Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: 925665 DX EXPL 08-1020
Vonnis van: 4 maart 2009
F.no.: 583
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
1. [X],
wonende te [woonplaats],
2. [Y],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
nader gezamenlijk te noemen [X] c.s. en individueel [X] en [Y],
gemachtigde: mr. M.A. Hupkes,
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: mr. G.P. Roth.
 
Procedure
 
De volgende processtukken zijn ingediend:
-   de dagvaarding van 4 januari 2008, met producties;
-   de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
 
Bij tussenvonnis van 18 juni 2008 is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2008. Ter comparitie zijn verschenen eisende partij in persoon, bijgestaan door diens gemachtigde mr. M.A. Hupkes en van de zijde van Dexia D.Zori, bijgestaan door mr. R.H. van Rappard. Van hetgeen besproken is ter comparitie heeft de griffier aantekening gehouden. Voorafgaand aan de comparitie zijn door Dexia bij fax van 31 juli 2008 aanvullende stukken ingediend. [X] c.s. hebben bij fax van 7 augustus 2008 een conclusie van antwoord in reconventie, met producties, ingediend. Vervolgens hebben [X] c.s. op 2 september 2008 nog een stuk ingediend. Alle genoemde stukken behoren thans tot de gedingstukken.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 
Gronden van de beslissing
 
1.     Feiten
 
In conventie en in reconventie
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1.   Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V./Legio-Lease (hierna: Labouchere/Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
 
1.2.   [X] c.s. verkeerden ten tijde van het aangaan van de hieronder bedoelde overeenkomsten in de volgende omstandigheden:
 
                                                       [X]                    [Y]
Geboortejaar:                                     1940                  1936
Beroep:                                             Geen                  Kraanmachinist
Opleiding:                                          Lagere school/     2 jaar
                                                       2 jaar LBO           ambachtschool
Netto (gezins)inkomen per maand:          Geen                 Onbekend
Relevante beleggings-of beroepservaring: Geen                 Onbekend
Vermogen (na aftrek van schulden):        Circa € 100.000
 
1.3.   X] heeft de volgende leaseovereenkomsten ondertekend waarop zij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Labouchere/Legio-Lease:
 
Nr.   Contractnr Datum     Naam overeenkomst Leasesom    Looptijd  Termijnbedrag
I     59201474   2-4-2001  Korting Kado          € 46.536,25 120 mnd   €9.713,76 (t/m termijn 48) €224,86 (termijn 49 e.v.)
II    59240214   7-6-2001  Korting Kado          €8.845,50   120 mnd   € 1.846,56 (t/m termijn 48) € 42,74 (termijn 49 e.v.)
III   59240215   7-6-2001  Korting Kado          € 8.845,50  120 mnd   €1.846,56 (t/m termijn 48)  € 42,74 (termijn 49 e.v.)
IV   59240216   7-6-2001  Korting Kado          € 8.845,50  120 mnd   €1.846,56 (t/m termijn 48)  € 42,74 (termijn 49 e.v.)
V    59240217   7-6-2001  Korting Kado          € 8.845,50  120 mnd   € 1.846,56 (t/m termijn 48) € 42,74 (termijn 49 e.v.)
VI   59240218   7-6-2001  Korting Kado          € 8.845,50  120 mnd   € 1.846,56 (t/m termijn 48) € 42,74 (termijn 49 e.v.)
VII  27201291  31-7-2001 Troefplan               € 34.227,00  60 mnd   € 10.783,80 (t/m termijn 60)
 
De in de procedure betrokken lease-overeenkomsten zullen hierna als individuele overeenkomst worden aangeduid met het betreffende nummer uit de linker kolom van bovenstaande tabel en gezamenlijk als 'de leaseovereenkomsten'.
 
1.4.   Op 12 maart 2003 heeft [X] het zogenaamde Dexia Aanbod voor akkoord ondertekend.
 
1.5.   Dexia heeft eindafrekeningen opgesteld met de volgende resultaten:
 
Nr. Datum eindafrekening Resultaat     Nog te voldoen:
I    15-12-2005             -€15.847,26  € 13.554,46
II   12-1-2006               -€ 3.261,48  €2.798,45
III  12-1-2006               -€ 3.261,48  € 2.798,45
IV  12-1-2006               -€ 3.261,48  €2.798,45
V   12-1-2006               -€ 3.261,48  € 2.798,45
VI  12-1-2006               -€ 3.261,48  € 2.798,45
VII 31-07-2006              -€ 2.577,42  € 1.718,37
 
1.6.   Voor wat betreft het in totaal aan Dexia betaalde bedrag, het totaalbedrag aan ontvangen en/of verrekende dividenden en andere gegevens per leaseovereenkomst wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte bijlage (hierna: de bijlage).
 
1.7.   [X] en [Y] waren bij het aangaan van de leaseovereenkomsten gehuwd. Op 17 oktober 2001 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven bij de burgerlijke stand. Bij brief van 5 september 2005 heeft [Y] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de leaseovereenkomsten, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en terugbetaling gevorderd binnen een termijn van 10 dagen.
 
2.     Conventie
 
Vordering
 
2.1.   [X] c.s. vorderen op gronden als vermeld in de processtukken bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-    te verklaren voor recht dat de overeenkomsten zijn of worden vernietigd, althans
ontbonden, althans dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld;
-    Dexia te veroordelen tot terugbetaling van € 29.730,36, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf de dag der betaling;
-    te verklaren voor recht dat Dexia op grond van artikel 3:51 BW niets meer uit hoofde
van de leaseovereenkomsten verschuldigd is;
-    Dexia te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten ad € 1.190,00;
-    Dexia te gebieden om per aangetekende brief aan Stichting Bureau Krediet
Registratie te Tiel, met afschrift aan [X], binnen tien dagen na betekening van
het in dezen te wijzen vonnis, te melden dat de inschrijving en achterstandscodering
op de onderhavige contracten ten onrechte zijn geschied en ongedaan dienen te
worden gemaakt, zulks onder verbeurte van een dwangsom;
-    Dexia te veroordelen in de kosten van deze procedure.
 
Verweer
 
2.2.   Dexia voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van [X] c.s.
 
3.     Reconventie
 
Vordering
 
3.1.   In reconventie vordert Dexia eisende partij te veroordelen tot betaling van
€ 29.265,08, zijnde het resterende saldo van de door Dexia opgestelde eindafrekening, vermeerderd met de rente en kosten, stellende dat eisende partij in verzuim is met de nakoming van haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten.
 
Verweer
 
3.2.   De eisende partij in conventie voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen in reconventie.
 
4.     Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
 
4.1.   Waar nodig zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als volgt.
 
4.2.   In het vonnis van deze rechtbank van 27 april 2007, LJN BA3914 en het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837 zijn voor soortgelijke geschillen een aantal rechtsvragen beantwoord en becordelingsmaatstaven gegeven, die de kantonrechter overneemt. In essentie komt dit in de onderhavige zaak neer op het volgende:
-     Lease-overeenkomsten als de onderhavige worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve bevoegd.
 
4.3.   Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op de onderhavige leaseovereenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven. Nu deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [Y] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
 
4.4.   De verjaringstermijn voor dit beroep is op grond van artikel 3:52 lid 1 sub d BW drie jaar. Deze termijn vangt aan op het moment dat degene aan wie de bevoegdheid tot vernietiging toekomt bekend wordt met de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. De stelling van Dexia dat er in de Nederlandse gezinsverhoudingen van uitgegaan mag worden dat de echtgenoot er steeds van op de hoogte is wanneer de partner investeringen als de onderhavige doet, moge in veel gevallen juist zijn maar is onvoldoende om deze bekendheid ook aan te nemen in gevallen waarin die bekendheid gemotiveerd wordt betwist. Aan deze eis van gemotiveerde betwisting hebben [X] en [Y] voldaan, doordat zij gesteld hebben dat zij ten tijde van het aangaan van de lease-overeenkomsten in verband met een op handen zijnde echtscheiding reeds geen gezamenlijke huishouding meer voerden en [X] eerst veel later, op aanraden van haar advocaat, aan [Y] over de lease-overeenkomsten heeft verteld.
 
4.5.   In dit licht heeft Dexia haar stelling dat [Y] de lease-overeenkomsten na het verstrijken van de verjaringstermijn heeft vernietigd, onvoldoende met feiten onderbouwd, zodat die stelling gepasseerd dient te worden en er geen aanleiding is Dexia ter zake tot bewijs toe te laten. Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [Y] de leaseovereenkomsten tijdig heeft vernietigd.
 
4.6.   Dexia heeft verder nog aangevoerd dat de artikelen 1:88/l :89 BW in onderhavig geval toepassing missen nu partijen, vanwege de op handen zijnde echtscheiding, al geen gezamenlijke huishouding meer voerden en derhalve het belang dat deze artikelen beogen te beschermen niet meer aanwezig was. Dit verweer wordt verworpen. Nu niet is gebleken van een afwijkend huwelijksgoederenregime bestaat er immers juridisch een gemeenschap van goederen zolang de ontbinding van het huwelijk niet is ingeschreven. De genoemde artikelen beogen juist deze gemeenschap van goederen en daarmee de niet-handelend echtgenoot te beschermen.
 
4.7.   Nu sprake is van een rechtsgeldige vernietiging door [Y] dienen alle betalingen van [X] aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomsten ingevolge artikel 1:89 BW aan [Y] te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [X] ter zake van die overeenkomsten van Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden. Voor de bedragen wordt verwezen naar hetgeen op de bijlage bij dit vonnis is vermeld onder 'betaald', 'ontvangen dividenden' en 'te ontvangen'.
 
4.8.   Dexia heeft aangevoerd, dat [X] door ondertekening van het Dexia Aanbod afstand heeft gedaan van haar recht om juridische acties tegen Dexia te beginnen en dat haar derhalve geen vorderingsrecht toekomt. De kantonrechter komt aan de beoordeling van dit verweer echter niet toe, nu niet gesteld is dat [X] na toewijzing van de vordering van [Y] nog een zelfstandig belang heeft bij haar vordering. Haar vordering wordt derhalve reeds om deze reden afgewezen.
 
4.9.   De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over het in 4.7 bedoelde saldo van de door Dexia te restitueren betalingen vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop de door [Y] in zijn onder 1.7 bedoelde brief genoemde betalingstermijn verstreek, derhalve met ingang van 15 september 2005.
 
4.10.  De vordering met betrekking tot de BKR-registratie zal worden toegewezen met matiging en maximering van de dwangsom.
 
4.11.  De gevorderde proceskosten worden toegewezen conform het gebruikelijke liquidatietarief. Voor zover buitengerechtelijke kosten zijn gevorderd worden deze afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat werkzaamheden zijn verricht anders dan de gebruikelijke voorbereiding van processtukken en instructie van de zaak. Voor zover vergoeding is gevorderd van kosten voor het bij derden opvragen van bescheiden behoren deze tot de in artikel 241 Rv bedoelde kosten, en derhalve tot de proceskosten.
 
4.12.  Uit het voorgaande volgt dat de door Dexia ingestelde reconventionele vordering jegens [X] dient te worden afgewezen. De overeenkomsten waarop Dexia haar vorderingen baseert zijn immers vernietigd, zodat Dexia geen vorderingsrecht meer toekomt. [Y] is nooit partij geweest bij de overeenkomsten en Dexia heeft overigens geen gronden gesteld waarop zij [X] c.s. kan aanspreken.
in conventie en in reconventie
 
4.13.  Gelet op de uitkomst van de procedure in conventie en in reconventie dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en in reconventie.
 
4.14.  Er is bij afweging van de belangen van beide partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
 
4.15.  Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhoudingen. De eigendom van de in het kader van de lease-overeenkomsten gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
in conventie
 
I.     veroordeelt Dexia om aan [Y] te betalen
 
ter zake van lease-overeenkomst I
€ 5.041,22, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
 
terzake van lease-overeenkomst II
6 2.021,76, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
 
ter zake van lease-overeenkomst III
€ 2.021,76, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005tot aan de dag der algehele voldoening;
 
ter zake van lease-overeenkomst IV
€ 2.021,76, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
 
ter zake van lease-overeenkomst V
€ 2.021,76, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
 
ter zake van lease-overeenkomst VI
€ 2.021,76, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
 
ter zake van lease-overeenkomst VII
€ 11.642,85, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 september
2005 tot aan de dag der algehele voldoening.
 
II.    veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van [Y] gevallen, tot op heden begroot op:
voor verschuldigd griffierecht          €   199,00
voor het exploot van dagvaarding    €     85,44
voor salaris van gemachtigde          €    750,00
totaal                                         € 1.034,44
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
 
III.   veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Kredietregistratie te Tiel te berichten dat [X] c.s. geen verplichtingen uit de lease-overeenkomsten meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van
€ 10.000,00;
 
IV.    verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
 
V.     wijst af het meer of anders gevorderde;
 
in reconventie
 
VI.    wijst de vordering af;
 
VII.   veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure, aan de zijde van eisende partij gevallen, tot op heden begroot op € 300,00 voor salaris van gemachtigde.
 

Aldus gewezen door mr. A.M.I. van der Does, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL