Louche handel lokt beleggers
Trouw 28-04-2001
Beleggen is nooit risicoloos.
Naast het risico van koersfluctaties loopt u het risico opgelicht te worden. Cijfers in welke mate dit gebeurt zijn nog niet voorhanden, maar naar schatting zwichten elk jaar enkele duizenden Nederlanders voor de lokkende verkoopargumenten van louche handelaren. En dat zijn er altijd een paar duizend te veel, of u nu een paar gulden of een paar ton verliest.
'Maar er wordt toch toezicht gehouden', zult u zeggen. Dat klopt, maar het probleem is dat dit toezicht niet helemaal volledig is. De Nederlandsche Bank (DNB, 020-5243361,
www.dnb.nl), de Verzekeringskamer (055-3576677,
www.pvk.nl) en de Stichting Toezicht Effectenverkeer (020-55335200,
www.ste.nl) controleren de financiële instellingen.
De banken en verzekeraars worden volledig gecontroleerd. Op het terrein van beleggings-instellingen bestaat echter een lacune in de wetgeving waar instellingen met minder eerlijke doelstellingen gretig gebruik van maken. Hoe gretig, dat is in opdracht van het ministerie van financiën onderzocht door de onderzoeksschool verbonden aan de juridische faculteit van de Universiteit Nijmegen. De directie van de onderzoeksschool laat weten dat het concept van het rapport waarin 'het belegde individuele vermogen anders dan in beleggingsinstellingen wordt onderzocht', bij het ministerie ter bespreking ligt. Er kan nog geen openheid over de uit-komsten worden gegeven. Doel is om eventueel te komen tot een veranderde wetgeving.
In Nederland zijn naar schatting vijfentwintig dubieuze beleggingsinstellingen actief. Ze houden zich met name bezig met beleggingen in diamant, teakhout, struisvogels en de zogenaamde piramidefondsen.
Zo zit Ad Lagerwaard, de man achter het in de jaren negentig actieve diamantenbeleggings-fonds Albeco, nog achter slot en grendel en werd hij veroordeeld tot het betalen van ruim 21 miljoen aan gedupeerde beleggers. Lagerwaard beloofde investeerders om van hun inleg nieuwe diamanten aan te kopen, in plaats daarvan bleken de gelden te zijn doorgesluisd naar diverse complexe vennootschapsconstructies.
Een intrigerende en zeer complex frauduleus valutahandelsnetwerk betrof het vanuit Zwitserland opererende Innotrend trading AG. Dit bedrijf werkte via agressieve telemarketing-methoden en beweerde dat het ingelegd vermogen werd belegd in valuta. Beleggers zagen nooit meer een cent terug.
Tot slot nog een wel heel ludieke manier om aan geld te komen: voor 3500 gulden wordt de belegger eigenaar van een struisvogelkuiken! Het van oorsprong Britse OFC voorspelde een sterk toenemende vraag naar struisvogelproducten. Als de volgroeide struisvogel eenmaal geslacht wordt, zo was de redenering, zou een rendement van minimaal 100 procent worden behaald op vlees, leer en veren.
Opvallende overeenkomst bij al deze instellingen is dat ze alle valselijk gebruikmaakten van de namen van gerenommeerde banken of verzekeringsmaatschappijen als referentie. Informeerde men verder dan bleken deze instellingen van niets te weten. De belegger moet altijd navragen bij DNB of STE of de instelling geregistreerd staat. Soms beweert men het doodleuk, maar blijkt het niet het geval.
Ook kan men navraag doen bij een organisatie die opkomt voor de rechten van de belegger, de sinds 1994 bestaande belangen- en adviesvereniging Consument en Geldzaken (020-6849055).
Anton Weenink is jurist van de vereniging en houdt zich bezig met geldzaken in de breedste zin van het woord (onder meer beleggingsinstellingen, banken, verzekeringen). Zijn advies luidt: "Voorkomen is beter dan genezen. Voordat de consument een fonds selecteert, moet hij altijd advies inwinnen bij DNB of STE." De vereniging heeft een boekje uitgegeven: 'Beleggingsfondsen onder de loep' (ISBN 90-76002-02-9, ƒ 24,90 op rekening 5587017 van de Vereniging Consument & Geldzaken te Amsterdam, o.v.v. titel van het boek). Dit gaat in op de risico's van ieder beleggingsfonds.
"Wellicht dat er in de toekomst iets gaat veranderen op het terrein van de wetgeving, maar momenteel kampen we nog steeds met een lacune waardoor bepaalde frauduleuze instellingen hun gang kunnen blijven gaan", zegt Weenink. "De belegger moet tegenwoordig vooral rekening houden met een vijftiental beleggingsinstellingen in teakhout, dit zijn constructies die veelal buiten de reikwijdte van de wet vallen."
Een aantal jaren geleden heeft Consument en Geldzaken, minister Zalm gewezen op de lacune in de toezichtswetgeving (Wet Toezicht Beleggingsinstellingen). "Die gaat er echter tot op heden van uit dat het de verantwoordelijkheid is van de belegger zelf. De informatie van De Nederlandsche Bank is wel veranderd. Door het ontstaan van een telefonische informatielijn zijn de gegevens transparanter dan enkele jaren geleden."
Ilse Kuiper