Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.
Rolnummer: 04-21366
datum: 22 februari
2006
-15-
RECHTBANK
AMSTERDAM
SECTOR KANTON- LOCATIE AMSTERDAM
Vonnis in de zaak:
[X],
wonende te
[woonplaats],
eiseres in conventie bij dagvaardingen van 30 juni en 1
juli2004.
gedaagde in reconventie,
hiema te noemen:
[X].
gemachtigde: mr. H.J. Bos,
tegen
1. de naamloze vennootschap
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te
Amsterdam.
gedaagde in conventie.
eiseres In
reconventie.
hierna te noemen: Dexia,
gemachtigde: mr. G.P.
Roth,
2. de besloten vennootschap FINDI BOSKOOP
B.V. voorheen genaamd Spaar Select,
gevestigd te
Boskoop en kantoorhoudende te Leiden,
gedaagde in conventie.
hierna
te noemen: Spaar Select,
niet verschenen.
Verloop van de procedure
Na het instructievonnis in deze zaak van 17
november 2004 zijn nog de volgende
processtukken ingediend:
- een conclusie van repliek/antWoord met
producties
- een conclusie van dupliek/repliek
- een conclusie van dupliek
In reconventie
- een akte na rolmededeling
- een akte van
antwoord.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
De vaststaande
feiten
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of
niet voldoende weersproken, alsmede op
grond van de overgelegde en in zoverre
niet bestreden bewijsstukken staat In dit geding
in elk geval het volgende
vast:
a. [X] is in het jaar 2000 telefonisch benaderd
door Spaar Select, die haar vroeg of
zij [X] een tijdschrift mocht toesturen.
[X] heeft hiermee ingestemd.
b. Spaar Select heeft vervolgens aan [X] een
exemplaar van de zomereditie 2000
van het blad "Het Effect van Spaar Select"
toegezonden.
c. [X] heeft daarna zelf telefonisch contact met
Spaar Select opgenomen teneinde
advies te krijgen over de producten die in
het tijdschrift staan vermeld. De heren J.
De Zwaan en P. Van der Veen van
Spaar Select zijn daartoe bij [X] thuis
geweest.
d. Spaar Select heeft het gevraagde advies per
brief van 17 november 2000 aan
[X] toegezonden. Hierin staat onder
meer:
"U heeft momenteel een inkomen van Circa fl. 43,875 netto per jaar
en u heeft
aangegeven dat u op 60 jarige leeftijd wilt stoppen met werken met
behoud van uw
huidige salaris.
Berekend is dat u een doelvermogen nodig
heeft van circa fl. 750.000 om vanaf uw
60e levenslang een gelijkwaardig
inkomen te kunnen hebben. Er is rekening
gehouden met een inflatie van 2% per
jaar.
Wij adviseren u om uw eigen vermogen(... totaal fl. 45.000) in een depot
te storten bij
Bank Labouchere. Dit depot wordt belegd in het Global
Aandelenfonds wat de
afgelopen 20 Jaar een gemiddeld rendement realiseerde
van 16.8%.
Voorzichtigheidshalve gaan wij uit van 12%.
Vanuit dit depot
wordt maandelijks fl. 900 ingelegd in een Pensioen Effect wat belegd
wordt in
de AEX. Bij een gemiddeld rendement van 12.5% en 2% dividend (afgelopen
18
jaar 17.2%) levert het PE een belastingvrijesom op van circa fl. 96.100 welke
u
laat staan in uw depot.
Vanaf uw 46e tot aan uw 60e wordt er wederom
maandelijks fl. 900 ingelegd in het
Pensioen Effecten zult u op 60 jarige
leefijd circa fl. 740.400 belastingvrij uitgekeerd
krijgen. Dat bedrag zet u
in depot en van het rendement kunt u ruim leven.
Wij adviseren u om uw
aandelen van Hagemeijer te verkopen en ook in te leggen in
het Global
Aandelenfonds. Dit geeft u spreiding, dus meer
zekerheid.
(....)"
e. Spaar Select heeft ter informatie aan [X] haar
brochure "Pensioen Effect met
Herbelegging" overhandigd (productie 5
bijdagvaarding).
f. [X] heeft na het aan haar verstrekte advies
een overeenkomst genaamd
"Pensioen Effect met Herbelegging Maandbetaling" met
contractnummer 3998...2
gesloten met Dexia. Deze overeenkomst heeft een
looptijd van twintig jaar, maar kan
na vijf jaar dagelijks met onmiddellijke
ingangen zonder annuleringskosten door
[X] worden beëindigd. In artikel 1
staat dat [X] aandelen/effecten In de vorm
van een Labóuchere AEX Plus
Certificaat conform prospectus d.d. 25 maart 1999
van Dexia least. Het
rentepercentage bedraagt 0.96%, de hoofdsom is € 38.297,00,
de totaal te
betalen rente tijdens de looptijd van deze lease-overeenkomst bedraagt
€
59.719.00. De totale leasesom bedraagt € 98.016,00, zijnde het totaal van 240
gelijke
maandtermijnen van € 408,40. Betaling zal uitsluitend geschieden door
middel van
een automatisch (post)bankincasso van de postbankrekeningvan [X],
waarvoor
zij aan Dexia een machtiging verleent. De eerste maandtermijn is
voldaan in januari
2001.
g. Daarnaast heeft [X] op 18 december 2000 een
aanvraagformulier depot
Aandelenlease van Spaar Select ondertekend, waarin
staat dat [X] een bedrag
van fl.45.000 wil storten in het Global
aandelenfonds en van daaruit maandelijks
fl. 900 wil storten in het Pensioen
Effect met Herbelegging.
h. Sinds april 2003 is het aandelendepot leeg en
dient [X] zelf de maandtermijnen
van € 408,40 te voldoen. [X] heeft deze
betalingen vanaf april 2004 echter stop
gezet.
i. De gemachtigde van [X] heeft bij brief van 19
april 2004 aan Dexia geschreven
dat op basis van de in de brief vermelde
gegevens Dexia de overeenkomst
"Pensioen Effect met Herbelegging
Maandbetaling" nimmer met [X] had mogen
sluiten, althans had Dexia [X]
uitdrukkelijk voor de specifieke risico's moeten
waarschuwen. [X] beroept
zich op dwaling ex artikel 6:228 lid 1 aanhef en sub b
BW. De gemachtigde
vernietigt de aandelenlease-overeenkomst namens [X].
Het giraal
effectentegoed dat Dexia op naam van [X] had opgebouwd valt dan
toe aan
Dexia, terwijl [X] recht heeft op teruggave van alle door haar
gedane
betalingen aan Dexia vermeerderd met rente. Subsidiair zal [X] aan de
rechter
verzoeken de aandelenlease-overeenkomst te vernietigen. Meer
subsidiair acht
[X] Dexia aansprakelijk voor de door [X] geleden schade als
gevolgvan het
tekortschieten van Dexia.
Het geschil
2. [X] vordert primair te verklaren voor
recht dat de aandelenlease-overeenkomst met
contractnummer 3998...2 bij brief
van 19 april 2004 rechtsgeldig buitengerechtelijk is
vernietigd,
subsidiair om die aandelenlease-overeenkomst te vernietigen, meer
subsidiair
te verklaren voor recht dat Dexia toerekenbaar is
tekortgeschoten in de nakoming van
haar verplichtingen jegens [X] en/of dat
Dexia onrechtmatig jegens haar heeft
gehandeld:
alsmede: te verklaren voor
recht dat Spaar Select toerekenbaar is tekort geschoten in de
nakoming van
haar verplichtingen jegens [X] en/of dat Spaar Select onrechtmatig
jegens
haar heeft gehandeld;
alles met veroordeling van Dexia en Spaar Select,
voorzover mogelijk hoofdelijk,tot
vergoeding van de door [X] geleden schade,
nader op te maken bij staat en te
vereffenen volgens de wet, alles met
hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de
proceskosten.
3. [X] stelt dat de kantonrechter bevoegd is over
het geschil te oordelen omdat het om
huurkoop gaat. Dexia vindt het om
proceseconomische redenen niet opportuun om
hiertegen in te
gaan.
4. [X] stelt dat de aandelenlease-overeenkomst
met Dexia is gesloten doordat Spaar
Select een aanmeldingsformulier aan Dexia
zond, die de aanmelding accepteerde.
Gedaagden hebben geen van beide een
risicoprofiel van [X] opgesteld en schriftelijk
vastgelegd. Spaar Select
heeft niet geïnformeerd naar de beleggingservaring van
[X], die geen
(relevante) ervaring met beleggen had.
Gedaagden hebben beide verzuimd om [X]
uitdrukkelijk en schriftelijk te informeren
en waarschuwen tegen de
verliesrisico's bij de onderhavige constructie. [X]
realiseerde zich niet dat
zij op enig moment maandelijkse lasten zou krijgen als gevolg
van deze
constructie. Bij het huidige maandinkomen van [X] van € 1800 netto per
maand
drukken de maandlasten van € 408,40 daar te zwaar op. [X] wijst op
de
risico's die zij bij de toegepaste constructie loopt. Volgens haar
berekening zou zij pas
met een stijging van de waarde der aandelen met ruim
21 % per Jaar quitte kunnen
spelen. De naam "Pensioen Effect" is volgens [X]
misleidend omdat hierdoor de
indruk wordt gewekt dat het product geschikt is
als pensioenvoorziening en dus weinig
risicovol. Voorts was [X] er niet van op
dehoogte dat zij een lening aanging. Had
[X] geweten dat zij zou gaan
beleggen met geleend geld dan had zij de
overeenkomst niet gesloten. In de
brochure die [X] van Spaar Select heeft gekregen
worden de te behalen winsten
en belastingvoordeel benadrukt zonder dat de werking van
de overeenkomsten
wordt uitgelegd.
Voorts realiseerde [X] zich niet dat zij bij voortijdige
beëindiging van de
overeenkomst een restschuld zou overhouden. Artikel 3 van
de overeenkomst bevat
geen uitdrukkelijke waarschuwing hierover.
[X] meent
dat Dexia in strijd met artikel 33 lid 1 en sub c van de Nadere
Regeling
toezicht effectènverkeer 1999 heeft gehandeld en haar daarin
genoemde
mededelingsplicht heeft geschonden. De aandelenlease-overeenkomst en
effectendepot
passen niet bij het cliëntenprofiel en debeleggings
doelstelling van [X]. Dexia heeft
zich daar nooit van vergewist. [X] beroept
zich daarom op dwaling ex artikel 6:228
sub b BW.
Bovendien heeft Dexia
verzuimd om een (schriftelijke) vermogensbeheerovereenkomst
met [X] te
sluiten en heeft Dexia het effectendepot van [X] onzorgvuldig
beheerd. Dexia
had [X] veel eerder moeten adviseren om het depot liquide te maken
of in een
obligatiefonds te herbeleggen. Hierdoor handelde Dexia volgens [X] in
strijd
met artikel 28 van de Nadere Regeling 1999 en heeft zij haar
zorgplicht jegens [X]
geschonden. Op basis van dat cliëntenprofiel van [X] had
Dexia de aandelenleaseover-
eenkomst en de onderhavige constructie niet mogen
aangaan.
5. [X] stelt jegens Spaar Select dat deze heeft
gehandeld in strijd met artikel 26 van de
Nadere Regeling 1999 door [X]
telefonisch te benaderen terwijl zij nog geen cliënte
bij haar was. Ook Spaar
Select heeft verzuimd om een cliëntenprofiel van [X] op te
stellen en
schriftelijk vast te leggen, hetgeen strijdig is met artikel 28 van de
Nadere
Regeling 1999. Het advies om twee maal voor 100% in aandelen te
beleggen past niet bij
de beleggingsdoelstelling van [X]. Ook Spaar Select
heeft de op haar rustende
Informatie- en waarschuwingspllcht jegens [X]
geschonden door haar niet voor de
risico's van de geadviseerde constructie te
waarschuwen. [X] meent dat er
misleidende mededelingen staan in de brochure
die Spaar Select haar heeft verstrekt.
Als cliëntenremisier had Spaar Select
niet mogen adviseren zoals zij heeft gedaan.
6. [X] biedt bewijs van haar stellingen aan door
de heren De Zwaan en Van der Veen,
alsmede haarzelf, als getuigen te doen
horen.
7. Dexia voert aan dat de
aandelenlease-overeenkomst niet tot stand kwam door
aanvaarding van het door
[X] ingevulde aanvraagformulier, maar doordat [X] de
overeenkomst ondertekend
aan Dexia heeft geretourneerd. De Bijzondere Voorwaarden
die bij die
overeenkomst horen staan op de achterzijde van die overeenkomst
afgedrukt.
Dexia bestrijdt dat aan [X] een beroep op dwaling toekomt. Volgens
Dexia wordt in
de brochure die Spaar Select aan [X] heeft verstrekt de
werking van het product wel
uitgelegd, te weten dat een Labouchere AEX Plus
Certificaat wordt geleast waarvan de
waarde afhankelijk is van de hoogte van
de AEX-Index;dat het te betalen bedrag uit
rente en aflossing bestaat; dat de
looptijd 20 jaar is maar dat na vijf jaar kosteloos kan
worden gestopt en dat
in dat geval de verkoopopbrengst van het certificaat wordt
overgemaakt onder
aftrek van de restant hoofdsom. Voorts wordt onder het kopje "Let
op"
expliciet gewaarschuwd voor de risico's die aan beleggen zijn verbonden. Ook
de
tekst van de aandelenlease-overeenkomst is volgens Dexia duidelijk,
beknopt en
doorzichtig van structuur. Als [X] nog vragen had had zij die aan
Dexia moeten
stellen. [X] heeft Dexia echter niet benaderd.
Dexia wijst
erop dat er geen restschuld kan ontstaan bij het einde van de looptijd van
de
overeenkomst omdat een deel van de maandtermijnen uit aflossing
bestaan.
De naam Pensioen Effect met Herbelegging is naar de mening van Dexia
niet misleidend
omdat daaruit volgt dat sprake is van beleggingen.
Anders
dan [X] nu doet voorkomen wist zij weldegelijk dat zij vrijelijk over
de
participaties op de beleggingsrekening kon beschikken. [X] legt daartoe
een brief dd
24 maart 2001 over die [X] haar heeft geschreven waarin zij
schrijft dat zij door het
ontbreken van overschrijfformulieren niet in staat
is geweest de stukken in haar
portefeuille te verkopen. Op het
aanvraagformulier voor het effectendepot staat al:
"Indien het saldo op
mijn depot aandelenlease niet toereikend is, zal betaling
plaatsvinden via
een automatische incasso van bovenvermeld rekeningnummer". Voorts
wist
[X] dat het saldo op het depot slechts voldoende zou zijn voor een deel van
de
looptijd, daar in de dagvaarding onder 3.3. staat vermeld dat het bedrag
voor de
aandelenlease-overeenkomst minimaal de eerste vijf jaar zou worden
gefinancierd uit het
aandelendepot. Overigens stelt Dexia nooit aan [X] te
hebben voorgehouden dat het
bedrag dat [X] op de beleggingsrekening heeft
gestort voldoende zou zijn om de
maandtermijnen over de eerste vijf jaar te
voldoen.
8. Dexia ontkent dat zij als bank aansprakelijkis
voor de adviezen van Spaar Select. Zij
beroept zich daarbij op jurisprudentie
van de Klachtencommissie DSI en van de
Geschillencommissie Bankzaken, alsmede
van verschillende rechtbanken in den lande.
9. Dexia ontkent dat sprake zou zijn van
wanprestatie of onrechtmatig handelen harerzijds.
De NR 99 heeft geen
betrekking op kredietverlening als in de aandelenleaseovereenkomst
ligt
besloten. De Klachtencommissie DSI heeft dit ook niet geoordeeld.
Deze
commissie heeft geoordeeld over een zorgplicht van Dexia In verband
met
mogelijke restschulden bij het einde van een overeenkomst. In casu
resteert er na het
einde van de looptijd van twintig jaar echter geen
restschuld.
Mocht de NR 99 toch van toepassing zijn dan is artikel 28 NR 99
niet geschonden omdat
dit slechts gaat over het inwinnen van informatie die
van nut kan zijn voor de uitvoering
van de met de belegger gesloten
overeenkomst. Dit artikel is volgens Dexia geschreven
voor advies- en
beheerrelaties waarvan in het kader van de onderhavige
aandelenlease-
overeenkomst geen sprake is. Als artikel 28 NR 99
wel zou gelden dan rust die
verplichting niet op Dexia maar op Spaar Select
als cliëntenremisier. Dexia mocht erop
vertrouwen dat Spaar Select haar
verplichtingen zou nakomen. Spaar Select was
bovendien op de hoogte van de
gehele persoonlijke situatie van [X]. Voorts blijkt uit
de brief van Spaar
Select van 17 november 2000 dat [X] aandelen Hagemeijer
bezat, terwijl uit de
brief van [X] van 24 maart 2001 blijkt dat zij inzicht had in de
manier
waarop beleggen werkt.
Overigens heeft Dexia [X] wel getoetst bij het Bureau
Kredietregistratie, waar alle
betalingsverplichtingen van alle consumenten staan
geregistreerd.
Dexia meent dat ook artikel 33 NR 99 niet van toepassing
is. Het risico dat is verbonden
aan het Labouchere AEX Plus Certificaat is
uitsluitend dat koersen niet alleen stijgen maar
ook kunnen dalen. Dit is
geen specifiek risico in de zin van artikel 33. Dexia heeft ook
geen kosten
aan [X] in rekening gebracht in verband met de diensten waar artikel
33
op oogt.
Voorts betwist Dexia dat zij het vermogen van [X] zou beheren.
De
beleggingsrekening was een gewone effectenrekening die door [X] zelf
werd
beheerd. Ook hiervoor wijst Dexia op de brief van [X] van 24 maart 2001.
[X]
had aan Dexia opdracht gegeven tot de periodieke verkoop van de
participatiesom de
maantermijnen voor de aandelenlease-overeenkomst uit te
voldoen. [X] kreeg
maandelijks afschriften van de
beleggingsrekening.
Tenslotte betwist Dexia dat [X] schade heeft geleden. De
looptijd van de
aandelenlease-overeenkomst is twintig jaar. Het is geenszins
uitgesloten dat de koersen
weer zullen gaan stijgen.
10. Dexia verzoekt om een eventuele veroordeling
van haar niet uitvoerbaar bij voorraad te
verklaren, in het bijzonder vanwege
het restitutierisico na een andersluidende uitspraak
in hoger beroep.
Subsidiair vraagt Daxia om aan een uitvoerbaar verklaring bij voorraad
de
voorwaardete verbinden dat [X] zekerheid zal stellen voor het aan haar
te
betalen bedrag.
11. Dexia vordert in
reconventie:
primar de veroordeling van [X] tot betaling van de
maandelijkse termijnen die op de
datum van de uitspraak van de kantonrechter
op grond van de overeenkomst Pensioen
Effect met herbelegging met nummer
3996...2 zijn vervallen, te vermeerderen met de
contractuele rente van 0,96%
per maand, althans de wettelijke rente, vanaf datum
verzuim of vanaf 3
november 2004, tot de voldoening, alsmede de veroordeling van
[X] tot
betaling van de na de uitspraak te vervallen maandtermijnen, te
vermeerderen
met dezelfde rente vanaf de dag van verzuim tot de
voldoening;
subsidiair onder de voorwaarde dat enig deel van de in
conventie ingestelde op
vernietiging van de aandelenlease-overeenkomst
gebaseerde vorderingen wordt
toegewezen: de veroordeling van [X] tot betaling
van een bedrag gelijk aan het
verschil tussen de aankoopwaarde van het onder
die overeenkomst geleaste Labouchere
AEX Plus Certificaat en de waarde
daarvan op de datum van vernietiging van de
overeenkomst;
alles met
veroordeling van [X] in de proceskosten in conventie en in
reconventie.
12. [X] heeft in conventie nader
toegelicht dat zij de brochure van Spaar Select pas een
half jaar na het
sluiten van de aandelenlease-overeenkomst heeft ontvangen. Volgens
haar was
die overeenkomst wel al gesloten voordat zij deze had ondertekend en
aan
Dexia teruggezonden. Zij handhaaft haar standpunten, in het bijzonder ook
dat zij
tevoren niet voldoende was geïnformeerd over de aard en de risioo's
van de gesloten
overeenkomst. [X] bestrijdt dat de uitvoerbaar bij voorraad
verklaring achterwege
zou moeten blijven of dat er voldoende redenen zijn
gesteld voor de door Dexia
gevraagde zekerheidstelling,
13. [X] voert in reconventie aan dat de
aandelenlease-overeenkomst reeds is vernietigd
of vernietigd wordt, waarmee
[X] is ontslagen van haar verplichtingen uit hoofde van
die overeenkomst.
Subsidiair zal Dexia de door [X] geleden schade dienen te
vergoeden. [X]
wijst er op dat zij nimmer heeft gesteld dat zij de verplichtingen uit
hoofde
van de overeenkomst niet zal nakomen, indien haar vorderingen
onterecht
zouden blijken.
[X] betwist dat artikel 6:278 BW van toepassing
is in het geval de overeenkomst
wegens dwaling wordt vernietigd.
De beoordeling van het
geschil
14. Allereerst moet worden beoordeeld welk
concreet risico er voor [X] verbonden was
aan de door Spaar Select aan haar
geadviseerde constructie en hoe zij over dat risico
is
geïnformeerd.
15. [X] heeft naar aanleiding van hetgeen zij in
het in de procedure overgelegde blad Het
effect van Spaar Select heeft
gelezen zichctot Spaar Select gewend voor advies. In dit
blad staat een
artikel genaamd 'Aandelenlease is hét product van de toekomst'.
Hierin
valt onder meer te lezen: "Bij het aandelenleasen schiet de bank een
bepaald bedrag
voor en dat geld wordt belegd in aandelen.(...) Jack Troost
(Directeur Verkoop van Bank
Labouchere Beleggingsproducten): Ik heb zelf drie
aandelenleaseplannen afgesloten.
Allereerst is dat het Capital Effect. Dat is
eenproduct met een wat langere looptijd en met
een aflossingscomponen. Dat
vind ik eigenlijk nog altijd het mooiste product, omdat je
dan uiteindelijk
eigenaar van de aandelen wordt.(...) Je risicoprofiel is dan
gering.
Daarnaast heb ik het Altijd-Doen-Plan. Dat heeft een wat hoger
risicoprofiel en een korte
looptijd. En tenslotte het Premium Effect. Het
gaat allemaal een beetje op en neer, maar
per saldo sta ik op flinke
winst."
16. Het staat vast dat de
aandelenlease-overeenkomst die [X] met Dexia heeft gesloten
inhoudt dat zij
maandelijks een vast bedrag aan rente en aflossing betaalt en dat na
afloop
van de termijn waarover de overeenkomst is aangegaan de hele
geleaste
hoofdsom (waarmee het Labouchere AEX Plus Certificaat werd gekocht)
is afbetaald,
zodat er dan geen restschuld overblijft, terwijl [X] dan in het
bezit van de gekochte
effecten is of - bij verkoop van die effecten - van de
verkoopwaarde daarvan. In artikel 3
van de Bijzondere Voorwaarden die aan de
achterzijde van de overeenkomst zijn
vermeld staat dat de bank nimmer
aansprakelijkis voor wijzigingen in de koerswaarde
van de waarden of voor het
niet opbrengen van baten daarvan.
17. Wat er zij van het precieze tijdstip waarop
de aandelenlease-overeenkomst tussen Dexia
en [X] tot stand is gekomen: het
uitgangspunt is dat [X] deze na ondertekening
heeft teruggezonden terwijl
gesteld noch gebleken is dat zij de inhoud van de
ondertekende overeenkomst
of de daarop vermelde Bijzondere Voorwaarden op enig
onderdeel heeft
uitgesloten. In artikel 9 van de overeenkomst staat: "Deze
lease-
overeenkomst wordt geacht niet tot stand te zijn gekomen en lessee kan
aan deze lease-
overeenkomst geen rechten ontlenen indien de Bank deze
lease-overeenkomst niet
binnen 30 dagen na dagtekening door lessee getekend
heeft terugontvangen."
Eiseres kon dus ondanks haar aanvraag voor dit
product alsnog van dit product afzien
door de overeenkomst niet binnen 30
dagen na dagtekening te ondertekenen en terug te
zenden. Zij heeft die
overeenkomst echter wel binnen die termijn getekend
en
geretourneerd.
18. Uit de hierboven in r.o. 15 en 16 vermelde
gegevens blijkt dat de aandelenlease-
overeenkomst van [X] een heel andere
product is dan bijvoorbeeld de
Winstverdriedubbelaar waar thans veelom te
doen is en waarbij cliënten van de bank
wel met een restschuld zijn blijven
zitten ondanks dat zij alle maandtermijnen volledig
hebben voldaan.
[X]
liep met de door haar gesloten aandelenlease-overeenkomst geen ander
risico
dan dat de opbrengst van de effecten na twintig jaar wellicht kleiner
zou zijn dan wanneer
zij de termijnbedragen op een spaarrekening zou hebben
laten zetten. Het is nu nog
maar de vraag waar gedaagde na verloop van twintig
jaar beter mee af zou zijn. Dit
betekent dat het risico dat [X] met deze
aandelenlease-overeenkomst veel beperkter
is dan het risico bij aandelenlease
zonder aflossing. Daarbij komt dat [X] op grond
van artikel 3 van de
overeenkomst de mogelijkheid heeft om die overeenkomst na vijf
jaar op elk
door haar gewenst moment te beëindigen zonder annuleringskosten, en
dan
slechts is gehouden tot betaling of verrekening van de resterende
hoofdsom. Dit betekent
dat [X] vanaf januari 2006 voor een tussentijdse
beëindiging een voor haar gunstig
moment kan afwachten.
19. De kantonrechter is voorts van oordeel dat
uit de in r.o. 15 aangehaalde tekst van het
artikel over aandelenlease in
combinatie met de tekst van de door [X] gesloten
aandelenlease-overeenkomst
onmiskenbaar blijkt dat deze overeenkomst betrekking
heeft op het beleggen in
aandelen met geleend geld en dat het risico bestaat uit het
wijzigen van de
koerswaarde van het geleaste aandelenpakket, echter zonder dat er na
het einde
van de looptijd een restschuld kan resteren zolang [X] aan de door
haar
aangegane verplichtingen voldoet. De stelling van [X] dat zij niet wist
dat zij met
geleend geld belegde kan slechts betekenen dat zij de aan haar
verstrekte informatie niet
heeft gelezen. Dit ligt niet aan de informatie die
Spaar Select en Dexia aan [X]
hebben verschaft en kan dan ook niet aan Spaar
Select of Dexia worden tegengeworpen.
20. Wat betreft het depot van fl. 45.000 dat [X]
heeft gestort in het Global aandelenfonds
om de eerste jaren de
maandtermijnen voor de aandelenlease-overeenkomst uit te
voldoen geldt het
volgende. Op het hiervoor door [X] ondertekende
aanvraagformulier staat onder
meer "de storting moet gelijk zijn aan 80% van de totaal te
betalen
termijnen (ten behoeve van het aangekruiste product "Pensioen Effect
met
Herbelegging") tot en met de termijn waarna u kosteloos kunt
stoppen" en "Indien het
saldo op mijn depot aandelenlease niet
toereikend is, zal betaling plaatsvinden via een
automatische incasso van
bovenvermeld rekeningnummer". Kennelijk is dit fonds door
koersdalingen
in waarde verminderd, waardoor het eerder was uitgeput dan wanneer
[X] het
geld vanuit bijvoorbeeld haar spaarrekeningen zou hebben betaald. Het
is
echter algemeen bekend dat een koersdaling in geval van beleggen in
een
aandelenfonds altijd mogelijk is. [X] bezat voordien ook al
aandelen(Hagemeijer) en
moet ook uit dien hoofde geweten hebben dat de waarde
van aandelen pleegt te
fluctueren. Dit staat voorts ook te lezen in de
hierboven aangehaalde woorden van Jack
Troost in het artikel over
aandelenlease. Van een daarnaast aanwezig bijzonder risico
waar Spaar Select
of Dexia [X] voor hadden moeten waarschuwen is niets gebleken.
Met name het
door [X] genoemde risico dat na het einde van de overeenkomst een
restschuld
zou bestaan doet zich in de aan haar geadviseerde constructie niet
voor.
21. Het standpunt van [X] dat zij zich niet heeft
gerealiseerd dat zij op enig moment
maandelijkse lasten zou krijgen als
gevolg, van de gekozen constructie, is ongegrond.
Zelfs indien het in het
advies van Spaar Select genoemde mogelijke rendement van het
Global
Aandelenfonds van 12% per jaar zou zijn gehaald, is het zonder meer duidelijk
dat
het depot van fl. 45.000,- bij betalingen van fl. 900,- per maand daaruit
ieder jaar
afneemt en dat er daarom (bijlange na) niet 20 jaar lang die
maandtermijnen uit voldaan
konden worden.
22. Het verwijt van [X] dat Dexia heeft verzuimd
om een schriftelijke
vermogensbeheerovereenkomst met haar te sluiten en dat
Dexîa het effectendepot van
[X] onzorgvuldig heeft beheerd is ongegrond. Uit
niets blijkt dat deze partijen
(mondeling) waren overeengekomen Dexia
vermogensbestanddelen van [X] actief
zou gaan beheren. Het storten van geld
in het depot impliceert niet dat Dexia dit depot
voor [X] zou gaan beheren.
Een andere aanwijzing voor het door [X]
veronderstelde vermogensbebeer is
niet gesteld of gebleken.
23. Een zorgplicht van Dexia of Spaar Select voor
het afdekken van het risico van een
restschuld na het einde van de looptijd
van de aandelenlease-overeenkomst is in het
onderhavige geval dat geen
restschuld kon resteren, niet aan de orde.
De voor de beleggingen relevante
persoonlijke omstandigheden van [X] staan
uitdrukkelijk vermeld in het advies
van Spaar Select van november 2000. [X] heeft
niet duidelijk gemaakt waarom
daarnaast nog een nader schriftelijk cliëntenprofiel zou
zijn
vereist.
24. De slotsom is dat er geen aanleiding is voor
nadere bewijsvoering. Het beroep van
[X] op dwaling bij de totstandkoming van
de aandelenlease-overeenkomst en het
aandelendepot, dan wel op een
tekortschieten (of onrechtmatig handelen) vanDexia en
Spaar Select is
ongegrond. De in conventie gevraagde verklaringen voor recht
kunnen
niet worden verleend en de daarbij gevorderde veroordelingen zijn niet
toewijsbaar.
25. De primaire vordering in reconventie
is wel toewijsbaar aangezien [X] vanaf april
2004 geen maandtermijnen ten
behoeve van de aandelenlease-overeenkomst meer
heeft betaald, met dien
verstande dat de wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf
de datum waarop
deze vordering is ingesteld.
26. [X] zal als de in beide vorderingen in het
ongelijk te stellen partij worden veroordeeld
in de
proceskosten.
BESLISSING
De kantonrechter;
In conventie
Wijst de vorderingen tegen Dexia en Spaar Select
af.
In reconventie
Veroordeelt [X] tot betaling van de maandelijkse
tennijnen aan Dexia op grond van de
overeenkomst Pensioen Effect met
Herbelegging met nummer 2998...2 die per heden zijn
vervallen, vermeerderd
met de wettelijke rente daarover vanaf 3 november 2004 tot
de
voldoening.
Veroordeelt [X] tot betaling van de
maandtermijnen aan Dexia op grond van diezelfde
overeenkomst die met het oog
op artikel 6:80 BW opeisbaar zijn, te vermeerderen met de
wettelijke rente
vanaf de datum van verzuim tot aan die der algehele betaling.
In conventie en in
reconventle
Veroordeelt [X] in de proceskosten,tot op heden
aan de zijde van Dexia begroot op
€ 975,00 voor salaris van haar gemachtigde
en aan de zijde van Spaar Select op nihil.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij
voorraad.
Wijst af het meer of anders
gevorderde.
Gewezen door mr. M.L. Tan,
kantonrechter, en uitgesproken ter openbare
22 februari 2006, in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL
Deze uitspraak is voor eiser niet zo gunstig uitgevallen. Mr. M. Rompelberg van Rompelberg & Ruiter advocaten heeft over deze uitspraak op de site van deze advocaten enkele kritische kanttekeningen geplaatst.
Om deze kritische kanttekeningen te lezen klik hier