Na het vonnis, welke door Beursklacht is
gepubliceerd op hun website , gelezen te hebben, kom ik tot de conclusie dat dit kortgeding van Beursklacht/Payback wel op een bijzonder onprofessionele wijze is aangegaan en eigenlijk direct al gedoemd was om van tafel te worden geveegd.
Deze stelling zal ik onderbouwen. Bij een kortgeding is het belangrijk om enkele zaken duidelijk van een "gewone" rechtzaak - ook wel bodemprocedure genoemd - te onderscheiden.
In de eerste plaats zal duidelijk moeten worden aangetoond het spoedeisende karakter in de betreffende zaak. Daarna zal de eiser zeer gemotiveerd en duidelijk onderbouwt zijn eis(en) moeten aantonen. Indien dit niet op de juiste wijze geschied dan wordt onherroepelijk - zeker bij een kortgeding - de gevraagde eis(en) afgewezen. De Rechter weegt enkel en alleen de in de dagvaarding gevraagde voorziening(en) en zal dan ook geen oordeel uitspreken over alle niet, of niet goed, aangevoerde argumentatie(s).
Blijkbaar heeft Beursklacht/Payback althans de raadsman van deze twee belangenbehartigers, dit geding volkomen onderschat zoals blijkt uit een deel van de uitspraak waar Dexia verweer voert en welke door de Rechter wordt onderschreven, hier geciteerd:
"
3. Dexia voert gemotiveerd verweer. Dit wordt hierna bij de beoordeling behandeld.
4.1 De voorzieningenrechter stelt voorop dat niet, althans niet voldoende, is gesteld of gebleken dat Dexia ter zake van het indienen van het WCAM-verzoek en/of de daarmee verbonden schorsingen van lopende procedures misbruik van procesrecht kan en mag worden verweten of dat Dexia terzake enig ander verwijt treft.
4.2 Dexia voert tot haar verweer in de eerste plaats aan dat de effectenlease-overeenkomsten van de Beursklacht-lessees kunnen niet worden gekwalificeerd als overeenkomsten van koop op afbetaling en als overeenkomsten van huurkoop. Volgens haar behoefden de Beursklacht-lessees daarom voor het aangaan van de effectenlease-overeenkomsten niet de schriftelijke toestemming van hun echtgenoten en geregistreerd partners. Dexia betwist verder dat ieder van de Beursklacht-lessees destijds gehuwd was dan wel een geregistreerd partnerschap was aangegaan. Bovendien is, zo voert Dexia aan, bij onderzoek van de dossiers van tachtig Beursklacht-lessees gebleken dat slechts drieëndertig echtgenoten en geregistreerd partners schriftelijke een beroep op het ontbreken van hun schriftelijke toestemming hebben gedaan (artikel 1;89 lid 1 BW). Slechts dertien van hen hebben dat beroep tijdig gedaan, namelijk binnen drie jaren nadat hun de bevoegdheid om de vernietigingsgrond in te roepen ten dienste is komen te staan (artikel 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW). Vier van de betrokken dertien Beursklacht-lessees en hun echtgenoten en geregistreerd partners hebben in 2003 het zogeheten Dexia Aanbod aanvaard; daarmee hebben zij afstand gedaan van het (eventuele) recht de effectenlease-overeenkomsten aan te vechten. In dit geding resteren van de onderzochte tachtig Beursklacht-lessees slechts negen Beursklacht-lessees die zich met kans van slagen op het ontbreken van de schriftelijke toestemming van hun echtgenoten en geregistreerd partners kunnen beroepen, aldus Dexia.
Beursklacht heeft de door Dexia aangevoerde bevindingen ten aanzien van de onderzochte tachtig Beursklacht-lessees niet, althans niet voldoende gemotiveerd, betwist. De enkele stelling van Beursklacht dat de aanwezigheid van een schriftelijk beroep van de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner voorwaarde was en is voor haar optreden als procesvertegenwoordiger kan niet worden aangemerkt als voldoende gemotiveerde betwisting van het verweer van Dexia dat niet alle echtgenoten en geregistreerd partners schriftelijke een beroep hebben gedaan op het ontbreken van hun schriftelijke toestemming. Het betoog van Dexia (naar aanleiding van het betoog van Beursklacht dat de verjaringstermijnen eerst zijn aangevangen op de dag waarop de echtgenoten en geregistreerd partners de effecntenlease-overeenkomsten juridisch wisten te duiden) op HR 26 november 2004, RvdW 2004, 134 komt de voorzieningenrechter niet aanstonds ongegrond voor. Tenslotte komt het betoog van Dexia dat met de aanvaarding van het zogeheten Dexia-Aanbod de vraag of de betrokken effectenlease-overeenkomsten aan vernietiging blootstonden van tafel is de voorzieningenrechter niet aanstonds ongegrond voor.
Ten aanzien van de overige, niet door Dexia onderzochte, Beursklacht-lessees heeft Beursklacht geen geïndividualiseerde gegevens verschaft. Dit had wel op haar weg gelegen. Op Beursklacht, die in dit kort geding slechts (als formele procespartij) ieder van de Beursklacht-lessees vertegenwoordigt, rust immers de verplichting om, bij betwisting, ten aanzien van ieder van de Beursklacht-lessees geïndividualiseerde gegevens te verschaffen waaruit diens huidige rechtsverhouding met Dexia kan blijken. Nu Beursklacht dat achterwege heeft gelaten, heeft zij in zoverre niet aan haar stelplicht voldaan."
Wat voor mij volslagen onbegrijpelijk is dat er blijkbaar op geen enkele wijze in de dagvaarding van Beursklacht/Payback is in gegaan op het te verwachten verweer van Dexia dat aandelenlease niet onder huurkoop zou vallen en wat ook inderdaad in dit kortgeding door Dexia is ingebracht en wordt betwist. Er zijn nu al tientallen uitspraken bekend die zijn uitgesproken door diverse Rechtbanken uit alle regio's die duidelijk hebben uitgesproken dat effectenlease onder huurkoop valt en dat daardoor Dexia's eis tot claiming van van de schuld werd afgewezen en zelfs bij enkele uitspraken het contract is vernietigd en de volledige inleg met rente moest worden terugbetaald. Het item "uitspraken" op de site van PAL geeft daar een duidelijk overzicht van.
Nog veel onbegrijplijker vind ik de melding van Dexia dat er blijkbaar een aantal eisers door Beursklacht/Payback op de dagvaarding zijn vermeld - waarvoor dit kortgeding is aangespannen - die enkele jaren geleden het Dexia aanbod hebben aanvaard en zodoende een getekende verklaring hebben ingevuld waarbij afgezien zou worden van juridische stappen tegen Dexia.
Kortom, mijn conclusie is dan ook dat Beursklacht/Payback dit kortgeding heeft aangespannen en daarbij schromelijk heeft onderschat de wijze waarop hun eisen nu van tafel zijn geveegd althans door de raadsheer die de zaken voor Beursklacht/Payback heeft behartigd schromelijk zijn onderschat.
Wellicht is het interessant om nog te vermelden dat, na enkel ingewonnen inlichtingen mijnerzijds , de betreffende raadsheer van Beursklacht/Payback in een kortgeding enkele dagen voor dit kortgeding, ook al de kous op zijn kop kreeg door ook dit kortgeding te verliezen voor een individuele gedupeerde tegen Dexia.
Zonder enig leedvermaak mijnerzijds betreur ik deze gang van zaken ten zeerste en denk ik dat deze zaak, zoals Piet hier ook al melde enkele berichten hierboven, op deze wijze zeker geen goed heeft gedaan aan de gedupeerden, door het ongetwijfeld goed bedoelde, maar toch onderschatte manier van het aangaan van individuele belangenbehartigers van een kortgeding.
Het zou zeer zeker aan te raden zijn dat alle belangenbehartigers gezamelijk eens wat nader met elkaar samen gaan werken inplaats van dit soort van onbezonnen acties te ondernemen.
Mvg.
ElBe