Drie jaar lang gaf Dirk Bruneel leiding aan Dexia Nederland. Het ging hem
niet in de koude kleren zitten. 'Het was een kwestie van blijven geloven.'
BRUSSEL - Dexia heeft een enerverende tijd achter de rug. Vlak na elkaar
werden Bank Labouchère en Kempen & Co overgenomen. Daarmee werd Dexia belast
met de Legio Lease-affaire, een erfenis van Labouchère. De claim van de verloren
spaargelden van duizenden beleggers bleek een molensteen om de nek van Dexia
.
Dirk Bruneel, directielid van Dexia , werd in november 2002 naar Nederland
gestuurd om het kluwen te ontwarren. Nu keert hij terug naar België. Tijd voor
een terugblik.
- Waarom koos Dexia ervoor u naar Nederland te sturen en niet iemand
anders?
' Dexia zag snel in dat er in Nederland iets zeer ernstigs aan de hand was.
Duizenden beleggers die een klacht indienen, dat is niet niks. Dus wou Dexia dat
iemand van de directie daar naartoe ging. De directie had vertrouwen in
mij.'
- Hoe pak je zo'n omvangrijk schandaal aan?
'Ik kreeg op een zondagochtend een telefoontje van onze directievoorzitter
Pierre Richard. Hij had een dringende en grondige aanpak nodig in Nederland, zei
hij. Ik ben toen meteen vertrokken en kwam daar op de top van de crisis. Er
waren al onderhandelingen geweest met de stichtingen die een collectieve klacht
hadden ingediend, maar die hadden niets opgeleverd. Het management van Dexia in
Nederland vroeg zich hardop af wat ik daar kwam doen en dacht dat ik hen alleen
maar voor de voeten ging lopen.'
'Ik heb getracht een opening te maken voor de klanten en schoof een aanbod
voor een minnelijke regeling naar voren. Dat was op sinterklaasavond. Op de
persconferentie zat de zaal bomvol, want het Dexia -aanbod was toen groot
nieuws. Slechts de helft van de klanten ging op dat aanbod in, waarschijnlijk
omdat de politici, de media en de toezichthouder het niet steunden.'
Waren de stichtingen die de belangen van de beleggers verdedigden dan zo
lastig?
'We kregen meteen de wind van voren. De stichtingen vochten hun eisen
openlijk uit in de media. En ze vroegen alles. Het kwijtschelden van de
schulden, de inleg van de beleggingen en zelfs een boeterente daarbovenop.
Bovendien boden ze tegen elkaar op. Je had daar echt havikken en duiven in.
Sommige stichtingen waren eigenlijk stuurloos. Ik maakte aanvankelijk echt een
escalatie van problemen mee. Bij Labouchère viel iedere week nog een ander lijk
uit de kast. En onze Nederlandse zakenbank Kempen ging er bijna door
onderuit.'
- Hoezo? Raakte het imago van de bank aangetast?
'De problemen van Labouchère straalden af op Kempen, zodanig zelfs dat we
de twee ondernemingen weer uit elkaar moesten halen. Na de verkoop van Kempen
ging de storm wat liggen, al is de merknaam Dexia nu zo goed als dood in
Nederland.'
- Maar toch bent u tot een schikking gekomen.
'We hadden op een bepaald ogenblik zo'n vierduizend rechtszaken lopen. Wij
vonden het niet maatschappelijk verantwoord om daar mee verder te gaan. Zoiets
is te belastend. Het is onproductief voor een onderneming en ook in de
maatschappij leidt het tot een collectieve malaise. Ik ben bijvoorbeeld meerdere
keren gevraagd geweest door de Tros-televisie voor uitzendingen over Dexia en ik
moest daarvoor extra veiligheidsmaatregelen nemen. Ik kreeg fysieke
bedreigingen.'
'Uiteindelijk heeft Nout Wellink, de president van de Nederlandsche Bank,
aan Wim Duisenberg gevraagd een bemiddelingspoging te ondernemen. Duisenberg was
een grote mijnheer. Hij keek niet naar de details, maar ging voor een oplossing,
goed wetende dat niet iedereen met een consensus tevreden zou zijn. Hij heeft
wel zijn voorwaarden gesteld. Aegon was voor Dexia een struikelblok en hij wou
dat uit de weg. We hebben hem toen beloofd dat we met Aegon gingen onderhandelen
als grote jongens onder elkaar. Aegon heeft ons na onderhandelingen euro 218 mln
contant op tafel gegeven, waardoor de weg openlag om de rest op te lossen.
Duisenberg is er dan in geslaagd een aanvaardbare regeling uit te werken.
Ondertussen zijn zo'n 100.000 mensen al ingegaan op dat voorstel.'
- Is het directiecomité van Dexia tevreden?
'Ik ben best wel trots op wat ik heb gerealiseerd. Ik stond voor een
ernstig probleem. Het dossier-Nederland kwam iedere week op het directiecomité,
maar ik kon niet altijd zeggen welke richting het zou uitgaan. Ik stond daarom
soms helemaal alleen in de vuurlinie. Ik moest soms knopen doorhakken zonder de
volledige steun van het directiecomité. Het was een kwestie van blijven geloven.
Nu kan ik zeggen dat er een bladzijde is omgedraaid en keer ik terug naar
België.'
- Kan er wel definitief een punt worden gezet achter zo'n affaire?
Tja, er zijn natuurlijk nog altijd mensen die hopen er meer geld uit te
slaan en die niet ingaan op ons voorstel. Zo is er een sluwe Nederlandse
advocaat die mensen voorspiegelt dat ze met een nieuwe rechtszaak meer uit de
brand kunnen redden dan wat Duisenberg heeft bereikt. We kunnen enkel hopen dat
de rechter bij een zaak van zulke mensen meteen de misleiding doorprikt en
teruggrijpt naar de Duisenberg-regeling. We hebben trouwens een aanvraag
ingediend om het Duisenberg-voorstel bindend te maken. Ons kan alvast niet meer
worden verweten dat we massa's rechtszaken indienen.'
copyright: De Tijd
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad