VERJARING

LEES HIERONDER DE (GED) UITSPRAAK HOF DEN HAAG DECEMBER 2004
DEZE IS ZEER BELANGRIJK VOOR VELEN,WAARONDER IK ZELF!
/Ten dienste staan/
5.1 Voor zover Dexia zou stellen dat de vernietigingsgrond van artikel
1:89 BW reeds bij de totstandkoming van de overeenkomst ten dienst is
komen te staan en de rechtsvordering tot vernietiging derhalve zou zijn
verjaard, dient - overeenkomstig de uitspraak van de Rechtbank
‘s-Gravenhage, sector kanton van 9 december 2004 van - LJN: AR8788;
429793 \ CV EXPL 04-2402 - het volgende te worden opgemerkt.
5.2 Met de uitdrukking 'ten dienste staan' van de
vernietigingsbevoegdheid in artikel 3:52 lid 1 onder d BW wordt blijkens
de parlementaire geschiedenis van dat artikel en van artikel 6:88 BW
(met daarin een gelijkluidende terminologie) bedoeld dat het gaat om een
bevoegdheid die in dit geval [de vrouw] geacht kan worden daadwerkelijk
te kunnen uitoefenen. Dat is niet het geval wanneer zij de bevoegdheid
niet kende en zij haar ook niet redelijkerwijs had behoren te kennen
(Parlementaire Geschiedenis Boek 3, p. 235 en Boek 6, p. 315 en 316).
5.3 Het kennen van een bevoegdheid als hier bedoeld houdt niet alleen in
dat [de vrouw] 1) wist van het bestaan van de door [de man] gesloten
overeenkomst, maar ook dat zij 2) de aard van de overeenkomst juist wist
te duiden als huurkoop. Deze aard van de overeenkomst was immers
bepalend voor het bestaan van de mede op artikel 1:89 BW berustende
bevoegdheid tot vernietiging van die overeenkomst.
5.4 Immers, in de overeenkomst zelf en het bijbehorende
informatiemateriaal is alleen sprake van de aanduiding
aandelenleaseovereenkomst en niet van de juist door Dexia betwiste
aanduiding huurkoop of koop op afbetaling. Voorts dient in aanmerking te
worden genomen dat uit diverse publicaties en rechtspraak gebleken
standpunten inzake de aard van de effectenlease-overeenkomst, die voor
[de vrouw] eventueel een aanwijzing hadden kunnen zijn voor het bestaan
van een bevoegdheid tot vernietiging, dateren begin 2003.
5.5 Door de gebrekkige, onvolledige en onjuiste voorlichting en
informatie was [de vrouw] niet op de hoogte van - en had zij
dientengevolge een onjuiste voorstelling van - de aard (en risico’s) van
de overeenkomst, ten gevolge waarvan niet kan worden gesteld dat zij
vóór 2003 kende én wist of behoorde te weten dat het om huurkoop ging.
5.6 De bevoegdheid om tot vernietiging van de overeenkomst over te gaan
heeft op grond van het bovenstaande [de vrouw] niet vóór begin 2003 ten
dienste gestaan. Zij zou zich dientengevolge tot medio 2006 kunnen
beroepen op de vernietigingsgrond van artikel 1:89 BW.
5.7 De vordering tot verklaring van recht van de buitengerechtelijke
vernietiging van de overeenkomst bij brief van xxxx 2005 ligt derhalve
voor toewijzing gereed.
/Schriftelijke toestemming/
5.8 Zoals werd vastgesteld in de uitspraak van de Rechtbank Alkmaar,
sector kanton van 25 mei 2005 - zaaknummer 160555\04-1408 (CP),
LJN-nummer AT6106 - vergt artikel 1:88 lid 3 BW eenvoudigweg dat de
toestemming schriftelijk diende te worden gegeven.
Hiervan is in casu geen sprake.
DEZE IS ZEER BELANGRIJK VOOR VELEN,WAARONDER IK ZELF!
/Ten dienste staan/
5.1 Voor zover Dexia zou stellen dat de vernietigingsgrond van artikel
1:89 BW reeds bij de totstandkoming van de overeenkomst ten dienst is
komen te staan en de rechtsvordering tot vernietiging derhalve zou zijn
verjaard, dient - overeenkomstig de uitspraak van de Rechtbank
‘s-Gravenhage, sector kanton van 9 december 2004 van - LJN: AR8788;
429793 \ CV EXPL 04-2402 - het volgende te worden opgemerkt.
5.2 Met de uitdrukking 'ten dienste staan' van de
vernietigingsbevoegdheid in artikel 3:52 lid 1 onder d BW wordt blijkens
de parlementaire geschiedenis van dat artikel en van artikel 6:88 BW
(met daarin een gelijkluidende terminologie) bedoeld dat het gaat om een
bevoegdheid die in dit geval [de vrouw] geacht kan worden daadwerkelijk
te kunnen uitoefenen. Dat is niet het geval wanneer zij de bevoegdheid
niet kende en zij haar ook niet redelijkerwijs had behoren te kennen
(Parlementaire Geschiedenis Boek 3, p. 235 en Boek 6, p. 315 en 316).
5.3 Het kennen van een bevoegdheid als hier bedoeld houdt niet alleen in
dat [de vrouw] 1) wist van het bestaan van de door [de man] gesloten
overeenkomst, maar ook dat zij 2) de aard van de overeenkomst juist wist
te duiden als huurkoop. Deze aard van de overeenkomst was immers
bepalend voor het bestaan van de mede op artikel 1:89 BW berustende
bevoegdheid tot vernietiging van die overeenkomst.
5.4 Immers, in de overeenkomst zelf en het bijbehorende
informatiemateriaal is alleen sprake van de aanduiding
aandelenleaseovereenkomst en niet van de juist door Dexia betwiste
aanduiding huurkoop of koop op afbetaling. Voorts dient in aanmerking te
worden genomen dat uit diverse publicaties en rechtspraak gebleken
standpunten inzake de aard van de effectenlease-overeenkomst, die voor
[de vrouw] eventueel een aanwijzing hadden kunnen zijn voor het bestaan
van een bevoegdheid tot vernietiging, dateren begin 2003.
5.5 Door de gebrekkige, onvolledige en onjuiste voorlichting en
informatie was [de vrouw] niet op de hoogte van - en had zij
dientengevolge een onjuiste voorstelling van - de aard (en risico’s) van
de overeenkomst, ten gevolge waarvan niet kan worden gesteld dat zij
vóór 2003 kende én wist of behoorde te weten dat het om huurkoop ging.
5.6 De bevoegdheid om tot vernietiging van de overeenkomst over te gaan
heeft op grond van het bovenstaande [de vrouw] niet vóór begin 2003 ten
dienste gestaan. Zij zou zich dientengevolge tot medio 2006 kunnen
beroepen op de vernietigingsgrond van artikel 1:89 BW.
5.7 De vordering tot verklaring van recht van de buitengerechtelijke
vernietiging van de overeenkomst bij brief van xxxx 2005 ligt derhalve
voor toewijzing gereed.
/Schriftelijke toestemming/
5.8 Zoals werd vastgesteld in de uitspraak van de Rechtbank Alkmaar,
sector kanton van 25 mei 2005 - zaaknummer 160555\04-1408 (CP),
LJN-nummer AT6106 - vergt artikel 1:88 lid 3 BW eenvoudigweg dat de
toestemming schriftelijk diende te worden gegeven.
Hiervan is in casu geen sprake.