ARREST
in de zaak
van:
[M]
wonend te
[woonplaats],
APPELLANTE IN DE HOOFDZAAK, VERWEERSTER IN HET
INCIDENT,
procureur: mr. M.A. Hupkes,
t e g e n
de naamloze vennootschap DEXIA BANK
NEDERLANDN.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE IN DE
HOOFDZAAK, VERWEERSTER IN HET INCIDENT,
procureur: mr. G.P.
Roth,
alsmede van
[C]
wonend te [woonplaats],
EISER
IN HET INCIDENT,
procureur: mr. M .A. Hupkes.
1. Het geding in hoger beroep
Appellante is bij dagvaarding van 17 januari 2006 in
hoger
beroep gekomen van het vonnis van 28 november 2005 door de
rechtbank
Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam in de
zaak met kenmerk 553985 CV
EXPL 03-18019 gewezen tussen
appellante als gedaagde in conventie/eiseres in
reconventie en
geintimeerde als eiseres in conventie/gedaagde in
reconventie.
Bij akte verzoek voeging heeft eiser in het incident,
verder
te noemen [C], gevorderd zich te mogen voegen in het
onder
rolnummer 284/06 bij het hof aanhangige geding tussen
appellante en
geintimeerde.
Appellante heeft niet van antwoord in het incident
gediend.
Geintimeerde heeft bij akte houdende antwoord in het
incident
verklaard zich te refereren aan het oordeel van het
hof.
Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd en om
arrest
in het incident verzocht.
2. Beoordeling van de incidentele vordering tot
voeging
[C] heeft gesteld dat hij recht en belang heeft zich
te
voegen in deze zaak, op de grond - naar het hof begrijpt - dat
hij zich
aan de zijde van appellante wil scharen ter
ondersteuning van haar
stellingen, waarvan de beoordeling hem
direct aangaat. Appellante noch
geintimeerde heeft zich tegen
dit verzoek verzet, zodat het hof het verzoek
tot voeging -
gegeven de grond waarop het berust - zal toewijzen als na
te
melden.
3. Beslissing
Het hof:
in het incident:
staat toe dat [C] zich in
deze zaak voegt;
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident
aan tot
de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van donderdag 3 augustus
2006
voor grieven;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. T.A.C. van
Hartingsveldt, R.A.
Steenbergen en W.J.J. Los en in het openbaar uitgesproken
door
de rol raadsheer op 22 juni 2006.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL