Dexia-klant moet nog vier jaar wachten op vonnis

Van onze verslaggever

AMSTERDAM - Een aantal unieke maatregelen bij het gerechtelijk apparaat kan niet voorkomen dat het zeker vier jaar gaat duren voordat ontevreden beleggers een vonnis hebben in hun zaak tegen de Belgische bank Dexia. De rechtbank en het gerechtshof in Amsterdam, waar het gros van deze aandelenlease-zaken loopt, hebben te weinig capaciteit om de meer dan vierduizend zaken snel af te handelen.

Dat heeft Minister Zalm de Tweede Kamer laten weten. Die had hem verzocht een overzicht te geven van de stand van zaken in de afwikkeling van de aandelenlease-affaire.

Tienduizenden beleggers verloren tussen 2000 en 2005 grote bedragen door via Dexia met geleend geld te beleggen. Een groot deel van hen is de afgelopen twee jaar akkoord gegaan met een door wijlen Wim Duisenberg uitgedokterd compromis, waarbij Dexia de beleggers deels compenseert voor hun verliezen.

Duizenden beleggers vinden het compromis echter onvoldoende en procederen in Amsterdam (de vestigingsplaats van Dexia in Nederland) tegen de bank. In veel gevallen keert de rechter een hoger bedrag uit dan waar de beleggers op grond van de Duisenberg-regeling aanspraak op kunnen maken.

Meer dan vierduizend rechtszaken tegen Dexia worden nu aangehouden. De rechtbank en het gerechtshof in Amsterdam moeten binnenkort vonnissen gaan schrijven in al deze zaken. De verwachting is dat nieuwe klagers zich bij de rechtbank zullen melden zodra de stroom rechtszaken weer op gang komt.

Gezien het aantal en de complexiteit gaat het nog minstens drie à vier jaar duren voordat iedereen een vonnis heeft, schrijft Zalm aan de Kamer. Noviteiten als het instellen van een team aandelenlease bij de rechtbank in Amsterdam, het schrijven van 'beslismodules' voor deze zaken en het inroepen van 'vliegende brigades' helpen maar mondjesmaat.

De vliegende brigades bestaan uit gespecialiseerde rechters die vanuit heel Nederland bij toerbeurt naar Amsterdam reizen om daar mee te helpen met het schrijven van vonnissen.

(c) de Volkskrant