Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

vonnis
 
RECHTBANK AMSTERDAM
 
Sector Kanton
 
Locatie Amsterdam
 
Rolnummer: 817222 DX EXPL 06-3583
Vonnis van: 4 juni 2008
F.no.: 621
 
Vonnis van de kantonrechter
 
inzake
 
[X],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
nader te noemen [X],
gemachtigde: dw. J. Nijstad,
 
tegen
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: dw. P. Swier.
 
Procedure
 
Op 27 juni 2007 is een incidenteel tussenvonnis gewezen waaraan de kantonrechter zich houdt.
Vervolgens is ingediend:
-      een conclusie van antwoord, met producties.
 
Bij tussenvonnis van 7 november 2007 is een comparitie bepaald die heeft plaatsgevonden op 16 mei 2008. Voorafgaand aan deze comparitie zijn door [X] bij brieven van 21 januari en 15 februari 2008 en door Dexia per fax van 5 mei 2008 aanvullende stukken ingediend, welke thans tot de gedingstukken behoren.
 
Verschenen zijn [X], in persoon, vergezeld door haar echtgenoot, bijgestaan door
mr. M.J. Meijer, en namens Dexia mr. P.E. Brons, bijgestaan door mr. P. Bos. Van hetgeen
besproken is ter comparitie heeft de griffier aantekening gehouden.
 
Daarna is vonnis bepaald op heden.
 
Gronden van de beslissing
 
1.     Feiten
 
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
 
1.1.   Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Legio Lease B.V. (hierna: Legio Lease). Waar hierna sprake is van Dexia wordt haar rechtsvoorgangster daaronder mede begrepen.
 
1.2.   [Y] (hierna: [Y]) heeft de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Legio Lease (hierna: de lease-overeenkomst):
 
Contractnr.   Datum        Naam overeenkomst   Leasesom                     Looptijd    Termijnbedrag
36007744     20/2/1998   Spaarleasen              € 20.434,09 (ƒ44.955,-) 180mnd.    €113,33 (ƒ 249,75)
 
1.3.   De eerste betaling aan Dexia ter zake van de lease-overeenkomst vond plaats kort na 20 februari 1998 en is verricht ten laste van een en/of rekening die op naam van [X] en [Y]
stond.
 
1.4.   Op 23 oktober 2006 heeft Dexia de eindafrekening opgesteld. Na verrekening met het restant hoofdsom en de nog door [Y] verschuldigde maandtermijnen is door Dexia aan [Y] een bedrag van € 1.762,87 uitgekeerd.
 
1.5.   Bij het aangaan van de lease-overeenkomst was [X] gehuwd met [Y]. Bij brief van 5 oktober 2005 heeft [X] met een beroep op artikel 1:89 BW de buitengerechtelijke vernietiging van de lease-overeenkomst ingeroepen en Dexia gesommeerd tot terugbetaling van alle betaalde leasetermijnen binnen een termijn van 14 dagen, onder aanzegging van kosten.
 
2.     Stellingen van partijen
 
Vordering
 
2.1.   [X] vordert, op gronden als vermeld in de processtukken, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1.     te verklaren voor recht:
a)     dat de lease-overeenkomst te kwalificeren is als overeenkomsten van koop op afbetaling in de zin van artikel 1:88 lid 1 sub d BW en dat op deze lease-overeenkomst van toepassing is het bepaalde in de artikelen 1:88 en 1:89 BW;
b)     dat de lease-overeenkomst zonder dat beide echtgenoten deze hebben ondertekend, dan wel hebben toegestemd in de totstandkoming van de lease-overereenkomst, vernietigd althans vernietigbaar is op grond van het bepaalde in artikel 1:89 BW;
c)     dat de lease-overeenkomst rechtsgeldig door [X] is vernietigd en dat dit impliceert dat Dexia geen enkele toewijsbare vordering jegens [X] en [Y] kan instellen uit hoofde van de (vernietigde) lease-overeenkomst;
2.     Dexia te veroordelen tot betaling aan [X] van het tot en met heden onverschuldigd door (naar de kantonrechter begrijpt) [Y] aan Dexia betaalde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente per datum afboeking, tot aan de dag der algehele voldoening hiervan;
3.     Dexia te gebieden om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis aan de Stichting Bureau Krediet Registratie schriftelijk te melden dat geen betalingsachterstanden bestaan op basis van genoemde lease-overeenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-per dag of gedeelte daarvan dat Dexia zou nalaten aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 10.000,-;
4.     Dexia te veroordelen te betalen een bedrag van € 250,- vermeerderd met btw, aan buitengerechtelijke kosten en Dexia te veroordelen in de kosten van deze procedure.
 
Verweer
 
2.2.   Dexia voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van [X].
 
3.     Beoordeling van de vorderingen
 
3.1.   Voor zover voor de beoordeling van belang zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen van partijen. Geoordeeld wordt als volgt.
 
3.2.   Zoals overwogen in het tussenvonnis van 27 juni 2007 en nadien is bevestigd in het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837 in een soortgelijk geschil dient een lease-overeenkomst als onderhavige te worden aangemerkt als huurkoop.
 
3.3.   Voorts wordt geoordeeld dat [X] de bevoegdheid had om een beroep te doen op de vernietigbaarheid van de lease-overeenkomst wegens het ontbreken van de in artikel 1:88 lid 1 en onder d BW bedoelde toestemming daarvoor. De verjaringstermijn voor het beroep op vernietiging is driejaar en vangt aan op het moment dat de niet handelend echtgenoot bekend wordt met het bestaan van de overeenkomst. Niet noodzakelijk is dat deze bekend is met de juridische kwalificatie van die overeenkomst (vgl. HR 5 januari 2007, RvdW 2007, 68 en LJN: AY8771). Nu Dexia stelt dat het vernietigingsrecht van artikel 1:89 BW ten aanzien van de leaseovereenkomst verjaard is, ligt de bewijslast daarvan bij Dexia. Dexia heeft in dit verband gewezen op betalingen van op grond van de lease-overeenkomst verschuldigde bedragen die hebben plaatsgevonden vanaf de en/of-bankrekening die op naam van [X] en [Y] stond. Daaruit volgt volgens Dexia dat de echtgenoot op de hoogte was van de lease-overeenkomst, met ingang van de (oudste) ontvangstdatum van de bankafschriften waarop die betalingen staan vermeld. Daartegenover heeft [X] betoogd dat zij zich niet met de financiële zaken binnen de huishouding bezighield en dus geen kennis had van de betalingen die ten behoeve van de leaseovereenkomst van de en/of rekening zijn verricht. Het had op de weg van [X] gelegen om haar betoog met meer concrete feiten en omstandigheden toe te lichten en te onderbouwen, zeker nu haar betoog op enkele punten tegenstrijdigheden vertoont. Zo heeft zij enerzijds ter comparitie verklaard totaal niet geïnteresseerd te zijn in de financiën en zelfs niet naar de post te kijken, maar anderzijds heeft zij ook verklaard dat zij ervan op de hoogte was dat haar man aandelen had van het bedrijf waar hij werkzaam was omdat dit op zijn salarisbriefje stond. Bovendien heeft zij verklaard de en/of rekening wel voor huishoudelijke uitgaven te gebruiken en ook over een pinpas van die rekening te beschikken. Gelet hierop, en mede in aanmerking genomen dat gelet op de eerdere media-aandacht omtrent dergelijke lease-overeenkomsten het de kantonrechter niet plausibel voorkomt dat [X] eerst in 2005 op de hoogte is geraakt van de lease-overeenkomst, wordt het verweer van [X] gepasseerd. Daarmee heeft de door Dexia gestelde feitelijke grondslag van haar beroep op verjaring als vaststaand te gelden. Aangenomen wordt dat minimaal eens per maand een rekeningafschrift werd ontvangen. Gelet op de datum waarop de eerste betalingen uit hoofde van de lease-overeenkomst hebben plaatsgehad staat vast dat het beroep op de hier bedoelde vernietigbaarheid niet binnen driejaar na bedoelde ontvangstdatum heeft plaatsgevonden. Het desbetreffende vernietigingsrecht van [X] is derhalve verjaard, zodat de daarop gebaseerde vordering wordt afgewezen. Dit brengt met zich dat aan een behandeling van de overige vorderingen niet zal worden toegekomen.
 
3.4.   Gelet op de uitslag van de procedure dient [X] te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
I.     wijst de vordering af;
 
II.    veroordeelt [X] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Dexia gevallen,
tot op heden begroot op € 450,00, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
 
III.   verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
 
Aldus gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL