Gronden van de
beslissing
2. Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat
vast:
2.1. Dexia is de
rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van
Legio-Lease B.V. (hierna: Labouchere of Legio-Lease). Waar hiema sprake is van
Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2.2. De echtgenoot van [X], [Y]
(hierna; [Y]), heeft de volgende lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als
lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia (hierna: de
lease-overeenkomsten;
Nr. Contractnr. Datum Naam
overeenkomst
Leasesom Looptijd Termiinbedrag
1
59186152 17-5-5000 Korting
Kado
€ 14.978,96 120 mnd € 2,238,84 voor mnd 1-36 Daama € 69,10 per
mnd.
2 74411895 25-5-2000
WinstVerDrie-dubbelaar € 4.647,90 36 mnd € 22,39 per
mnd.
2.3. [X] en [Y] waren reeds ten tijde
van het aangaan van de lease-overeenkomsten met elkaar gehuwd. [X] heeft aan [Y]
geen schriftelijke toestemming verleend voor het aangaan van de
lease-overeenkomsten.
2.4. Bij brief van 16 februari 2003
heeft [X] met een beroep op artikel 1:89 BW de nietigheid ingeroepen van de
lease-overeenkomsten, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en
terugbetaling gevorderd.
2.5. Op of omstreeks 9 juni 2003 heeft
[Y] het zogenaamde Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod ondertekend (hiema: het
Dexia Aanbod of het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod). Als onderdeel van dit
Dexia Aanbod heeft [Y] lease-overeenkomst 2 met ingang van 24 mei 2003 verlengd,
voor een periode van 36 maanden, met een termijnbedrag van € 22,41 per maand.
[X] heeft voor deze verlenging geen schriftelijke toestemming
gegeven.
2.6. Op het Aanmeldingsformulier Dexia
Aanbod staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld;" Door
ondertekening van dit formulier [ ] ga ik met Dexia Bank Nederland N.V. de
Overeenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia
Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel
nodig, geacht worden volledig in dit aanmeldingsformulier te zijn ingelast en
herhaald [ ]
2.7. In de Overeenkomst Dexia Aanbod
staat verder, voor zover hier van belang, het volgende:
"Artikel 1 Algemene Bepalingen
[
]
Betrokken Partij: de echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner of de
wettelijke
vertegenwoordiger(s) van Deelnemer;
[
]
DA-Effectenlease-overeenkomst: Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst; de
ejfectenlease-overeenkomst(en) tussen Deelnemer en Dexia waarvoor het Dexia
Aanbod geldt [ ]
[ ]
NDA-Effectenlease-overeenkomst: Niet Dexia Aanbod
Effectenlease-overeenkomst: de
(eventuele) effectenlease-overeenkomsten
tussen Deelnemer en Dexia waarvoor de
verruimde mogelijkheden van het Dexia
Aanbod niet gelden [ ]
[ ]
Artikel
5 Verklaringen van Deelnemer en
afstand van recht
Artkel 5.1 Verklaringen van Deelnemer
5.1.1. Deelnemer verklaart dat hij een eventueel
door of namens hem tegen Dexia [ ] gerichte klacht die betrekking heeft op, of
verband houdt met, die effectenlease-overeenkomst(en) intrekt of doet
intrekken,
5.1.2. Deelnemer verklaart
dat hij terzake van de DA-Effectenlease~overeenkomst(en) en/of de
NDA-Effectenlease-overeenkomst(en) afstand doet van alle door of namens hem ofte
zijnen behoeve door derden jegens Dexia [ ] gepretendeerde rechten (met inbegrip
van maar niet beperkt tot enig recht op schadevergoeding o/vernietiging) uit
hoofde van of verbandhoudende met die effectenlease-övereenkomst(en) [ ].
[
]
2.8. Op 24 mei 2006 heeft Dexia voor
lease-overeenkomst 2 een eindafrekening opgesteld volgens welke [Y] uit hoofde
van lease-overeenkomst 2 nog verschuldigd was € 451,84. Deze restschuld werd uit
hoofde van het Dexia Aanbod verminderd tot een bedrag van € 315,47, dat [Y] op 9
juni 2006 heeft betaald. [Y] heeft uit hoofde van leaseovereenkomst 2 samen met
de verlenging daarvan € 1.928,27 aan termijnen en restschuld
betaald.
2.9. Lease-overeenkomst 1 loopt nog en [Y]
is derhalve nog maandelijks € 69,10 aan Dexia verschuldigd. Op 26 november 2008
had [Y] in totaal £ 6.799,44 betaald uit hoofde van lease-overeenkomst I,
inclusief het vooruitbetaalde bedrag van € 2.238,84.
3. Vorderingen
[X]
[X] vordert na vermindering van eis bij vonnis, zover
mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. te verklaren voor recht dat
de lease-overeenkomsten nietig zijn, althans
buitengerechtelijk zijn
vernietigd en dat Dexia deswege restitutieplichtig is terzake de gehele inleg op
deze overeenkomsten minus de eventueel door Dexia betaalde
dividenden;
II. Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen
tegen bewijs van kwijting terzake lease-overeenkomst 1 de somma van € 6.523,04,
welk bedrag vanaf augustus 2008 maandelijks aanwast met een bedrag van € 69,10
tot aan mei 2010 of zoveel eerder dan de uitspraak van de rechtbank en welk
bedrag moet worden verminderd met de aan [Y] uitgekeerde
dividenden;
III. Dexia te veroordelen om aan [X] te voldoen tegen
bewijs van kwijting terzake lease-overeenkomst 2 de somma van €
1.928,64;
IV. De bedragen bedoeld sub II en sub III te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagen dat de deelbetalingen zijn
verricht op de overeenkomsten tot aan de dag der betaling, althans vanaf het
tijdstip dat Dexia in verzuim verkeert (18 februari 2003) tot aan de dag der
betaling, althans vanaf de datum van deze dagvaarding tot aan de dag der
betaling;
V. Dexia te veroordelen in de kosten van
dit geding aan de zijde van [X].
4. Standpunten
[X]
4.1. [X] stelt, voor zover voor de
beoordeling van belang, dat de lease-overeenkomsten moeten worden aangemerkt als
huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in
de zin van artikel 7A:1576 BW en dat bij het aangaan ervan dus de toestemming
van [X] benodigd was, ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW, Omdat [X] deze
(schriftelijke) toestemming niet verleend heeft, heeft zij de
lease-overeenkomsten rechtsgeldig kunnen vernietigen.
4.2. [X] vordert op grond van artikel 1:89
lid 5 BW terugbetaling van alle uit hoofde van de lease-overeenkomsten door [Y]
aan Dexia betaalde bedragen, verminderd met de ontvangen dividenden, [X] maakt
tevens aanspraak op buitengerechtelijke kosten.
4.3. Volgens [X] is Dexia wettelijke rente
verschuldigd over alle betaalde bedragen ingaande de datum van betaling, althans
vanaf de dag dat Dexia de ontvangst van de vemietigingsbrief bevestigde (28
februari 2003), althans vanaf de dag der dagvaarding.
5. Standpunten
Dexia
5,1. Dexia betwist de vorderingen van [X] en
voert als meest vérstrekkende verweer aan dat [X] niet ontvankelijk is aangezien
[Y] met het tekenen van het Dexia Aanbod afstand heeft gedaan van alle rechten
uit hoofde van of verband houdende met de leaseovereenkomsten. Voorts is [X]
volgens Dexia niet ontvankelijk omdat niet zij, maar [Y] de opt-out verklaring
heeft afgelegd. En tenslotte is de vordering van [X] verjaard, nu er meer dan
vijfjaren zijn verstreken vanaf de vemietigingsbrief die zij stuurde op 17
februari 2003 tot aan de brief van haar gemachtigde van 15 mei
2008.
5.2. Verder voert Dexia - kort gezegd - aan
dat geen sprake is van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW omdat -
kort gezegd - artikel 1:88 BW niet van toepassing is nu dit artikel geen
betrekking heeft op vermogensrechten als de onderhavige, er geen sprake is van
huurkoop bij gebrek aan aflevering en omdat partijen niet hebben beoogd om de
afnemer de effecten te doen verkrijgen. Dexia stelt tevens dat de
huwelijkspartner de in artikel 1 :88 BW bedoelde toestemming ook op andere wijze
dan schriftelijk kan verlenen en dat [X] dit ook gedaan heeft.
5.3. Dexia stelt voorts dat verlenging van
lease-overeenkomst 2 in stand blijft, nu [X] deze niet heeft
vernietigd.
6. Beoordeling van de
vorderingen
6.1. Ten aanzien van het beroep op de
niet-ontvankelijkheid van [X] overweegt de kantonrechter het volgende. Op grond
van artikel 5.1.2 van de Overeenkomst Dexia Aanbod doet [Y] afstand van alle
door hem of namens hem te zijnen behoeve door derden jegens Dexia gepretendeerde
rechten. Het recht van [X] om de lease-overeenkomsten op grond vanartikel 1:88
jo. 1:89 BW te vernietigen betreft echter een haar persoonlijk toekomend recht
waarvan [Y] geen afstand kan doen. Een andere uitleg zou zich ook niet verdragen
met de gezinsbescherming die ten grondslag ligt aan een vernietiging op de voet
van artikel 1:88 jo. 1:89 BW. Ingevolge artikel 1:89 lid 5 BW kan de echtgenoot
die een beroep op de vernïetigingsgrond heeft gedaan tevens alle uit de
nietigheid voortvloeiende rechtsvorderingen instellen, waaronder een vordering
uit hoofde van onverschuldigde betaling.
6.2. Ten aanzien van het beroep op verjaring
van de vorderingen van [X] wordt overwogen dat [Y] op 14 december 2004 een brief
ter stuïtïng van de verjaring heeft gezonden, maar dat in deze brief de
vorderingen op basis van artikel 1:89 BW niet worden genoemd. De kantonrechter
is echter van mening dat er in gevallen als deze= gezien de ongelijkheid van
partijen, minder hoge eisen mogen worden gesteld aan de inhoud van brieven van
consumenten. Dexia had redelijkerwijze moeten begrijpen dat het de bedoeling was
om de verjaring van alle vorderingen betreffende de door [Y] in zijn brief
genoemde overeenkomsten te stuiten. Uit haar reactie van 7 januari 2005 blijkt
dat Dexia dit ook als zodanig heeft opgevat. Derhalve faalt ook het beroep van
Dexia op de niet-ontvankelijkheid van [X] wegens verjaring van haar
vorderingen.
6.3. Het beroep van Dexia op de niet
ontvankelijkheid van [X] omdat zij geen opt-out verklaring zou hebben afgelegd
behoeft geen behandeling, nu zij geen opt-out verklaring hoefde af te leggen. De
Duisenberg-regeling was immers niet van toepassing op [X] in verband met de
totstandkoming van de Overeenkomst Dexia Aanbod (art. 2.2 onder f WCAM-overeen
komst).
6.4. Vervolgens wordt ingegaan op de
vorderingen op grond van artikel 1:88 jo. 1:89 BW. In het arrest van de Hoge
Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837, zijn in een soortgelijk geschil een aantal
rechtsvragen beantwoord en beoordelingsmaatstaven gegeven, waarvan voor dit
geding met name van belang zijn:
huurkoop en bevoegdheid (rov 8.1);
artikel 1:88/1:89
BW (rov 8.2);
De kantonrechter neemt de overwegingen uit het arrest
van 28 maart 2008 op deze onderdelen over, voor zover daarvan niet hierna wordt
afgeweken. In het onderhavige geval komt dat neer op het volgende.
Huurkoop: bevoegdheid en artikel 1:88/1:89
BW
6.5. Lease-overeenkomsten als de onderhavige
worden aangemerkt als huurkoop. De kantonrechter is derhalve
bevoegd.
6.6. Artikel 1:88 lid 1 onder d BW is op
deze lease-overeenkomsten van toepassing. Nu volgens artikel 7A: I576i BW
huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de
lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het
gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN: AZ9721, rov 2.12.3). Aangezien
deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [X] de bevoegdheid een beroep te
doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
6.7. Nu [X] van deze bevoegdheid gebruik
heeft gemaakt dienen alle betalingen van [Y] aan Dexia ter zake van de
lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen [Y] ter
zake van die overeenkomsten van Dexia ontvangen heeft, zoals uitgekeerde
dividenden. De kantonrechter gaat uit van het door Dexia genoemde bedrag van €
1.795,52 aan uitgekeerde dividenden en overige betalingen (€ 1.479,57 uit hoofde
van lease-overeenkomst 1 en € 315,95 uit hoofde van lease-overeenkomst 2), nu
[X] heeft gesteld dat dat correct is en zij geen bewijs heeft geleverd vanhaar
kanttekening dat het netto om een bedrag van € 1.346,64 ging.
6.8. Ten aanzien van het beroep van Dexia op
het in stand blijven van de verlenging van lease-overeenkomst 2 wordt het
volgende overwogen. Lease-overeenkomst 2 en de verlengingsovereenkomst worden
beschouwd als samenhangende overeenkomsten, waardoor de verlenging niet kan
bestaan als de oorspronkelijke overeenkomst is vernietigd. Derhalve brengt de
door [X] op 12 februari 2003 ingeroepen nietigheid van lease-overeenkomst 2 mee
dat ook de verlengingsovereenkomst nietig is.
6.9. Het voorgaande maakt dat met betrekking
tot lease-overeenkomst 1 in ieder geval een bedrag van € 6.799,44 - € 1.479,57
= € 5.319,87 moet worden gerestitueerd, te vermeerderen met de (eventueel) na 26
november 2008 nog door [Y] betaalde termijnen. Met betrekking tot
lease-overeenkomst 2 inclusief de verlenging dient een bedrag van € 1
.928,27 - € 315,95 = € 1.612,32 te worden gerestitueerd.
Wettelijke rente
6.10. De gevorderde wettelijke rente is
toewijsbaar over de in 6.9 bedoelde saldi van de door Dexia te restitueren
betalingen. De wettelijke rente moet worden berekend vanaf het moment waarop
Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde het moment waarop Dexia de
ontvangst bevestigde van de onder 2.4 bedoelde brief van [X], en daarbij aangaf
niet aan het verzoek tot restitutie te zullen voldoen, derhalve met ingang van
28 februari 2003. Met betrekking tot betalingen die na die tijd zijn verricht
geldt dat de wettelijke rente hierover steeds moet worden berekend vanaf het
moment van betaling.
Buitengerechtelijke kosten
6.11. Voor zover buitengerechtelijke kosten zijn
gevorderd worden deze afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat
werkzaamheden zijn verricht anders dan ter voorbereiding van processtukken en
instructie van de zaak. Voor zover [X] vergoeding vordert van kosten voor het
bij derden opvragen van bescheiden behoren deze tot de in artikel 241 Rv
bedoelde kosten, en derhalve tot de proceskosten.
6.12. De overige stellingen van partijen behoeven
geen behandeling meer.
Proceskosten
6. 13. Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexja
te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Uitvoerbaar bij voorraad
6.14. Er is bij afweging van de belangen van beide
partijen bij de onderhavige uitspraak onvoldoende aanleiding het vonnis niet
uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Tot slot
6.15. Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen
partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige
rechtsverhouding. De eigendom van de in het kader van de leaseovereenkomsten
gekochte effecten is bij Dexia verbleven.
Beslissing
De kantonrechter:
I.
verklaart voor recht dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten van
toepassing is en dat de lease-overeenkomsten derhalve buitengerechtelijk
vernietigd zijn;
II.
veroordeelt Dexia tot terugbetaling van de volgende bedragen:
- met betrekking tot
lease-overeenkomst 1: € 5.319,87 plus de na 26 november
2008 nog door [Y]
betaalde termijnen als hoofdsom,
- te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 Februari 2003 over het
bedrag
dat op die datum reeds betaald was alsmede over dé nadien nog
verrichte
termijnbetalingen, steeds gerekend vanaf de dag van betaling tot
aan de dag der
voldoening;
- met betrekking
tot lease-overeenkomst 2: € 1.612,32 als
hoofdsom,
- te vermeerderen met de wettelijke
rente vanaf 28 februari 2003 over het bedrag
dat op die datum reeds betaald
was alsmede over de nadien nog verrichte
termijnbetalingen, steeds gerekend
vanaf de dag van betaling tot aan de dag der voldoening;
III.
veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van eisers
gevallen, tot op heden begroot op:
- voor
verschuldigd
griffierecht
€
201,00
- voor het exploot van
dagvaarding
€
85,44
- voor salaris van
gemachtigde
€
750,00
totaal:
€ 1.036,44
een en ander, voor zover
verschuldigd, inclusief btw;
IV. verklaart deze
veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het
meer en anders gevorderde;
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. van der Waal,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2009
in tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL