All Personal Finance Concept B.V. R. Voskamp
voorlopig uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector kanton
locatie Amsterdam
zaaknummer/ rolnummer: 685731/ HA ZA 05-10907
Vonnis van 27 september 2006
in de zaak van
1. V
2. V,
beiden wonende te -woonplaats-,
eisers in conventie,
verweerders in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: P.A. Aan de Kerk,
tegen
de naamloze vennootschap
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V. eveneens handelende
onder de handelsnaam Legio en op haar beurt rechtsopvolgster van Bank Labouchere B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
gemachtigde: mr. G.P. Roth.
Partijen zullen hierna V en Dexia Bank Nederland N. V. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding d.d. 18 april 2005, met producties;
- de rolmededeling d.d. 26 april 2005;
- de akte uitlating aanhouding d.d. 31 mei 2005, aan de zijde van V ;
- de akte van antwoord d.d. 28 juni 2005, aan de zijde van Dexia;
- de rolmededeling d.d. 12 juli 2005;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis d.d. 11 oktober 2005;
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende wijziging van eis en conclusie vanantwoord in (on)voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, tevens akte van wijzigingvan eis;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Medio 2000 zijn V benaderd door de heer R. Voskamp (hierna: Voskamp), medewerker van 'All Personal Finance Concept B.V.' (hierna: APFC).
APFC was cliëntenremisier voor Dexia.
2.2. Op 7 december 2000 hebben V een Aanvraagformulier Capital Effect ingevuld en ondertekend.
4.16. Nu de kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd, komt het beroep van Dexia op artikel 6:278 BW aan bod. Op grond van dit artikel vordert Dexia het verschil in de waarde van de gelaeaste effecten op de datum van aankoop van de effecten en de datum van de vernietiging van de effectenlease-overeenkomst.
4.17. Het beroep van Dexia op artikel 6:278 BW wordt verworpen. Uit hetgeen in de Toelichting Meijers is opgemerkt volgt dat artikel 6:278 BW niet van toepassing is in een geval waarin ervan moet worden uitgegaan dat de vordering tot ongedaanmaking erop is gegrond dat de partij die daartoe overgaat zijn wederpartij, terecht, verwijt dat deze is tekortgeschoten in de hem betamende zorg door eerstbedoelde niet voldoende te waarschuwen tegen het risico dat de waarde van de prestatie na uitvoering van de overeenkomst kan dalen als gevolg van koersdaling. Deze situatie doet zich hier voor;
4.18. Nu de effectenlease-overeenkomst waarvan Dexia nakoming vordert, wordt vernietigd. zal de (onvoorwaardelijke) reconventionele vordering van Dexia worden afgewezen.
4.19. Dexia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Westenberg en, in aanwezigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 27 september 2006.
