rechters in nederland spoor bijster bij WCK?

rechters in nederland spoor bijster bij WCK?

Berichtdoor jeanjean » wo 9 aug 2006 14:54

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton, locatie Gorinchem
Kenmerk: 148852 CV EXPL 04-1922
Vonnis van 26 juni 2006

7.5.8. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat (de rechtsvoorganger van) Dexia ten tijde van het aangaan van de onderhavige overeenkomst niet over een vergunning als bedoeld in art. 9 WCK beschikte. Dit brengt ingevolge art. 3:40 lid 2 BW mee dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met een dwingende wetsbepaling en niet vernietigbaar, aangezien art. 9 WCK niet uitsluitend ziet op bescherming van een van de partijen bij de overeenkomst. In de memorie van toelichting op de WCK (kamerstukken II 1986-1987, 19 785, nr. 3, blz. 27) wordt hieromtrent immers gesteld: ”Aan het onderhavige wetsontwerp ligt, in aansluiting op het voorgaande, de visie ten grondslag dat er een kader dient te zijn, waarbinnen kredietgevers verantwoord op de markt opereren en consumenten, geruggesteund door goede markt- en productinformatie, op redelijke voorwaarden krediet kunnen opnemen.” Voorts vermeldt de memorie van antwoord op de WCK (kamerstukken II 1987-1988, 19 785, nr. 7, blz. 10) dat gekozen is voor een zodanig vergunningenstelsel, dat serieuze ondernemers zonder moeilijkheden de markt kunnen betreden. Dit vergunningenstelsel is dus blijkens de wetgeschiedenis kennelijk mede gericht op bescherming van de toegelaten aanbieders tegen ondeskundige en/of malafide concurrenten met als achtergrond dat een negatief imago van de financiële markten schadelijk is voor een goed functionerende economie en daarmee het algemeen belang schaadt. Deze bredere doelstelling van de WCK volgt ook uit de parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel financiële dienstverlening. Zie hiervoor kamerstukken II 2003-2004, 29 507, nr. 3, par. 2, waarin onder meer wordt opgemerkt dat de zorgvuldige behandeling van de consument tevens bijdraagt aan ordelijke en transparante marktprocessen en een beter functionerende economie en dat de WCK al tot op zekere hoogte bijdraagt aan een effectieve bescherming van de consument.



RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 181355 \ CV EXPL 05-5733
vonnis van de kantonrechter d.d. 1 augustus 2006

7.5.1. Nu vast is komen te staan dat de Wck op de onderhavige overeenkomst van toepassing is, staat tevens vast dat Aegon over een vergunning als bedoeld in artikel 9 Wck diende te beschikken. Aegon erkent geen Wck vergunning te hebben, doch meent dat dit niet meebrengt dat de overeenkomst nietig of vernietigbaar is.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de systematiek van de Wck volgt dat het sluiten van een onder het bereik van de Wck vallende kredietovereenkomst zonder te beschikken over de vereiste vergunning, de overeenkomst niet nietig of vernietigbaar maakt, maar slechts leidt tot strafbaarheid van de kredietinstelling. In de Wck is immers telkens nauwkeurig aangegeven welke afwijkingen van de bepalingen leiden tot nietigheid dan wel vernietigbaarheid. Daarentegen kent die wet geen bepaling die inhoudt dat het ontbreken van de vergunning leidt tot nietigheid of vernietigbaarheid van de kredietovereenkomst, doch wordt het sluiten van kredietovereenkomsten zonder vergunning in artikel 69 Wck strafbaar gesteld.

7.5.2. Anders dan [eiseres] stelt brengt schending van de verplichtingen zoals neergelegd in artikel 9 Wck geen nietigheid of vernietigbaarheid van de overeenkomst met zich mee. Het toepassingsgebied van artikel 3: 40 lid 2 BW is beperkt. Voor de toepasselijkheid van artikel 3: 40 lid 2 BW is namelijk vereist dat de wetsbepaling in een wet in formele zin staat, van dwingend recht is en het verrichten (de totstandkoming) van de rechtshandeling verbiedt. De Wck verbiedt echter het sluiten van een overeenkomst als de onderhavige niet en heeft ook niet de strekking de geldigheid van de zonder vergunning gesloten overeenkomsten aan te tasten. Het niet naleven van de daarin opgenomen regels, levert naar het oordeel van de kantonrechter dan ook geen grond op voor nietigheid of vernietigbaarheid.

7.5.3. Ten aanzien van de artikelen 26, 28, en 30 lid 3 van de Wck overweegt de kantonrechter dat de wetgever aan de schending van deze bepalingen kennelijk welbewust evenmin een civielrechtelijke sanctie heeft verbonden. Dit brengt mee dat schending van deze wetsbepalingen evenmin leidt tot nietigheid dan wel vernietigbaarheid van de overeenkomst. Deze stellingen van partijen betreffende schending van de artikelen 26, 28, 30 lid 3 en 37 lid 1 Wck behoeven dan ook geen nadere bespreking.

7.5.4. Ten aanzien van artikel 33 sub b onder 1 Wck is de kantonrechter met Aegon van oordeel dat er in casu geen sprake is van schending van dit artikel, nu [eiseres] eerst het product heeft gekozen. Vervolgens is ten behoeve van het product een financiering afgesloten.
Tevens is de kantonrechter met Aegon van oordeel dat artikel 7 van de Bijzondere Voorwaarden geen schending van artikel 33 sub c Wck oplevert, nu een betalingsachterstand van de maandtermijnen na ingebrekestelling impliceert dat er een totale betalingsachterstand is van tenminste twee termijnen. Overigens brengt schending van deze bepaling geen nietigheid van de gehele overeenkomst met zich mee.
Ten aanzien van de gestelde schending van artikel 37 jol artikel 33 sub e Wck overweegt de kantonrechter dat de verschuldigdheid van boeterente geen afbreuk doet aan de bevoegdheid tot vervroegde aflossing, zodat ook dit verweer ten onrechte is opgeworpen.

7.6. Hetgeen in de voorgaande rechtsoverwegingen is overwogen, leidt tot het oordeel dat [eiseres] niet met succes op grond van de Wck de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van de overeenkomst kan inroepen.
jeanjean
 
Berichten: 64
Geregistreerd: di 16 aug 2005 21:02

Berichtdoor aert0001 » wo 9 aug 2006 19:54

tis net snot, iedere als je denkt het vast te hebben glibbert het weer weg,

T :? n
aert0001
 
Berichten: 165
Geregistreerd: vr 19 aug 2005 0:05
Woonplaats: Etten-Leur

Berichtdoor Elias » do 10 aug 2006 23:13

Je moet ook eerst een bolletje draaien, T :wink: n.

Wellicht een onderwerp om in de komende TrosRadar uitzending eens fijntjes "het land in de schieten" en onze "onafhankelijke" rechters eens onder de neus te wrijven

Maw: Terug naar waar het vandaan komt :wink:
Elias
 
Berichten: 214
Geregistreerd: ma 15 aug 2005 22:40

Berichtdoor Elias » ma 14 aug 2006 17:34

De rechter in de strafzaak tegen Rene vd Berg o.a.:

Met die klanten handelde hij in privé door met hen overeenkomsten van geldlening aan te gaan zonder de daarvoor vereiste vergunning. Verdachte wist als directeur-grootaandeelhouder van Intereffekt B.V. en Intervaluta B.V. -beide onder toezicht van de Stichting Toezicht Effectenverkeer /Autoriteit Financiële Markten vallende financiële instellingen- dat voor het bedrijfsmatig aantrekken van gelden een vergunning was vereist.


Hier mept de rechter, zonder smoesjes, wel met dit feit bij de veroordeelde om de oren, ook al is het "maar" een klein onderdeel/element in de oplichtings(straf)zaak.

Maar in een civiele zaak mag een rechter er ons mee bedriegen en oplichten.

Moet niet gekker worden hier in NL.
Elias
 
Berichten: 214
Geregistreerd: ma 15 aug 2005 22:40

Berichtdoor pewi » za 26 aug 2006 11:54

bron: De Telegraaf, 26-08-06

Nieuw spoor in leasedrama

door RIEN MEIJER
AMSTERDAM – Recente uitspraken in rechtszaken over aandelenlease duiden op een opvallende koerswijziging. Terwijl de ene na de andere rechter oordeelt dat het ontbreken van een zogeheten Wck-vergunning bij Dexia en Aegon – de belangrijkste aanbieders – niet kan leiden tot nietigheid van de contracten, bepaalde de kantonrechter in Helmond deze week dat beoordeeld moet worden of de talrijke effectenleaseconstructies wel deden wat ze beloofden. Veel van de producten van Dexia en Aegon deden dat in elk geval níet, stelt advocaat Marcel Bosman.

Veel gedupeerden hadden hun hoop gevestigd op het feit dat Dexia en Aegon vóór april 2003 een vergunning onder de Wet op het consumentenkrediet (Wck) ontbeerde. Aandelenleasecontracten die in die periode waren aangegaan, zouden daarom nietig zijn. Zetten kantonrechters in Utrecht, Den Haag en Leeuwarden al een streep door die nietigheid, de rechter in Helmond stelt onomwonden dat ’het doek voor wat betreft de toepasselijkheid van artikel 9 Wck is gevallen’. En verderop: ’de voorkeur dient te worden gegeven aan een toetsing van de rechtsgeldigheid van elke overeenkomst in elk individueel geval, boven een uitspraak die neerkomt op het collectief nietig verklaren van de hele categorie overeenkomsten’.
Aanbieders worden geacht aan te tonen dat hun producten deden wat de consument er van mocht verwachten.
Veel van de producten van Dexia en Aegon deden dat in elk geval niet, stelt advocaat Marcel Bosman in Arnhem. „Terwijl zij rendementen beloofden van soms wel 15% per jaar, komt het merendeel van de producten van deze twee aanbieders niet verder dan 1 à 4%. En dat bij een veronderstelde jaarlijkse koerswinst van de aandelen van 8%, terwijl de kans op zo’n stijging per jaar historisch maar iets meer dan 50% is.” De kans op een koersdáling is jaarlijks 27%. Bosman liet onder meer Dexia’s Winstverdriedubbelaar en Aegons Vermogens Vliegwiel doorrekenen door oud-wiskundedocent Hans Aartsen. „Als rechters hier serieus naar kijken, kan de conclusie niet anders zijn dan dat het wanproducten zijn”, stelt Bosman.

Dexia toont zich in een reactie verheugd over de Wck-beslissing. Een woordvoerder geeft daarnaast aan dat de Dexia-producten wel degelijk doen wat ze beloven. „Maar het gaat om heel veel verschillende producten. En die hebben allemaal kleine lettertjes.” De leaseproducten van Aegon zijn volgens een zegsman van de verzekeraar „veelvuldig doorgerekend. En tot nu toe is daarbij nooit gebleken dat sprake is geweest van misleiding”.


Vrgr pewi
pewi
 
Berichten: 167
Geregistreerd: ma 15 aug 2005 21:00
Woonplaats: Limburg

Berichtdoor spaarvarken » di 29 aug 2006 1:37

In de rubriek ‘actualiteiten’ van het tijdschrift ‘Ondernemingsrecht’ is een artikel verschenen van A.F.J.A. Leijten, met als titel: "Twee WCAM-zwaluwen aan het begin van de zomer".

In het artikel wordt behalve de DES-kwestie ook nader ingegaan op de verbindendverklaring van de Duisenbergregeling.

De auteur stelt over de toepasbaarheid van de Wck (Wet op het consumentenkrediet) met als gevolg daaraan nietigheid[1] dat dit op zichzelf niet mee kan brengen dat de Duisenberg-regeling niet royaal genoeg zou zijn voor gedupeerde beleggers, omdat “...de gevolgen van een dergelijke nietigheid niet, althans niet zonder meer, meebrengen dat de belegger dan ook geen enkel bedrag (meer) aan Dexia verschuldigd is.” (Verwijzend naar [2] ).

De bewuste passage: “Op dezelfde dag dat het hof zijn tussenbeschikking wees, verscheen in Het Financieele Dagblad het bericht dat een landelijke werkgroep van in leasezaken gespecialiseerde rechters van mening zou zijn dat effectenleasecontracten ongeldig zijn vanwege het ontbreken van een WCK-vergunning voor Dexia. Dit zou volgens de krant een mogelijke bom zijn onder de Duisenbergregeling[3]). Een jaar geleden heeft ook Huls betoogd dat de WCK-vergunningskwestie ten onrechte niet zou zijn meegenomen in de hoogte van de vergoedingen volgens de Duisenberg-regeling. Mijns inziens kan de nietigheid van leasecontracten op deze grond op zichzelf niet meebrengen dat de Duisenberg-regeling niet royaal genoeg zou zijn voor gedupeerde beleggers, omdat de gevolgen van een dergelijke nietigheid niet, althans niet zonder meer, meebrengen dat de belegger dan ook geen enkel bedrag (meer) aan Dexia verschuldigd is. Ik verwijs kortheidshalve naar de motivering die ik eerder gaf.”

----
1) N.J.H. Huls, ‘Is de Duisenberg-regeling royaal genoeg voor alle legitieme Dexia Claims?’, NJB 2005, p. 1386 ev
2) Noot 1, Ondernemingsrecht 2005,176, p. 501
3) Het Financieele Dagblad van 2 juni 2006, p. 1. De teksten van de zogenoemde beslismodules zijn onder meer te vinden op www.hfd.nl. In een persbericht van dezelfde dag heeft de Amsterdamse rechtbank. gereageerd op de berichtgeving en het belang van deze notities gerelativeerd. Voorts zou Het Financieele Dagblad niet over de laatste versie van de notities beschikken (zie www.rechtspraak.nl/actualiteiten, geraadpleegd op 8 juni 2006). Volgens een hoofdredactioneel commentaar ‘Dexia als slachtoffer’ in Het Financieele Dagblad van 6 juni 2006 op p. 7 zou ook de laatste versie uit december 2005 concluderen dat de WCK van toepassing is op aandelenleaseproducten.
spaarvarken
 
Berichten: 28
Geregistreerd: zo 21 aug 2005 1:58
Woonplaats: Hengelo

Berichtdoor Forummaster » do 31 aug 2006 19:12

De uitspraak van Helmond is vandaag (31 augustus) op rechtspraak.nl gepubliceerd.
Bij het eerste doorlezen van deze uitspraak kan alleen maar de conclusie worden getrokken dat dit wel een merkwaardige uitspraak is.

Deze kan gelezen worden door hier te klikken

Forummaster
Forummaster
Site Admin
 
Berichten: 36
Geregistreerd: wo 10 aug 2005 12:24

Berichtdoor Janny » vr 1 sep 2006 10:59

quote uit de uitspraak zie boven
In haar dagvaarding heeft Dexia de bevoegdheid van de kantonrechter niet ter discussie gesteld. Gelet op deze proceshouding, dient te worden geoordeeld dat Dexia berust in het inmiddels breed gedeelde oordeel dat de onderhavige overeenkomst dient te worden gekwalificeerd als een (bijzondere) vorm van huurkoop. De beoordeling van geschillen die voortvloeien uit een dergelijke overeenkomst is immers in artikel 93, aanhef en sub c Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) opgedragen aan de kantonrechter.

.
Even rood op grijs.
Gelet op deze proceshouding, dient te worden geoordeeld dat Dexia berust in het inmiddels breed gedeelde oordeel dat de onderhavige overeenkomst dient te worden gekwalificeerd als een (bijzondere) vorm van huurkoop.
Mooi he zo'n uitspraak van Dexia :oops: :oops:
Janny
Janny
 
Berichten: 263
Geregistreerd: do 18 aug 2005 13:21
Woonplaats: Drente

Berichtdoor willyreiss » vr 1 sep 2006 18:20

Uitspraak Helmond van 2 hierboven.
Uitspraak: De Wck gaat niet op bij een effectenkrediet.
Nou, nu de effecten niet gekocht (lees geleverd) zijn voor de leasecontractant is er dus ook geen effectenkrediet maar is er sprake
van een geldlening.
Snapt U het nog ?????????jglksdkjdfh'd 'lkj'ldkhl'dh;dgh;,
lkdhsf;lkhdg;lkg;lkhg
kj;kh;klhd

W.H.J. Reiss
Were Account
A.F.M. bedankt !!
willyreiss
 
Berichten: 8
Geregistreerd: wo 9 aug 2006 15:34
Woonplaats: Berg en Terblijt

Berichtdoor Okerene » vr 1 sep 2006 18:27

Dit is slechts een persoonlijke beoordeling over de uitspraak van de kantonrechter te Helmond.

4. Dexia heeft X gedagvaard om te verschijnen voor de kantonrechter te Helmond. In haar dagvaarding heeft Dexia de bevoegdheid van de kantonrechter niet ter discussie gesteld. Gelet op deze proceshouding, dient te worden geoordeeld dat Dexia berust in het inmiddels breed gedeelde oordeel dat de onderhavige overeenkomst dient te worden gekwalificeerd als een (bijzondere) vorm van huurkoop. De beoordeling van geschillen die voortvloeien uit een dergelijke overeenkomst is immers in artikel 93, aanhef en sub c Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) opgedragen aan de kantonrechter.

Deze rechter danst in de verdere beoordeling aanzienlijk naar de pijpen van Dexia terwijl iedereen al weet dat de bedenker van deze Wet op het consumentenkrediet (Wck) prof. Nick Huls aangeeft dat de aandelenleaseproducten onder deze wet vallen omdat simpelweg er met geleend geld wordt belegd.(ook onlangs in RADAR uitzending) Bij 16.2 concludeert de kantonrechter:

‘ Naar objectieve maatstaven (lees: "de letter van de wet") valt de effectenleaseovereenkomst niet onder de werking van de Wck…’

Deze rechter gaat dan ook voorbij wat andere rechters zeggen bij de toepassing van de Wck.

‘Bij een meer formeel-juridische benadering bestaat het gevaar van ontduiking van de wet via juridische constructies die de economische werkelijkheid maskeren" (kamerstukken II 1986-1987, 19 785, nr. 3, blz. 68 ).’

Hij volgt liever de lijn die Dexia hem voorhoudt.

6.2 Terecht merkt Dexia op dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een krediettransactie in de zin van de Wet op het Consumentenkrediet onderscheid moet worden gemaakt tussen geldkrediet (simpel gezegd: de geldlening, in welke vorm dan ook) en goederenkrediet (even simpel gezegd: de koop op afbetaling, in welke vorm dan ook). De kantonrechter zal achtereenvolgens bezien of van dergelijke vormen van krediet in de zin van de Wck sprake is.

Wet op het Consumentenkrediet, geldkrediet.
7. Hiervoor is vastgesteld dat de onderhavige overeenkomst er in de kern op neerkomt dat Dexia aan X een bedrag ter beschikking stelt, waarmee zij ten bate van X aandelen of waarden aankoopt die zij voor X houdt en, aan het eind van de looptijd van de overeenkomst en na betaling van al hetgeen X aan Dexia verschuldigd is, aan X overdraagt, dan wel ten bate van X verkoopt. Met Dexia - en anders dan de rechtbank Arnhem in haar uitspraak d.d. 14 juli 2004, LJN AQ1551 - deelt de kantonrechter de opvatting dat van een geldkrediet in de zin van artikel 1, aanhef en onder a.1 Wck geen sprake is. X ontvangt geen vrij te besteden geldsom van Dexia. Kern van de overeenkomst bestaat uit het verkrijgen van voordeel uit een aan te schaffen aandelenpakket. Vast staat dat Dexia X daartoe een bedrag voorschiet om aandelen van te kopen. Uit de aard van de kwalificatie van de overeenkomst volgt dat in dat geval hoogstens sprake is van goederenkrediet (huurkoop is immers een species van de koop op afbetaling).

Er wordt wel degelijk eerst een lening verstrekt voordat er uberhaupt aandelen ten bate van X gekocht konden worden. Hier komt volgens mij dan ook de koppelverkoop naar voren juist omdat dit aantoont dat X niet vrij is in het te besteden bedrag. Dit is versluierd in het contract.
zie ook: http://www.platformaandelenlease.nl/phpBB2/viewtopic.php?t=340&start=6
LJN: AX2257 toepassing Wck Art. 33
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=AX2257
‘.. Voorts is er sprake van nietigheid indien het zou gaan om een overeenkomst zoals omschreven in artikel 33 WCK. Meer in het bijzonder is ingevolge artikel 33 sub e WCK nietig de overeenkomst waarin wordt afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 34 tot en met 46, met uitzondering van een afwijking als bedoeld in artikel 42 lid 5 WCK. Op de nietigheid dient ambtshalve acht te worden geslagen..‘

Daar wordt de kredietovereenkomst nietig geacht voorzover daarbij de kredietnemer, zich verplicht tot het aangaan van een andere overeenkomst (koppelverkoop).

Het probleem bij deze uitspraak lijkt mij ook te worden veroorzaakt door de ‘impliciete’ aanname van de bevoegdheid van de rechtbank Arnhem dat de aandelenleaseovereenkomst géén huurkoop betreft.(Anders had de Arnhemse rechter moeten doorverwijzen naar de kantonrechter overeenkomstig artikel 93, aanhef en sub c Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.))
8. Voor wat betreft genoemde uitspraak van de rechtbank Arnhem merkt de kantonrechter op dat deze mede zal zijn ingegeven door het aan haar beslissing ten grondslag liggende oordeel - impliciet voortvloeiend uit de aanname van bevoegdheid door de rechtbank - dat de aandelenleaseovereenkomst geen huurkoop is. Nu in de jurisprudentie (onder meer ook van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch en, breed gedragen door de kantonrechters in Nederland) lijkt te zijn aanvaard dat de aandelenleaseconstructie wel als huurkoopovereenkomst moet worden gekwalificeerd, een opvatting die door Dexia is geaccepteerd doordat zij haar vordering bij dagvaarding heeft aangebracht bij de kantonrechter te Helmond, kan de door de rechtbank Arnhem aan haar oordeel ten grondslag gelegde opvatting over de aard van de overeenkomst niet worden overgenomen. Omdat het in geval van een huurkoopovereenkomst per definitie gaat [om] goederenkrediet, zou de beslissing in de onderhavige zaak innerlijk tegenstrijdig zijn, wanneer die zou worden gegrond op de aanname dat de overeenkomst wel valt onder de definitie van geldkrediet in de Wck.

Over de verdere beoordeling m.b.t. Wet op het Consumentenkrediet, goederenkrediet. geeft de kantonrechter aan dat

‘Vast staat dat Dexia aan X niet het genot van een roerende zaak heeft geleverd, omdat aandelen niet als zodanig kunnen worden beschouwd,…’
‘…omdat de overdracht van de waarden slechts administratief plaatsvindt (door bijschrijving in de administratie van Legio-lease overeenkomstig artikel 17 van de Wge, zie art. 1 van de Bijzondere Voorwaarden).’

En concludeert later dat ‘…Naar de letter van de wet kan de aandelenleaseovereenkomst dan ook niet worden beschouwd als een goederenkrediet als bedoeld in artikel 1, aanhef en sub 1 b of c Wck…’
11. Ondanks genoemde ratio (waaronder: de koop op afbetaling brengen onder de werking van de Wck) heeft de wetgever gemeend het goederenkrediet te moeten beperken tot het (direct of indirect, via een derde-leverancier) verschaffen van genot van een roerende zaak of het verlenen van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienst. Vast staat dat Dexia aan X niet het genot van een roerende zaak heeft geleverd, omdat aandelen niet als zodanig kunnen worden beschouwd, terwijl uit de overeenkomst zelf voortvloeit dat ook het fysieke bewijs van een aandeel (het papier zelf, voor zover aandelen nog gedrukt worden) niet zou worden geleverd, omdat de overdracht van de waarden slechts administratief plaatsvindt (door bijschrijving in de administratie van Legio-lease overeenkomstig artikel 17 van de Wge, zie art. 1 van de Bijzondere Voorwaarden).

Het staat nog te bezien of de aandelen wel conform Artikel 17 Wge zijn geleverd. De Wge kent anders wel dwingende regels voor levering.Dat staat ook in de ‘bijzondere voorwaarden effectenlease’ van de contracten zelf. Laat Dexia maar aantonen dat zij dit correct hebben uitgevoerd op naam van en met leveringsbewijs in het verzameldepot bewaard en verzonden aan de cliënt

Dat ‘de nationale wetgever geen uitvoering aan die Richtlijn heeft gegeven, wat in dit geval mogelijk niet, althans niet deugdelijk is gebeurd’ erkend hij overigens op andere gronden dan de rechter uit Arnhem.

Kwalijk vind ik ook zijn uitspraak tussendoor waar de rechter de Duisenberg-Regeling naar mijn opvatting misbruikt door te stellen dat uit de totstandkoming van de Duisenbergregeling kan worden afgeleid dat ook een grote meerderheid van de betrokken wederpartijen van Dexia het niet onredelijk vindt om, naast Dexia, in elk geval nog een deel van de consequenties van het aangaan van de overeenkomsten te blijven dragen.Terwijl hij weet dat Dexia dit het liefst aan iedereen wil opleggen om financieel beter af te zijn. De Duisenbergregeling wordt geprecenteerd als een manier om eindelijk van het jarenlange juridische getouwtrek af te kunnen zijn. Gedupeerden die deze regeling accepteren willen er meestal snel vanaf om eindelijk geestelijke rust te krijgen. Gedupeerden hebben doorgaans met doorprocederen grotere kans op een betere uitspraak. Hier hebben zij geen zin in of hebben er de middelen niet voor (over).

De conciërge op een basisschool met als opleiding de LEAO en volstrekt onbekend met beleggen.stelt ‘De door Dexia als productie 7 bij repliek overgelegde brochure stelt X niet ontvangen te hebben. Naar aanleiding van een op initiatief van de verkoper tot stand gebracht telefoongesprek heeft hij zich laten overhalen tot het aangaan van de overeenkomst, welke hem vervolgens is toegestuurd met de bijzondere voorwaarden en de fiscale opinie, maar zonder bijbehorende brochure.’ Dexia beweert van wel. De rechter vindt dat Dexia hiervan het bewijs moet leveren. Als dat niet lukt en X uitsluitend afhankelijk was aan hetgeen de verkoper hem telefonisch verteld had dan kan dat de uitspraak aanzienlijk beinvloeden in het voordeel van X lijkt mij. De rechter zegt namelijk o.a. ‘…Dat betekent dat de door Dexia aan X te leveren zaak diende te beantwoorden aan de overeenkomst, wat niet het geval is wanneer achteraf moet worden vastgesteld dat het geleverde niet de eigenschappen had die de koper op grond van de hem door de verkoper gedane mededelingen mocht verwachten.’
23. Dit aspect van de verhouding tussen partijen is in de onderhavige procedure onderbelicht gebleven. Mocht de overeenkomst niet vernietigbaar blijken op grond van dwaling, dan nog kan niet worden uitgesloten dat achteraf moet worden vastgesteld dat X op grond van de mededelingen van Dexia mocht verwachten dat hij geen verlies zou lijden. Wanneer achteraf blijkt dat dat verlies toch optreedt, zou het oordeel gerechtvaardigd kunnen zijn dat het verkochte product niet de eigenschap heeft bezeten die X daar op grond van de mededelingen van Dexia van mocht verwachten. In dat geval zou X wellicht aanspraak hebben op (een verrekenbare) schadevergoeding wegens toerekenbaar tekortschieten. Herstel van het gebrek is immers niet meer mogelijk, net zo min als ontbinding van de overeenkomst, welke reeds door tijdverloop is geëindigd. De schade zou kunnen worden vastgesteld op de restschuld na afloop van de looptijd.


Heel opmerkelijk is vervolgens zijn uitspraak bij 25.
‘25. De onderhavige uitspraak wijkt op het principiële punt van de toepasselijkheid van de Wck (ten nadele van X) af van een aantal tot op heden gepubliceerde uitspraken. Gelet op het principieel karakter van die beslissing en het buitengewoon belang van deze kwestie, ook voor de rechtsvorming in Nederland, zal de kantonrechter partijen uitdrukkelijk toelaten deze uitspraak aan het oordeel van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch te onderwerpen, alvorens zij tot bewijsvoering overgaan.’

Ik wens X en mr. Bosman veel sterkte en wijsheid toe.

Met vriendelijke groet,

Okerene

Er is ongetwijfeld meer over deze uitspraak te zeggen.
Okerene
 
Berichten: 115
Geregistreerd: ma 22 aug 2005 15:27

Berichtdoor aert0001 » ma 4 sep 2006 17:14

Wat mij vooral bevreemd in het oordeel van de kantonrechter (ktg) is de volgende redenering:



Aangenomen wordt dat de lease-overeenkomst huurkoop betreft.

Omdat het huurkoop betreft, komt de ktg tot de conclusie dat het dus per definitie slechts een goederenkrediet kan betreffen. Vervolgens wordt dan gesteld dat geen zaken ter beschikking worden gesteld, zodat de transactie niet voldoet aan de definitie van het begrip goederenkrediet in artikel 1 sub a onder 2e en 3e en letter e WCK. Dit leidt dan tot de conclusie dat de aandelenlease-overeenkomst niet onder de WCK valt.



In deze redenering wordt dus het begrip “ goederenkrediet” eerst kennelijk vrij geïnterpreteerd als een krediet waarvan sprake is bij huurkoop; vervolgens wordt dit ‘vrije’ begrip “goederenkrediet” van toepassing verklaart op de aandelenlease-overeenkomst om daarmee de aandelenlease-overeenkomst onder de werking van de WCK te brengen, waarin immers het begrip “goederenkrediet” wordt gedefinieerd. Als slotstuk wordt dan geconcludeerd dat de aandelenlease-overeenkomst niet voldoet aan de definitie van goederenkrediet in de WCK en dus buiten de WCK valt.



Deze redenering lijkt me mank te gaan. Als de aandelenlease onder het begrip goederenkrediet van de WCK moet worden gebracht, kan dat uitsluitend gebeuren door dit te toetsen aan de definitie van “goederenkrediet” in de WCK. Als die toetsing leidt tot de conclusie dat geen sprake is van goederenkrediet volgens de WCK, hetgeen in deze uitspraak het geval is, zal vervolgens onderzocht moeten worden of de overeenkomst onder andere kredietdefinities van de WCK valt. Het kan niet zo zijn dat eerst een andere definitie van het begrip goederenkrediet wordt gehanteerd om de aandelenlease-overeenkomst te duiden en er vervolgens a priori vanuit te gaan dat slechts sprake kan zijn van goederenkrediet in de zin van de WCK hoewel dat strijdig is met de WCK. Deze redenering is pas echt tegenstrijdig.

T :roll: n



aert0001
 
Berichten: 165
Geregistreerd: vr 19 aug 2005 0:05
Woonplaats: Etten-Leur

Berichtdoor jaguar » di 5 sep 2006 9:51

Dit alles onder toezicht en mede weten van 2 misdadige ministers te weten Hr Donner en Hr Zalm, je moet maar heel veel op CDA en VVD stemmen in November, dan weet je zeker dat Dexia de grote winnaar wordt.
jaguar
 
Berichten: 3
Geregistreerd: di 16 aug 2005 15:41

Onafhankelijkheid van rechters?

Berichtdoor Bert W. » wo 6 sep 2006 16:15

Als men een aantal uitspraken van rechters leest, dan kan je er bijna niet omheen, dat die zogenaamde onafhankelijkheid van rechters een utopie is. Ja, onafhankelijk zijn ze wel, alhoewel een aantal van hen nauwe banden hebben met advocatenkantoren en ze daarnaast onafhankelijk genoemd mogen worden gezien hun inkomen. Maar, uiteindelijk zijn het maar gewone mensen, elk met een eigen politieke mening. Opvallend is, dat rechters met een duidelijke VVD-signatuur telkenmale erg veel begrip en medelijden hebben met Dexia. Bij de VVD in de 2e Kamer was Stef Blok een duidelijke tegenstander om voor de Dexia gedupeerden ook maar iets te doen. Sterker nog, hij liet weten te willen voorkomen dat de Nederlandse Bank aansprakelijk gesteld zou kunnen worden voor het Dexia debacle, vanwege het falen van de AFM (Dr. Van Leeuwen).

Onafhankelijke rechtspraak in Nederland, lukt alleen met rechters die geen politieke mening hebben. En wie heeft er nu geen mening?
Bert W.
 
Berichten: 43
Geregistreerd: di 23 aug 2005 20:05
Woonplaats: Korendijk

Berichtdoor Okerene » za 9 sep 2006 15:35

De constructie aandelenlease is bedoeld om consumenten te laten beleggen met geleend geld.

Onvermelde geldlening bij aandelenlease.
In de praktijk blijkt echter dat de aanbieders van deze producten ontzettend hun best hebben gedaan de daarmee verbonden lening te versluieren. Doordat o.m. de uitdrukking ‘spaarleasen’en ‘inleg’ werd gebruikt dacht men vaak op een attractieve manier te sparen. De klant leende daarom vaak ongemerkt geld bij de bank. Het geleende geld wordt door de bank voor de contractant belegd in aandelen van een beperkt aantal beursfondsen, zoals Wolters Kluwer, ABN Amro, Ahold en KPN. Het uitgangspunt is dat de aandelen in waarde zullen stijgen. Aan het einde van de contractuele looptijd heeft de klant de keuze om het contract te verlengen, de schuld bij de bank af te lossen en de aandelen zelf te houden, of de aandelen te verkopen en met de verkoopopbrengst de schuld bij de bank af te lossen. Dat laatste blijkt bij afloop het meest gekozen te zijn.

De beurskoersen zouden gedurende de looptijd wel blijven stijgen.
Men gaat er bij deze contructie van uit dat de beurskoersen van deze fondsen gedurende de looptijd dermate zullen stijgen, dat de klant met gemak het geleende bedrag en de daarover verschuldigde rente bij de bank kan aflossen. Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de aandelen en het verschuldigde bedrag aan de bank is dan winst voor de klant. Helaas liep het in werkelijkheid minder goed. De beurskoersen kelderden.

Weerstand tegen bijbetalen bij afloop.
Een door de aanbieder opgenomen maar voor de klant minder gunstige bepaling in de overeenkomst was dat hij in geval van een daling van de waarde van de aandelen moest bijbetalen. Veel klanten van Dexia c.s. werden zo met forse schulden opgezadeld. Met alle gevolgen van dien. Het Rapport van de AFM van oktober 2002 toont aan dat ongeveer 700.000 aandelenleasecontracten zijn afgesloten (ongeveer 6% van de gezinnen had in 2001 één of meer contracten), met een totale omvang van ongeveer € 6,5 miljard. Het meeste van dit geld zou door de beursdaling ‘verdampt’zijn. Hier hadden de contractanten niet op gerekend en was men hiervoor niet voor gewaarschuwd. Ook blijkt de wijze waarop de contracten tot stand zijn gekomen niet goed te zijn verlopen. Dexia en andere aandelenleaseaanbieders hebben bij het aanbieden van de aandelenleaseproducten de zorgplicht niet in acht genomen. Zou er verkeerd zijn gehandeld en de producten zonder Wck-vergunning illegaal verkocht zijn. Gedupeerden bieden terecht weerstand tegen bijbetaling van restschuld en willen hun inleg terug.

Verzwegen risico's.
Bovendien voelen velen zich misleid. Men was niet in voldoende mate op de hoogte gebracht, dan wel gewaarschuwd voor de aan aandelenlease verbonden risico's. Daarbij is bekend geworden dat er van agressieve verkoopmethoden en misleidende informatie bij het aanbieden van aandelenleaseproducten gebruik is gemaakt. Zij eisen daarom massaal hun geld terug. Het heeft dan ook ingrijpende maatschappelijke gevolgen voor de grote groep benadeelden met soms enorme financiële stroppen.

Verwarring door vreemde uitlatingen van rechters
Vele rechtszaken zijn er het gevolg van waarbij sommige rechters zich ook vreemd uitlaten over de toepassing van de wet. Zie als leek daar de weg maar eens bij (terug) te vinden. Voor de beoordeling of de contracten juist zijn opgesteld en uitgevoerd is een goed overzicht van de belangrijkste kenmerken noodzakelijk. Wat zijn de wettelijk voorgeschreven rechten en verplichtingen?
http://wetboek.net/nl/index.html
BW Artikel 7A> http://wetboek.net/nl/BW7a.html

De (af)betalingsregeling valt onder HUURKOOP
Het contract bevat een betalingsregeling, op grond waarvan de klant de bank het geleende bedrag en de daarover verschuldigde rente terug moet betalen. Deze (maand)bedragen werden de inleg genoemd. De gebruikelijke looptijd van de aandelenlease-overeenkomst is 3 jaar. Gedurende deze periode dient de klant maandelijks een vast bedrag en aan het einde van de contractuele looptijd een restantbedrag aan de bank te betalen. Ook kon het totaal te betalen “in te leggen bedrag” vooruitbetaald worden, maar dat wordt toch contractueel en wettelijk als huurkoop en als een afbetalingsregeling beschouwd.

Niet direct juridisch maar wel economisch eigenaar door eigendomsvoorbehoud

Kenmerkend voor aandelenlease is dat de klant niet onmiddellijk (juridisch) eigenaar wordt van de aandelen waarin belegd wordt. De overeenkomst behelst een eigendomsvoorbehoud. De bank behoudt zich de eigendom voor tot op het moment dat de klant alle verplichtingen jegens de bank is nagekomen. Op het moment dat aan deze opschortende voorwaarde wordt voldaan, gaat de eigendom van rechtswege over op de klant. (Art. 5 van de aandelenleaseovereenkomst spreekt van 'automatisch en van rechtswege eigenaar worden'. Zie ook art. 2 Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease.)
Deze voorwaardelijke overdracht en levering van de aandelen vindt plaats door bijschrijving van de aandelen ten name van de klant in de administratie van de bank, in overeenstemming met artikel 17 Wet Giraal Effectenverkeer (Wge). Tot zekerheid dat de klant de aandelen uiteindelijk krijgt overgedragen of een vervangende schadevergoeding ontvangt, vestigt de bank ten gunste van de klant een eerste pandrecht op de aandelen. (Art. 15 Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease). Kennelijk waren de aandelenleasecontracten in het verleden niet goed en moesten deze (op aandrang van de STE) geoptimaliseerd worden. Het betrof de verplichte registratie van de aandelen en (af)levering van de voor de klant verworven aandelen volgens dit wettelijke voorschrift ingevolge de Wge Art. 17. Ook de stroom van dividendgelden over het vermogen van Legio Lease/Bank Labouchere mocht niet langer. Dit waren immers “baten" die de klant toebehoorden (zie brief van Legio Lease 23 april 1998 Optimalisering cliëntenbescherming http://www.platformaandelenlease.nl/Documenten/opti.htm

Genotverschaffing. 'Alle baten en waardeveranderingen van de waarden komen lessee toe. [...]'.

Ondanks het feit dat de juridische eigendom van de aandelen niet direct overgaat op de consumentbelegger, maar voorbehouden blijft aan de bank, draagt de klant direct het gehele economische risico. Juist als gevolg van het feit dat hij weliswaar niet juridisch maar wel economisch eigenaar is. De bank draagt slechts het risico van het tenietgaan van de waarde, waarmee bedoeld wordt: het verloren gaan van het papier dat de waarde van het aandeel belichaamd. (Art. 4 Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease) De klant draagt ook uitdrukkelijk het gehele risico van koersfluctuaties. Daarnaast heeft de klant recht op dividend uit de aandelen. Art.3 Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease: 'Alle baten en waardeveranderingen van de waarden komen lessee toe. [...]'. Deze (af)levering met bijbehorende aanspraken moet worden gezien als genotverschaffing Dat Dexia zich heeft verbonden het genot van de aandelen te verschaffen, blijkt uit de eerste volzin van artikel 3 van de bijzondere voorwaarden, die bepaalt dat alle baten van de aandelen aan lessee toekomen. Voorts blijkt ook uit de tweede volzin van artikel 3 van de bijzondere voorwaarden, die bepaalt dat Dexia de dividendbaten zo spoedig mogelijk na betaalbaarstelling daarvan aan de klant zal doen toekomen. Een en ander stemt overeen met het bepaalde in artikel 7A:1576n leden 1 en 2 BW. De aflevering van de aandelen met genotverschaffing is een verplichting die bij huurkoop bij de verkoper berust. Dexia betwist dat in vrijwel alle rechtszaken maar halen steeds bakzeil. Ik vermoed omdat zij weten dat zij zich niet aan (alle) wettelijke verplichtingen uit de Wge art. 17 en 25 hebben gehouden.

De feitelijke aflevering van de geleasde aandelen
Bij huurkoop moet het koopobject door de huurverkoper aan de koper worden afgeleverd (art. 7A:1576h jo. 1576l). Afleveren betekent het stellen van het koopobject in de macht van de koper, zoals bedoeld in artikel 7:9 BW. Aflevering in de zin van machtsverschaffing duidt op het feit dat de regeling van huurkoop in eerste instantie is geschreven voor huurkoop van zaken. Dat huurkoop op grond van artikel 7A: 1576 lid 5 van overeenkomstige toepassing is op aandelen, voorzover dat in overeenstemming is met de aard van het recht, zal hierna worden uitgelegd. Aflevering van aandelen vindt niet in fysieke vorm plaats. Dat hoeft ook niet. De levering van aandelen vindt plaats door voorgeschreven bijschrijving op naam van de verkrijger in de administratie van de betrokken instelling (art. 17 Wge).

AANDELENLEASE WORDT GEKWALIFICEERD ALS EEN OVEREENKOMST VAN HUURKOOP

Aan de hand van de kenmerken van huurkoop - formele vereisten, huurkoopobject, betaling in termijnen, aflevering, eigendomsvoorbehoud en eigendomsoverdracht - kan worden gesteld dat aandelenlease aan de kwalificatie huurkoop voldoet. Van een huurkoopovereenkomst is sprake indien wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 7A:1576h (betaling in termijnen, geen eigendomsoverdracht door aflevering maar door volledige betaling van de koopsom), ongeacht wat partijen hebben beoogd overeen te komen.
De regeling van koop op afbetaling en huurkoop uit het oud Burgerlijk Wetboek is bij de invoering van titel 7.1 voorlopig gehandhaafd en is te vinden in titel 7A.5A, artikelen 7A:1576-1576x BW. In geval van huurkoop aan een consument moet in het bijzonder worden gelet op de regeling van consumentenkoop en de Wet op het Consumentenkrediet (Wck). De Wck geldt voor alle geld- en goederenkredieten aan natuurlijke personen tot een bepaald limiet (art. 2 en 3 Wck). Art.4 Wck somt een aantal krediettransacties op waarop de wet niet van toepassing is, zoals hypothecaire geldleningen. Koop op afbetaling en huurkoop kunnen onder de werking van de Wck vallen. Hier zijn al diverse uitspraken van bekend en op www.rechtspraak.nl en www.platformaandelenlease.nl als jurisprudentie terug te vinden.

Een aandeel is een vermogensrecht en een goed in de zin van artikel 3:1 BW.
Hoewel sommige rechters - waar onder de rechter uit Helmond - niet erkennen dat de geleasde aandelen als huurkoopobject onderwerp zijn van het huurkoopcontract is de regeling van huurkoop op grond van artikel 7A: 1576 lid 5 BW uitdrukkelijk van overeenkomstige toepassing op vermogensrechten, niet zijnde registergoederen, voor zover dat in overeenstemming is met de aard van dat recht. Een aandeel is een vermogensrecht en een goed in de zin van artikel 3:1 BW. Een aandeel is geen registergoed, omdat overdracht of bezwaring van het aandeel niet geschiedt door inschrijving in een daartoe bestemd openbaar register.
J. Hijma, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 5. Bijzondere overeenkomsten. Deel I. Koop en ruil, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2001, nr. 127- 129. Rb. Amsterdam (AO7593), r.o. 3.2. :

'De overeenkomst betreft, naar de rechtbank begrijpt, lease van aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer (Wge). Dergelijke aandelen zijn vermogensrechten in de zin van artikel 3:6 BW. Uit de artikelen 7:47 en 7A: 1576 lid 5 BW volgt dat huurkoop betrekking kan hebben op vermogensrechten. Het verweer van Dexia dat de overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is omdat deze geen lease van zaken, maar van vermogensrechten betreft, wordt derhalve verworpen.'


Ondanks het feit dat aandelen op grond van de wet duidelijk vatbaar zijn voor huurkoop, wordt dit in de veel rechtbankprocedures door Dexia toch herhaaldelijk betwist. Dexia voert aan dat lid 5 geen uitbreiding van de definitie van koop op afbetaling inhoudt, maar slechts een uitbreiding van de werkingssfeer betreft. Dit verweer wordt door vrijwel alle rechtbanken verworpen, onder verwijzing naar de strekkingsbepaling van artikel 7a: 1576h lid 2 BW. Deze strekkingsbepaling heeft immers tot gevolg dat alle overeenkomsten met dezelfde strekking als huurkoop, ongeacht onder welke benaming aangegaan, als huurkoop worden aangemerkt, met als gevolg dat de daarop betrekking hebbende bepalingen overeenkomstig van toepassing zijn. In de visie van de rechtbank brengt de overeenkomstige toepassing op vermogensrechten uit lid 5 niet met zich mee dat de definitie van koop op afbetaling uit lid 1 wordt uitgebreid (zoals Dexia stelt). Mocht iemand de visie van Dexia delen dan is koop op afbetaling in hun redenering geen overeenkomst met betrekking tot een vermogensrecht. Een rechtbank die hierin meegaat, miskent hiermee de rol van de schakelbepaling in het gelaagd systeem van het BW. Art. 7A: 1576 lid 5 heeft eenzelfde functie als artikel 7:47 BW in de algemene kooptitel.

De aandelenleaseovereenkomst vertoont in verschillende opzichten grote gelijkenis met huurkoop. De vraag is echter of aandelenlease als een overeenkomst van huurkoop kan worden aangemerkt. Deze vraag stond centraal in diverse rechtbankprocedures. Voor de kwalificatie als huurkoop moet een overeenkomst aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoen.

De aandelenleaseovereenkomst is bij schriftelijk contract gesloten.

De overeenkomst bevat bepalingen omtrent de totale leasesom en de betalingsregeling in termijnen. Hiermee voldoet de aandelenleaseovereenkomst aan artikel 7A: 1576i-1576j.

De aandelenleaseovereenkomst heeft betrekking op aandelen. Een aandeel is een vermogensrecht en geen registergoed. De regeling van huurkoop c.q. koop op afbetaling is op grond van artikel 7A: 1576 lid 5 uitdrukkelijk van overeenkomstige toepassing op vermogensrechten, voor zover dat in overeenstemming is met de aard van dat recht. Met andere woorden, aandelen kunnen onderwerp zijn van een huurkoopovereenkomst.

Ook aan de voorwaarde dat betaling van de koopprijs moet plaatsvinden in termijnen (art. 7A: 1576 lid 1) is voldaan. In de aandelenleaseovereenkomst is een betalingsregeling opgenomen, op grond waarvan gedurende de contractperiode maandelijkse termijnen en aan het einde van de overeenkomst een restantbedrag moet worden betaald. De totale leasesom, moet worden aangemerkt als de koopprijs, nu ter verkrijging van de aandelen dit bedrag moet worden betaald. Dat de overeenkomst de termijnbetalingen benoemt als 'leasetermijnen' of 'rentevergoedingen' is daarbij niet van belang.

De aandelenleaseovereenkomst bevat net als huurkoop een eigendomsvoorbehoud. Eigendomsvoorbehoud is eigendomsoverdracht onder opschortende voorwaarde: wanneer aan de opschortende voorwaarde is voldaan gaat de eigendom van rechtswege over op de lessee.

Eigendomsovergang is noch afhankelijk van een koopoptie, noch van een nadere leveringshandeling. De aandelen zijn reeds door bijschrijving ten name van de lessee in de administratie van de bank in de zin van artikel 17 Wge afgeleverd. Op grond van de overeenkomst gaat de eigendom in beginsel over op de lessee. De lessee heeft evenwel de bevoegdheid om van verkrijging van de aandelen af te zien en de aandelen via bemiddeling door de bank aan een derde te verkopen. Dat doet echter niets af aan het feit dat de overeenkomst in beginsel tot eigendomsoverdracht strekt.

Concluderend, de aandelenleaseovereenkomst voldoet aan de wettelijke omschrijving van huurkoop. De overeenkomst strekt tot eigendomsoverdracht en heeft daarom de zelfde strekking als huurkoop in de zin van 7A:1576h lid 2. De aandelenleaseovereenkomst moet als een overeenkomst van huurkoop worden gekwalificeerd. [3.8 Conclusie]


Als leidraad voor dit artikel heb ik de bekroonde bijdrage in het juninummer 2004 van Ars Aequi genomen 'Huurkoop of Duurkoop? Kan de aandelenleaseovereenkomst worden gekwalificeerd als huurkoop?' (p. 390-400) http://www.arsaequi.nl/nieuwsbrief/artikelen/aaprijs.htm

‘Huurkoop of Duurkoop?’ is de titel van het artikel van Frank Jaspers (OU) en Kasper Krzeminski (EUR) over het fenomeen aandelenlease. De jury merkte allereerst op dat het artikel al in 2004 was geschreven, op een moment dat de kwestie door de toen lopende procedures tegen de Dexia bank actueel was. Dit nu is een stuk dat niet zozeer uitmunt door de originaliteit van beschrijving of zienswijze, maar wel door de voortreffelijke en informatieve wijze waarop een actueel maatschappelijk probleem juridisch wordt ontleed en wordt voorzien van concrete conclusies die rechtstreeks betrekking (kunnen) hebben op lopende procedures. Toen de jury ook nog vernam dat het artikel daarom wordt gebruikt als leesstof bij postdoctorale cursussen over dit onderwerp was de beslissing onontkoombaar: het stuk ontvangt een eervolle vermelding.

http://www.platformaandelenlease.nl/Documenten/huurkoop.of.duurkoop.pdf

Laat je niet van de wijs brengen als sommige uitspraken afwijkend zijn. Misschien is dit wel om persoonlijke aandacht te krijgen, voelt men wel wat voor de (kromme) redenering van Dexia of om juist een doorbraak te forceren zodat iemand wel in Hoger Beroep moet gaan om zijn recht te halen. Je weet het maar nooit. Vast staat dat er al heel wat uitspraken zijn gedaan die uitstekend door gedupeerden als jurisprudentie gebruikt kunnen worden.

Met vriendelijke groet,

Okerene
Okerene
 
Berichten: 115
Geregistreerd: ma 22 aug 2005 15:27

Berichtdoor aert0001 » za 9 sep 2006 18:10

Dank je wel Okerene,

de uitspraak Helmond loopt spaak op diverse punten,

echt een van lik me vestje, (snel in h.b. gaan lijkt mij verstandig)

De vraag blijft, waarom doet een rechtbank dit?

T :wink: n
aert0001
 
Berichten: 165
Geregistreerd: vr 19 aug 2005 0:05
Woonplaats: Etten-Leur

Volgende

Keer terug naar Dexia

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 17 gasten

cron