Schandalen: Bedrijfsboeven vangen
27 augustus 2005
WAAROM TOPMANAGERS IN DE VERENIGDE STATEN MOETEN VREZEN VOOR JUSTITIE EN BELEGGERS, EN ZE IN NEDERLAND O ZO MAKKELIJK WEGKOMEN
Verdwijnt ex-Ahold-baas Cees van der Hoeven voor jaren achter de tralies? Zelfs als zijn schuld aan de fraude bij het concern wordt bewezen, lijkt dat onvoorstelbaar. In Amerika daarentegen verdwijnt de ene na de andere topmanager voor lange tijd in de cel. Nadat boze beleggers hen eerst volledig hebben kaalgeplukt.
Op 12 juli maakte Shell bekend dat het in de Verenigde Staten een opmerkelijke schikking heeft getroffen. Het Brits-Nederlandse energieconcern betaalt liefst 74 miljoen euro aan een groep werknemers. Die waren naar de rechter gestapt, omdat, zo claimden ze, hun aandelen in Shell, bedoeld als pensioenvoorziening, in waarde waren gedaald door het schandaal rond de te hoog ingeschatte oliereserves. En daarvoor moest de onderneming, hun onderneming, bloeden.
Daags erna kon Bernie Ebbers, oprichter van het teloorgegane Worldcom, zijn tranen niet bedwingen. In New York bepaalde de rechter dat hij vanwege een megafraude bij het telecombedrijf 25 jaar achter de tralies moet. Op serieuze strafvermindering hoeft hij niet te rekenen. Sinds kort sluit de Amerikaanse wet zulke coulance uit. Ebbers, 63 jaar oud en kampend met zware gezondheidsproblemen, moet zeer waarschijnlijk levenslang brommen. Een paar weken daarvoor was hij in een civiele zaak financieel volledig uitgekleed. Zijn privévermogen gaat naar gedupeerde beleggers.
Kom daar maar eens om in Nederland. Misschien wordt ex-Ahold-topman Cees van der Hoeven straks schuldig bevonden aan de boekhoudfraude bij het supermarktconcern. Maar het is haast ondenkbaar dat hij ook nog in het gevang belandt – laat staan langdurig, zoals tal van coryfeeën uit het Amerikaanse bedrijfsleven overkwam. Hier hebben de vanwege het reserveschandaal weggestuurde Shell-bestuurders Phil Watts en Walter van de Vijver helemaal niets te vrezen. In Verenigde Staten dreigt nog altijd vervolging.
Halfslachtig
Zware straffen, agressieve advocaten, rap claimende beleggers, soms onvoorstelbare schadevergoedingen, een doortastende beurstoezichthouder SEC en een uiterst professioneel justitieapparaat – dat is de realiteit voor corporate Amerika. Maar hoe komt dat zo? En waarom moet Nederland het doen met halfslachtig optreden van justitie, en magere boetes en een enkele taakstraf, zoals in juni weer bleek, toen de rechter uitspraak deed in de bouwfraudezaak?
Volgens een Nederlandse bedrijfsjurist, die regelmatig zaken in de Verenigde Staten heeft af te handelen, begint het ermee dat Amerikanen volgens het Oude Testament (vergelding) leven en Europeanen, zeker de Nederlanders, volgens het Nieuwe Testament (verzoening). Ebbers werd eind jaren negentig luid bejubeld. De melkboer die miljardair werd in de telecom, was de vleesgeworden Amerikaanse droom. De keerzijde: wie die droom verstoort, wordt genadeloos gestraft.
Een andere Nederlandse jurist, Jaap Winter, advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en erkend specialist in ondernemingsbestuur (corporate governance), zegt dat in de Verenigde Staten en Europa andere |modellen voor ondernemerschap en integriteit gelden. 'Ondernemen gaat overal over de vraag tot hoever je je eigenbelang mag nastreven. Van jouw voordeel heeft altijd iemand het nadeel. In Nederland kennen we bijvoorbeeld zoiets als het vennootschappelijk belang; bestuurders moeten oog hebben voor alle belanghebbenden bij de onderneming.’
In de Verenigde Staten, stelt Winter, is er veel minder een grens aan het nastreven van eigenbelang. 'Greed is good, daar wordt ons bedrijfsleven competitief van, redeneren ze. De beheersing in dat model, de rem, is de botsing. Het Amerikaanse juridische systeem garandeert dat die botsing er komt. Strafrechtelijk word je keihard aangepakt en civielrechtelijk kun je tot enorme schadevergoedingen worden veroordeeld, vaak met een extra straf. In Nederland daarentegen is het bestraffen van onoorbaar gedrag maar matig ontwikkeld. We zijn daar niet op gericht.’
Voor naming and shaming draaien Amerikanen evenmin hun hand om. Legio cameramensen en fotografen zijn erbij als topmanagers, zoals die van het door fraude uiteengespatte energieconcern Enron, geboeid worden afgevoerd. In Nederland worden witteboordencriminelen niet geboeid. Bij het bepalen van de strafmaat houden rechters zelfs rekening met de negatieve publiciteit die de fraudeurs over zich heen hebben gekregen.
Sterker: in een van de eerste voorkenniszaken in Nederland was mogelijke negatieve publiciteit een reden voor justitie om in het geheim een deal met de verdachte te sluiten en niet tot vervolging over te gaan. Het betrof de echtgenote van ABN AMRO-bankier Louis de Bièvre, die met voorkennis, via hem verkregen, in aandelen had gehandeld. In 1997, twee jaar na de deal en vijf jaar na de gewraakte aandelenhandel, lekte de affaire uit en moest De Bièvre terugtreden uit de raad van bestuur van ABN AMRO.
Toezichthouders in Nederland zijn grotendeels gebonden aan geheimhoudingsplichten. De Nederlandsche Bank (DNB) waakt over banken en verzekeraars en stabiliteit op de financiële markt, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over beurs en beleggen en het gedrag van marktpartijen. Tikt DNB een bank op de vingers, dan gebeurt dat achter gesloten deuren. Anders zou het vertrouwen in de sector een deuk kunnen oplopen, is het idee. De Amerikaanse opvatting is tegenovergesteld: juist om dat vertrouwen in stand te houden, worden namen en rugnummers genoemd. De boodschap: u ziet, we grijpen in, gaat u rustig slapen.
De SEC maakt zelf bekend welk bedrijf onderwerp is van onderzoek of een sanctie is opgelegd, of ze voert de druk op de betreffende onderneming zo hoog op dat die naar buiten treedt. De AFM moet tot nu toe in de meeste gevallen zwijgen. 'Onze voorzitter, Arthur Docters van Leeuwen,’ schetst bestuurslid Paul Koster, 'zegt hier wel eens bij wijze van grap dat hij als baas van de Binnenlandse Veiligheidsdienst meer mocht dan nu.’
Dat verschil in opvatting is verklaarbaar. In de Verenigde Staten maakt het niet of nauwelijks uit of een bank in diskrediet staat; er blijven er genoeg over zonder vlekje. In Nederland, waar slechts een handvol grote banken actief is, kan het er wel toe doen.
Oog om oog
Illustratief voor de Amerikaanse aanpak is de ondergang van Arthur Andersen, ooit een van de grote vijf accountantskantoren in de wereld. De huisaccountant van Enron werd in de Verenigde Staten door justitie en de SEC keihard aangepakt vanwege zijn rol bij de fraude binnen dat bedrijf. In juni 2002 werd Arthur Andersen zijn vergunning afgenomen. Klanten liepen massaal weg, het bureau stortte in.
Het is oog om oog, tand om tand. In januari van dit jaar waren in de Verenigde Staten liefst negenhonderd mensen door justitie aangeklaagd in vierhonderd bedrijfsfraudezaken, rekende de Republikeinse senator Jon Kyle uit Arizona voor. In november 2001 werden de straffen voor bepaalde delicten fors verhoogd. Dat was vlak na het uitbreken van de recente stroom bedrijfsschandalen, maar het was ook een uitgestelde reactie. Begin jaren negentig was de vermaarde fraudeur Michael Milken tot tien jaar cel veroordeeld. Tot ontsteltenis van velen kwam Milken na 22 maanden vrij, waarbij hij ook nog eens kon beschikken over een groot deel van zijn miljardenvermogen.
Dat nooit meer, besloten de Amerikanen. Voor bedrijfsfraude waarbij beleggers meer dan 100 miljoen dollar (80 miljoen euro) schade lijden, is de aanbevolen gevangenisstraf inmiddels 24 tot 35 jaar – het was 6 tot 7 jaar. Aanklagers en advocaten grijpen daarnaast vaak naar de zogeheten Rico-wet, constateert Koster. 'Die wet is eigenlijk bedoeld om de georganiseerde criminaliteit aan te pakken, maar is doorgetrokken naar de effectenwereld. Een veroordeling onder deze wet maakt het voor gedupeerden mogelijk om driemaal hun schade terug te vorderen. Heel aantrekkelijk dus.’
Ter vergelijking: in Nederland staat op het publiceren van een onjuiste jaarrekening een maximumgevangenisstraf van een jaar. Voor valsheid in geschrifte staat weliswaar een hoogste straf van zes jaar cel, maar die is nog nooit opgelegd.
De Ebbers-zaak legt in alle facetten de verschillen bloot tussen de Amerikaanse en Nederlandse aanpak. In de Verenigde Staten kan een claim een financiële noodzaak hebben. Door het faillissement van Worldcom raakten vele duizenden werknemers hun baan en pensioen kwijt. In Nederland valt de schade altijd lager uit; de sociale voorzieningen zijn hier beter.
Ebbers werd in de rechtszaal geconfronteerd met vroegere ondergeschikten die de fraude bekenden en vertelden hoe die in zijn werk ging. Daarmee ontliepen zij zelf zware gevangenisstraffen. Zulke deals zijn voor justitie in Nederland uitgesloten.
Bij de instructies die de rechter vooraf aan de jury gaf, hoorde dat die ook moest bezien of Ebbers de fraude 'bewust had vermeden’. Mocht niet onomstotelijk vast komen te staan dat hij het bedrog had bedacht en uitgevoerd (en dat gebeurde niet), dan kon hem worden verweten dat hij zijn ogen ervoor had gesloten (dat gebeurde wel). In Nederland moet het Openbaar Ministerie in strafzaken nog altijd opzet bewijzen.
Vrij vertaald kwam het oordeel van de jury in de Ebbers-zaak erop neer dat een topman die – gezien zijn zeer ruime beloning – kennelijk als briljant te boek stond, niet tegelijkertijd zo dom kon zijn dat hij een dergelijke fraude niet ontdekte. Het begrip 'bewuste vermijding’ werd daarmee voor het eerst in een Amerikaanse strafzaak ingebracht.
Juryrechtspraak is misschien wel het grootste verschil. Het is een u
tgelezen middel om vergeldingsgevoelens te botvieren. De samenstelling van een jury kan zeer bepalend zijn. Ebbers, de cowboy-zakenman uit het zuiden van het land, trof in New York een jury die geen enkel mededogen toonde. Maar Richard Scrushy, topman van het bedrijf Healthsouth, werd in een vergelijkbare zaak vrijgesproken, ondanks belastende verklaringen van vijf getuigen. 'Die zaak,’ vertelt Koster, 'werd behandeld door een rechtbank in Scrushy’s eigen staat, Alabama. Hij was er met zijn advocaten in geslaagd een jury te krijgen die duidelijk op zijn hand was.’
Fenomenale schikkingen
In de Verenigde Staten zijn bedrijven en topmanagers werkelijk beducht. Dat geldt voor Amerikaanse ondernemingen, maar zeker ook voor de buitenlandse die er een beursnotering hebben. Toen de jurist Peter Wakkie medio 2003 bij het door een boekhoudschandaal geteisterde Ahold als bestuurslid aantrad om puin te ruimen en claims af te wikkelen, was zijn eerste prioriteit, zei hij begin dit jaar in Elsevier, met de SEC tot een vergelijk te komen. Alle andere kwesties waren van latere zorg.
Een Nederlands bedrijf kan hier gerust een winstwaarschuwing geven. De beleggende goegemeente zal teleurgesteld reageren, maar vrijwel nooit werkelijk boos. Van Amerikaanse beleggers heeft het bedrijf waarschijnlijk de volgende dag een vordering binnen.
De scandaleuze déconfitures van bedrijven als Enron en Worldcom hebben de voorbije jaren in de Verenigde Staten geleid tot fenomenale schikkingen. Topmanagers, maar ook de accountants die de boeken controleerden en banken die aandelen en obligaties van die bedrijven aan hun klanten verkochten, hebben voor vele miljarden boze beleggers afgekocht. Het Amerikaanse mediabedrijf Time Warner reserveerde enkele weken terug nog 2,4 miljard euro voor mogelijke schikkingen met beleggers die forse schade hadden geleden na de ontdekking van boekhoudkundige onregelmatigheden. Een van die beleggers is het Nederlandse pensioenfonds ABP.
Typerend voor het verschil in aanpak is ook dat in Nederland als reactie op de bedrijfsschandalen de code-Tabaksblat werd ingevoerd. Die behelst aanbevelingen en principes bij het besturen van ondernemingen. De Verenigde Staten namen de Sarbanes-Oxley-wet aan, een enorm boekwerk vol geboden en verboden. Is de code-Tabaksblat een typisch product van zelfregulering, door beursfondsen en beleggers, Sarbanes-Oxley is het resultaat van snel reageren door het Amerikaanse Congres. Dat besloot, vrijwel tegelijk met de invoering van de wet, het budget van de SEC naar zo’n 800 miljoen euro te verdubbelen.
Nederlandse politici hoor je niet of nauwelijks. Even, voor de bühne, verafschuwen ze affaires als bij Ahold of nemen ze het op voor gedupeerde leasebeleggers. Daarna valt het stil. Hun Amerikaanse collega’s blijven zich roeren. Wat scheelt is dat zij of nauwe banden met het bedrijfsleven onderhouden of, heel direct, kiezers vertegenwoordigen die hun baan, pensioen en ander vermogen kwijtraakten door malverserende toplieden.
Nederland is klein, hier geldt ons-kent-ons. Omwille van de goede vrede zullen pensioenfondsen en vermogensbeheerders een Nederlands bedrijf waarin ze beleggen, niet snel voor de rechter slepen. En het is waar: de Amerikaanse maatschappij is harder, bij justitie en de SEC werken uiterst bekwame, jonge medewerkers, en het is er makkelijker een rechtszaak tegen een bedrijf te beginnen.
Eén aandeelhouder volstaat om een zogeheten class action te voeren, mede namens andere beleggers die daarvoor niet eens een volmacht hoeven te geven. Zij sluiten zich later aan om hun schade te verhalen. Advocaten strijden met elkaar om als eerste zo’n zaak te hebben. Dan kunnen ze namens een zo’n groot mogelijke groep optreden, is de schadevergoeding het hoogst en daarmee hun commissie.
In Nederland kunnen gedupeerde beleggers zich pas in een rechtszaak voegen, als ze hun belang kunnen aantonen. Of ze moeten samen een stichting of vereniging oprichten die hun belangen beschermt en die van andere mensen met soortgelijke schade. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) heeft zo zaken gevoerd tegen onder meer Philips en World Online.
Toch, Amerikanen willen dan vergelden, pragmatisch zijn ze ook. De Amerikaanse belastingdienst heeft een geschil lopen met KPMG, een van de vier overgebleven grote accountantsfirma’s. Die wordt beticht van het helpen optuigen van illegale fiscale constructies. De SEC, die ook deze accountant de vergunning kan afnemen, opereert in deze zaak veel voorzichtiger dan in die van Arthur Andersen.
Dat heeft ongetwijfeld te maken met een recente uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof die erop neerkomt dat het kantoor Arthur Andersen inzake Enron wellicht toch niet zo veel te verwijten viel. Maar, zo redeneren de Amerikanen ook, het maatschappelijk belang is er niet mee gediend als KPMG evenzeer in grote problemen komt. Dan blijven er maar drie grote accountants over. 'Bovendien zouden,’ zegt Koster van de AFM, 'veel overheidsinstanties en grote ondernemingen dan voor de tweede keer in korte tijd een andere accountant moeten zoeken. De spoeling wordt te dun.’
Sancties
Verder hebben Europese ondernemingen met een beursnotering in de Verenigde Staten uitstel gekregen voor het naleven van een van de belangrijkste bepalingen van Sarbanes-Oxley. Die betreft de plicht voor topmannen en financiële directeuren om een getekende garantie af te geven voor de juistheid van de gepubliceerde cijfers. Is er getekend en kloppen de cijfers vervolgens niet, dan kunnen zware sancties volgen. Onder de dreiging dat ze hun beursnotering in de Verenigde Staten zouden schrappen, slaagden Europese ondernemingen, waar_onder Nederlandse als ABN AMRO, Ahold, Shell en Unilever, erin de SEC tot een compromis te bewegen. De plicht gaat voor hen pas vanaf 2006 gelden.
Opmerkelijk is ook dat topfunctionarissen van de SEC en voornamelijk Republikeinse congresleden zich afvragen of Sarbanes-Oxley misschien te ver is doorgeschoten. Bovendien is onlangs bepaald dat sommige vormen van witteboordencriminaliteit enkel nog bij federale rechtbanken mogen worden aangeklaagd. Een beetje gehaaide advocaat zocht namelijk een rechtbank uit in die staten waar zijn kans op de hoofdprijs (zware straffen en hoge boetes) het grootst was.
Na de exorbitante straffen voor Ebbers en anderen woedt in de Verenigde Staten zelfs een discussie over de vraag of zulke sancties wel noodzakelijk zijn en nut hebben. 'In Europa hebben ze niet van die zware straffen. Steelt iedereen daar?’ vroeg een advocaat zich af in The Washington Post. 'De verschuiving is duidelijk zichtbaar,’ zegt Winter, 'De consensus dat Sarbanes-Oxley te gedetailleerd is, groeit met de dag. En er wordt ook voor het eerst echt discussie gevoerd over de hoogte van de topbeloningen.’
Nederland zal in wetgeving, juridische systematiek, strafmaat en mentaliteit nooit kunnen en willen wedijveren met Amerika. Maar er is wel een omslag zichtbaar. Wie zal er straks nog schande roepen mocht Cees van der Hoeven de cel ingaan? Grote pensioenfondsen als het ABP en PGGM worden steeds actiever. Tot een gang naar de rechter of, voor zover bekend, een hoge schikking heeft dat hier nog niet geleid, maar ze zitten bestuurders de laatste jaren ontegenzeglijk harder achter de vodden.
Geldingsdrang
Het maatschappelijk belang van beurs en beleggen is in Nederland allengs gegroeid. En daarmee ook het besef bij de overheid dat het toezicht anders en strenger moet. De effectenwereld was tot begin jaren negentig het exclusieve domein van professionele handelaren, bankiers en grote beleggers. Pas daarna deden beleggende burgers hun intrede. En die roeren zich wel. Zie de toenemende geldingsdrang en het zelfvertrouwen van beleggersvereniging VEB. Of neem het jarenlange gevecht dat beleggers in aandelenlease-producten voerden met onder andere de Belgische Dexia Bank. Na bemiddeling van wijlen Wim Duisenberg kunnen zo’n 300.000 'gedupeerden’ 1 miljard euro verdelen.
Als de onafhankelijke toezichthouder AFM eind dit jaar de taak erbij krijgt om erop toe te zien dat beursfondsen koersgevoelige informatie wel tijdig publiceren, is het helemaal gedaan met de zelfregulering van de beurs. Het parlement moet nog definitief instemmen, maar hoogstwaarschijnlijk gaat de AFM vanaf 2006 ook de jaarverslagen van beursgenoteerde bedrijven (om te beginnen die over 2005) controleren en toezicht uitoefenen op accountants.
Tot nu toe kunnen klagers slechts terecht bij de tuchtraad van de accountants of met veel pijn en moeite een procedure beginnen bij de gespecialiseerde Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof. Winter verwacht dat daardoor het nodige zal veranderen. 'Een pro-actieve toezichthouder die voortdurend kritische vragen stelt, is toch heel iets anders dan de belegger die pas reageert als hij is geschaad.’
In vijf, zes jaar tijd groeide de AFM uit van een tandeloze tijger met enkele tientallen medewerkers tot een organisatie met dik vierhonderd werknemers en een jaarbudget van 67 miljoen euro, waarmee marktpartijen in elk geval vanwege haar bevoegdheden serieus rekening moeten houden.
Een probleem blijft dat de AFM over nauwelijks afschrikwekkende sanctiemogelijkheden beschikt. Van boetes van enkele duizenden euro’s die in het verleden wel zijn toegekend, liggen grote bedrijven niet wakker. Maar ook daarin komt verandering. Als een concern straks een aanwijzing van de AFM over zijn jaarrekening niet opvolgt, kan de toezichthouder een dwangsom opleggen die, afhankelijk van het belang van de kwestie, al snel kan oplopen tot meer dan 50.000 euro per dag. Levert een bedrijf de jaarrekening te laat in bij de AFM, dan volgt een boete van maximaal 900.000 euro.
Vooralsnog moet de AFM het wapen ontberen waarmee de SEC bedrijven en
topmanagers de meeste schrik aanjaagt: namen noemen. Ondernemingen die dat overkomt, zien hun beurskoers zakken, krijgen problemen in de bedrijfsvoering en, heel belangrijk, de bestuurders merken dat de waarde van hun opties en aandelen keldert. 'We mogen nu te weinig,’ stelt Koster. 'En waar we wel wat mogen, moeten we eerst door een enorm traject. Maar ik ben hoopvol. Binnen een paar jaar krijgen we meer ruimte.’
Het zou ook flink helpen als het Openbaar Ministerie eens een succes boekt. De strafrechtelijke aanpak van beurs- en bedrijfsfraude in Nederland blijft een moeilijk verhaal. Justitie kampt met een tekort aan personeel, de afdeling die financiële delicten bestrijdt, verkeert in een haast permanente staat van reorganisatie, en officieren rouleren in rap tempo, waardoor opgebouwde expertise snel verloren gaat.
Alom wordt met spanning uitgekeken naar de Ahold-zaak. Die gaat, als het goed is, in oktober verder met een regiezitting bij de rechtbank. Die zaak is, zeker ook voor justitie, een testcase. Van der Hoeven en de drie andere ex-bestuurders Michiel Meurs, Jan Andreae en Roland Fahlin worden verdacht van diverse delicten die grofweg neerkomen op valsheid in geschrifte, misleiding van de accountant en het publiceren van onware jaarrekeningen. Genoeg, in principe, voor vele jaren cel.
Met medewerking van Marike Stellinga
Kader bij artikel:
AHOLD
Cees van der Hoeven (57) (foto), Michiel Meurs (54), Jan Andreae (59) en Roland Fahlin (66) van supermarktconcern Ahold staan volgend jaar terecht op verdenking van het publiceren van een onware balans, valsheid in geschrifte en het oplichten van de accountant. Alleen al in 2001 telde Ahold 12 miljard euro onterecht mee in de omzet. De voormalige top kan worden veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Ahold zelf kocht voor 8 miljoen euro strafvervolging door het Openbaar Ministerie af. Met de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC schikte Ahold zonder een boete te betalen.
ENRON
Kenneth Lay (63) (foto), Jeffrey Skilling (51) en Rick Cau_sey (45), de voormalige top van het failliete energieconcern Enron uit Texas, wachten op hun rechtszaak die begint in januari 2006. Enron was de eerste grote fraudezaak die in 2001 aan het licht kwam. Het bedrijf spiegelde jarenlang de resultaten beter voor dan ze waren. Het drietal wordt onder meer beschuldigd van samenzwering en fraude. Banken schikten met beleggers voor rond 5,5 miljard euro.
WORLDCOM
Bernie Ebbers (63) (foto), baas van het failliete telecombedrijf WorldCom, kreeg 25 jaar cel voor samenzwering, effectenfraude en het indienen van valse verslagen bij toezichthouders. De cijfers waren bijna 10 miljard euro te rooskleurig voorgespiegeld. Ebbers betaalt 30 tot 45 miljoen euro aan beleggers als schadevergoeding. Financiële man Scott Sullivan (43) kreeg vijf jaar. Banken, waaronder ABN AMRO, betaalden circa 4 miljard aan gedupeerde beleggers.
IMCLONE
Voormalig topman Sam Waksal (57) kreeg ruim zeven jaar voor gebruik van voorkennis bij de handel in aandelen van het biotechbedrijf. Decorateur en tv-ster Martha Stewart (63) (foto) werd ook vervolgd voor handel met voorkennis, maar uiteindelijk veroordeeld voor het tegenwerken van het onderzoek. Ze verbleef 5 maanden in de gevangenis.
WORLD Online
Nina Brink (52) (foto), voormalig topvrouw van internetprovider World Online, is niet vervolgd, maar de banken die de beursgang in 2000 begeleidden en het bedrijf zelf wel. December 2003 oordeelde de rechter dat World Online beleggers had misleid, de banken viel niets te verwijten. World Online ging in hoger beroep. Net als de VEB, die namens ruim tienduizend beleggers de vrijspraak van de banken aanvecht. Toezichthouder AFM oordeelde dat ABN AMRO de markt tijdens de beursgang wel heeft misleid en legde de bank een boete van 18.500 euro op.
ADELPHIA
John Rigas (80) (foto), baas van failliete kabelexploitant Adel_phia Communications, kreeg 15 jaar gevangenisstraf. Zijn zoon en financieel topman Tim Rigas (49) werd veroordeeld tot 20 jaar. Ze verhulden 2,3 miljard dollar aan schulden en stalen 100 miljoen dollar. Vader en zoon gaven 1,3 tot 1,5 miljard dollar aan beleggers als schadevergoeding.
TYCO
Dennis Kozlowski (58) (foto), voormalig baas van conglomeraat Tyco, en zijn financieel topman Mark Swartz (45) werden in juni veroordeeld voor fraude, samenzwering en diefstal. De twee ontvreemdden zo’n 600 miljoen dollar van Tyco. Hun straf zal liggen tussen de 15 en 30 jaar.
SHELL
Het energieconcern, in opspraak geraakt door frauduleuze inschattingen van olie- en gasreserves, schikte vorig jaar met de Amerikaanse SEC voor bijna 100 miljoen euro. Aan de Britse beurstoezichthouder FSA werd 27 miljoen betaald. In de Verenigde Staten werd onlangs een groep werknemers financieel gecompenseerd, er lopen nog wel rechtszaken van beleggers. Oud-topmannen Philip Watts (60) (foto, links) en Walter van de Vijver (49) (rechts) lopen in de Verenigde Staten kans op vervolging.
CSFB
Frank Quattrone (49) (foto), een beroemd investment banker van Credit Suisse First Boston, werd veroordeeld voor het tegenwerken van een onderzoek naar malafide praktijken rond beursgangen die de bank had begeleid. Quattrone kreeg 18 maanden gevangenisstraf. Het hoger beroep dient.
Publicatiedatum: 27 augustus 2005
Auteur: Ron Kosterman
Copyright ELSEVIER
Zie ook:
Het OM in het kort