In november 2005 is het Hof Amsterdam gevraagd de zogenoemde Duisenbergregeling algemeen verbindend te verklaren,op grond van de nieuwe Wet Collectieve Afwikkeling van Massaschade..Verzoekers waren Dexia,in samenzang met een groot aantal gedupeerde aandelenleasebeleggers ,verenigd in verschillende gremia.
Het zal even duren voor bekend wordt of het Hof de Duisenbergregeling geschikt acht voor algemene verbindendverklaring.;het Amsterdamse Hof is als enige aangewezen deze en soortgelijke overeenkomsten te beoordelen.
Maar wie de recente wetsgeschiedenis van deze WCAM bestudeert,krijgt wel door dat er fikse kritiek van onverdachte zijde op is geweest en nog is.Met name de Raad van State en de Vereniging voor Rechtspraak hebben zelfs in eerste instantie negatief geadviseerd.,dat wil zeggen de wet überhaupt niet in te dienen. Dat is nogal iets. Ook de Consumentenbond,nu partner in de Duisenbergregeling sprak over strijd met de grondrechten.Dat vinden we terug bij alle politieke partijen in de wetsbehandeling,zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en ons artikel 17 in de Grondwet,waarbij het recht van de burger om de rechter op te zoeken is gegarandeerd En in deze constructie wordt de individuele burger gebonden aan een regeling,die hem of haar betreft,maar waarin hij zelf nooit de zaak aan een rechter,vanuit zijn eigen situatie heeft kunnen voorleggen. Daar staat dan tegenover een relatief vlotte (!) afhandeling van de geleden schade. Zoals wellicht bekend,kwam deze wet tot stand naar aanleiding van de DES affaire,waarbij ouders van DES-kinderen schade claimden en DES alleen wilde betalen,als daarmee ook alles zou zijn afgedaan. Justitie heeft toen gezocht naar een bredere basis voor een nieuwe wet,zodat ook wellicht andere grote schaden (denk aan de vuurwerkramp in Enschede,Volendam etc.) op deze wijze zouden kunnen worden afgedaan. Het is zelfs zo dat minister van justitie Donner in de Eerste Kamer Dexia benoemde als een van de eersten,die met deze wet aan de gang zou kunnen gaan. En zo geschiedde.
Wel is het zo dat degeen die niet wenst te vallen onder de uitwerking van de regeling en wellicht zelf de rechter wil opzoeken,minimaal zes maanden de tijd heeft om dit schriftelijk te melden.(de opt-outregeling) Daar zijn we direct beland bij een van de meest essentiele bezwaren van de rechters:moet een rechter dan alsnog later individuele gevallen beoordelen -en dat is zeker het geval- en krijg je dan geen mogelijk gevaar voor rechtsongelijkheid ?
Op allerlei punten is het wetsontwerp in de loop van behandeling bijgesteld en gewijzigd,
maar voor dit bezwaar is geen oplossing.
Waar moet de rechter- in casu het Hof- nu allemaal op letten;waar moet aan voldaan zijn. ? Het is nogal een rijtje - 19 factoren,waar we er een paar uitlichten.
De rechter moet bijvoorbeeld actief beoordelen of de vergoeding,die wordt toegekend redelijk is,of de voorwaarden waaraan de personen die voor een vergoeding in aanmerking komen, redelijk zijn,dwz of hun belangen voldoende gewaarborgd zijn;er voldoende zekerheid is gesteld en de stichting of vereniging,die het verzoek mede-indient,- de gelaedeerden dus- voldoende representatief is voor degenen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten. Vooral dit laatste facet is natuurlijk erg interessant.,want hoe meet je dat ?
De Memorie van Toelichting geeft toe dat “een vastomlijnde invulling van dit vereiste niet goed is te geven”. Een criterium kan zijn aldus de MvT in hoeverre de benadeelden zelf de organisatie als representatief ervaren. Voorts :het optreden als spreekbuis in de media kan ook een belangrijke aanwijzing zijn. Of het optreden als gesprekspartner met de overheid.
Tja. En nu maar wachten. En gedurende dat wachten worden alle zaken opgehouden,als het aan Dexia ligt. Daar is lang niet iedereen het over eens; er is dus ook verweer gevoerd,door onder meer Leaseproces..
Want er mogen enkele tienduizenden zijn,die zich verenigd hebben in dit verzoek tot verbindendverklaring ,er zijn ook vele tienduizenden die graag gewoon
zouden weten waar ze aan toe zijn –en waar ze recht op hebben. Of dat niet aanzienlijk meer is dan in de Duisenbergregeling wordt voorgesteld,zoals uit recente rechtspraak bij herhaling blijkt. Zeker geldt dat voor al diegenen ,van wie de partner de aandelenleaseovereenkomst niet heeft meegetekend;zij krijgen niet alleen een deel van of de gehele restschuld terug ,maar ook hun initiele inleg.
(zie voor uitspraken
http://www.platformaandelenlease.nl/Uitspraken )
Mr Marijn de Koning
Oud Tweede Kamerlid D66