door Piet » zo 21 okt 2007 13:49
Ook in Levob Hefboom zaken worden hoorzittingen gehouden.
PAL was op woensdag 17 oktober aanwezig bij een hoorzitting bij de rechtbank Utrecht.
Levob “woont” in Utrecht en daarom worden de meeste Levob zaken door de rechtbank Utrecht behandeld.
De rechter begon met een algemeen verhaal over het hoe en wat van een hoorzitting en dat zij vnl. aan de gedupeerden vragen zou stellen omdat Levob al vaker was geweest in soorgelijke zaken en de rechtbank dus al een aantal gegevens had.
De vragen zouden gaan over de omstandigheden waarin het contract is afgesloten en de financiële situatie van de gedupeerden op dat moment.
Ook vertelde de rechter wat de lijn van de rechtbank is in Levob zaken en verwees naar de Levob uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 24 mei 2007 en de eigen richtlijnen conform de voorbeelduitspraken in Dexia zaken door de rechtbank Amsterdam.
Er zullen dus alleen relevante vragen worden gesteld en geen vragen over misleidende reclame, dwaling enz. die toch klaar staan voor afwijzing.
Het gaat dus alleen over het schenden van de zorgplicht door Levob bank en de mate van eigen schuld van de gedupeerden.
Vervolgens vroeg de rechter waarom en hoe het contract was afgesloten.
De tussenpersoon was in 2000 langs geweest om de financiële situatie te bekijken.
De hypotheek was erg laag, dus veel dood geld volgens de tussenpersoon.
Het was zonde om hier niets mee te doen.
De gedupeerden hadden al contracten (Capital Effect) van Aegon (later Dexia) lopen, maar de tussenpersoon had nu iets wat nog veel beter was als de Dexia contracten, nl. een Levob Hefboom Effect.
Uiteraard kwamen de woorden lening en rente niet voor in het overtuigende praatje van de tussenpersoon. Wel was bekend dat het om beleggen ging, maar in zoverre dat gedacht werd dat de inleg belegd werd. Over de risico’s van het Hefboom Effect werd niet gesproken.
Er was wel een folder ontvangen en samen met de tussenpersoon is het contract besproken en getekend. Het verhaal van de tussenpersoon was anders maar overtuigender als de tekst van het contract, dus is er getekend.
Vervolgens is de inleg betaald, het contract voortijdig beëindigd wegens een hypotheekverhoging en de restschuld betaald.
Vraag van de rechter was of er dividend was ontvangen.
De gedupeerden en hun advocaat hadden zich goed voorbereid en hadden kopieën van de inleg, betaalde restschuld en ontvangen dividenden.
Levob stelde nog dat er fiscaal voordeel was geweest, maar dit werd ter zitting door Levob ingetrokken.
De rechter vertelde hoe het verder ging en dat de schade werd bepaald a.d.h.v. de inleg, restschuld en ontvangen dividend.
Vervolgens vroeg ze wat het beroep toen en nu was.
De gedupeerde had een LTS opleiding.
Volgende vraag ging over het inkomen toen en nu.
Er werd rekening gehouden met een apart inkomen i.v.m. een scheiding.
Levob had wel BKR getoetst, maar de Aegon (Dexia) contracten waren in 1998 door Aegon vergeten aan te melden bij het BKR, dus was er voor Levob geen reden de contract aanvraag af te keuren.
De advocaat van de gedupeerde gaf aan dat de beurs al op het hoogtepunt was en veel insiders al wisten dat een hogere notering niet te verwachten was, maar wel een grote daling.
Voor een leek was deze kennis niet aanwezig, maar de tussenpersoon en de bank hadden deze kennis wel. De tussenpersoon gaf dus een vertekend beeld en had alleen maar oog voor zijn provisie.
De rechter gaf aan dat zij voldoende informatie had om vonnis te wijzen.
Zij vroeg aan beide partijen of er ruimte was om een schikking te bespreken.
De rechter gaf duidelijk aan hoe zij zou kunnen gaan vonnissen.
De schade was ruim 11.000 euro.
De bank heeft de zorgplicht geschonden, maar de rechter gaf aan dat de andere argumenten van beide partijen klaar stonden voor afwijzing.
De rechtbank volgt de voorbeelduitspraken in de Dexia zaken en de Levob uitspraak door het Hof in Amsterdam.
De rechter gaf een duidelijk beeld van de mening van de rechtbank in deze zaak en kwam op een verdeling die 50-50 kon zijn, maar ook 70-30.
Dit gaf zij beide partijen mee om in overweging te nemen tijdens de schorsing om tot een schikking te komen.
Na intensief overleg en diverse voorstellen is het tot een schikking gekomen.
Beide partijen waren tevreden toen zij de rechter konden melden dat zij tot een overeenkomst waren gekomen.
Dit dankzij een duidelijk betoog van deze rechter over haar te verwachten vonnis.
Duidelijk dus voor Levob en de gedupeerden waardoor een schikking m.i. wat makelijker was te bereiken.
Duidelijk dus ook voor alle andere Levob Hefboom gedupeerden nu bekend is hoe de rechtbank Utrecht denkt te gaan vonnissen in deze zaken.
Doorsnee is dus een 60-40 % verdeling van de schade (inleg + restschuld – ontvangen dividend) in het voordeel van de gedupeerden.
Deze verdeling kan nog worden bijgesteld door de persoonlijke omstandigheden, zoals inkomen, opleiding en beleggers ervaring.
Iedere Levob Hefboom gedupeerde kan nu dus uitrekenen wat procederen in zijn of haar persoonlijke situatie kan opleveren en of procederen financieel een haalbare kaart is.
Groeten,
Piet