Rechter hakt spoedig knoop door
in proces tegen Dexia
Van een onzer
verslaggevers
Het
lukte de drie vrouwlijke rechters gisteren amper om uit te torenen boven de
tientallen juristen en pr-functionarissen die de eisende partij Stichting
Leaseverlies en gedaagde Dexia Bank Nederland hadden laten opdraven. Zij vulden
de halve rechtszaal.
Zo´n dertig
gedupeerde beleggers daarentegen kwamen de rechtszaal niet in. Zij werden op
veilige afstand gehouden, in een aparte ruimte met videoverbinding, verderop in
het gebouw. De rechtbank had duidelijk rekening gehouden met een aanzienlijk
grotere en meer rumoerige opkomst, gezien de opzichtige aanwezigheid van veel en
bewapende parketpolitie.
Het
conflict tussen de boze beleggers en Dexia kwam gisteren voor het eerst voor de
rechter. Begin vorig jaar werd de bank gedagvaard door de Stichting
Leaseverlies, nadat onderhandelingen over een schikking waren vastgelopen.
De Stichting Leaseverlies betoogde
gisteren opnieuw dat in alle folders en advertenties van Dexia sprake is geweest
van misleidende informatie.
De
belangenvereniging voelt zich gesteund door toezichthouder Autoriteit Financiële
Markten (AFM), die in het laatste marktonderzoek naar aandelenlease constateert
dat reclame-uitingen van diverse lease-aanbieders misleidend zijn geweest,
waardoor consumenten zich geen evenwichtig beeld konden vormen van de risico´s.
Dexia meent dat Stichting
Leaseverlies geen recht van spreken heeft. Allereerst omdat de tienduizenden
individuele klachten niet op één hoop te vegen zijn en ook doordat de 92.000
beleggers nooit allemaal misleid kunnen zijn.
Dexia haalde tijdens het proces
eveneens hard uit naar de AFM. De toezichthouder heeft volgens raadsman Jakob
Cornegoor „het publiek op een bijzonder onzorgvuldige manier voorgelicht” door
te stellen dat het pas in 2001 de bevoegdheid had om te waarschuwen voor de
gevaren van aandelenleaseconstructies.
„AFM heeft altijd de bevoegdheid
gehad om te waarschuwen voor dergelijke constructies. Bovendien beschikte het
over de bevoegdheid om bindende aanwijzingen te geven aan de bank, onder meer
over de inhoud van haar advertenties. Dat de AFM zich pas in december 2001 (´om
vijf over twaalf´) kritisch over effectenleaseconstructies heeft uitgelaten,
heeft dan ook niets met haar bevoegdheden te maken, maar alles met de koersval
die dan heeft plaatsgevonden.”
Pieter
Lakeman, die zich samen met zijn eigen bedrijfje Stichting Onderzoek
Bedrijfsinformatie (Sobi) had gevoegd in het proces omdat hij begin jaren
negentig Legio Lease aanprees in de reclamefolders, had tijdens de behandeling
veel weg van een hofnar. Aan de hand van een breed uitgemeten historisch
overzicht („als gevolg van de beurskrach in 1929 kon Hitler aan de macht komen”)
kregen alle in het proces betrokken partijen ervan langs, op Lakeman zelf na
dan.
Volgens de ´luis in de pels
van beursgenoteerd Nederland´ misbruikt de Stichting Leaseverlies de natuurlijke
wet dat na iedere beurshausse de laatste instappers met verliezen blijven
zitten. „Hier is geen sprake van een maatschappelijke misstand”, stelt Lakeman.
Volgens hem was er met effectenlease niets mis, tot het bedrijf Legio Lease in
1996 werd overgenomen door Aegon, „de werkelijke bad guys”.
„Vanaf dat moment werd het product
slechter. Deels kwam dit door externe factoren, zoals het verdwijnen van de
aftrekbaarheid van consumptieve rente en de steeds hogere prijzen van aandelen.
Maar wél kun je Aegon aanrekenen dat zij de looptijd van de contracten
verkortten, zodat deze nóg slechter van kwaliteit werden.” De overname van Legio
Lease door Dexia die daarop in 2000 volgde, noemt Lakeman „een blunder van
historisch formaat. Zij kochten toen voor € 900 miljoen aflopende leningen
zonder mogelijkheid om nieuwe productie te maken.”
De Belgische topman Dirk Bruneel
van Dexia Nederland haalt buiten de rechtszaal zijn schouders op over de
miljardenstrop die hem boven het hoofd hangt: „Wij hebben niks meer te
verliezen. Het ziet ernaar uit dat we jarenlange procedures tegemoet gaan.
Doorprocederen kost niets vergeleken bij deze
massaclaim.”