PLATFORM AANDELEN LEASE

DSB Bank heeft bij haar klanten per ultimo juni 2016 nog ongeveer 72.000 leningen uitstaan voor een totaalbedrag van ongeveer € 3,7 miljard (meerdere leningen zijn verstrekt aan dezelfde leningnemers). Een deel van deze leningen ter grootte van bijna € 1,5 miljard is gesecuritiseerd.

Er heeft zich een schuldeiser gemeld die ruim € 10 miljoen van DSB Bank vordert. Die vordering wordt door Curatoren betwist.
Er vindt nog overleg plaats over de vraag of en zo ja hoe er geprocedeerd zal worden.

Door (DSB) boedel betaalde kosten in de periode juni 2010 tot en met juni 2016 aan 3 belangenorganisaties:
(getallen x 1000, alle bedragen zijn inclusief eventuele BTW)

Organisatie Eigen kosten Advocaten Totaal
Sticht. Hypotheekleed € 498 € 498
Sticht. Steunfonds Probleemhypotheken € 804 € 469 € 1.273
Sticht. Platform Aandelen Lease € 87 € 755 € 842
Sticht. Belangen Rechtsbijstandsverzekeraars € 266 € 794 € 1.060
Adviezen t.b.v. alle organisaties € 35 € 35

Totaal € 1.655 € 2.053 € 3.708

7. Rechtmatigheid
7.1. Oorzakenonderzoek
Het rapport 'Onderzoek naar de oorzaken van het faillissement van DSB Bank N.V.' is op 19 juni 2013 als bijlage bij het dertiende openbaar verslag gepubli-ceerd. Gelijktijdig is ook het onderzoeksrapport van DSB Beheer gepubliceerd. Beide rapporten zijn te raadplegen op http://www.dsbbank.nl.
Overleg met betrokkenen heeft – zonder vaststelling of erkenning van aanspra-kelijkheid – geleid tot minnelijke regelingen met de heren D. Scheringa (de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur van DSB Bank) en de heer H.P.A.J. van Goor (voormalige lid en Chief Operating Officer (COO) van de Raad van Bestuur van DSB Bank).
De regeling met de heer Scheringa voorziet erin dat (i) de beslagen die Curato-ren van DSB Beheer gelegd hebben op het onroerend goed van de heer Scheringa zijn opgeheven nadat de heer Scheringa € 1 miljoen aan de boedels van DSB Bank en DSB Beheer betaald heeft, (ii) de heer Scheringa afstand heeft gedaan van zijn resterende (erkende) concurrente vordering op DSB Bank van € 574.727 en (iii) de heer en mevrouw Scheringa de (betwiste) vorderingen die zij bij DSB Bank hebben ingediend hebben – totaal ten bedrage van bijna € 10 miljoen – hebben ingetrokken.
De regeling met de heer Van Goor voorziet erin dat de heer Van Goor afstand heeft gedaan van zijn resterende (erkende) concurrente vordering op DSB Bank van € 271.389.
Daarnaast werken de heren Scheringa en Van Goor eraan mee dat de resteren-de waarde van de verzekeringspolis van de bestuurders en commissarissen van DSB Bank aan de boedel van DSB Bank zal toevallen.
Op grond van de bevindingen, zoals gepubliceerd in het Onderzoeksrapport, alsmede op basis van verdere analyse en onderzoek, is Curatoren niet gebleken van gronden voor aansprakelijkheid van de andere leden van de Raad van Be-stuur en de leden van de Raad van Commissarissen zodat er geen aanleiding is voor stappen tegen genoemde voormalige functionarissen.