Duisenberg-regeling deels
fopspeen
door Joop Nederstigt
24 oktober 2005 - Veel
lease-contractantenmoeten volledig bloeden
Alom opluchting. Zowel in politiek Den Haag als
onder de honderdduizenden effectenlease-contractanten en hun financiële
tegenpartijen. Onder leiding van de inmiddels overleden ECB- en Nederlandsche
Bank-president Wim Duisenberg was een regeling tot stand gekomen waarmee het
lease-verdriet aanmerkelijk zou worden verzacht en wellicht geheel uit de wereld
geholpen zou kunnen worden. Dankzij de regeling zouden niet alleen de met een
restschuld eindigende maar ook nog lopende leasecontracten met dikke pleisters
tegen al te veel bloeden kunnen worden beëindigd.
Hoofdpersoon Dexia produceerde een via internet op
te halen brochure waarin meteen al op de eerste pagina wordt verkondigd dat alle
cliënten van Dexia met effectenlease-overeenkomsten in beginsel in aanmerking
komen voor de Duisenberg-Regeling. Ter verduidelijking is in de brochure een
schema opgenomen waaruit je kunt opmaken in welke situaties je op toepassing van
de Duisenberg-Regeling kunt rekenen.
Hetzelfde schema ontvingen de deelnemers aan de
Stichting Leaseverlies, een van de onderhandelaars namens de contractanten, ook
per post. Een mooi overzichtje waarbij op de achterzijde werd aangegeven wanneer
je als contractant niet voor de regeling in aanmerking zou komen. Zoals in
situaties waarin Dexia afzonderlijke regelingen biedt, of wanneer contractanten
reeds individueel een gerechtelijke procedure hebben gevoerd die al tot een
definitieve uitspraak leidde.
Voorstellen
Om het contractanten makkelijk te maken, kregen ze
ook een eenvoudig invulformuliertje waarmee ze aan Dexia kenbaar konden maken,
dat ze van de Duisenberg-Regeling gebruik wilden maken. Het zou wellicht nog tot
oktober kunnen duren, alvorens men een onder deze regeling vallend voorstel
tegemoet zou kunnen zien, zo werd toen verondersteld. Het maken van vele
duizenden voorstellen was nu eenmaal geen sinecure.
Inmiddels is het oktober en hebben vele duizenden
contractanten inderdaad een voorstel ontvangen. Maar wat blijkt nu? Veel
contracten vallen helemaal niet onder de Duisenberg-Regeling. Dus in
tegenstelling tot wat je op basis van de via internet bij Dexia op te halen
brochure of op basis van het duidelijke schema dacht te kunnen verwachten.
Je moet in veel gevallen wel degelijk een stevige
bom duiten op tafel leggen om van het contract af te kunnen. Zonder enige
Duisenberg-korting. Of men moet ervoor kiezen nog jarenlang een forse
maandelijkse rentevergoeding te betalen. Misschien dat aan het eind van de
looptijd, vaak pas over een aantal jaren, alsnog afrekening volgens de
Duisenberg-Regeling aan de orde komt.
Minimumlooptijd
De Duisenberg-Regeling voorziet ook in een korting
bij de afrekening van contracten, die nog vóór het eind van de looptijd worden
beëindigd. Dat paste ook helemaal in de sfeer rond de onderhandelingen, die, zo
leek het, erop gericht waren een dikke punt achter lease-leed te zetten. Wel
werd een uitzondering gemaakt voor contracten, die nog niet de minimumlooptijd
hebben bereikt. Ook uit de eerder genoemde brochure en het schema komt dat
duidelijk naar voren.
Er zijn inderdaad nogal wat contracten waarin
duidelijk wordt aangegeven, dat je pas na het verstrijken van een aantal jaren,
meestal vijf, zonder boete of iets dergelijks, van het contract afkan. Wel moet
je dan een eventuele restschuld betalen, globaal genomen het verschil tussen de
aankoopprijs van de geleaste effecten en de waarde op de dag van beëindiging. Is
de minimumlooptijd verstreken, dan wordt over een eventueel nadelig saldo de
Duisenberg-korting verleend.
Er zijn echter nogal wat contracten, waarin niet
met zoveel woorden wordt gesproken over een minimum looptijd. In plaats daarvan
heeft men het over de mogelijkheid het contract op elk gewenst tijdstip te
beëindigen. Merkwaardigerwijs kunnen die contracten helemaal niet met een
Duisenberg-korting worden afgerekend. Je moet volledig en vaak stevig
bloeden.
'Hoofdovereenkomst'
Dat zou je op basis van de gegevens uit de eerder
genoemde brochure en het schema, en zeker ook op basis van de jubelkreten na het
tot stand komen van de Duisenberg-Regeling, niet verwacht hebben.
Om duidelijkheid te verkrijgen moet je de
zogenoemde 'Hoofdovereenkomst' doorspitten, die destijds door de bij het
Duisenberg-overleg betrokken partijen werd ondertekend. Daarin komt een
zogenoemde 'Voortijdige Beëindiging' aan bod in situaties waarin 'de
toepasselijke voorwaarden van een Effectenlease-overeenkomst in het geheel niet
voorzien in een boetevrije beëindiging, een beëindiging voor ommekomst van de
Reguliere Looptijd'.
In gewoon Nederlands gaat het om contracten waarin
niet met zoveel woorden wordt gerept over een minimum looptijd met daarna de
mogelijkheid van een boetevrije beëdiging. Op verschillende plaatsen in de
Hoofdovereenkomst kan je vervolgens inderdaad lezen dat men bij een 'Voortijdige
Beëindiging' van dergelijke contracten niet voor de Duisenberg-regeling in
aanmerking komt.
Het is mij een volstrekt raadsel waarom met name de
bij de Duisenberg-Regeling namens contractanten betrokken partijen in de
Hoofdovereenkomst akkoord zijn gegaan met een dergelijke uitzondering. Hebben ze
op dit punt zitten slapen? Deze bijzondere en voor contractanten kostbare
uitzondering zal mogelijk immers voor vele tienduizenden contracten van
toepassing blijken. Ook is het mij een raadsel waarom deze uitzondering niet in
de eerder genoemde brochure en het schema aan de orde komt.
Vet verdienen
Hoe het ook zij, financiële partijen als Dexia
spinnen vooralsnog garen bij de uitzonderingsbepaling. Voor mij ligt het
contract van een lezer met betrekking tot een zogenoemde 4=10 Effect
Vooruitbetaling overeenkomst. Een product van Bank Labouchere, die enkele jaren
terug door Dexia van Aegon werd overgenomen. Het gaat om een contract, waarvoor
de genoemde uitzondering zou gelden. Volgens het contract werd een dikke vier
jaar terug een pakket aandelen gekocht voor een bedrag van € 15.715. De lezer
werd volgens het contract verplicht om over de totale looptijd van 10 jaar over
de aankoopsom een rente te vergoeden van € 21.686,40 (!), te voldoen in 120
maandelijkse termijnen. Je moet zelf uitrekenen, dat je dan op een maandbedrag
van € 180,72 uitkomt.
Bij de start bracht de lezer echter ruim € 7.800
eigen spaargeld in. Dat leverde hem volgens het contract het voordeel op, dat
hij de eerste 48 maanden niet de termijn van € 180,72 hoefde te betalen. Hij
genoot op die manier meteen al een 'voordeel' van 10% ten opzichte van wat hij
anders in die 48 maanden had moeten ophoesten.
Volgens het contract zou na afloop van de vier jaar
worden bekeken wat er tijdens de volgende 72 maanden betaald zou moeten worden.
Er zou een korting op de maandtermijnen worden gegeven, al naar gelang de
gemiddelde koersstijging van het pakket aandelen gedurende de eerste vier jaar.
De korting zou kunnen oplopen tot 100% bij een gemiddelde jaarlijkse
koersstijging van 6,9% of meer. Het feitelijk verplicht zijn van het maandelijks
betalen van de € 180,72 zou een puur theoretische uitkomst van het contract
zijn, zo beweerde destijds de vertegenwoordiger van Spaarbeleg, nog steeds 100%
dochter van Aegon.
Gezien de belangstelling voor aandelen mocht de
lezer ervan uitgaan, dat er in elk geval een fikse korting op de maandelijks
betaling van € 180,72 zou uitrollen. De feitelijk te betalen termijn zou eerder
dichter bij € 0 dan bij de € 180,72 komen te liggen, zo beweerde de
veertegenwoordiger.
Onverhoeds zware
plicht
Inmiddels is de plicht tot maandelijkse betaling
van € 180,72 voor de betrokken lezer aan de orde gekomen. Een onverhoedse
plicht, waarbij het voor hem om erg veel geld gaat. Vandaar dat hij enkele
maanden terug per ommegaande kenbaar maakte van de Duisenberg-regeling gebruik
te willen maken.
Dat blijkt vanwege de uitzonderingsbepaling in de
Hoofdovereenkomst dus niet te kunnen. Wel kan het contract worden beëindigd,
maar dan op basis van de voorwaarden die in het contract staan beschreven. Het
betekent globaal genomen dat de lezer om te beginnen de 72 nog resterende
termijnen van € 180,72 moet betalen onder aftrek van 50% korting. Dat komt neer
op een bedrag van zo'n € 6.505. Daarnaast wordt het aandelenpakket verkocht.
Tegen de huidige koersen komt de opbrengst uit op een dikke € 12.000. Dus zo'n €
3.715 verlies ten opzichte van de aankoopprijs. De lezer wordt geacht globaal
genomen bij voortijdige beëindiging ook dát bedrag op te hoesten.
Kassa voor Dexia
Laten we nu eens even gaan rekenen. De lezer
betaalde 4 jaar terug een bedrag € 7.800 aan eigen spaargeld. Bij beëindiging op
dit moment zou hij nog eens zo'n € 10.000 moeten ophoesten. Totaal is dan een
bedrag betaald van € 17.800 waar per saldo € 0,00 aan waarde tegenover staat.
Daarvan is € 3.715 koersverlies op het aandelenpakket. Voor Dexia resteert €
14.085, mogelijk deels voor een riante provisie die destijds wellicht aan een
gladde Spaarbeleg-verkoper is betaald, maar ongetwijfeld grotendeels voor
dekking van de rentelasten voor vier jaar over de aandeleninvestering van €
15.715. Is dat even kassa!
© 1996-2005 Dagblad De Telegraaf.
Alle rechten voorbehouden.