Aankoopbewijs Dexia overtuigde
niet
Vrijdag maakt het Amsterdamse gerechtshof
bekend wie gaat onderzoeken od Dexia werkelijk aandelen voor zijn leaseklanten
kocht. In eerdere procedures bleef dit vaag.
Vasco van der Boon
AMSTERDAM - Bestuursvoorzitter Ben Knüppe van
Dexia Bank Nederland noemt het een 'indianenverhaal' of een 'broodje-aap
verhaal': de argwaan dat Dexia niet alle aandelen heeft aangeschaft die hij
contractueel voor zijn leaseklanten belooft te kopen. Niettemin is de twijfel
kennelijk serieus genoeg voor het Amsterdamse gerechtshof.
Dat kondigde
anderhalve week geleden aan om aanstaande vrijdag een onafhankelijk deskundige
te benoemen om dit punt te onderzoeken.
Een verrassende zet van het hof. De
aandelenleaseaffaire grossiert immers in principiële geschilpunten. Elk
afzonderlijk rechtvaardigt de inschakeling door het gerechtshof van een
onafhankelijke expert. Zoals de kernvraag die nu bij het hof ligt: is de
Duisenberg-schikking redelijk genoeg om algemeen verbindend te verklaren voor
alle Dexia-klanten? Of een van de vele onderliggende vragen: had een
aandelenleaseproducent vergunning nodig volgens de Wet consumentenkrediet?
Minister Zalm (Financiën) vond 8 juli 1999 van niet, maar 26 november 2001 van
wel.
Voer voor een onafhankelijkeexpert, kan gedacht worden.
Maar het
Amsterdamse gerechtshof gebruikt nu haar bevoegdheid om een deskundige in te
schakelen voor een aspect dat zelden een hoofdrol speelt in de duizenden
rechtszaken over aandelenlease. Het hof verwijst daarbij naar een verweerschrift
van een individuele Dexia-klant, Joseph Zweiphenning, tegen verbindend verklaren.
, Zweiphenning trekt daar in twijfel of Dexia de door hem geleasde aandelen
heeft gekocht. Hij verzoekt het hof een 'registeraccountant te benoemen om te
onderzoeken of de aandelen waarop zijn leasecontracten betrekking hebben, zijn
gekocht tegen op de contracten vermelde. koersen, of de aandelen op zijn naam
zijn gesteld en of de aandelen sinds de koop altijd in Dexia's bezit zijn
gebleven.
Zweiphenning voert geen bewijs aan dat Dexia niet de aandelen
kocht. Hij wijst er alleen op dat volgens hem Dexia nog nooit een van zijn
klanten aan-en verkoopbewijzen heeft getoond.
In zijn reactie op
Zweiphenning noemt Dexia diens stelling 'dermate ongeloofwaardig' dat het hof er
geen aandacht aan moet besteden. De door Zweiphenning 'gesuggereerde
malversaties kunnen onmogelijk aan de aandacht van de Nederlandsche Bank, de
onafhankelijke accountant en de Autoriteit Financiële Markten zijn
ontgaan'.
'Zelfs indien zou komen vast te staan dat Dexia geen aandelen voor
cliënten zou hebben verkregen, dan nog zijn de met die cliënten gesloten
overeenkomsten te beschouwen als overeenkomsten die strekken tot verrekening van
koersverschillen, waaruit voor de cliënten geldschulden kunnen voortvloeien',
vindt Dexia.
In de 66 pagina's antwoord op Zweiphenning etaleert Dexia
massieve handelsdocumentatie. Het zijn geaggregeerde verzameldata. Deze
'adstructie' toont volgens Dexia dat sinds 2000 genoeg aandelen in bezit waren
om aan verplichtingen jegens de cliëntèle te voldoen.
Verder 'lijkt
Zweiphenning nog steeds slachtoffer van het misverstand dat aandelen individueel
identificeerbaar zijn'. Net zoals de ene euro niet van de andere is te
onderscheiden, zitten aandelen in verzameldepots zonder dat ze individueel
aan een klant zijn te koppelen, betoogt Dexia.
Advocaten die partijen
bijstaan die tegen de verbindendverklaring van de Duisenberg schikking
procederen, stellen dat op grond van onder meer de Nadere Regeling 1999 banken
wel geïndividualiseerde aan-en verkoopbewijzen van effectentransacties voor hun
klanten moeten tonen.
In een van de zeldzame procedures die hierover zijn
gevoerd, oordeelde de Arnhemse rechtbank 17 februari 2005 dat Dexia 'nog
onvoldoende (..) het verlangde bewijs' heeft geleverd dat daadwerkelijk aandelen
voor een individuele klant zijn gekocht. In die zaak kwam Dexia met afschriften
van bulkorders, die op geraamde orderstromen omstreeks de betreffende
contractdatum tot stand kwamen.
Individualisering van aankopen wees Dexia
als te kostbaar van de hand. Het risico zou bestaan dat "nog meer van zijn
394.486 leaseklanten voor hun 713.540 leasecontracten dergelijke bewijsvoering
zouden verlangen. De Arnhemse rechtbank gaf Dexia de gelegenheid alsnog met
aankoopbewijzen te komen, inclusief wettelijk voorgeschreven kennisgeving aan de
klant. De zaak ligt stil hangende de procedure over bindendverklaring van de
Duisenberg-schikking.
Verwant zijn twee zaken waarin het Gerechtshof Den
Bosch 20 januari dit jaar Dexia beval afschriften te tonen van individuele
klantendossiers, inclusief hun risicoprofiel.
Geïndividualiseerde
aankoopbewijzen zondert het Bosche hof uit van dit bevel, omdat Dexia voldoende
aannemelijk had gemaakt inderdaad aandelen te hebben gekocht. Dexia is tegen
deze bevelen in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De bank vreest hoge onkosten
als ze aan alle 3900 verzoeken van leaseklanten om inzage in hun dossier moet
voldoen.
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad