Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie Leiden
 
rl
rolnr. 630919 \.CV CXPL 06-8404
datum: 28 november 2007
 
Vonnis in de zaak van:
 
[X],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde: mr. G. van Dijk en mr. J.B. Maliepaard (St. Leaseproces),
 
tegen
 
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd en kantoorhoudendc te Amsterdam,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. C.A. Oudshoorn (NautaDutilh).
 
Partijen worden aangeduid als "[X]" en "Dexia".
 
Procedure
 
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
-  de dagvaarding van 5 december 2006 met producties,
-  de conclusie van antwoord met producties,
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 augustus 2007.
Daarna hebben partijen ieder nog een akte genomen.
 
Feiten
 
Op grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het
volgende uit.
Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchère.
[X] is maintenance engineer met een MTS-opleiding, na 2000 gevolgd door een HBO-
diploma. In 2000 had hij een inkomen van circa € 2.093,00; zijn woonlasten (rente en
aflossing eerste hypotheek) bedroegen € 531,00 per maand. Er was geen ander, vrij belegbaar
vermogen, wel een huishoudelijke schuld van € 4.500,00. [X] had in 2000 geen
beleggingservaring.
Omstreeks november 2000 heeft [X] contact opgenomen mei het (inmiddels gefailleerde)
bedrijf Spaarselect om advies te vragen over de financiering van een aan zijn huis te bouwen
garage. Spaarselect heeft hem toen na te melden depotlcaseconstructie geadviseerd, waarmee
de garage beweerdelijk nagenoeg gratis kon worden gefinancierd.
Op 2 november 2000 heeft [X] een Aanvraagformulier Depot Aandelenlease ingevuld en
ondertekend. Uit een aantal keuzemogelijkheden is daarop aangekruist "Overwaarde effect
zonder herbelegging" en onder "gewenst maandbedrag" ingevuld 11. 1.800,00 (€816,80).
De geadviseerde constructie bestond uit drie onderdelen:
(le) Op of omstreeks 8 januari 2001 heeft [X] - ter gelegenheid van een tweede bezoek van
de vertegenwoordiger van Spaarselect - een aandelenlease-overeenkomsl met
contractnummer 22083391 gesloten getiteld 'Overwaarde Effect Maandbetaling zonder
Herbelegging'.
Volgens deze overeenkomst leasde [X] per koersdatum 5 januari 2001 225 aandelen in elk
van de beursfondsen Ahold, ING, Unilever en Kon. Olie tegen koersen van resp. 32,31;
88,16; 60,66 en 64,60, resulterend in een totale aankoopsom van € 55.289,25.
Deze aankoopsom wordt verhoogd met in totaal € 86.217,15 rente over de totale
overeengekomen looptijd van 240 maanden, ai'le lossen in maandelijkse termijnen van
€ 589,61. Echter na 60 maanden kan de overeenkomst door de lessee dagelijks zonder
annuleringskosten beëindigd worden tegen betaling of verrekening |de kantonrechter leest:
met de opbrengst van de geleasde effecten] van de restanthoofdsom. Bij afkoop binnen de 60
maanden is 50% van de resterende maandtermijnen t/m de 60bR verschuldigd.
(2e) Daarnaast heeft [X] door bemiddeling van Spaarselect op 15 januari 2001 een lening
van € 54.453,62 (fl. 120.000) bij de Postbank afgesloten onder verband van tweede hypotheek
op zijn woning.
(3e) Van deze lening is € 29.495,71 gestort op een beleggingsrekening bij Bank Labouchère.
Van dit bedrag werden certificaten van het Labouchère Global Aandelenfonds aangekocht.
De opzet van de constructie was dat, door telkens enige certificaten te verkopen, de eerste 60
maandtermijnen (= € 35.376,60) van genoemde aandelenlease-overeenkomst hieruit zouden
worden betaald, rekening houdend met geprognotiseerde koersstijgingen en dividenden
gedurende die tijd. Deze prognose was gebaseerd op de uitzonderlijk grote koersstijgingen in
de voorafgegane jaren.
Van het resterende deel van de hypothecaire lening werd € 18.695,74 gebruikt voor de bouw
van de garage. Een bedrag van € 4.451,41 heeft [X] contant ontvangen en de rest ging op
aan taxatie, kadaster- en notariskosten.
Spaarselect toucheerde provisie over alle drie genoemde onderdelen van de constructie.
In werkelijkheid zijn de aandelenkoersen, en daarmee zowel de waarde van het depot als de
waarde van de geleasde effecten, in 2001 dramatisch gedaald. Deze daling leidde ertoe dat het
depot al na circa 29 (i.p.v. de beoogde 60) maanden was uitgeput.
[X] heeft daarnaast 3 termijnen a € 589,61 en één decltermijn van € 395,55 uit andere
middelen betaald. Volgens opgave van Dcxia, waarover [X] zich niet meer heeft kunnen
uitlaten, heeft [X] 4 leasetermijnen of € 2.358,44 uit andere bron betaald en € 672,34 privé
aan het depot onttrokken.
Daarnaast is € 2.521,54 dividend uitgekeerd.
Op 6 april 2004 heeft [X] een nieuwe hypothecaire lening van€ 192.000,00 afgesloten,
waarmee hij op 4 mei 2004 de restschuld van de aandelenlease-overeenkomsl ad € 28.206,02
(incl. opeisbare leasetermijnen) en de bestaande (hypothecaire) schulden heeft afgelost.
 
Vordering
 
Uitvoerig stellende dat hij heeft gedwaald en dat (de rechtsvoorganger c.q. hulppcrsoon van) Dexia haar informatie- en zorgverplichting heeft geschonden, althans misbruik van omstandigheden heeft gemaakt door een onervaren publiek met deze complexe en uitermate risicovolle financiële constructie te (doen) benaderen, vordert [X]: primair een verklaring voor recht dat de aandelenlease-overeenkomst met contractnummer 22083391 en de daarmee samenhangende depolovereenkomst rechtsgeldig is vernietigd wegens dwaling of misbruik van omstandigheden;
subsidiair een verklaring voor recht dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden waardoor
[X] recht heeft op vergoeding van zijn gehele schade, althans dat. Dexia wanprestatie heeft
gepleegd zodat de overeenkomst tereehl door [X] is ontbonden,
en voor het geval de overeenkomst niet vernietigd of ontbonden is, voor recht te verklaren dat
zij nietig is wegens strijd met de wet, althans de overeenkomst te vernietigen ofte wijzigen
ter opheffing van het nadeel voor [X],
zowel primair als subsidiair met veroordeling van Dexia tot betaling van € 61.249.00 plus
€ 2.456,55 notaris- en taxatiekosten, met wettelijke rente en kosten, althans terugbetaling van
de door [X] aan Dexia betaalde bedragen, en met de werkelijke proceskosten, alsmede
Dexia te gelasten de achterstandsregistratie bij het BKR door te halen op straffe van een
dwangsom.
 
Bij nadere akte heeft [X] het schadebedrag nader becijferd op € 59.865,61.
 
Verweer
 
Dexia voert uitvoerig gemotiveerd verweer, waarop hierna wordt ingegaan. Zij berekent het schadebedrag van [X] op € 60.455,72 waarop in mindering komt € 2.521,54 dividend en € 672,34 opname, zodat resteert € 57.261,84. Een BKR-registratie heeft niet plaatsgevonden.
 
Beoordeling
 
1.    De kantonrechter heeft zich er van vergewist dat partijen bekend zijn met de op dit moment richtinggevende jurisprudentie in aandelenleasezaken, te weten de arresten van het Hof Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721 en AZ9722 en de vonnissen van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, van 27 april 2007, LJN BA3914, BA3916 en BA39201. De kantonrechter beoogt in hel navolgende - alleen al uit een oogpunt van rechtseenheid - die jurisprudentie te volgen, tenzij nieuwe rechtsontwikkelingen of de bijzondere omstandigheden van dit specifieke geval tot een afwijkend oordeel zouden nopen, hetgeen zich in deze zaak echter niet voordoet. Kortheidshalve wordt voor de motivering van dit vonnis meermalen verwezen naar die jurisprudentie, kort aangeduid met het LJN. BA3920 sluit het meest aan bij de onderhavige zaak.
 
2.    De aandelenlease-overeenkomst is te kwalificeren als huurkoop. De depotconstructie hangt daarmee samen. Daarmee is de bevoegdheid van de kantonrechter gegeven, zoals uitvoeriger is gemotiveerd in o.a. BA3920, r.o. 8.1.1 en het aldaar aangehaalde arrest AZ9721.
 
3.    Een beroep op art. 1:88 en 89 BW of op de Wck is in deze zaak niet gedaan.
 
4.    Wel heeft [X] aangevoerd dat hij de overeenkomst buiten rechte heeft vernietigd wegens dwaling dan wel misbruik van omstandigheden. Die vernietigingspoging heeft evenwel geen effect omdat de door [X] getekende akten houdende depot- en aandelenlease-overeenkomstcn, alsmede de hypothecaire lening, op zichzelf helder zijn geformuleerd (BA3920, r.o. 8.5.1). Iemand met het relatief hoge opleidingsniveau van [X] moet geacht worden die stukken te hebben begrepen. Voor misbruik van
 
___________________
1 Te raadplegen op:
www.rechtspraak.nl aan de hand van de genoemde Landelijke Jurisprudentie Nummers (LJN).
 
omstandigheden is te weinig gesteld. De vertegenwoordiger van Spaarselect heeft misschien wel een glad verkoopverhaal verteld, maar [X] verkeerde geenszins in een dwangpositie met betrekking tot de bouw van de gewenste garage, en nog minder tot deze wijze van financiering ervan. [X] heeft genoeg bedenktijd gehad. Hem valt tegen te werpen dat hij blijkbaar zeer goedgelovig is geweest, althans in financiële sprookjes heelt geloofd en geen informatie bij derden heeft ingewonnen over de mogelijke risico's van de door Spaarselect aangedragen constructie, noch andere offertes heeft gevraagd voor de financiering van de garage. Gesteld noch gebleken is dat hij daarvoor geen gelegenheid had. Daar komt nog bij dat, in navolging van BA3920, r.o. 8.3.2 en BA3916 r.o. 6.3 en 6.5, een (geheel of gedeeltelijk) geslaagd beroep op nietigheid of vernietigbaarheid van de onderhavige combinatie van drie overeenkomsten [X] niet in betere omstandigheden zou brengen dan hij als gevolg van de schending van Dexia's zorgplicht reeds bereikt, zoals hierna wordt overwogen.
 
5.    Zoals in BA3920 (r.o. 7 en 8.9.1, 8.9.2 en 8.9.3) uitvoerig is overwogen, is de onderhavige overeenkomst zeer risicovol. Toen het depot leeg raakte kon [X] vanuit zijn inkomen niet zowel de maandlasten van zijn bestaande eerste hypotheek, vermeerderd met die van de tweede hypotheek èn die van de aandelenlease-overeenkomst uit zijn maandelijkse inkomen betalen, zodat hij gedwongen werd de aandelen te verkopen en de (rest-)schulden te herfinancieren en over langere tijd te spreiden. Doordat de aandelenkoersen zeer sterk zijn gedaald sedert hel aangaan van de constructie (vgl. BA3920, r.o. 7.1), heeft de daarmee beoogde hefboomwerking zich in het nadeel van [X] gekeerd. In ieder geval is gesteld noch gebleken dal [X] zich heeft gerealiseerd dal de constructie tot een verlies van circa € 60.000,00 zou kunnen leiden, laat staan dat. Dexia hem daarvoor heeft gewaarschuwd, zoals wel op haar weg had gelegen. Daarom is Dexia ernstig tekortgeschoten in de nakoming van de op haar als financiële instelling ruslende zorgplicht. Dit wordt niet anders door het enkele feit dat [X], kennelijk mede dankzij het feil dat zijn inkomen sedert 2000 behoorlijk is toegenomen, er wel in geslaagd is de uit de constructie voortgevloeide verplichtingen te herfinancieren d.m.v. een nieuwe hypothecaire lening.
 
6.    De stelling van Dexia dat de hele constructie niet uit haar koker komt, maar door Spaarselect is bedacht en geadviseerd, bevrijdt Dexia niet. Daargelaten dat volgens mr. Maliepaard alles erop wijst dat de constructie in samenspraak tussen Dexia (lees: Bank Labouchère) en Spaarselect is opgezet, is in ieder geval de uitvoering van de combinatie van de lease-overeenkomst met betaling van de maandelijkse termijnen vanuit het snel in waarde slinkende effectendepot rechtstreeks door Dexia geschied. Verwezen wordt naar BA3920, r.o. 6.7.
 
7.    Dexia heeft nog betoogd dat zij haar cliënten niet behoeft te "bevoogden". Dat was inderdaad omstreeks 2000 een nog veelgehoorde stelling, die evenwel getuigt van een achterhaalde rechtsopvatting en van onvoldoende kennis van de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer, welke regeling inderdaad een bepaalde bevoogding eist.
 
8.    De kantonrechter is daarom van oordeel dat Dexia het door [X] geleden nadeel in beginsel behoort te vergoeden. Verwezen wordt naar BA3920, r.o. 9 en de daar genoemde verdelingsmethodiek.
 
9.    De totale in aanmerking te nemen schade stelt de kantonrechter in navolging van [X] op € 59.865,61, nu Dexia op een fractioneel hoger bedrag uitkomt. Daarvan bedraagt het verlies op het depot € 11.329,13. Dit bedrag wordt gevonden door het in het depot gestorte bedrag van € 29.495,71 te verminderen met de daaruit betaalde 29 termijnen van € 589,61 = € 17.098,69 en het saldo te corrigeren met een privé-onttrekking van € 672,34 en met het eindsaldo ad € 395,55. [X] volgt een iets andere berekeningsmethodiek maar de kantonrechter heeft geen aanleiding om in dit opzicht te twijfelen aan de juistheid van de administratie van de bank, zie volgende alinea. Dit verlies op het depot komt, in navolging van BA3920, r.o. 9.4 sub A, geheel voor rekening van Dexia. Daartoe is vooral aanleiding omdat de beoogde betaling van de eerste 60 leasetermijnen uit het depot het minst doorzichtige en meest riskante deel van de totale constructie is.
 
10.  Het verlies op de aandelenlease-overeenkomst wordt berekend als volgt. [X] heeft 29 termijnen a € 589,61 uit het depot betaald en blijkens de administratie van de bank in totaal 4 ([X] gaat uit van drie, zie vorige alinea) termijnen uit andere bron, te weten de eerste termijn en drie termijnen na uitputting van het depot. In totaal heeft hij dus aan maandtermijnen van de aandelenlease-overeenkomst betaald 33 x € 589,61 = € 19.457,13. Vervolgens heeft [X] de eindafrekening ad € 28.206,02 (uit zijn nieuwe hypothecaire lening) betaald. Laatstgenoemd bedrag, waarin de opbrengst van de aandelen is verrekend, vertegenwoordigt het toen nog resterende verlies op de aandelenlease-overeenkomst. Het totale verlies op de lease-overeenkomst komt daarmee € 47.663,15, welk bedrag evenwel moet worden verminderd met de uitgekeerde dividenden, zijnde (onbetwist) € 2.521,54, zodat blijft € 45.141,61.
 
11. Aan de hand van de in BA3920 (r.o. 9.4) ontwikkelde verdelingsmaatstaf blijft 20% van dit laatste verlies voor rekening van [X] wegens de aan hem toe te rekenen omstandigheden (r.o. 4 hiervoor), zodat 80% of € 36.1 ] 3,29 voor rekening van Dexia komt.
 
12. In navolging van BA3920 blijven de (her-)financieringskosten voor rekening van [X]. Daartoe is te meer aanleiding nu de hypothecaire lening bij de Postbank, die in januari 2001 op advies van Spaarselect is afgesloten, voor een substantieel gedeelte is aangewend voor een ander doel dan de depotconstructie, te weten de bouw van de garage, en deze lening bovendien buiten het zicht van Dexia bij een andere bank is afgesloten. Met de in april 2004 door [X] afgesloten nieuwe hypothecaire lening is tevens zijn oorspronkelijke hypotheek afgelost. Ook bij deze herfinanciering is Dexia op geen enkele wijze betrokken.
 
13. Toegewezen wordt op vorenstaande gronden € 11.329,13 + € 36.113,29 - 6 47.442,42, met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, nu omtrent een eerdere ingangsdatum onvoldoende is gesteld, en met veroordeling van Dexia als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten. Er is onvoldoende aanleiding om af te wijken van het gebruikelijke liquidatietarief.
 
14. De gevraagde verklaringen voor recht hebben na het voorgaande geen zelfstandige betekenis meer. Doorhaling van een BKR-rcgistratie is niet aan de orde omdat Dexia geen achterstandsmelding heeft gedaan en [X] aan zijn (veronderstelde) verplichtingen heeft voldaan, in laatste instantie door de slotbetaling van € 28.206,02 uit de daartoe in 2004 afgesloten nieuwe hypothecaire lening.
 
Beslissing
 
De kantonrechter:
 
-  veroordeelt Dexia om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [X] te betalen
€ 47.442,42, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2006 tot
aan de dag der algehele voldoening;
 
-  veroordeelt Dexia in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van [X] begroot op € 2.067,32, waaronder begrepen € 1.800,- voor gemachtigdensalaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW;
 
-  verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
 
-  wijst af het meer of anders gevorderde.
 

Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. R.T. van Leeuwen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2007.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL