C) DePers