De klant kan bijna niet winnen van onwillige bank
 
ANALYSE, Merijn Rengers
gepubliceerd op 29 januari 2008 02:46, bijgewerkt op 02:46
 
Het rechtsysteem biedt banken meer mogelijkheden dan ontevreden klanten, zo leert de Dexia-zaak. De klok tikt in het voordeel van de bank.
 

De rechtspraak is niet altijd even eerlijk. Met een combinatie van bluf, agressie, duur briefpapier en dito advocaten heeft de Belgische bank Dexia zich waarschijnlijk tientallen miljoenen euro's bespaard. Duizenden echtparen die via de bank met geleend geld op de beurs actief waren, hadden op grond van fouten van de bank al hun geld kunnen terug eisen, maar ze gingen veelal akkoord met lagere uitkeringen.
 
Vrijdag stuurde de procureur-generaal een advies naar de Hoge Raad. Kern daarvan: de aandelenleasecontracten die getrouwde stellen in de jaren negentig afsloten bij Dexia zijn ongeldig als zij niet door beide partners zijn ondertekend.
 
Als de Hoge Raad - zoals gebruikelijk - dit advies overneemt, dan valt een belangrijke verdedigingslinie van Dexia in de juridische strijd met haar klanten weg. Dexia heeft naar buiten toe altijd volgehouden dat de twee handtekeningen niet nodig waren, en dat het in zijn recht stond om de vaak grote verliezen op de beleggingscontracten bij klanten te innen.
 
Intern hield de bank er al langer rekening mee dat de (hoogste) rechter op dit onderdeel de kant van de beleggers zou kiezen. In de door oud-bankpresident Wim Duisenberg uitgedachte schikking tussen Dexia en haar klanten kregen beleggende echtparen bijvoorbeeld meer terug van de bank dan 'gewone' klanten die vonden dat zij waren misleid.
 
De procureur-generaal adviseert nu dat echtparen die niet beiden hebben getekend hun totale inleg plus rente moeten terugkrijgen van Dexia. In de Duisenberg-schikking kregen echtparen alleen de schuld die zij overhielden aan hun beleggingen bij Dexia vergoed.
 
Kort en goed: wat er ook gezegd is over het opportunisme van de beleggers die met geleend geld op de beurs actief waren, Dexia heeft fouten gemaakt en is daarvoor volledig verantwoordelijk.
 
Voor de meeste beleggers komt het advies als mosterd na de maaltijd. Zij gingen in veel gevallen al akkoord met de Duisenberg-regeling omdat de Consumentenbond of de beleggersorganisatie VEB hen dat adviseerde.
 
De klanten die nog tegen Dexia procederen, zullen merken dat de bank nog meer troeven in handen heeft. Zo is het - juridisch gezien - de vraag of zij wel op tijd hebben gemeld dat Dexia fout zat in de handtekeningenkwestie.
 
Dexia heeft nog meer juridische mogelijkheden om rechtzaken met de resterende klanten te rekken. De bank heeft - in tegenstelling tot veel klanten - veel tijd en een bataljon bekwame advocaten.
 
Bezorgd om imagoschade is Dexia al lang niet meer. Het Nederlandse avontuur van de Belgen is grotendeels mislukt, en de afwikkeling van de leasecontracten is voor hen een financiële kwestie. Om die reden hebben veel teleurgestelde klanten het vertrouwen in de rechtspraak verloren. Zij zijn evenmin overtuigd van de nobele motieven van de overheid, de centrale bank of de consumentenorganisaties, die de Duisenberg-regeling steunden.
 
Het is niet terecht dit wantrouwen als pure kinnesinne van de hand te doen, zeker nu is gebleken dat Dexia erin is geslaagd veel klanten een magere schikking te laten ondertekenen, terwijl zij recht hadden op meer.
 
Dat is een belangrijke les voor het volgende juridische gevecht in de financiële sector. Het is nu nog vooral minister Bos die met de verzekeraars knokt over het onderzoek naar woekerpolissen en de kosten van de beleggingshypotheken. Als het onderzoek klaar is, ergens dit voorjaar, wordt de vraag 'moet ik procederen of schikken met de bank' voor tienduizenden klanten opnieuw actueel.
 
(c) de Volkskrant